dinsdag 23 februari 2010

Geef me een teken

Wie je ook bent, zegt het lied - Jezus, Rama, Boeddha - geef me een teken.
Heer, zo vaak verlangen we een teken van U.
En God weet hoe Gij niet ophoudt ons voortdurend tekens te schenken, een mensenleven lang…
Blind als we zijn, weten we ze niet te lezen.
Wanhopig zijn we op zoek naar het vreemde en het wonderbaarlijke.
En toch: moedige mannen en vrouwen zijn voor ons een teken.
De tekens van allen die strijden voor meer liefde, rechtvaardigheid en solidariteit.
De tekens ook van de kleine kernen in onze gemeenschap waar de liefde zich ontspint in woorden en zich vertaalt in daden.
Geef ons de genade, Heer, U niet om spectaculaire dingen te vragen, zoals hen die - terecht - in de uitzichtloosheid van hun diepste lijden er niet kunnen aan weerstaan.
Kom, Heer, en neem ons bij de hand want de stille kilte van de ontgoocheling maakt zich meester van ons.
Leer ons de tekens die onze ogen niet steeds weten te onderscheiden, maar die uw aanwezigheid verraden aan de overkant van mirakelen.
(Uit ‘Op Weg naar Pasen’ Jaar C [2010] van Robert Riber in samenwerking met Don Bosco Centrale VZW)

Afrikaanse Spreekwoorden

De beste geluksbrenger voor een goede oogst is een kalebas vol zweet.

Geduld is de talisman voor het leven.

Op weg naar 2020

(Gelezen In Tertio Van 10 Februari 2010)
Uit een artikel van hoofdredacteur Peter Vande Vyvere
Aan het eind van de jaren 1990 vonden journalisten uit oorspronkelijk katholieke bladen en ‘leken’ uit de kerkelijke mediawereld elkaar rond een gedurfde droom: de oprichting van een christelijk opinieweekblad in de stijl van het Britse kwaliteitsblad The Tablet. Een niet geringe journalistieke ambitie!
Een zeker ongenoegen over de ideologische vervlakking van de traditionele katholieke (dagblad)pers was niet helemaal uit de lucht. Maar bovenal werden de stichters en pioniers gedreven door een positieve intuïtie. De tijd en de publieke opinie waren rijp voor een christelijk geïnspireerd blad met een dubbele opdracht: gefundeerde religieuze berichtgeving brengen én onze hele samenleving consequent belichten vanuit een christelijk perspectief. Met achtergrondstukken voor wie graag dieper graaft. Analyserend, duidend en opiniërend.
TERTIO bestaat nu tien jaar. Met een bestand van een kleine 7.000 trouwe en enthousiaste abonnees en met flink wat krediet bij collega’s-journalisten.
De actuele missie van TERTIO: met kennis van zaken registreren hoe vitaal christelijk geloof - in verschillende gradaties en vormen - een humaniserende invloed uitoefent op alle domeinen van het samenleven: op politiek, economie, recht, cultuur, sociale organisatie en onderwijs. Met zo’n uitdagend project doen we er graag minstens nog eens tien jaar bij!
Tot zover Peter Vande Vyvere.

Maria Lichtmis - Opdracht Van De Heer In De Tempel

Week 2010-08 - Lichtmis 2010 006 Week 2010-08 - Lichtmis 2010 001 Week 2010-08 - Lichtmis 2010 004

Op zondag 7 februari 2010 was er in Korbeek-Dijle de jaarlijkse KVLV-mis.
Als openingsgebed baden wij samen:

God, U die licht brengt in onze duisternis
en ons telkens weer oproept tot verbondenheid
maak ons hart ontvankelijk voor uw bevrijdend
woord dat in Jezus is mens geworden.
Bevrijd ons van alles wat ons verhindert
om Uw droom gaandeweg waar te maken
in wat we zeggen en wat we doen,
vandaag en morgen en altijd.

Hierbij enkele sfeerbeelden.

Bolivië, het gastland van Broederlijk Delen 2010 – deel 2

  Week 2010-08 - IMG_2421 Week 2010-08 - IMG_2465

Broederlijk Delen stelt dit jaar Bolivië onder de spots.
Armoede, vervuiling van het water, afsmelten van de gletsjers: het zijn evenveel groeiende problemen.
Maar tweede-kansonderwijs, gemeenschapsopbouw, projecten rond water en politieke drukking trachten daaraan te verhelpen.
In juli en in november 2009 gingen groepen Vlamingen ginds op bezoek. Bij hen was Gard Vermeulen van Korbeek-Dijle. Hij geeft enkele impressies in Kerk+Leven tijdens de veertigdagentijd. Lees maar hieronder.

