woensdag 27 december 2017

Gelezen In Tertio Van 13 December 2017

Gatz’ programma

Uit het “standpunt” van Joris Delporte

Vorige week is een heftig politiek debat gevoerd over het tv-programma net vóór De zevende dag. De eerste islamitische eredienst op onze openbare omroep ligt sommige politici duidelijk zwaar op de maag. Vlaams minister van Media Sven Gatz (Open Vld) grijpt hun kritiek aan om alle uitzendingen van erediensten in twijfel te trekken. “Een dergelijk aanbod behoort niet tot de kerntaken van de openbare omroep”, betoogt hij. Luc Van den Brande spreekt dat namens de VRT resoluut tegen. Volgens de bestuursvoorzitter past de lange traditie van onder meer eucharistievieringen op de buis binnen zijn “dienstverlenende opdracht”. Een terechte repliek: publieke zenders leveren hiermee een essentiële service.

Dit dossier valt niet eerlijk te evalueren zonder de voorgeschiedenis. Tijdens de huidige legislatuur zijn gastprogramma’s, waaronder Braambos, afgeschaft. Een beslissing die politici verdedigd hebben met drie argumenten: de budgettaire krapte, lage kijkcijfers en het (vermeende) gebrek aan kwaliteit bij sommige spelers. Die destijds al wankele argumentatie, snijdt nu nog minder hout voor wat de uitzendingen van erediensten betreft. Productiekosten vallen laag uit, filmploegen leveren puik werk en mede dank zij repetities zijn de diensten vlot en verzorgd.

Als aanvulling op dergelijke meer defensieve tegenargumenten leert de beheersovereenkomst wat de positieve bijdrage van erediensten op tv en radio is. In dat document stelt de VRT zich tot doel met uitzendingen rond levensbeschouwing bij te dragen tot “geïnformeerd burgerschap”.

Theoloog en mediaspecialist Hans Geybels (KU Leuven) stelt met recht en reden dat wie religies naar (digitale) achterkamertjes verbant, “frustratie kweekt”. Daardoor verliest een overheid controle.

Om te vermijden dat erediensten van het scherm verdwijnen, lanceert Tertio petitie.

Ook u kunt uw steun voor die uitzendingen kenbaar maken via www.tertio.be/petitie-erediensten

Uit “Ons Parochieblad” van Korbeek-Dijle van eind 1953

Het “rijke Roomse leven” was toen nog een feit!

Pastoor Marcel Lievens was toen één jaar in Korbeek-Dijle.

Week 2017-52 - Kerstmis 19530002

Phil Bosmans spreekt tot ons - Wat ik nog zeggen wou (3)

Zoals een golf langzaam uitdeint naar de zee,

waaruit ze ontstaan is, zo ben ik in stilte

teruggekeerd naar de grote zee van Gods liefde,

met op mijn lippen een laatste gebed.

Lieve God, Gij had mij zo lief.

Ik was kind aan huis bij U.

Met twee handen hield Ge mij vast.

Ja, Heer, Gij hebt mij bemind zoals ik was

en met een oneindig geduld bewaard in uw dienst.

Ik was maar een heel klein stukje glas

om uw liefde te weerkaatsen naar de mensen toe.

Een klein stukje glas zo dikwijls

door de sleur van het leven

met stof overdekt en in storm en wind

door slijk besmeurd.

Maar telkens opnieuw hebt Gij het gewassen,

zeventig maal zeven maal gewassen

in de warme regen van uw barmhartigheid

en weer opgenomen in uw zachte zon

om stralender dan ooit terug te keren

in dat eeuwig liefdespel met U en de mensen.

Lieve God,

alles hebt Ge mij gegeven.

Geef me één ding…

een dankbaar hart!

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

woensdag 20 december 2017

Gard Vermeulen stuurt ons zijn verhaal van uit Noord-India–deel 2

Goede morgen.

Deze reis zit vol bezoeken aan verfijnde gebouwen zoals de burchten van Jodhpur, Udaipur en zeker de Taj Mahal; verder met de busreizen door dorpjes en tussen velden; ook met natuurmomenten zoals de woestijnnacht waarover ik eerder vertelde en de tijgersafari in Rathambore Nationaal Park. De reis zit zo vol als een lekkere pens. Dat brengt wel mee dat ik nauwelijks de tijd vind om je wat te schrijven.

Vanmorgen stond ik al om kwart voor zes aan de ingangspoort van de Taj Mahal, het grafmonument voor de vrouw van Sjah Jahan, die in de zestiende eeuw in het kraambed bleef van haar veertiende kind. Dit is het meest gefotografeerde gebouw van India en je kent het van de traditionele foto’s, al of niet met prinses Diana of onze Filip en Mathilde er voor.

image

Vandaag weent het gebouw in een mistige herfstdag. Ik probeer het toch even anders te zien. “Dit is de maand van de mist,” vertelde mij een gids, “en je mag van geluk spreken dat je er nog zoveel van merkt, want in dit seizoen kan je evengoed niets zien.”

Nu (het is elf uur in de voormiddag) zit ik dus aan mijn PC’tje, maar ik weet niet wanneer ik de e-mail kan versturen. Straks, om zes uur vertrek ik naar de nachttrein die me tegen morgenochtend zes uur in Varanasi moet brengen. Dat is de laatste stad die ik in India bezoek. Daarna volgt nog een week in Nepal.

Maar laat me nog wat vertellen over dit land. Al eeuwenlang is dit werelddeel als een lappendeken versplinterd in stukjes koninkrijken en prinsdommen. De Hindoe Radja’s en Maharadja’s (de laatsten zouden we ‘koning van de koningen’ kunnen noemen) werden in het noorden verdreven door de Moslim Sjahs en Moguls die uit Mongolië kwamen aanstormen. Nu nog leven er veel moslims in die streken. Vanaf de jaren 1500 kwamen westerlingen langs: de Portugezen in Goa aan de westkust van Zuid-India, de Fransen in Pondicherry aan de oostkust. Begrijpelijk dat je in die streken nog vrij veel katholieken vindt. De Engelsen kwamen uit Afghanistan aanzetten en brachten eerst het noorden onder hun controle. Zij sloten onevenwichtige contracten, stelden dubieuze rechtssystemen in, beloonden wie lief was en hun gewoontes overnamen, straften wie vasthield aan eigen wetten en tradities. Hun koningin werd “keizerin van India”. Zij paaiden de onderdanen met veel ‘pomp and glory’.

Zij eisten ook massale militaire inzet van de Indische vorsten tijdens de eerste wereldoorlog. Miljoenen rukten uit, honderdduizenden doden liggen in Belgie, Frankrijk, Turkije, Noord-Afrika. Sterven mochten ze, moedig tot onvervaard. Officier worden konden ze niet. Zo groeide tussen de twee weeldoorlogen het gevoel van onderdrukking en het recht op onafhankelijkheid, onder meer onder het vreedzame verzet van de advocaat Mahatma Gandhi. Kort na de tweede wereldbrand werd Brits India onafhankelijk, maar tegelijk, tegen de wil van Gandhi, gesplitst in een Hindoe-staat India en een Moslimstaat West- en Oost-Pakistan. Dat laatste scheurde zich later af onder de naam Bangladesh.

Onmiddellijk na de onafhankelijkheid begon er een stroom vluchtelingen van Moslims naar Pakistan en van Hindoes in de omgekeerde richting. Ook hier vielen tientallen miljoenen doden door honger of in vinnige vechtpartijen. De kolonisatie had voordelen en zeker ook nadelen voor dit land. Ik laat het oordeel wat het zwaarst weegt aan de Indiërs. Eén ding is zeker: ze naaiden het lappendeken samen tot een min of meer georganiseerd en kleurig patchwork.

Wie India zegt, gebruikt onvoorstelbare grote getallen. Er leven nu ongeveer 1,23 miljard mensen en er komen er elk jaar dertig miljoen bij. Men verwacht dat de Indiërs tegen het jaar 2050 talrijker zullen zijn dan de Chinezen en dat hun economie groter zal zijn. Dan zullen zij wellicht de eerste wereldmacht zijn!

Laat me nog even in het huidige India blijven. In mijn vorige brief vertelde ik al van de gearrangeerde huwelijken. Dat valt niet altijd mee. De ober van het vorige hotel, een kerel van tweeëntwintig jaar, vertelde me dat hij zeer ontevreden was met zijn vrouw. Zij is, zo zei hij, snibbig en zurig, maar hij wou nog wel een tweede kind. Scheiden gebeurt niet vaak in dit land en is zeker een grote schande, zonder kans om een andere relatie te beginnen.

Daarenboven trekt het meisje bij de schoonouders in. Laat daar in het gezin ook een rangorde zijn: De grootouders eerst, dan de ouders, dan de oudere broers. Die hiërarchie moet ook door de schoondochter onderhouden worden. De vrouw van de oudste broer zal zich nooit zonder sluier vertonen als de vrouw van de jongere broer het ziet. Aan de jongere valt natuurlijk het hardere en vuilere werk ten deel. Zij mag dan weer zonder sluier gezien worden, maar mag de oudere schoonzus niet aanspreken zonder dat haar man erbij is. Ik besef dat deze traditionele gewoontes en protocollen stilaan verpulveren in een samenleving van gezamenlijke scholen, jeans, moto’s en tablets. Maar toch …

Tweede deel.

Kaboem! De nachttrein naar Varanasi is vandaag geannuleerd. Het vliegtuig zit al vol. De reisleiding kiest er voor om met de bus te gaan: 560 km. Twaalf uur in de bus, grotendeels in de nacht. Maar dat lijkt nu het meest betrouwbare middel. Ik herken de zorgen als de reisleider: in zulke situatie beslissingen moeten nemen.

Laat me ondertussen, nog iets vertellen over Rathambore NP. Tot in 1970 was deze 400 km2 het jachtgebied van Maharadja’s en andere VIPs. Dertigduizend tijgers zijn er geschoten in zeventig jaar! Nu leven er nog amper veertig, ééntje per tien vierkante kilometer. Overdag verstoppen deze nachtjagers zich en slapen. Dus, neen, er was geen tijger op de afspraak met deze gekke toerist. Wel kreeg ik antilopen te zien, met deze trotse bok met prachtig gewei.

image

Ook nog wat beren en wilde varkens, pauwen en apen. En beleefde ik een heerlijke frisse ochtend in een pracht van een herfstlandschap.

Slot

Om halfdrie vannacht ben ik toegekomen in het hotel. Straks vertrek ik op verkenning van Varanasi, de heilige hindoestad aan de Ganges. Ondertussen probeer ik dit te versturen.

Tot later.

Gard

Gelezen In Tertio Van 6 December 2017

1 . Ga naar de jongeren

Uit een standpunt van Emmanuel Van Lierde

Jongeren kennen veel angsten en onzekerheden over de toekomst. Ze ervaren keuzestress, groeps-, tijds- en prestatiedruk, een drang naar perfectie – ook in hun vriendschappen en partnerkeuze – en ze maken zich zorgen over het milieu, de toenemende armoede, de wereldvrede en het interreligieuze samenleven. In een wereld vol chaos en drukte verwachten ze van de kerk een hoopvol tegengeluid, een plaats waar ze antwoord krijgen op hun levensvragen en hun zoeken naar zin en betekenis in het leven. Jongeren willen dat kerkmensen voor hen beschikbaar zijn. Ze hebben behoefte aan authentieke getuigen en voorbeelden in het geloof, die hen niet betuttelen of de les spellen, maar die bereid zijn zonder complexen met hen op weg te gaan.

2 . Arabische christenen in Israël

Uit een artikel van Heidi Verdonck

De Arabische christenen – in het Arabisch Messahi genaamd of “volgelingen van de Messias”, afgeleid van het Arabische woord Masih of Messiah – zijn Arabisch sprekende christenen of nakomelingen van hen, die wereldwijd op zo’n vijftien tot vijfentwintig miljoen geschat worden. Een belangrijk deel van hen staat zwaar onder druk, onder meer in landen zoals Syrië, het thuisland van zo’n 700.000 Arabische christenen, en in Irak, dat een van de oudste bestaande christelijke gemeenschappen ter wereld kent. Israël telt eveneens een beduidende groep Arabische christenen, naar schatting 170.000 inwoners, verspreid over het hele land. Die zichzelf als Arabisch of Palestijns identificerende gemeenschappen stellen dat ze teruggaan tot het vroege christendom. Ook in het Heilig Land hebben de Arabisch-christelijke gemeenschappen het te verduren, vooral door hun weinig bevoorrechte positie in de Israëlische samenleving.

De Arabische christenen maken integraal deel uit van de zeer kleurrijke Israëlische samenleving. Ze kunnen omschreven worden als Israëlische staatsburgers, wier linguïstische erfgoed of etnische identiteit als Arabisch wordt gedefinieerd. Vandaag maken ze 2 procent van de Israëlische bevolking uit. De Arabische christenen of christelijke Arabieren zoals ze in Israël ook genoemd worden, hebben met talrijke problemen te kampen. Zo is het moeilijk hun eigenheid en voortbestaan als christelijke gemeenschappen te bewaren, aangezien het vaak om verspreide kleine gemeenschappen gaat. Een schoolvoorbeeld zijn de dorpen Fassouta, Mi’iliya en Ilabun, die door hun geografische ligging afgesneden zijn van zowel andere Palestijns-christelijke dorpen, als van de rest van Israël.

Loyaliteit

Bovendien zitten de christenen in Israël in een spagaat wanneer het om hun identiteit gaat. Aan de ene kant zijn ze Israëlische staatsburgers. Aan de andere kant voelen velen zich ook met Palestina verbonden, dat vaak hun herkomstland is. Zo vertelt priester Michael Asi dat zijn vader in Fassouta geboren werd, in het toenmalige Palestina. Maar dat ze zich ook als Arabische of zelfs Palestijnse christenen definiëren, is een doorn in het oog van de Israëlische staat. 80 procent van de in Israël levende christenen wordt gedefinieerd als christelijke Arabieren en velen van hen definiëren zich als Palestijnse christenen. Hoewel een klein deel van de Israëlische christenen zich van de benaming “Arabische christenen” distantieert en zo ook van hun islamitische tegenhangers, beschouwen de meeste Israëlische christenen zich vandaag cultureel en linguïstisch als Arabische of Palestijnse christenen, met voorvaders die teruggaan tot de eerste volgelingen van Christus.

Gelezen In Tertio Van 29 November 2017

Televisie voor 50-plussers en mantelzorgers

Uit een artikel van Geert De Cubber

Tussen het ruime aanbod van digitale televisiezenders zijn er die expliciet ingaan op zingeving en spiritualiteit. Eclips TV zet in op programma’s voor en met 50-plussers en mantelzorgers. Sinds 15 oktober heeft de zender zijn aanbod gevoelig uitgebreid. Eclips TV vind je op kanaal 40 (Telenet) of kanaal 109 (Proximus).
Eclips TV heeft een eigen aanbod, met vaste rubrieken. Daarnaast beschikt de zender dankzij een driejarig contract met de VRT over 5.200 uur beeldmateriaal uit het rijke VRT-archief. Dat laat hem toe dagelijks vier series (twee in de voormiddag en twee in de namiddag) uit te zenden. Die cultseries klinken na vele jaren nog altijd bekend in de oren: Wij, Heren van Zichem, Het Pleintje, Schipper naast Mathilde, Kapitein Zeppos, Axel Nort, De Kolderbrigade en nog veel meer. Daarnaast worden elke dag historische documentaires uitgezonden over belangrijke momenten en misdaden uit de geschiedenis. Elke dag zijn op Eclips TV – dat bij zowel Telenet als Proximus in het zenderaanbod zit – films te bekijken, waaronder tal van producties van eigen bodem. En viermaal per week komt er een filmprogramma. Dagelijks is er ook een muziekspecial van 45 minuten. Vertrouwde tv-gezichten als Michel Follet, Janine Bischops en Gil Claes hebben bij Eclips TV hun plaats.

Verder programmeert de zender Braambos, met een reeks rond abdijen. Ook zijn er plannen voor twee quizprogramma’s, een programma rond stambomen, een receptenprogramma en een dagelijks “huiselijk magazine”.

Kerstballen voor De Warmste Week

Op de kerstmarkt in WZC Ter Meeren in Neerijse op zondag 3 december 2017 verkocht KVLV Korbeek-Dijle 133 gehaakte kerstballen. De opbrengst, met enkele giften inbegrepen 273 euro, werd geschonken aan De Eglantier in Leefdaal.

Week 2017-51 - Kerstmarkt

Phil Bosmans spreekt tot ons - Wat ik nog zeggen wou (2)

Waarom wilde God door mij troosten,

een weg wijzen en geborgenheid bieden? Ik bleef toch

zo dikwijls onder de maat.

Ik kreeg een litteken mee, waarin mijn grote zwakheid

en grote armoede geschreven stonden als een

blijvende herinnering aan mijn fundamentele onmacht.

Zo wist ik, dat wat ik in mijn leven ten goede deed,

God gedaan heeft, ondanks mezelf.

Ik had Montfort ontmoet en in Maria,

de Maagd der Armen, een lieve Moeder gevonden.

Ik had van pater Jan Frans, te jong van kanker gestorven,

twee dingen geleerd en onthouden: ‘Het huis, dat je op

deze wereld bouwt, is een illusie.’ En dit: ‘Alleen dingen,

waarmee je sterven kunt, hebben waarde om mee te

leven. Dat was God en de vriendschap.’

God heeft ons niet gemaakt voor de dood.

Wij zijn kinderen van het licht, kinderen van de dag.

Wij behoren niet aan nacht en duisternis, niet aan de

dood. God brengt ons allen over en door de dood heen

naar een land waar de tijd stilstaat en de liefde geen

grenzen kent. De dood kan ons niet scheiden. Alleen de

dood van de liefde breekt alle banden. Waar de liefde

sterft, worden de demonen wakker en komen mensen

in de hel, hier en nu, elke dag opnieuw, zoals we zien

om ons heen en ’s avonds op tv. Daarom moeten we

ten koste van alles verhinderen dat de liefde sterft.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

Gard Vermeulen stuurt ons zijn verhaal van uit Noord-India–deel 3

Van bruisend leven naar rustige natuur.

Drie dagen geleden ben ik de grens overgestoken van India naar Nepal, de plotse overgang van kleurig stadsleven naar een groen natuurpark, van het drukke, luidruchtige Varanasi (vroeger: Benares) naar het stille Chitwan.

Varanasi is de droom van elke gelovige Hindu, de heiligste plaats van hun godsdienst en de aardse deur naar het Nirwana, hun hemel voorbij de dood. De stad stikt in de bedevaarders, de toeristen, de kooplui, de passanten en al de lokale mensen die de eersten helpen te overleven. Met twee tot drie miljoen zijn ze en wringen ze zich allen tegelijk, samen met de heilige koeien, door de veel te nauwe straatjes en in de duizenden winkeltjes. In vergelijking is een mierennest een strak georganiseerde samenleving.

Acht van elke tien Indiërs belijden het Hindu-geloof. Zij kennen duizenden goden, waarvan drie er bovenuit torenen: Brahma, schepper van de kosmos en oppergod, Vishnoe de bewaarder en operator van de wereld, en Shiva de vernietiger ervan. Gek dat de hoofdgod nauwelijks vereerders telt! Daarnaast vereren sommigen nog andere goden. Ik noem alleen Ganesh, de god van het gelukkig toeval en de beschermer van de reizigers.

Varanasi is de stad aan Shiva toegewijd. Langs de Ganges lopen kilometerlange trappen naar rivier af. Dat zijn de Ghats. De grote paleizen of tempels of hotels of privé-huizen die er bovenuit torenen zijn eigenaars van die trappen en richten er in wat zij willen. Bij de tempels is dat een avondritueel, een mooie, kleurrijke, muzikale en geurige choreografie van priesters als dank voor de dag aan Shiva.

Overdag zitten in de omgeving saddhoe’s, mannen die zichzelf heilig verklaren. Sommigen zijn echte godzoekers, anderen zijn verklede bedelaars, verlate hippies, of vredelievende westerlingen.

‘s Morgens komen de gelovigen onderaan de trappen baden in de Ganges. Zo heiligt men zichzelf. Maar of het lichaam rein wordt van dit heilige water waarin riolen uitmonden, de lakens van hospitalen gewassen worden, de overledenen aan een besmettelijke ziekte gedumpt worden, dierenkrengen opgezwollen liggen te rotten, duizenden watervogels hun behoefte doen? Mijn wetenschappelijke geest betwijfelt dit ten sterkste, maar ik heb ook mensen van dit water zien drinken.

Twee van de tientallen ghats zijn voorbehouden voor de crematies. Als iemand overlijdt komt de familie zo haast mogelijk samen. Met de mobiele telefoon is dat meestal binnen enkele uren. Het lichaam wordt dan meteen naar de ghat gedragen en in de rivier gedompeld om gereinigd te worden, zowel lichamelijk als geestelijk. Terwijl men de administratie afhandelt, de crematie regelt, het hout koopt en stapelt, kunnen lichaam en kleren weer opdrogen. De oudste zoon ontvangt met een rietbussel het heilig vuur van Shiva uit de tempel, wandelt vijfmaal rond het lichaam en steekt dan de brandstapel aan. Drie uur later is alles verteerd en neemt de oudste zoon met een aarden kruik water uit de Ganges, giet dat over de as en breekt de kruik stuk als symbool van de breuk tussen de dode en de levende familie. Hier respecteert men het verdriet en is fotograferen verboden. De foto hierbij is van op grote afstand genomen.

image

De heilige koe is geen god, maar wel een vereerd en gerespecteerd symbool. Ze wordt erkend als de oorsprong van alle leven. Ze geeft melk en ruimt afval en vuiligheid op, maar deponeert er evenveel in de plaats. De loslopende dieren zijn een angstwekkend probleem in een drukke stad, maar niemand mag hen doden. Er is zelfs een wet in de maak die de doodstraf toebedeelt aan wie een koe (inbegrepen stier of kalf) doodt, bedoeld of per ongeluk. De bisschoppen waarschuwen dat deze wet gericht is tegen de minderheden: moslims, christenen, heidenen en nog een aantal anderen. De huidige regering is inderdaad fundamentalistisch Hindoe-gelovig. Om de grote steden een beetje meer leefbaar te maken zijn er vele koeien opgepakt en naar het platteland overgebracht. Andere runderen worden geteeld op boerderijen, geven melk, boter, kaas, yoghurt, lassi, enzovoort. Ze blijven op het erf tot ze van ouderdom dood vallen.