Een morgen op inleefreis

Een varken knort in het duister achter voedsel op zoek.
Een koor hanen kraait een canon over het dorp.
Een borstel buiten veegt het stof van gisteren op de vuilhoop.
Langs de weg scheurt een camionclaxon de stilte stuk.
Het leven hier kantelt van traditie naar moderniteit.

Om vijf uur is Eulogio al naar het veld vertrokken en beginnen aardappelen rooien. Als wij, inlevers, er om zeven uur toekomen, liggen er al tientallen meters papas (aardappelen) te wachten. Wij bukken en rapen. Almira gaat ondertussen in de rivier baden met Roberto en om half negen keren we samen weer naar het hun huis, want het wordt te heet. De boer zelf rooit nog wat verder. De vrouw sjouwt nu een zak erwten, groenten en aardappelen mee om zo dadelijk te koken.

Onderweg toont ze ons een tuscastruik - op eerste zicht had ik het in mijn geest mimosa gedoopt - die zijn bast als geneeskundig ingrediënt ter beschikking stelt. Nog enkele andere kruiden en middelen kent ze ook. Thuis toont ze ons een paar cursussen van CETHA (Centro de Educación Técnica, Humanística y Agropecuaria. Dwz Onderwijscentrum voor techniek, humaniora en lanbouw-veeteelt) haar tweedekansonderwijs. Dit project wordt door Broederlijk Delen gesteund. Eentje van haar leerboeken handelt over beschikbare bemesting in de landbouw. Een andere leert alles over bijenteelt. Nog eentje gaat over natuurlijke geneesmiddelen. Hier leven geen onnozele lieden, al zijn ze vroeg van school gebleven!

Gemeenschapswerk

Eindelijk heeft het geregend. De nacht was vol water. De keien van de oversteek zijn nu ondergelopen en Dario wordt door zijn vader over de rivier gedragen, zoals een moderne Christoffel zou doen. Wij, inleefreizigers, worden door Eulogio geholpen, arm in arm, om veilig en droog, met een stok in de andere hand, aan de overkant te komen.

De kern van het dorp is de school, de gezondheidspost en deels ook de kerk.
Maar verscholen achter het sportplein van de school ligt de succursale van CETHA.
Blijkbaar is onze gastheer hier belangrijk, want hij heeft zelf de sleutel.
Eenmaal per maand, telkens gedurende twee dagen verloopt er hier een cursus.
Het gaat dan over bijenteelt, onkruidbestrijding, plantverbetering, composteren, en wat weet ik meer.

Tussendoor worden hier gemeenschapsvergaderingen gehouden.
Daar ontrolt zich een grote en lange palaver, die moet uitmonden in een soort ruilverkaveling.
Het plan wordt aangevuld met een schema voor de beplanting.
Inbegrepen is ook de watervoorziening (Punto de Agua Forestana, PAF) voor elk perceel.
Wat mij verbaast en verblijdt, is het proces waarin de eigenaars zelf akkoord geraken.
Ik zie het bij ons niet onmiddellijk gebeuren, zelfs niet als we aan de tijd ook de tijd zouden laten.

Bij die tweedaagse cursussen hoort natuurlijk een keuken, met een betaalde kokkin.
Want, herinner u, de cursus begint telkens om 7.30 in de morgen en duurt tot 11.30 's avonds.
Met die lange uren, kan het verblijf een dag korter. Er is immers geen tijd te verliezen, want thuis wacht het dagelijkse werk.
Tot zover Gard Vermeulen

dinsdag 16 februari 2010

Crisis

(Gelezen In Tertio Van 3 Februari 2010)
Uit een artikel van Emmanuel Van Lierde
De Brugse priester Kurt Devooght doceert aan de Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB) op het snijpunt van economie, maatschappelijk verantwoord ondernemen, ethiek en religie.
De logica van de vrijemarkteconomie en het kapitalisme maakt slachtoffers omdat die gericht is op winst maken en niet op het verschaffen van arbeid.
“Economisch is de keuze van AB InBef preventief te saneren, begrijpelijk. Alleen winst telt, maar menselijk is werk hebben en niet winst de belangrijkste waarde. Die menselijke waardeschaal botst met de economische logica. De ethiek en de sociale leer van de kerk herhalen dat de economie in dienst van de mens staat en niet omgekeerd. Hoe haaks die boodschap ook staat op de economische wetmatigheden, de sociale leer blijft beklemtonen dat de mens centraal moet staan. Het is niet ondenkbaar dat er alternatieven voor de vrijemarkteconomie opduiken die meer oog hebben voor de integrale ontwikkeling van de mens en die ethischer zijn”, denkt de theoloog-economist.
Tot zover Emmanuel Van Lierde en Kurt Devooght.