Naast de grote meerderheid Hindoes leven er vijftien procent moslims in dit land, Sikhs, Jaïns en twee procent christenen. Al staan individuele hindoes niet vijandig tegenover hun moslim-buren en -collega’s, er is toch stevige weerstand tegen “de moslims”, die bekeken worden als geheime steunpilaren van aartsvijand Pakistan aan de westkant en Bangladesh aan de oostkant, beiden vurige Islamstaten. Ik zei het hierboven al: minderheden worden hier stiekem gepest, vervolgd, met de dood bedreigd en uitgedreven. Ook de katholieke kerk lijdt hieronder: kerken worden geplunderd en afgebrand, aanslagen uitgevoerd op misvieringen, enzovoort.

Nu reis ik nog een weekje door Nepal. Hier biedt het leven veel minder economische kansen, en is het er van de weeromstuit veel rustiger.

Gisteren heb ik met een gids vier uur door het nationaal park gewandeld, daarna er met een jeep doorheen gereden. Een wilde olifant “Ronaldo” stak de weg over en poseerde even, moeder en kind neushoorn zochten voedsel in het struikgewas naast de weg,

image

krokodillen warmden zich op in de zon op het strand, slangenarenden keken toe, makakken speelden voor clown, enkele ijsvogels snelden voorbij, aalscholvers spreidden hun vleugels om ze te drogen. De tijger miste ik op een haartje (Een halve minuut later zag men hem wel.)

Morgen reis ik verder naar Pokhara om er de Himalaya in de omgeving van de Annapurna te bewonderen en dan nog enkele dagen naar de hoofdstad. Daar heb ik een afspraak met de familie. Weldra ben ik weer thuis.

Ondertussen wens ik je nu al een zalig Kerstfeest. Hou de nieuwjaarsdagen veilig.

woensdag 13 december 2017

Gard Vermeulen stuurt ons zijn verhaal van uit Noord-India–deel 1

India, een wereld apart

Tot het laatste ogenblik heeft de toeroperator mijn reisplannen veranderd. Een gratis verlenging met een dag vind ik een geschenk. Tot blijkt dat die dag in Pushkar zou vallen, een woestijndorp van niets dat slechts één week per jaar beroemd is, namelijk tijdens de kamelenmarkt. Dat gebeurt niet in dit seizoen en dus was die cadeaudag minder positief. Even later werden de dagen nog eens als kaarten door elkaar geschud en valt de vrije dag nu in Kathmandu, in Nepal. Fijn, dat geeft me een dag meer met de familie.

Twee vluchtveranderingen bleken echter minder interessant. Vooral de laatste eindjes. In de terugvlucht kan ik niet meer dezelfde dag thuis komen en moet ik er een nacht bijdoen op de luchthaven. Bij de heenvlucht viel het laatste stuk midden in de nacht en was heel kort, zodat ik na het avondmaal niet meer kon slapen op een veel te harde vliegtuigstoel.

Zo liep ik half slapend door de straten van Delhi, de hoofdstad van India. Vooral in de wirwar van nauwe straatjes in de oude stad is dat levensgevaarlijk. Er rijden nauwelijks fietsen of auto’s, maar des te meer motoren en tuktuks. Die laatste zijn gemotoriseerde driewielers. Theoretisch is het verkeer links en meestal gebeurt het zo. Maar de uitzonderingen maken het levensgevaarlijk. Auto’s zoeken een spleetje dat nipt groot genoeg is voor een tuktuk. Die lijken wel levende wezens: ze blazen zich op of krimpen volgens de behoeften van het moment: waar hun kop doorkan, volgt de rest. De motoren gebruiken een ruimte die bij ons nauwelijks breed genoeg is voor een fiets. Een vingerdikke spatie aan beide zijden is genoeg. Iedereen zwenkt elke richting uit zonder zichtbare signalen te geven. Getoeterd wordt er des te meer, luider, luidst, variabel, dissonant en loeiend. Daartussen laveert dan nog een koe of twee, drie, meestal onverstoord, maar soms boos en agressief. De voetganger probeert al dat gedoe enigszins te ontwijken door zich ergens in een hoekje te plaatsen en tegelijk een koeienvlaai te vermijden. Oef, ik heb het overleefd.

Enkele dagen later in Jodhpur, nam ik zo’n driewieler op weg naar het hotel. Met wat zal ik die rit vergelijken? Met een supersone stuntvlucht van een kamikazepiloot op de grond in het drukste verkeer dat ik al meegemaakt heb! Tussendoor vermeed hij amper de sloot, hotste door putten in de weg, nam hij onverwacht rechts een zijweg vol koeien om een opstopping te vermijden, zwiepte ik van links naar rechts op de achterbank. Gelukkig zat ik geklemd tussen twee medereizigers. Maar snel ging het. En het was goedkoop: 65 eurocent van elke inzittende voor een kwartier doodsangsten.

Na de hoofdstad ging de reis naar west-Rajastan. Een groot deel van deze deelstaat is woestijn en de rest is niet veel vruchtbaarder. Daarmee is het in de geschiedenis economisch wat achter gebleven en heeft meer van zijn tradities bewaard. Al loopt ook nu iedereen met een mobieltje rond. Het gebied is traditioneel overheerst door maharadja’s, die hun macht gewapenderhand en met stevige burchtwallen verdedigden. Hierbij een foto van de burcht van Jodhpur, de gouden stad.

image 

Hun financiers waren de handelaars die zich vestigden in de steden op de kruispunten van de handelswegen. Op de zijderoute, de handel in zilver, goud, opium, specerijen en al wat geld opbracht. Zij bouwden grote, luchtige, luxueuse huizen, waar de wind in speelde om enige afkoeling te brengen tijdens de hete zomermaanden. “Huis van de wind” noemden ze hun optrekjes, “haveli’ in de lokale taal. De stamvader bouwde niet alleen voor zichzelf, maar ook voor zijn zonen. De dochters immers verhuisden bij hun huwelijk naar hun man en schoonouders.

Bij mijn bezoek aan de haveli van de familie Patwa stapt een bebaarde jongeman op mij af en vraagt of hij mijn gids mag zijn. Murad is vijfentwintig jaar. Hij ziet er netjes uit en zegt dat hij student is en Engels wil bijleren. Na enig gehaspel boezemt hij mij vertrouwen in en ik aanvaard zijn diensten. 1,35 euro voor een uur. Onderweg kabbelt het gesprek plots langs vreemde wegen.

- Wil je een juweel kopen voor je vrouw, vraagt hij mij. Hij is dus ronselaar voor een juwelenzaak, denk ik.

- Neen, ik ben niet getrouwd, was nooit getrouwd.

Verbaasde ogen.

- Ben jij getrouwd, heb je kinderen.

- Ja hoor, ik heb twee kinderen.

- Op welke leeftijd trouwt iemand gewoonlijk in India?

- Ik kom uit de woestijn. Ik ben getrouwd toen ik veertien was. Dat is daar de gewoonte.

- En je vrouw?

- Dertien

- Jullie zien mekaar nog graag!? Mijn toon hapert tussen bevestiging of vraag.

Weer verbaasde ogen.

- De man ziet het gezicht van zijn vrouw voor de eerste keer de avond na het huwelijk …

- Dus liefde doet er niet toe. Jij hebt niet zelf gekozen?

- In de woestijn zijn het de ouders die …

Veelbetekenende pauze

- Hoe oud zijn je kinderen?

- Het meisje is drie jaar en de jonge negen maanden.

Mijn rekenknobbel doet zijn werk. Ze hebben er dus zeven jaar over gedaan om het eerste kind te krijgen. Toeval? Voorzichtig zijn? Beter weten? De traditionele of de moderne middelen? Ik laat de familiezaken waar ze horen en doe verwoede pogingen om een stoffenwinkel en een juwelenzaak te vermijden. Hierbij een foto van een kamer in de Patwa-haveli in Jodhpur.

image

Na enkele dagen trek ik op een dromedarisrug naar de woestijn. Denk niet aan oneindige heuvels zand. Een plukje kruiden links, een pol gras daar, enkele struiken nog verder verspreid, zand en stenen. Het dier schommelt van links naar rechts. Als men het ritme vind, is het heerlijk rijden, maar dan wordt het onderbroken telkens de weg even helt. Dan wip en schuif ik op het zadel. De nacht breng ik door op een beenhard bed in een grote luxetent. Met privé badkamer en toilet! Vier dagen later is eindelijk alle stijfheid en stramheid verdwenen.

Zo, straks reis ik verder en houd je op de hoogte.

Gard

Chiro KaDee viert Christus-Koning

Op zondag 26 november 2017, feest van Christus-Koning, hield de Chiro van Korbeek-Dijle haar jaarlijkse viering in de kerk. De chiroleden waren massaal aanwezig, en zeer gedisciplineerd, en Maria Maginelle, oud-chiroleidster, ging de viering voor in een taal die de jongeren begrijpen.

Op het einde van de viering kwamen elf jongeren naar voor in de kerk om hun engagementsverklaring als leiding voor de eerste maal af te leggen of te vernieuwen.

Week 2017-50 - 001Week 2017-50 - 002Week 2017-50 - 004

Phil Bosmans spreekt tot ons: Wat ik nog zeggen wou (1)

Lieve mensen, ik ben niet dood. Ik leef en ben nu

helemaal opgenomen in het grote licht dat God

heeft aangestoken in de nacht van de dood: ‘De

verrijzenis van Jezus.’ Dit horen we duidelijk in het

Emmaüsevangelie.

God heeft verrijzenis geschreven in geest en hart van

ieder mens, zoals Hij die geschreven heeft in elk blad

van elke boom, die in de lente juichend weer tot leven

komt. Ik ben dankbaar. God was goed voor mij.

Ik werd geroepen en wist al vlug dat niet ik gekozen

had, maar dat het Gods keuze was. God had mij

gekozen in een dwaze liefde, die ikzelf niet versta en

die ik niet verklaren kan.

Ik ontving het geloof, niet van een bisschop of theoloog,

maar van twee lieve mensen, mijn vader en moeder. God

was vanzelfsprekend, want er was zoveel liefde, zoveel

diepe genegenheid en zorg. Ik geloofde in God zoals een

blinde gelooft in de zon, niet omdat hij ze ziet, maar

omdat hij ze voelt. Ik stelde me geen vragen.

Later werd alles anders. Ik ging studeren en de

vanzelfsprekende God werd een levensgrote vraag.

Ik studeerde filosofie en theologie en ik begon de

ongelovigen te begrijpen. Ik werd bang God te verliezen.

Langs de weg van de studie kwam Hij niet dichterbij.

Hij trok zich dikwijls terug in de mist. Maar ik bleef

geloven en ik bleef zoeken.

Toen ik op zekere dag armer werd, toen ik ziek werd,

zwakker en machtelozer, toen er plots geen toekomst

meer was, werd alles eenvoudiger. Ik zette mijn hart

vol vertwijfeling wijd open en ging vuriger dan ooit

verlangen naar God.

Toen gebeurde het wonder. Alles werd me gegeven.

Niet ik kende God, maar God liet zich kennen aan mij.

Hij openbaarde zich, niet als een God om over na te

denken, om bang voor te zijn, maar als een God om lief

te hebben, om gelukkig mee te zijn.

Een fantastische God.

Ik heb in mijn leven heel wat mensen ontmoet, heel

veel ongelukkige, ontwortelde en ontspoorde mensen,

waarin God een beroep op me deed en waarvoor God

me liet priester worden. Ik heb God gezien in het

gelaat van mensen. Ik moest voor hen Gods liefde

voelbaar maken. Om dat vol te houden maakte God

ook zijn liefde voor mij voelbaar en tastbaar in zovele

lieve, bijzonder fijne en fantastische mensen, die alles

voor me deden en zorg voor me droegen. Het waren

mensen als engelen. Engelen zijn mensen, die van

Godswege in je leven komen, zomaar, onverwacht

en onverdiend, om je zijn vriendschap, zijn tederheid

voelbaar te maken. Mensen zijn engelen, als ze je door

alles heen in Gods liefde willen bewaren. Velen zijn me

voorgegaan. Anderen leven nog en zijn misschien hier.

Ik dank hen, meer dan ik zeggen kan. Dank voor alles,

waar ik geen woorden voor vind.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

woensdag 6 december 2017

Gelezen In Tertio Van 22 November 2017

Uit een artikel van Geert De Cubber

Paus naar Myanmar en Bangladesh

Paus Franciscus reist naar Azië. Tussen 27 en 30 november brengt hij een bezoek aan Myanmar. Daarna is hij tot 2 december in buurland Bangladesh. De algemene toestand in beide landen is gespannen, zeker na de onlusten in het grensgebied. Bovendien behoren ze tot de allerarmste landen ter wereld.

“De stem van de meest verdrukten”

“Het groeiende fundamentalisme wordt steeds meer zichtbaar in Bangladesh”, stelt Jef Van Hecken, die voor Wereldsolidariteit in het Aziatische land woonde. De zwakke overheid kan het geweld niet indammen. Toch ziet Van Hecken het nakende pausbezoek als een hoopvol signaal.

“Ook moslims positief gestemd over pausbezoek”

“Gewoonlijk wonen in Bangladesh mensen met dezelfde religieuze achtergrond samen in hetzelfde dorp. Zo heb je dorpen waar de grote meerderheid van mensen christen zijn. Het is belangrijk dar ze zich kunnen blijven ontwikkelen met hun eigen – zij het kleine – organisaties.”

Hoopvol

Het pausbezoek kan die minderheid een boost geven. “Aan de reacties hoor ik dat mensen hoopvol uitkijken naar de komst van Franciscus”, vertelt Van Hecken. “Mensen zien de paus als iemand met het hart op de juiste plaats. Niet allen katholieken, maar ook moslims zijn positief gestemd. Zij horen hem elders bemoedigende woorden spreken en hopen dat hij ook in Bangladesh de stem van de meest verdrukten wordt. In elk geval nemen ze Franciscus’ woorden op als steun aan hen. Vooral voor twee groepen hoopt men dat het een verschil kan maken: voor de Rohinghya en voor de kledingarbeidsters. Op 24 november is het precies vijf jaar geleden dat de fabriek van Tasreen Fashion in Dhaka uitbrandde.” Bij die brand kwamen minstens 117 mensen om het leven en waren er meer dan 200 gewonden.

Tot zover Geert De Cubber en Jef Van Hecken.

Phil Bosmans spreekt tot ons: Mijn universiteit

Ik ben geen geleerde, niet buitengewoon verstandig. Ik

ben wie ik ben en probeer tevreden te zijn. Toen men

mij vroeg aan welke universiteit ik gestudeerd had,

antwoordde ik: mijn universiteit is de levende mens.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

woensdag 29 november 2017

Phil Bosmans spreekt tot ons: Geestelijke eenheid

Ik heb het er moeilijk mee dat mensen zich

vasthechten aan materie. Met een ijskast kan je geen

liefde uitwisselen. Je kan in de mooiste villa wonen,

maar toch diep ongelukkig zijn. Het geluk ligt elders.

Dat noem ik ook geestelijk. De liefde tot mensen

moet ook geestelijk zijn. Waarom gaan er nu zoveel

huwelijken kapot? Velen geloven alleen maar in een

lichamelijke eenheid. Maar dat houdt geen stand als er

geen geestelijke eenheid groeit. Ik daag iedereen uit

het tegenovergestelde te bewijzen.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

woensdag 22 november 2017

Gelezen In Tertio Van 8 November 2017

1 . Leven(szin) wekken

Uit een lezersbrief van Ilse Geerinck

Mark Van de Voorde bepleit in Tertio nr.921 van 4/10 “een denkende kerk in een verdwaasde wereld”. Voor mij maakt nadenken over de zin van ons bestaan zowel het wezen van religie als van het christelijke geloof uit, en het is tevens de finaliteit van het godsdienstonderwijs.

Hoe vult de mens zijn leven en tijd op aarde zinvol in? Het christelijke verhaal roept de mens niet op zin te vinden door zich te onderwerpen of gehoor te geven aan normen en waarden, ook niet in enge zin door het volgen van Gods wil. God wil niets, en als Hij iets wil, dan hebben mensen dat in zijn mond gelegd. De ultieme beleving van het christelijke geloof is vorm te geven aan vrijheid. De auteur van het scheppingsepos breekt met de mythische verhalen waarin de heerschappij van de goden centraal staat en de mens onderdrukt wordt door hun wil. In de Bijbel neemt de mens zelf zijn leven in handen. In zes dagen schept de auteur een decor, een ruimte om te bewegen, een tijd en ritme om te leven, een levenspad om (op) te gaan. En dan verschijnt de mens met zijn scheppende vermogen. Hij ervaart elke dag opnieuw het leven als iets dat hij verschuldigd is – hij heeft het leven zelf niet gemaakt noch gewild – en precies daarin de oproep vindt iets met dat leven te doen. “De mens als beeld van God en op hem gelijkend” geeft richting aan die vrijheidsidee. De God van de christenen laat zich niet duiden in termen van “bestaan”, maar laat zich op het spoor komen in een wereld waar mensen elkaar levensruimte en –licht gunnen en een levensweg voor elkaar zijn. Een God die “tastbaar wordt”, waar mensen beeld geven aan liefde, menselijkheid, genegenheid, schoonheid, geborgenheid, hoop en troost als diepmenselijke ervaringen.

Wanneer we de oorspronkelijke (zin-)vragen weer op tafel mogen leggen, kan er terug gedacht worden. En ja, denken is moeilijk, complex en confronterend. Het breekt heilige huisjes af, bevraagt “geloofsaannames”, zuivert uit en creëert bovenal een gemeenschap van zoekende, tastende en kwetsbare jonge mensen die het leven willen delen.

2 . Gehuwd priesterschap op agenda synode?

In een interview met de Italiaanse krant Il Messagero op 2 november pleit Giacomo Canobbio ervoor ernstig na te denken over de toelating van getrouwde mannen tot het priesterambt. De 72-jarige dogmaticus en voormalig voorzitter van de Italiaanse vereniging van theologen herinnert eraan dat die kwestie al tijdens Vaticanum II (1962-1965) een thema was. “De tijd is meer dan rijp”, meent hij. De paus kan die voorwaarde veranderen, want “het celibaat is geen dogma waar men geen afstand van kan doen”.

Amazonegebied

Canobbio sprak met het oog op de regionale bisschoppensynode voor het Amazonegebied die paus Franciscus in oktober 2019 wil bijeenroepen, zoals vorige maand werd bekendgemaakt. Daags na die aankondiging liet ook bisschop Erwin Kräutler in een interview met de Oostenrijkse KathPress zijn hoop klinken dat die synode zou leiden tot de priesterwijding van gehuwde mannen en de toelating van vrouwen tot het permanent diaconaat. (Frederique Vanneuville)

Phil Bosmans spreekt tot ons: Menslief, ik hou van je!

In februari 1958 werd mijn eerste maandelijkse

radiotoespraak uitgezonden. Toen ben ik ook

gestart met de verspreiding van de maandelijkse

hefboomspreuken. ‘Zeg eens iets goeds van mij voor

ik dood ben’ en ‘Ga op tijd slapen, morgen moet je

vriendelijk zijn’ grepen jong en oud meteen aan.

Op 21 maart 1961 begon ik met ‘Vitaminen voor het

hart’. Op elk moment van de dag of de nacht kon

iedereen via de telefoon contact opnemen met de

Bond zonder Naam. Wie telefoneerde, kreeg een bandje

te horen waarop ik sprak over de zonnige kanten van

het leven. Het initiatief sloeg aan. Het telefoonnummer

van ‘Vitaminen voor het hart’ behoorde tot de meest

gedraaide nummers.

Steeds meer mensen vroegen of ze de teksten

van die vitamientjes konden krijgen. Ik heb die dan

gepubliceerd in twee gestencilde brochures. Uitgeverij

Lannoo stelde voor die tekstjes in een boek te gieten.

Ik wou dat ook wel, maar alleen op voorwaarde dat het

boek een speciaal formaat had. Dat zag de uitgever

aanvankelijk niet zo goed zitten. Zo’n niet-alledaags

formaat paste immers niet in een boekenrek. ‘Precies

daarom’, zei ik, ‘in boekenrekken staan al genoeg

boeken te sterven.’

Lannoo ging op prospectie. Slechts twee boeken-

winkels bleken in mijn boeken geïnteresseerd. Toen

heb ik gezegd: ‘Druk maar. Op mijn kosten.’ Via de

Bond zonder Naam werden de eerste drieduizend

exemplaren van ‘Menslief, ik hou van je’ in een mum

van tijd verkocht. Sindsdien is de verkoop nooit

gestopt. Die zestig drukken zijn nu goed voor 850.000

exemplaren in ons land en Nederland en voor

2,5 miljoen exemplaren in de rest van de wereld.

‘Menslief’ is inmiddels vertaald in zowat veertig talen.

Sommigen beschouwen me als een naïeve dromer.

Dat weet ik. Maar wat doet het er eigenlijk toe?

Duizenden hebben iets aan mijn boeken en spreuken.

Dat is toch wat telt. De rest is dan onbelangrijk. Waar

het op aankomt, is dat mensen zich in deze ruwe tijd

tegenover elkaar wat milder en zachter gedragen.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

woensdag 15 november 2017

Gelezen In Tertio Van 2 November 2017

“We willen ten einde toe gezien en gehoord worden”

Uit een vraaggesprek van Frederique Vanneuville met hoogleraar medische ethiek Chris Gastmans (KU Leuven) over vijftien jaar euthanasiewet.

Euthanasiecijfers

“De cijfers tonen een gestage toename van het aantal euthanasiegevallen – bijna een vertienvoudiging in de jongste tien jaar – en die blijken nog niet te stagneren. De wet werd vijftien jaar geleden gelegitimeerd vanuit uitzonderingssituaties – zogenoemde hard cases. Zijn die nu feitelijk toegenomen tot zo’n 4.000 gevallen per jaar? Dat komt neer op 4,6 procent van alle overlijdens.”

Hoe duidt u die trend?