Nederlandse wetenschappers ‘corrigeren’ evolutieleer van Darwin

(Gelezen In Tertio Van 3 Februari 2010)
Uit een artikel van Jos Vranckx
‘Koude rillingen over de rug van Charles Darwin’ is de titel van het boek van Jan-Hendrik van den Berg , zenuwarts, emeritus hoogleraar fenomenologie en psychologie in Leiden. ‘Koude rillingen’ kreeg Darwin volgens de auteur omdat hij voor sommige verschijnselen geen verklaring vond. Het leek hem onmogelijk het ontstaan van het oog met zijn evolutieleer te verzoenen. Het zien van een pauwenveer bezorgde hem een rilling om dezelfde reden. Toeval en nut alleen lijken niet te volstaan om de vindingrijkheid van de natuur in organen en levensvormen helemaal te verklaren.
In een gesprek kort voor zijn dood zou Darwin (1809-1882) hebben toegegeven dat hij soms “overweldigd” werd door het idee dat in de levende natuur méér werkt dan alleen maar materie, dat de vaak wonderlijke fenomenen een gevolg en uitdrukking zijn van geest. “Niet de genetische en moleculaire programmering ligt aan de basis van evolutie en mutaties, maar het is het ‘strevende leven’ dat de veranderingen in moleculaire programmering teweegbrengt”, zegt Van den Berg. Eerst het leven, dan de stof. Eerst de geest, dan de materie.
Dat niet het samengaan van bepaalde moleculen leven voortbrengt, maar omgekeerd, en dat het leven ervoor zorgt dat die moleculen ‘klikken’, is ook de visie van arts en wetenschapsfilosoof Arie Bos. Zijn boek ‘Hoe de stof de geest kreeg’ werd genomineerd voor de Eurekaprijs 2009 van het beste wetenschappelijke boek in Nederland.
“Er is een duidelijke ontwikkeling in de evolutie, de toename van vrijheid, zowel lichamelijk als in het bewustzijn. En die vindt zijn hoogtepunt bij de mens. Egoïsme en altruïsme ontstaan beide in de evolutie, beide neigingen zitten in onze biologie. Maar de vrijheid om daartussen te kiezen, is alleen de mens toevertrouwd. Dat maakt ons tot morele wezens.”
De auteur verwijst ook naar filosofen als Baruch Spinoza (1632-1677), geen atheïst, maar een mysticus. Spinoza zag de natuur als fysiek lichaam van de geest (of God). De Franse jezuïet en paleontoloog Teilhard de Chardin (1881-1955) zat ook op die lijn. “De geest slaapt in het minerale rijk, ademt in het plantenrijk, droomt in het dierenrijk en ontwaakt in de mens.” Bos sluit zich bij deze visie aan. “De stof heeft nooit de geest gekregen. Het is andersom. De geest heeft de stof voortgebracht, het leven en het bewustzijn. Maar de geest verbindt zich op geen enkele manier zó met de materie als bij het wezen dat vrij genoeg is om zichzelf te sturen: de mens. De mens moest er komen. Het zat er allang in.”
En waar zou deze evolutie naartoe leiden? “Het doel ervan zou kunnen zijn dat de mensheid uiteindelijk in vrijheid kiest voor empathie en altruïsme of, anders gezegd, voor de liefde.”
Tot zover Jos Vranckx, Jan-Hendrik van den Berg en Arie Bos.

Camus behoort niet tot links of rechts

(Gelezen In Tertio Van 3 Februari 2010)
Uit een artikel van Miel Swillens
De bekende Franse auteur en Nobelprijswinnaar voor literatuur Albert Camus (1913-1960) geloofde niet in God. De wereld was absurd omdat God niet bestaat. Maar in tegenstelling tot Sartre koesterde hij geen misprijzen voor de godsdienst. Aan een journalist die hem vroeg of hij van plan was zich tot het christendom te bekeren, antwoordde hij: “Neen, maar ik ben mij bewust van het sacrale, van het mysterie in de mens, en ik zie niet in waarom ik niet zou toegeven dat Christus en zijn leer mij ontroert.”

Spreekwoorden

Met een geduldig hart bekomt men goede dingen. (Congolees spreekwoord)

Zoek geen grote woorden als een klein gebaar volstaat. (Anoniem)

Bolivië, het gastland van Broederlijk Delen 2010 – deel 1

Week 2010-07 - IMG_2404 Week 2010-07 - IMG_2391

Broederlijk Delen stelt dit jaar Bolivië onder de spots.
Armoede, vervuiling van het water, afsmelten van de gletsjers: het zijn evenveel groeiende problemen.
Maar tweede-kansonderwijs, gemeenschapsopbouw, projecten rond water en politieke drukking trachten daaraan te verhelpen.
In juli en in november 2009 gingen groepen Vlamingen ginds op bezoek. Bij hen was Gard Vermeulen van Korbeek-Dijle. Hij geeft enkele impressies in Kerk+Leven tijdens de veertigdagentijd.

Onthaal bij het inleefgezin

Het avondmaal van brood, kaas en honig wordt overgoten door een zachte kruidenthee.
Vader Eulogio en dochter Almira nemen ons mee uit voor een avondwandeling door het dorp en de landerijen. Haar kinderen, Dario en Roberto, stoeien rond de groep als twee dartele jonge honden. Eerst steken we de rivier over. Hij staat bijna droog, smachtend naar de eerste voorjaarsregen. Onze gastheer spreekt vaak en vol verlengen over die langverwachte buien. Er ligt een rij grove keien doorheen het water. Mijn onbeholpen maar suksesvolle evenwichtsoefeningen wekken de lachlust van de guiten.
In de dorpskom lopen we langs de school en de kerk, langs het telefoon- en telegraafkantoor en langs het gezondheidscentrum.
- "Dit is het hele dorp."
Het positieve is een school met even in de dertig leerlingen tussen de zes en twaalf, een gezondheidscentrum, dat dagelijks open is, met een verpleegster en een dokter, de telefonische verbindingen en de electriciteit, de twee perfecte geasfalteerde banen. In de balans ligt het ontbreken van een markt. Dat zou een plus zijn, zowel voor de verkoop van de eigen producten als voor de aanschaf van wat men verder nodig heeft.
Daarvoor moet men nu naar Tarija, drie uur rijden!

Regen

- No viene lluvia! Er komt geen regen!
- La noche va llover. Vannacht gaat het regenen.
De regen beheerst de gesprekken.
Het is al maanden droog.
Het regenseizoen is al weken te laat.
Vannacht, morgen, we hopen.

De rivieren zijn uitgedroogd.
De sinaasappeloogst dreigt te mislukken.
De bomen verdorren.
Vannacht, morgen, misschien.

De milieuruiters zeggen dat
klimaatveranderingen en broeikasgassen
door mensen veroorzaakt worden.
Ik ben geen specialist.
Ik deel de zorgen en angsten van deze boeren.
Ik kijk mee uit naar de regen.
Vannacht, morgen, altijd.

Kom, ik leid u naar de woestijn

Aswoensdag… een uitnodiging om heel ver te gaan,
niet enkel naar de overzijde van onszelf,
maar nog meer naar het allerdiepste in onszelf,
luisterend naar het innerlijk gefluister
dat het onzegbare, onuitsprekelijke verwoordt,
en dat het geruis van deze wereld ons belet waar te nemen:
de stem van de andere, de stem van God.

Hij wacht ons immers niet op
aan het portaal van onze kerken,
zelfs niet op het voorplein van onze kathedralen,
maar in de stilte van ons hart,
en in de naaktheid van onze eigen geschiedenis.
Zoals Joannes de Doper eertijds, zegt ook Hij tot ons:
kom, ik leid u naar de woestijn,
want daar, midden de woestenij,
vindt gij misschien de weg van uw verlangen.
(Uit ‘Op Weg naar Pasen’ Jaar C [2010] van Robert Riber in samenwerking met Don Bosco Centrale VZW)

Quote van de week

(Gelezen In Tertio Van 3 Februari 2010)
“Een van de redenen waarom ik als katholiek bekend ben, is dat ik te communie ga. Dat viel op bij de begrafenis van François Martou. Rond mij in de kerk zag ik praktiserende gelovigen die, op het moment van de communie, bleven zitten.”
Ecoloboegbeeld Jean-Michel Javaux legt uit hoe groot de sociale druk is om zich niet als gelovige te tonen, in ‘Le Soir’ van 30-31 januari.

dinsdag 9 februari 2010

Citaten

De wereld zoals hij nu is, is niet goed genoeg. We hebben de verplichting om te vechten voor de wereld zoals hij zou moeten zijn. (Michelle Obama)

Ontroerd zijn is ademhalen met het hart. (Pierre Reverdy)

Ben ik mijn broeders hoeder?