“Als euthanasie die uitsluitend bedoeld was voor hard cases geïntegreerd geraakt in levenseindezorg, wordt dat steeds meer een ‘normale’ praktijk. De volgende stap is dan dat die praktijk routine wordt. Ik ben niet juist geplaatst om te zeggen of we daar al zijn, maar die evolutie moet nauwkeurig in de gaten worden gehouden. Artsen voelen in de praktijk bijvoorbeeld al dat ze het niet verlenen van euthanasie sterker moeten legitimeren dan het uitvoeren ervan.

“Veel heeft ermee te maken dat euthanasie tegemoet komt aan het beeld van ‘het nieuwe sterven’: van korte duur, gestuurd door autonomie en zonder lijden. Dat beeld wordt een sociale constructie, een maatschappelijk denkbeeld dat neersijpelt in de hoofden van de mensen die ervan overtuigd geraken dat het de enig goede manier is om over het levenseinde te denken. De volgende stap is dan dat euthanasie die dit ‘nieuwe sterven’ mogelijk maakt, als een recht wordt gezien, al is dat wettelijk helemaal niet het geval.”

Is het niet begrijpelijk dat het ‘nieuwe sterven’ positief geduid wordt?

“Het probleem is dat het iets misleidends heeft en extra lijden kan teweegbrengen. Want elke rimpeling, elke ambiguïteit die inherent is aan het stervensproces, wordt daardoor gepercipieerd als lijden waarvoor euthanasie de oplossing is. Zo krijg je almaar grotere vraag naar euthanasie want elke oneffenheid wordt gezien als onaanvaardbaar en absoluut te vermijden. Een negatief neveneffect daarvan: indien een arts in zo’n geval niet op de euthanasievraag ingaat, verdwijnt de patiënt soms van de zorgradar en gaat hij elders te rade, soms met nare gevolgen voor de patiënt als euthanasie dan - zoals soms gebeurt – incompetent wordt uitgevoerd.”

“Kijk, het is alvast een van de ‘lessen uit België’ dat er een dynamiek is die we na vijftien jaar niet kunnen ontkennen: als je euthanasie wettelijk mogelijk maakt voor de hard cases – waarmee het debat in alle landen begint -, zullen de criteria van ondraaglijk en medisch uitzichtloos lijden almaar breder worden geïnterpreteerd. Dat brengt vroeg of laat sowieso een uitbreiding naar minder uitzonderlijke gevallen en andere patiëntengroepen teweeg – wilsonbekwamen, psychisch lijden, dementie en zelfs levensmoeheid. Mijn boek kan ertoe bijdragen dat andere landen daar niet naïef in zijn. Normalisatie is een onvermijdelijk proces, hoezeer men ook benadrukt dat de wet alleen voor uitzonderlijke gevallen is bedoeld.”

Levensmoeheid, hoe gaan we daarmee om?

“In ieder geval niet met een zorgtechnische oplossing. Bijvoorbeeld in een rusthuis meer in animatie voorzien zodat mensen zich minder eenzaam zouden voelen, werkt niet. Woonzorgcentra focussen sterk op meetbare kwaliteit van zorg en dat is op zich goed. Ouderen zijn evenwel geen behoefte-wezens, maar zin-wezens. Mensen willen ten einde toe echt gezien en gehoord worden. Als die ervaring er niet is, mogen we zoveel behoeften bevredigen als we willen, maar gelukkig worden we er niet van. Dat geldt voor elke levensfase en is een essentieel element in levensmoeheid. Zorgverleners moeten ervan overtuigd zijn dat het aangaan van een authentieke zorgrelatie cruciaal is voor het geluk en de levenskwaliteit van ouderen.”

Tor zover Frederique Vanneuville en Chris Gastmans.

Phil Bosmans spreekt tot ons: Geld

Je moet je eigen leven omarmen. Pas als je dat

aanvaardt, kan je verder gaan. Dit zeg ik omwille van

mijn handicap.

Met geld kan ik niets doen. Ik moet dat zien weg te

krijgen. De royalties van mijn boeken geef ik weg aan

mensen die het nodig hebben. Ik ben tevreden met wat

ik heb.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

woensdag 8 november 2017

Gelezen In Tertio Van 25 Oktober 2017

1 . Quote

“Vanuit humanitair opzicht is dit complete waanzin.”

Vice-premier Alexander De Croo (Open VLD) is teleurgesteld over de goedkeuring van 25 exportvergunningen voor Saudi-Arabië. Hij stelt dat wij miljoenen investeren om oorlogsslachtoffers in Jemen te helpen en tegelijk wapens leveren aan wie hen aan flarden schiet (De Sandaard, 18/10).

2 . Oostenrijks theoloog Paul Zulehner en zijn Tsjechische vakgenoot Tomas Halik schrijven een open brief waarin zij hun steun betuigen aan paus Franciscus. “Ondanks felle kritiek in sommige milieus vinden we zijn leiderschap zowel moedig als theologisch gefundeerd”, stelt het duo. “Mededogen krijgt tijdens dit pontificaat het laatste woord, niet de wet.” (Joris Delporte)

3 . “Als de mens inherent slecht is, kan hij verbeteren”

Uit een artikel van Katrien Verreyken

Reginald Moreels, voormalig minister van Ontwikkelingssamenwerking en – nog steeds – oorlogschirurg, schreef het boek Is de mens slecht?. De vraag of de mens slecht is, vormt het uitgangspunt. Voor hem is het antwoord “ja”, maar die “ja” heeft niet het laatste woord.

“De mens is ontologisch slecht en de grote existentiële uitdaging waarvoor hij staat, is de betrachting het goede te doen, tegen zijn natuur in”, vat Reginald Moreels zijn visie samen. Hij haalt hiervoor argumenten aan. “Het onrecht en de ondraaglijke kloof tussen arm en rijk die alsmaar toenemen, zijn mijn hoofdargumenten om te beweren dat onze slechte natuur ons aardse leven blijft domineren. Geweld is eigen aan elk levend wezen, maar intentioneel geweld is alleen eigen aan de mens. Wij zijn de enige levende soort die zoveel soortgenoten heeft doen afzien, zonder goede intenties. Bovendien staan alle Bijbelse teksten en alle humanistische manifesten bol van methoden om beter te worden. Als we zo goed waren, waarom zijn al die geboden, verboden en regels dan nodig?” En hij voegt eraan toe: “Ik vraag me ook af waarom het Onzevader afsluit met ‘Heer, verlos ons van het kwade’, en niet met ‘Heer, versterk ons in het goede’. De kruisdood van Jezus, een geweldloze profeet, is in mijn ogen het grootste bewijs dat de mens slecht is”.

Zeldzaam altruïsme

Als oorlogs- en traumachirurg twijfelt Moreels bovendien of er wel een kracht bestaat die de menselijke wreedheid kan overwinnen. “Ik zie in mijn job uiteraard ook eilandjes van solidariteit. Overal waar kwaad domineert, is het goede gelukkig ook aanwezig. Ik denk dat de zin van ons leven erin bestaat beter te worden. Was de mens goed, dan had het leven misschien weinig zin. Misschien heeft God ons slecht geschapen om te zien welke veerkracht we hebben om het kwaad te overwinnen?” Ook over het altruïsme dat hij rond zich ziet, is Moreels sceptisch: “Ik geloof niet dat een ander mens helpen ooit helemaal onvoorwaardelijk is. We helpen de andere meestal toch om iets terug te krijgen, al was het maar dankbaarheid. Het zuivere altruïsme zonder gedachte aan wederkerigheid is zo zeldzaam dat het voor mij in de buurt komt van heiligheid”.

Tot zover Reginald Moreels en Katrien Verreyken.

Phil Bosmans spreekt tot ons: Het ‘werkhuis’

Ik herinner me een man die levenslang had gekregen,

maar vervroegd was vrijgekomen. De enige bij wie hij

terecht kon was zijn bejaarde moeder; de rest van de

familie had hem in de steek gelaten. Hij had op 126

plaatsen gesolliciteerd, tevergeefs. Niemand wou hem.

Veel mensen waren in zijn geval. Daarom begonnen we

zelf met een werkplaats. De eerste jaren waren heel

moeilijk, zonder subsidies. En met veel vooroordelen. De

geburen dachten dat het allemaal geboren dieven waren…

Dankzij de inzet van vele vrijwilligers en van de eerste

directeur, broeder Jaak Winten, heeft het werkhuis

M.I.N. vorm gekregen. Duizenden ex-gedetineerden en

mensen die nergens anders werk konden vinden, zijn er

ondertussen gepasseerd. Ik krijg soms nog gasten op

bezoek die me komen bedanken, omdat zij dank zij het

werkhuis hun draai in het leven hebben gevonden.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

woensdag 1 november 2017

Gelezen In Tertio Van 18 Oktober 2017

Gelezen In Tertio Van 18 Oktober 2017

Jeugdbewegingen groeien resoluut

Uit een artikel van Benoit Lannoo

Hoewel je in tijden van individualisering en overaanbod aan virtuele prikkels via sociale media misschien het tegendeel verwacht, zit de jeugdbeweging duidelijk in de lift. De twee grootste organisaties – Chirojeugd Vlaanderen en Scouts & Gidsen Vlaanderen – groeiden de voorbije vijf jaar allebei met telkens bijna vijftienhonderd leden. “Op basis van de groei bij de jongste en het ledenbehoud bij de oudere scouts, durf ik te beweren dat de jeugdbeweging opnieuw hip is,” zegt communicatieverantwoordelijke Jan Van Reusel van Scouts en Gidsen Vlaanderen. “Een waardegedreven project dat inzet op duurzame contacten wordt duidelijk weer als zinvol ervaren.”

In stad en op platteland

Ook de kleinere organisaties gaan erop vooruit. Zo groeiden KLJ en KSA de voorbije vijf jaar gemiddeld met respectievelijk 60 en 500 leden per jaar. “Dat stijgende ledenaantal is niet gebonden aan bepaalde regio’s”, stelt nationaal KSA-coördinator Brecht Goerlandt vast. “We groeien zowel in de stad als op het platteland.” Toch maken KSA, Chirojeugd Vlaanderen en Scouts en Gidsen Vlaanderen specifiek werk van “stadsgroepenondersteuning”: gezien de werking in de grootsteden wordt geconfronteerd met grotere diversiteit, hogere armoedecijfers en minder speelruimte, zetten ze extra beroepskrachten in om de jeugdgroepen aldaar bij te staan.

Leden plus leiding

Aantal leden

Leiders en leidsters

Chirojeugd Vlaanderen

107.083

90.707

16.376

Scouts en Gidsen Vlaanderen

81.629

70.629

11.000

Katholieke Studentenactie (KSA)

35.669

29.982

5.687

Katholieke Landelijke Jeugd (KLJ)

20.540

18.892

1.648

FOS Open Scouting

9.326

8.070

1.256

IJD*-Jongerenpastoraal Vlaanderen(schatting)

10.000

8.500

1.500

Jeugdbond voor Natuur en Milieu (JNM)

3.101

2.678

423

Jeugd Rode Kruis

1.737

1.000

737

Totaal (cijfers op 31 augustus 2017)

269.085

230.458

38.627

*IJD = Interdiocesane Jeugddienst

Kerstallen voor de warmste week

image

De Passie

Week 2017-44 - Passie Lier0001

Naamopgave Vormelingen

Week 2017-44 - 001Week 2017-44 - 004Week 2017-44 - 005

Op zondag 15 oktober 2017 was er in Korbeek-Dijle een eucharistieviering voorgegaan door deken Dirk De Gendt waarin 45 jongeren van Bertem, Leefdaal en Korbeek-Dijle kozen om op vormseltocht te gaan en hiervoor hun naam opgaven.