(Gelezen In Tertio Van 27 Januari 2010)
Uit een artikel van Alain Mattheeuws
Omdat de zorg voor zieke, kwetsbare en zwakke mensen zo wezenlijk is in een christelijke mensvisie, hebben gelovigen het moeilijk met euthanasie en hulp bij zelfdoding. “Uiteindelijk heeft dat met een bepaalde Godsbeleving te maken”, legt theoloog Alain Mattheeuws uit.
Alain Mattheeuws is jezuïet en doceert moraaltheologie en sacramentologie aan het IET, de theologische faculteit van de sociëteit van Jezus in Brussel.
Een zieke is een persoon die zich op een intieme manier overlevert en toevertrouwt aan anderen: familie, verzorgers, artsen, priesters. De zorgrelatie is altijd zowel medisch, familiaal als broederlijk. Altijd zowel moreel als spiritueel. Hoe dan ook mogen we nooit vergeten dat het om een broer of zus in het mens-zijn gaat, zelfs als er ziekte, lastige behandelingen of allerlei vormen van lijden in het spel zijn. Zelfs als complexe technieken en moeilijke beslissingen nodig zijn. Zelfs als de dood nadert. Altijd blijft de waardigheid van de persoon overeind. Die hangt niet af van onze keuze of onze gevoelens, van de vooruitgang van de biomedische technologie of de wijzigende wetten van de samenleving. Iedere mens is een ‘heilige geschiedenis’. De mens is en blijft, vanaf de oorsprong tot het einde van zijn leven, gemaakt naar het beeld en de gelijkenis van God (Genesis 1,27). Ieder van ons is een wonder in de ogen van de Schepper (Psalm 139,14) en blijft een unieke en wonderlijke persoon op weg naar het eeuwige leven, ook tijdens de laatste stappen naar het uiteindelijke Pasen.
Hoeder van je broeder zijn, betekent: hem behoeden voor elke daad die hem niet ten diepste respecteert. De mens behoort alleen God toe. Nooit is het onze eigendom. Wij mogen niet beslissen over het uur van de dood, noch het vervroegen. Wij moeten naast onze broeder staan en de paaskaars brandend houden. Als een getuigenis dat Christus elke dood heeft overwonnen en dat Hij zorgt voor de stervende die tot Hem komt.
Tot zover Alain Mattheeuws.

’Aangepaste ritualen verliezen gedeeltelijk hun ritueel karakter’

(Gelezen In Tertio Van 27 Januari 2010)
Uit een artikel van Koenraad De Wolf waarin hij emeritus hoogleraar Helmut Gaus (UGent) aan het woord laat.
“Ritualen kennen altijd een vast verloop waarvan nooit wordt afgeweken. Wat je ervaart, heb je al honderden keren op dezelfde manier ervaren. Daardoor verwekken de ritualen psychologisch de indruk dat ze buiten de tijd van de werkelijke wereld staan. De grote betekenis van een ritueel ligt in zijn onveranderlijkheid. Door rituelen aan te passen aan de tijd, verliezen ze een stuk van hun rituele karakter. Zo ook staan de ruimten waar de dingen altijd eenzelfde verloop hebben buiten de tijd. Daardoor hebben zij van nature uit een sterk angstmilderend effect. In die ‘angstvrije’ ruimten staat men als het ware buiten de tijd en mogelijke bedreigingen van buitenaf.”
De katholieke kerk gaf tijdens het Tweede Vaticaans Concilie (1962-’65) een eigentijdse interpretatie aan de eeuwenoude ritualen. Het Latijn werd vervangen door de volkstaal, waardoor de gelovigen begrepen wat werd gezegd. Een tweede drastische ingreep in de rituele ervaring van de kerkgangers, was dat de priester voortaan de mis opdroeg met het gezicht naar de gelovigen. Die ingrijpende wijzigingen lieten onmiddellijk hun invloed gevoelen. Gelovigen hadden geen nood aan het verstandelijk begrijpen van de misviering, maar aan doorleefde rituele ervaringen. Door de riten te ‘deritualiseren’ ontnam de katholieke kerk de angstmilderende kracht van haar riten.
Tot zover Koenraad De Wolf en Helmut Gaus.

Vormsel Een Gave En Een Opgave Voor Het Leven

Week 2010-06 - Vormsel Bertem 2010 002 Week 2010-06 - Vormsel Bertem 2010 003 Week 2010-06 - Vormsel Bertem 2010 008 Week 2010-06 - Vormsel Bertem 2010 009 Week 2010-06 - Vormsel Bertem 2010 014 Op zondag 24 januari 2010 kwam kardinaal Danneels in de kerk van Bertem het vormsel toedienen aan de kinderen van Bertem, Leefdaal en Korbeek-Dijle die verleden jaar hun plechtige geloofsbelijdenis
hadden afgelegd en die bevestigd en verstevigd wilden worden in hun geloof. Hierbij enkele sfeerbeelden.

Liefde

Uit het boek: “Hoop, geloof, liefde” van Godfried Danneels en andere Vlamingen. Enkele getuigenissen:

Liefde is in mijn ogen iemand nemen zoals hij is. En hem zeggen ‘voor mij mag je zijn wie je bent en zo zie ik je graag. En ik hoop van jou hetzelfde’. Kun je dan spreken van eeuwige trouw? Ik denk dat het niet gaat om eeuwige trouw van ons aan God. Ik denk dat je het moet omkeren. Wie is trouw? God aan ons. Trouw is een goddelijke gesteltenis.
(Godfried Danneels)

Overal langs Vlaamse wegen kom je ook Maria tegen… En in elke kerk staat ze afgebeeld. We hebben ze nodig. Je kunt immers niet leven zonder een moeder. En daarom vind ik dat God er heel verstandig aan gedaan heeft om mens te worden uit een menselijke moeder.
Met Maria kun je spreken zoals je dat doet met je buurvrouw. Daarom gaan zoveel mensen in de kerk soms eerst langs het Mariabeeld omdat ze zeggen ‘die is van ons, daar geraken we bij’. Vaak wordt gezegd dat de vrouw in de kerk - en zeker in de katholieke kerk - niet voldoende plaats krijgt. Ik ga daarmee akkoord. Maar er is één ding dat geen enkele man in de katholieke godsdienst kan, en dat is moeder worden van Gods zoon. Kiezen tussen Maria of Jezus kan ik niet. Geef ze mij alletwee.
(Godfried Danneels)

De lach kan mensen dichter bij elkaar brengen en misschien ook wel dichter bij de kerk.
(Geert Noels)

Ik heb gehuild toen ik op Zuiderzinnen, een literatuurevenement in Antwerpen, een brief van mijn moeder voorlas naar aanleiding van het boek ‘Prinses van het Pajottenland’ dat ik over haar schreef.
(Johan Verminnen)

Wie rechtstreeks geconfronteerd wordt met lijden, put daaruit uiteindelijk de kracht om te beseffen dat het welzijn en geluk van zijn naasten belangrijker is dan het nastreven van eigen dromen.
(Piet Swerts)

Liefde kan verschillende vormen aannemen, maar heeft voor mij als belangrijkste kenmerken: respect en verantwoordelijkheid.
(Kris Peeters)

Liefde is socialisme tussen twee mensen.
(Caroline Gennez)

Liefde is op verschillende manieren mogelijk tussen verschillende mensen. De liefde voor je man of vrouw is anders dan de liefde voor je kinderen, ouders, broers/zussen, familieleden of vrienden. Wie van vele mensen kan houden, is volgens mij een gelukkig mens.
(Karel Van Eetvelt)

Onthechting (van zichzelf) is de basis van ware vrede. IJdelheid en zelfingenomenheid houden het conflict in.
(Herman Van Rompuy)

Zelfrelativering heb ik soms te veel. Nederigheid vind ik erg belangrijk. Vergevingsgezindheid is een kwaliteit die ik erg kan bewonderen bij andere mensen, maar die wel groeit bij mezelf naarmate ik ouder word. En barmhartigheid is iets wat ik heel sterk voél, maar waar ik nog te weinig naar leef soms. Ik probeer via muziek dingen voor anderen te doen, maar soms lukt me dat nog niet helemaal zoals ik het zou willen… Er wordt aan gewerkt.
(Eva De Roovere)

Een heel aanwezig, permanent besef van eigen falen en eigen onvolkomenheden brengt bij mij zeer bewust het inzicht met zich mee om telkens opnieuw mensen kansen te geven.
(Mieke Van Hecke)

Het allermoeilijkste in het gebod van de liefde is de menselijkheid zoeken in mensen die onmenselijk wrede daden hebben begaan, is vergeven wat onvergeeflijk is - of het toch lijkt.
(Mia Doornaert)