WOS diner 2017

Werkgroep

Ontwikkelings

Samenwerking

Korbeek-Dijle

Dank U

Op zondag 24 september richtte de WOS het jaarlijkse diner in ten voordele van ontwikkelings­werkers en missionarissen in de derde wereld.

Deze actie bracht de geweldige som op van 5467 €!

Deze som wordt verdeeld over zeven projecten in Congo, Rwanda, Guatemala en Nicaragua.

De dank van de WOS-medewerkers en van de mensen in de derde wereld gaat dan ook uit

- naar u allen die mee kwamen genieten van de heerlijke maaltijd.

- naar u allen die financieel gesteund hebben door een storting.

- Naar u allen die een of meer tombola loten kochten.

- naar onze gastheren van Don Bosco Oud-Heverlee.

- naar de parochie van Korbeek-Dijle die materiaal uitleende.

- naar allen die hard mee gewerkt hebben.

- naar alle andere steunverleners.

En graag … tot volgend jaar op 30 september 2018

Phil Bosmans spreekt tot ons: Gebed

Lieve God,

ik wil en kan alleen maar dankbaar zijn,

omdat Je nooit moe geworden bent

mij door alles heen te steunen

en te helpen in de taken,

die Jij me gegeven had.

Ik was zwak en onmachtig.

Vergeef me alles,

ook mijn verborgen fouten,

en neem me tenslotte in je armen,

dicht aan je hart.

Ik voelde me door Jou diep bemind

in alles wat me zomaar gegeven werd,

vooral in de vriendschap van zovele mensen

en in de paradijselijke wonderen van de natuur.

Alles was gave, pure gave,

en in elke gave voelde ik

je grote liefde voor mij!

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

woensdag 25 oktober 2017

Gelezen in Tertio van 11 oktober 2017

“Vaticaan doorzag Duitse propaganda”

Uit een artikel van Emmanuel Van Lierde

Het Duitse leger legde in 1914 Leuven zo goed als plat. Ook de universiteitsbibliotheek ging in vlammen op. Kerkhistoricus Johan Ickx delft nu voor het eerst het geheime rapport op dat rector Paulin Ladeuze daarna aan de Heilige Stoel bezorgde. Zijn onderzoek in de archieven van het Staatssecretariaat leidde tot “een origineel verhaal met non-conformistische besluiten”, stelt kardinaal Pietro Parolin in het voorwoord van De oorlog en het Vaticaan.

Parallel met de Groote Oorlog woedde vanaf eind 1914 tot de helft van 1915 “een andere stille maar niet minder beslissende oorlog in de paleizen en salons van Rome en het Vaticaan”, schrijft staatssecretaris Pietro Parolin in zijn aanprijzing van het jongste boek van Johan Ickx, verantwoordelijke voor het historische archief van de sectie voor buitenlandse betrekkingen van de Heilige Stoel. Wat was er loos in de interne keuken van de Vaticaanse diplomatie na de brand van Leuven eind augustus 1914?

Fabel staaft actie

“Twee documenten die ik vond in de archieven van het Staatssecretariaat, tonen aan dat er meer intriges gaande waren dan tot nu tot nu toe gedacht”, zegt de auteur van De oorlog en het Vaticaan. Geheim verzet na de brand van Leuven in 1914. “Eerder was er al op gewezen dat de Duitsers een fabel verspreidden om hun actie te legitimeren, namelijk dat ze Leuven platbrandden als reactie op burger-sluipschutters – franc-titeurs – die hen aanvielen. Dat een scherpe veroordeling van de verwoesting van Leuven door de toenmalige paus, Benedictus XV, uitbleef, kon erop wijzen dat de Heilige Stoel geloofde in de Duitse propaganda. Net zoals Pius XII het stempel kreeg Hitler’s Pope te zijn, zo werd van Benedictus XV een ‘vriend van de Duitsers’ gemaakt. In beide gevallen doet dat geen recht aan de waarheid. Beide pausen streefden onpartijdigheid en vrede na. Zodra het Vaticaan meer inzicht had in de zaak, deed de paus wat hij kon om zo snel mogelijk de glorie van Leuven en haar bibliotheek te herstellen, onder meer door boeken naar de universiteit te laten sturen.”

Eugenio Pacelli

“Helaas duurde het een jaar alvorens de Heilige Stoel over de nodige documenten beschikte die aantoonden dat die franc-tireurs een fabel waren”, vervolgt Ickx. “Tot dan werd het Vaticaan inderdaad op een dwaalspoor gezet, onder meer vanuit de nuntiatuur in België die wel partij koos voor de Duitsers. Maar zodra het geheime rapport van rector Paulin Ladeuze met getuigenissen die wezen, op de Duitse leugens, op het bureau van Eugenio Pacelli – de latere paus Pius XII was tijdens de Eerste Wereldoorlog de ‘buitenlandminister’ van het Vaticaan – belandde, geloofde Rome in de versie van die feiten en besefte de Heilige Stoel dat Leuven op basis van willekeur onterecht vernietigd was. Toch kwam er geen publieke veroordeling omdat sommigen vonden dat het niet hard te maken was wie nu gelijk had.”

De kerkhistoricus beklemtoont dat het publieke zwijgen niet betekent dat er niets gebeurde. “Het diplomatieke corps werd gezuiverd: wie Duitse luizen had, werd weggestuurd. De buitenwereld had evenwel niet door dat dat kwam door de zaak Leuven. Dat Pacelli in 1917 nuntius in Duitsland werd, wees er volgens sommigen op dat hij niet bekwaam was een orgaan van de Romeinse Curie te leiden. Het was veeleer zo dat hij als een van de weinigen de onpartijdige koers kon verzekeren. Al te makkelijk heulden sommigen mee met de Duitsers. In 1930 werd Pacelli staatssecretaris, in 1939 paus. Van in het begin had hij ingezien dat de Duitse propaganda leugen en bedrog was. Volgens mij is hij daarover nooit meer van gedacht veranderd. Mijn boek stelt het gangbare beeld over hem bij.”

Tot zover Emmanuel Van Lierde en Johan Ickx.

Phil Bosmans spreekt tot ons: Voor alles dankbaar

God is goed voor mij.

Hij was soms voelbaar aanwezig.

Hij leerde me hoe ik me geven moest.

Ik zou leven voor anderen.

Ik mocht me niet afvragen

of het iets zou uithalen.

Ik moest volhouden

ook al zou nooit iemand

dank komen zeggen.

Hij toonde me

hoe Hij de zon liet schijnen,

ook als de mensen in de schaduw kropen.

Hij liet me de bomen zien,

die zomaar hun vruchten gaven,

zonder te vragen wie ze zou opeten.

Hij wees me naar de graankorrel

in moeder aarde, die sterven moest

zonder ooit de aar te zien.

Ik voel, dat God van me houdt

vandaag en alle dagen van mijn leven.

Hij houdt van me als ik leef.

Hij houdt van me als ik sterf,

omdat Hij me dan voorgoed

in Zijn armen neemt.

Dat is mijn troost en mijn zekerheid.

Er kan mij niets gebeuren.

Voor alles dankbaar.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

woensdag 18 oktober 2017

KVLV Handverzorging

Beste KVLV-leden,

Op maandag 13 november 2017 komen we om 19.30u samen in de parochiale gebouwen voor een

workshop handverzorgingsproducten maken

Myriam Maginelle leert ons ook deze keer twee huidvriendelijke producten maken op natuurlijke basis. We krijgen heel wat info over de gebruikte stoffen en daarna gaan we in groepjes van drie personen zelf aan de slag. We maken een

handcreme van 5Og (€6) en een klovenbalsem van 30g (€4)

De klovenbalsem kan niet alleen gebruikt worden voor vingerkloofjes, maar is ook heel goed voor kloven aan de hielen.

Voor de prijs van €10 kan u de komende winter uw handen en voeten eens flink verwennen. Niet-leden zijn ook welkom, maar betalen 5 euro extra voor de les. Betaling gebeurt de dag zelf, tijdens de les.

Inschrijven voor deze workshop is noodzakelijk en kan tot 3 november bij Inge tel.016/202017 of ingeletellier@hotmail.com

Deze DIY-lessen zijn altijd een groot succes, aarzel dus niet te lang om je in te schrijven want het aantal deelnemers is beperkt tot 20. Tot dan !

Veel zachte groeten van het Korbeekse

‘Vrouwen met vaart’ bestuursteam

De fietsclub van OKRA Korbeek-Dijle op bedevaart in Scherpenheuvel

Gelezen In Tertio Van 4 Oktober 2017

Vaticaan nodigt Broeders van Liefde uit

Generaal-overste van de Broeders van Liefde, René Stockman, bracht vrijdag bij de bevoegde Vaticaanse instanties verslag uit over de ontwikkelingen binnen de Belgische organisatie Broeders van Liefde. Die liet vorige maand weten dat ze vasthoudt aan haar visietekst over euthanasie bij psychisch lijden in een niet-terminale situatie. Het Vaticaan nodigt de Belgische tak nu uit zijn visie te komen toelichten. De uitnodiging komt tegemoet aan de vraag die de organisatie zelf stelde, ook tijdens en na de persconferentie van 12 september.

Ultieme kans

De Vaticaanse instanties willen de Broeders van Liefde horen voordat ze tot een definitief besluit komen. Maar de marge is zeer klein: Rome ziet de uitnodiging tot toelichting als “ultieme kans” voor de Belgische organisatie om zich met de leer van de kerk te verzoenen, namelijk dat de beschermwaardigheid van het leven absoluut is. Van de broeders die deel uitmaken van de raad van bestuur werd verwacht dat zij in een schriftelijke verklaring bevestigden achter de leer van de kerk te staan. Twee van de drie hebben dat intussen gedaan. De derde broeder vroeg en kreeg uitstel van het generaal bestuur. (Geert De Cubber)

Phil Bosmans spreekt tot ons: Zegen

Komt, lieve mensen,

God roept ons op om zijn liefde

voor de mensen van deze tijd

zichtbaar, tastbaar en voelbaar te maken.

‘Ik heb u nodig’, zegt God.

‘Ik heb ieder hart nodig, dat nog beminnen kan.

Velen zijn onderweg verdwaald in de woestijn.

Gij moet hun oase zijn.

Velen zitten in verwarring en duisternis.

Gij moet een licht zijn, dat hen voorlicht.

Gij moet hun gids zijn,

die hen door de nacht begeleidt.’

Komt, lieve mensen.

God zal u zegenen

en gij zult voor anderen een zegen zijn.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

woensdag 11 oktober 2017

Phil Bosmans spreekt tot ons: Geloofsbelijdenis

Ik geloof in God,

Schepper van hemel en aarde

en Vader van alle mensen.