Wijsheid en geloof voor elke dag – Lucht en modder

(Uit het boek: ‘Een jaar met kardinaal Godfried Danneels’)
Op een dag vroeg een kind aan een rabbijn: ‘Wat deed God op de zevende dag?’ ‘Toen rustte hij,’ antwoordde deze. ‘En wie werkte er op de achtste en de negende dag?’ vroeg het kind weer. ‘Adam en Eva…’ Ja, onze arbeid ligt in het verlengde van het werk en de rust van de Schepper, maar is tegelijk ook een deel van het verlossingswerk. Hij past in een min of meer harmonisch geheel van betrekkingen tussen de mens en de techniek, de kosmos, de economische structuren en de machtsorganen. Arbeid heeft een hoge oorsprong, maar zit verstrengeld in de heel concrete realiteit waarmee de geschiedenis wordt geschreven. In het werk laat de mens zien dat hij tussen twee oneindigheden zit: hij heeft zijn hoofd in de lucht en zijn voeten in de modder. In de worsteling met de materie beleeft hij zijn roeping.

dinsdag 2 februari 2010

Kinderviering zondag 7 februari 2010

Week 2010-05 - Affiche Kinderonthaal 7.2.2010

Het Jaar Van Het Dorp 1978

Op 10 september 1978, in de naweeën van de fusie van gemeenten, hield Korbeek-Dijle zijn Dorpsdag.
Hierbij enkele foto’s uit de oude doos: Op één foto staan Katrien Standaert en Inge Letellier bij de boekenstand; bij de volgende foto zit Veerle Letellier bij de al of niet echte kindjes in de Week 2010-05 - Dorpsdag 1978-1

Week 2010-05 - Dorpsdag 1978-2Week 2010-05 - Dorpsdag 1978-3

antieke wiegen; en op de laatste foto is smid Albert Blockx in volle actie.

’Krachten bundelen tegen secularisatie en materialisme’

(Gelezen In Tertio Van 20 Januari 2010)
Uit een artikel van Emmanuel Van Lierde
De karmeliet Anders Arborelius is sinds 1998 bisschop van Stockholm. Hij is de enige katholieke bisschop in het overwegend protestantse Zweden. De oecumene gaat hem dan ook ter harte. Verleden week gaf hij daarover een lezing bij de karmelieten in Gent. Voor de Gebedsweek voor de eenheid van de christenen wou hij zijn visie over oecumene ook kwijt aan Tertio.
Zweden heeft slechts één rooms-katholiek bisdom met naar schatting 92.000 gelovigen. Dat is twee procent van de Zweedse bevolking en dus vormen de rooms-katholieken een minderheid, net zoals de orthodoxen, de joden en de moslims die samen goed zijn voor vier procent van de bevolking. De meerderheid, 73 procent, behoort tot de evangelisch lutherse kerk. In 2000 verloor die haar statuut van staatskerk. Sindsdien hebben alle godsdiensten dezelfde rechten en subsidieert de staat met een systeem van ‘Kirchensteuer’ [kerkbelasting, zoals in Duitsland] alle erediensten.
Het katholieke bisdom is onderverdeeld in 43 parochies. Er zijn 40 katholieke kerkjes, maar omdat de katholieken op veel plaatsen niet over een eigen kerkgebouw beschikken, wordt de eucharistie ook in 70 protestantse kerken gevierd. Het bisdom telt 163 priesters en 20 diakens. Naast 29 Zweedse priesters komen velen uit het buitenland. Zo zijn er 43 Poolse en 10 Duitse priesters. Net omdat katholieken in Zweden een minderheid vormen, diende de kerk vaak een beroep te doen op buitenlandse hulp. Toch weet de katholieke kerk in Zweden mensen aan te spreken en mag ze zich verheugen in roepingen. Momenteel zijn er zes seminaristen, bereiden zes religieuzen zich voor op het priesterschap en volgen negen kandidaten de opleiding voor het permanente diaconaat. De helft van de priesters in Zweden behoort tot een religieuze orde. Zo ook de bisschop van Stockholm, Anders Arborelius (1949). Hij trad in 1971 in bij de karmelieten en kreeg zijn filosofische en theologische opleiding in Brugge. Daardoor kent hij Nederlands en komt hij graag nog eens terug naar België.
“De meeste katholieken in Zweden zijn van buitenlandse origine en dus ligt onze eerste opdracht in het verenigen van al die nationaliteiten. Als kerk kunnen wij hun integratie bevorderen en zij kunnen op hun beurt bijdragen aan de evangelisatie van de samenleving.”
De grootste uitdaging voor alle religieuze strekkingen vormt de toenemende secularisatie die vooral de lutherse kerk treft. “We kunnen als christenen beter onze spirituele krachten bundelen, want Europa bezwijkt in snel tempo voor de secularisatie en het materialisme. We mogen de waarden van solidariteit, soberheid en aanbidding niet laten verloren gaan, al ben ik er rotsvast van overtuigd dat de persoon van Jezus Christus altijd mensen zal fascineren. Het geloof zal niet verdwijnen.”
Tot zover bisschop Anders Arborelius en Emmanuel Van Lierde.

Ongelovigen zijn welkom op het voorplein van de kerk

(Gelezen In Tertio Van 20 Januari 2010)
Uit een artikel van Ludo Van den Eynden
“Het is heel belangrijk dat mensen die zichzelf als agnostisch of atheïstisch zien met de kerk verbonden blijven.” Dat zei de paus onlangs bij zijn jaarlijkse toespraak tot de leden van de Romeinse curie.
Agnosten en atheïsten zijn, zoals randgelovigen en gewezen gelovigen, zusters en broeders van gelovigen in deze tijd. Ze zijn geen wildvreemden, komen niet van een andere planeet en ademen dezelfde lucht, waarin fijn stof van onzekerheid en twijfel beweegt.
Een agnost gelooft dat zijn verstand voldoende is uitgerust om de realiteit zoveel mogelijk te doorgronden. Tevens aanvaardt hij in eer en geweten de grenzen van zijn verstand. Dat doet hem besluiten dat hij niet weet of er een God bestaat. Er zijn sporen die mogelijk naar God verwijzen, andere die dat blijken uit te sluiten. Agnost zijn is een existentiële keuze die eerbaar is, respect verdient en best kan samengaan met een open houding. Hedendaagse gelovigen kunnen zich trouwens herkennen in agnosten. Ook voor hen is het, louter verstandelijk bekeken, niet altijd evident dat God bestaat. Toch kan dat niet-weten of dat aarzelend weten of vermoeden bij hen een springplank vormen om de sprong van het geloof naar de Bijbelse God te wagen. Atheïsten gaan een stap verder dan de agnosten, want ze zijn op grond van rationele argumenten ervan overtuigd dat God niet bestaat. Ook die existentiële keuze is verdedigbaar en verdient eerbied. Of een overtuigd atheïst de deur op een kier houdt voor ‘de onbekende God’ kan hij alleen beantwoorden.
Zijn we voor dat voorplein bij de kerk? Vast en zeker. Een open en hartelijke ruimte waarin met respect naar elkaar wordt geluisterd. We hebben elkaar broodnodig om de wereld warmer en menselijker te maken.
Tot zover Ludo Van den Eynden.

Lichtmis

Rond 2 februari vierden de Kelten het feest Imbolc, dat ‘verse melk’ betekent en verwijst naar het moment waarop de lammeren worden geboren. De frisse, geurige melk en de jonge dieren symboliseerden de zuiverheid van het levensbegin. Bij dat feest werden ook kaarsen gebruikt, waarmee het lengen van de dagen werd voorgesteld.
Opdracht van de Heer in de tempel
Precies 40 dagen na Kerstmis (op 2 februari) brachten Maria en Jozef hun pasgeboren kindje naar de tempel. Daar ontmoetten zij Simeon en Hanna. Een ontmoeting tussen jong leven en oudere mensen, met hoop voor de toekomst, geloof in het leven. Een boodschap van liefde en hartelijkheid, een licht voor deze wereld. Maar deze feestelijke ontmoeting noemen wij ook:
Maria Lichtmis
omdat Maria een grote rol gespeeld heeft in het leven van de Heer. We willen ook nadenken over de plaats van Maria in ons leven. Want als we Maria beter kennen, komen we tot een grotere verbondenheid met haar Zoon: het licht der wereld!
We vieren dit feest op zondag 7 februari 2010. We verwachten jullie om 10.00 u in de kerk van Korbeek-Dijle. Het is er knus, warm en vol licht!
Iedereen van harte welkom!!!

Veerle Letellier
Namens de KVLV-bestuursploeg

Hij is dáár!

(Uit het boek: ‘Een jaar met kardinaal Godfried Danneels’. Vandaag zijn bijdrage voor 3 februari.)
Het is belangrijk in een mensenleven om de genade te kennen dat je te midden van al je bezigheden, van de stress waarin je leeft, van de moeilijkheden en problemen, ineens beseft dat Jezus met ons onderweg