Ik geloof in Jezus,

de mensgeworden liefde van God,

geboren in een stal,

mensen genezend

en over alle wegen heil brengend,

om tenslotte aan een kruis te sterven.

Ik geloof in Jezus, de Verrezene,

die ons zijn Geest zendt

om het aanschijn der aarde te vernieuwen.

Ik geloof in het mystieke lichaam,

waarin alle gelovigen één zijn met Jezus.

Ik geloof in het eeuwig leven,

waar we, geborgen in Gods liefde,

voor altijd gelukkig zullen zijn.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

woensdag 4 oktober 2017

Gelezen In Tertio Van 20 September 2017

1 . “Angela Merkel vaart consequente koers”

Uit een artikel van Geert De Cubber

“De koningin van Europa”, noemt journaliste Michèle de Waard haar in Angela Merkel. Een politieke biografie. “De christelijke normen en waarden zijn een kompas voor haar.” Tertio zocht de auteur in Den Haag op.

Michèle de Waard was correspondent in Duitsland toen dat land pas herenigd was. Ze maakte dan ook de politieke opmars van toenmalig bondskanselier Helmut Kohls Mädchen van dichtbij mee. Intussen staat Angela Merkel al twaalf jaar aan het hoofd van Duitsland en ziet het er naar uit dat ze er na zondag nog vier jaar bij mag doen.

Na de val van de Berlijnse Muur op 9 november 1989 wilde ze absoluut de Bondsdag in, een snelle Duitse hereniging en een sociale markteconomie. Dat laatste is voor haar belangrijk: ze wil de markteconomie sociaal gestalten, zoals dat in het Duits heet. Als voorstander van de globalisering wil ze een markteconomie met een sociaal gezicht. Dat is ook de kern van de economische hervormingsprogramma’s in de Europese Unie. Maar daar is Zuid-Europa nog ver van verwijderd.

Onder meer onder druk van Duitsland werden hun zware besparingen opgelegd. Waar is daar het sociale gezicht?

“Wie de cijfers bekijkt, beseft dat 40 tot 50 procent jeugdwerkloosheid een samenleving ontwricht. Als je de diepte ingaat, merk je dat Merkel in een vroeg stadium in Griekenland, Spanje en Italië ervoor gepleit heeft dat werklozen in Duitsland een opleidingsprogramma konden komen volgen.”

Noemt u haar daarom “koningin van Europa” in uw boek? Omdat ze de Europese problemen probeert aan te pakken?

“Time Magazine verkoos haar in 2015 tot Person of the Year op basis van haar vluchtelingenbeleid. Het weekblad noemde haar Chancellor of the Free World. Ze is pragmatisch, maar ook principieel. En die combinatie heeft gewerkt om de EU in het algemeen en de Eurogroep in het bijzonder bij elkaar te houden. Duitsland is het grootste en sterkste land in Europa. Al acht jaar op rij presteert de economie goed. Nochtans heeft het land enorm afgezien na de hereniging. De verborgen werkloosheid liep in sommige delen in het oosten van Duitsland op tot 40 procent. Een deel van die werklozen werd omgeschoold, maar een deel kwam niet aan de bak en moest van een uitkering leven. Dat heeft Duitsland naar schatting 2.000 miljard euro gekost. Dat verhaal van bloed, zweet en tranen heeft Merkel ook in Griekenland, Spanje en Italië verteld. Uiteindelijk is het een kwestie van volharden. Met die boodschap trok ze – omringd door vijandigheid – naar Athene om de Grieken tijdens het dieptepunt van de crisis een hart onder de riem te steken.”

Merkel gaat geregeld tegen de stroom in. Typeert haar dat?

“Ja! Toen ze dat onderhoud met Griekenland had, dacht minister van Financiën Schäuble dat de Grexit ophanden was. Maar Merkel heeft er alles aan gedaan om de Grieken niet te laten vertrekken. Ik heb ook nauwgezet gevolgd wat ze met het Verenigd Koninkrijk deed. Merkel heeft grote inspanningen gedaan om de Britten in de EU te houden. Zo heeft ze ooit toenmalig Brits premier David Cameron met vrouw en kinderen uitgenodigd op Schloss Meseberg, het kasteel van de kanselier in de buurt van Berlijn. Dat is niet zo normaal voor haar. Maar zodra iets haar veel waard is, investeert ze in politieke vriendschappen. Met Europese maatregelen rond een scherper migratiebeleid en beperking in de bijstand wilde ze de Britten in de EU houden, tevergeefs. Als ze principieel iets wil, dan doet ze het ook. Onmiddellijk na de kernramp in het Japanse Fukushima (in 2011, nvdr) besliste ze in een soort Nacht-und-Nebel-Aktion tot uitstap uit de kernenergie. Daarvan zei ze laatst nog in een interview aan een vrouwenblad dat dat het politiek moeilijkste en moedigste besluit is dat ze ooit nam.

Zelf zegt ze dat ze gedreven wordt door christelijke normen en waarden. Dat is haar kompas en daar vecht ze voor. Zelf heeft ze principieel moeite met het homohuwelijk, maar als ze weet dat een meerderheid daar voor is, verzet ze er zich toch niet tegen. Ook bij euthanasie en levenseindevragen zie ik haar nog niet zo direct liberale standpunten te verdedigen.”

Tot zover Geert De Cubber en Michèle de Waard.

2 . Wonder geschiedde aan maatschappij en kerk

Uit een artikel van Emmanuel Van Lierde

De kerkelijke organisatie Missio gooit dit jaar het roer om. De campagne die in oktober – traditioneel de missiemand – begint, focust niet op een hulpbehoevend land maar wel op het ontwikkelde Zuid-Korea. De organisatie is ervan overtuigd dat de kerk in dit Aziatische land een spiegel kan voorhouden aan de kerk in België. Midden een hoogtechnologische en economisch welvarende maatschappij slaat de boodschap van het christendom daar aan. Toenemende materiële rijkdom leidt blijkbaar niet automatisch tot minder geloof en meer secularisatie. De kerkgemeenschappen floreren in Zuid-Korea en ze durven naar buiten te komen met hun boodschap. Bovendien deelt de Koreaanse kerk haar overvloed aan personeel en middelen met de wereldkerk. Korea zendt zijn missionarissen uit. Wat kan de Belgische kerk leren van die dynamische kerk in Zuid-Korea? Tertio trok op uitnodiging van Missio naar de hoofdstad Seoel en zocht het uit. En geen betere gids daarbij dan de Gentse bisschop Luc Van Looy die er jarenlang missionaris was en de taal perfect beheerst.

Het einde van de Tweede Wereldoorlog betekende het einde van de Japanse bezetting sinds 1910. De Sovjet-Unie zocht invloed in het noorden, Amerika in het zuiden. Dat mondde uit in de Koreaanse Oorlog (1950-’53). De strijd tussen het communistische regime en de westerse troepenmacht werd gestaakt in 1953, maar tot vrede kwam het niet. Een zwaar bewaakte frontlijn scheidt tot op heden beide Korea’s.

Langzaam maar zeker ontpopte het arme zuiden zich tot een welvarende republiek. Die ombouw begon tijdens het militaire regime (1963-1979) van Park Chung-hee. Beslissend daarbij was de aanleg van hoofdwegen en treinverbindingen tussen de havens om handel op gang te brengen. Wetenschap, technologie en massa-industrie – Made in Korea – werden aangewakkerd voor de export.

Modern én religieus

De jongste cijfers van het Nationaal Bureau voor Statistiek geven aan dat in 2015 een grote meerderheid - 56,9 procent – officieel geen godsdienstig lidmaatschap heeft. 43,1 procent hangt wel een godsdienst aan: 27,6 procent is christen en 15,5 procent boeddhist. De protestantse en katholieke kerk kenden vooral vanaf het midden van de 20ste eeuw een snelle groei. Terwijl slechts 5 procent van de bevolking christen was in de beginjaren van de republiek Zuid-Korea, gaf in 2015 19,7 procent aan protestant te zijn en 7,9 procent katholiek. In reële cijfers betreft het ongeveer 13,5 miljoen christenen: 9,67 miljoen protestanten en 3,89 miljoen katholieken, op een totaal van ruim 50 miljoen inwoners. Opmerkelijk is dat het christendom het beter doet in Seoel dan in de rest van het land. In de hoofdstad is 22,8 procent van de inwoners protestant en 14,2 procent katholiek.

Sociaal en politiek

Hoe valt die opmars van het christendom te verklaren? Voor de katholieke kerk ziet Gents bisschop Luc Van Looy – van 1964 tot ’67 en van ’72 tot ’84 missionaris in Korea – twee verklaringen. “In de tijd van de militaire dictatuur maakte kardinaal Stephen Kim Sou-hwan van de Myeongdongkathedraal van Seoel het veilige toevluchtsoord voor wie zich vreedzaam verzette tegen het regime. De kerk liet niet na te spreken over mensenrechten en democratie. Veel leerkrachten en academici ontdekten in de kerk zowel vrijheid als een antwoord op de geschiedenis die ze ondergingen. Dat intellectuelen voor het christendom kozen, versterkte uiteraard de groei van de kerk. Daarnaast was er het maatschappelijke engagement: de inzet voor de armen in de sloppenwijken. Vooral door de onderwijsinstellingen en de gezondheidszorg vonden steeds meer mensen de weg naar de katholieke kerk. Dat sociale dienstwerk maakte onze boodschap geloofwaardig.”

Katholicisme over zijn hoogtepunt?

Omdat de kerk floreert, beschikt ze over meer financiële middelen. De rijkdom en de macht nemen toe. Gewone gelovigen haken af omdat die tendensen voor hen in strijd zijn met Franciscus’ pleidooi voor een “arme kerk voor de armen”. De cijfers liegen er niet om. In de jaren 1955-’60 was amper 2,2 procent van de bevolking katholiek en 2,8 procent protestant. Tot 2005 gingen beide geloofsgemeenschappen er gestaag op vooruit. Toen was 11 procent van de bevolking katholiek en 18 procent protestant. Daarna bleven de protestanten groeien, maar bij de katholieken doet zich een knik in de statistieken voor. In 2015 zijn ze gedaald naar 7,9 procent.

Sociale inzet maakt kerk geloofwaardig

Het klonk al eerder in dit dossier: de kerk werd geloofwaardig in Korea door haar onderwijs- en zorginstellingen. Vooral religieuzen nemen nu die dienstbare en profetische rol op. Naast florerende zustercongregaties maakte Tertio uitvoerig kennis met de salesianen. In Korea hebben ze vijftien huizen. De 125 volgelingen van Don Bosco behartigen er meerdere scholen en één parochie, maar het meest in het oog sprong hun jeugdinstelling in Seoel. “Straatkinderen die een misdaad begingen en een gevangenisstraf kregen, komen bij ons terecht”, zegt de verantwoordelijke van het Salesian Youth Center. “Ze zijn tussen 15 en 20 jaar. Het verblijf in de instelling is nog altijd zoals in een gevangenis, maar het programma overdag biedt hen een heropvoeding. Er is een keramiekatelier of een aanbod houtbewerking zodat ze later aan een normale job geraken. Anderen volgen lessen om later hun studies te kunnen hervatten. We hebben nu zeventig jongeren onder onze hoede.” Tijdens een rondleiding door de klaslokalen en de ateliers vervolgt de salesiaan dat sommige jongeren die zich goed gedragen na verloop van tijd het centrum in het weekend mogen verlaten. “Er moet dan wel een ouder zijn die voor hen zorgt en hen begeleidt. We sturen ze niet alleen de wereld in.

Tot zover Emmanuel Van Lierde en de salesianen.

Phil Bosmans spreekt tot ons: God, mijn oase – deel 2

Een priester kan echt leven en gelukkig zijn, want

in God worden hem alle mensen gegeven, om lief te

hebben en om bemind te worden. Hij is niet alleen

van en voor God, hij is ook wezenlijk van en voor de

mensen. Hij is bij de mensen die zichtbaar geworden

troost, de mildheid, de voelbaar geworden goedheid

van God. Hij is een soort sacrament. Hij is de vrije,

de beschikbare. Hij heeft een onmogelijke opdracht.

Maar God is machtig in de machtelozen en sterk in de

zwakken. Daarenboven is er een woord van God, dat

we zojuist in het evangelie hoorden. Een woord, dat als

een onsterfelijke troost de priester nooit verlaat, dat

éne woord, diep in zijn hart gesproken: ‘Niet gij hebt

Mij gekozen, maar Ik heb u gekozen.’

Nu word ik wel zeer persoonlijk, maar ik wil u bewijzen

dat God nooit iemand in de steek laat. Op zekere

dag zat ik in de Sint-Nicolaaskerk, achter de Beurs

in Brussel. Ik was moe, ik was het moe, ik was alles

moe. Ik kon die dag niet bidden. Ik zat maar te zitten.

Maar toen ik, moe gezeten, naar buiten ging, stonden

daar die woorden op de grote deur geplakt. ‘Niet gij

hebt mij gekozen, maar ik u.’ Ik was verbijsterd en

diep ontroerd. Ik kon mijn ogen niet geloven. Ik ging

terug de kerk binnen en viel wenend op een stoel. Die

woorden lieten mij niet meer los. Dit kwam op het

juiste moment en was ook het enige, dat ik nodig had.

Die woorden van God: ‘Ik heb u gekozen.’ Waarom

stonden die woorden daar ineens? Ik voelde ‘licht’,

‘troost’, ‘vrede’ en ‘vreugde’ als een zachte hand, die me

weer oprichtte.

Ik heb toen tegen God gezegd: ‘Lieve God, Gij hebt

mij gekozen en genomen, zoals ik ben. Gij hebt mij

eerst bemind en Gij hebt mij met een oneindig geduld

bewaard in uw dienst. Ik ben eigenlijk maar een klein

stukje glas, om uw liefde te weerkaatsen naar de

mensen toe. Een klein stukje glas, zo dikwijls door de

sleur van het leven met stof overdekt, en in storm en

wind door slijk besmeurd. Maar telkens opnieuw hebt

Gij het gewassen en weer opgenomen in uw zachte

zon, om stralender dan ooit terug te keren in dat

eeuwig liefdespel met U en de mensen.’

Lieve mensen, in die 50 jaar ‘priester-zijn’ heb ik

geleerd dat men nooit de moed mag verliezen. Want

wie in de woestijn de moed verliest, sterft ter plaatse.

God houdt van ons, meer dan we vermoeden, en van

scherven maakt Hij spiegels voor zijn liefde.

Ik kan alleen maar eindigen met de woorden: Lieve God

Gij hebt me alles gegeven.

Geef me nog één ding: een dankbaar hart.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

woensdag 27 september 2017

Phil Bosmans spreekt tot ons: God, mijn oase – deel 1

Ik heb altijd de indruk gehad, dat het Iemand anders

was die mij bewoog. Ik was van goede wil en had

op zekere dag alles gegeven, zonder goed te weten,

wat het allemaal inhield. God heeft me toen ernstig

genomen en me dikwijls tegen mijn zin gevoerd langs

wegen vol risico, om dingen te doen en vol te houden,

die me te zwaar waren en die ik liever aan anderen

had gelaten. Ik werd geconfronteerd met mijn grote

zwakheid en diepe armoede en heel mijn priesterleven

lang voelde ik mijn fundamentele onmacht. Ik hoorde

altijd diep in mij die woorden van Jezus: ‘Zonder Mij

kunt ge niets.’ Dat was ook zo.

Ik weet nu dat wat ik in mijn leven ten goede gedaan

heb, God gedaan heeft in mij, ondanks mezelf. Hij gaf

me een moeder in de persoon van Maria, de moeder

van Jezus, die ik vooral vereerde als de ‘Maagd der

Armen’. Elk initiatief van BzN heb ik te Banneux in haar

handen gelegd. Hij gaf me een man uit de duizend,

Montfort, de stichter van onze congregatie, en dan

broeder Isidoor, de eenvoudigste van alle eenvoudige

broeders. Daarbij gaf God me in de loop der jaren

zoveel liefde, zoveel vrede en zoveel vreugde, dat ik

alleen maar dankbaar kan zijn. Nu weet ik zeker dat

God met kromme lijnen recht kan schrijven.

‘God, mijn oase’, schreef ik ooit. Maar hoe dikwijls en

hoe diep ik God ook ervaren heb als een oase, waar ik

thuis kon komen en echte geborgenheid vinden, toch

kwamen er ook vele woestijndagen. Echte oase-dagen

waren eerder zeldzaam. Eigenlijk leef je in deze wereld

als in een woestijn. De leegte, de dorheid, de droogte

in jezelf en om je heen. De verlatenheid. God laat

je soms een tijd lang los, overgeleverd aan je klein-

menselijkheid en grenzeloze onmacht. De schrale

woestijnwinden trekken dan over je heen. Je wil ergens

thuiskomen en geborgenheid vinden. Maar God is

nergens meer. Toch moet je dan blijven geloven en met

lege handen grijpen naar de ongrijpbare God. Je moet

blijven bidden om levend water en om de weg naar de

bron. Dat is tegen stroom in. Dan komt weer de dag

dat God je wegroept uit de woestijn en je laat genieten

van de wonderen in zijn tuin, de gaven van zijn hart,

de vruchten van zijn Geest. Hij vraagt alleen om kleine

waterdragers in deze grote wereldwoestijn.

Och, zo dikwijls, vooral in de mooie momenten van

mijn leven, heb ik God ervaren als een echte oase. Ik

vond levend water en diepe geborgenheid. Ik voelde

me dan veilig en heel gelukkig.

Priesters zijn geen buitenwereldse, onnatuurlijke

wezens, die gedesacraliseerd en ontmythologiseerd

moeten worden, alsof het heilige voorwerpen zijn.

Priesters zijn 100% mens met alle beperktheden,

zwakheden, fouten en zonden. De priester is een van

de vele doodgewone mensen, niet speciaal gebakken

met uitzonderlijke ingrediënten. Hij draagt geen

aureool en is niet de beste, niet de deugdzaamste en

de meest onkreukbare. Hij is geen held, geen heilige,

geen geleerde, geen machtige en geen rijke.

(vervolg volgende week)

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

Straatfeest in de Ruwaal 2017

Week 2017-39 - 002Week 2017-39 - 003Week 2017-39 - 007Week 2017-39 - 010

Op zaterdag 16 september 2017 vierden de bewoners van “den Drawool” en omgeving weer feest. Een aangenaam zonnetje, heerlijke drankjes en warme en koude lekkernijen zorgden voor de feestelijke sfeer.

woensdag 20 september 2017

Breughelfestijn 2017

Week 2017-38 - Breughelfestijn 20170001

GELEZEN IN TERTIO van 6 september 2017

1 . In tijden van extremisme, uitsluiting, polarisering en veranderingen in het leefmilieu van de mens verdedigt de vrijzinnig humanistische gemeenschap het vak niet-confessionele zedenleer in het officieel onderwijs, tegen de tendensen in om de levensbeschouwelijke vakken af te schaffen of te vervangen door een vager vak burgerschap of filosofie.

2 . “De samenleving weet dat haar toekomst samenvalt met de toekomst van de jongeren. Alleen wat de school nu doet in het klein, kan de samenleving later doen in het groot”, schrijft Johan Bonny, bisschop van Antwerpen en referent voor onderwijs, in een brief bij het begin van het schooljaar. Voor het katholiek onderwijs wijst hij op Jezus en het evangelie als kompas. “Als eindterm voor het katholiek onderwijs kan dat tellen!” Ook zijn Gentse collega Luc Van Looy richt zich per brief tot onderwijsmensen. Hij moedigt hen aan vreugdebrengers en mensen van hoop te zijn.

3 . Op vrijdag 1 september overlijdt op 85-jarige leeftijd Cormac Murphy-O’Connor, van 2000 tot 2009 aartsbisschop van Westminster en sterkhouder van de katholieke kerk in Engeland en Wales,. Hij werd in 2001 kardinaal gecreëerd in hetzelfde consistorie als Jorge Mario Bergoglio – de huidige paus – en behoorde net als kardinaal Godfried Danneels tot een netwerk van Europese kerkleiders – de “maffiagroep” van Sankt Gallen, dixit Danneels – die noodzakelijke hervormingen in de kerk voorstond.

4 . Uit kerkelijke hoek wordt positief gereageerd op de eerste gemeenschappelijke verklaring van orthodoxe rabbijnen over het christendom. De Europese conferentie van rabbijnen, de Rabbinical Council of America en het Israëlische opperrabinaat zetten in het document Tussen Jeruzalem en Rome – dat ze op donderdag 31 augustus aan de paus overhandigden – uiteen wat de joodse en christelijke traditie delen en welke theologische verschillen er zijn. De consensus van de drie koepels is “een mijlpaal in de joods-christelijke betrekkingen”. (Emmanuel Van Lierde)

Phil Bosmans spreekt tot ons: De gemakkelijkste keer is de eerste keer

Priester word je volgens mij eigenlijk verschillende

keren. De gemakkelijkste keer is de eerste keer. Dat

was bij mij op 7 maart 1948. Als het te herbeginnen

was, zou ik het rustig opnieuw doen en met evenveel

stommiteiten als nu.

Wat dat priesterschap betreft, moet je ook niet denken

dat het zo’n wandelen is door het leven. Men kent

zeker ook in het religieuze leven wittebroodsweken,

maar het is toch niet altijd zo eenvoudig.

Ik moet hierbij toch nog iets over mijn moeder

vertellen. Een jaar voor mijn wijding was ze zo ziek dat

de dokters haar opgaven. Nu was zij zo diepgelovig

dat ze toch bleef hopen dat ze mijn wijding en

eerste mis zou kunnen meemaken. Ze heeft zich

inderdaad herpakt en heeft alles kunnen meemaken.

Typerend voor haar waren haar eerste woorden na

mijn priesterwijding: ‘Zijt ge nu echt gelukkig?’ Het

belangrijkste voor haar was gelukkig zijn.

Achteraf, toen ik in Frankrijk was, is ze me daar nog

komen opzoeken op doorreis naar Lourdes. Een jaar

later heb ik in Waterschei nog een missie gepreekt van

zes weken. En bij de sluiting ervan, op Allerheiligen, is

ze gestorven. Haar laatste woorden waren: ‘Ik heb alles

gekregen wat ik gevraagd heb.’

Wie dat kan zeggen is gelukkig geweest.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos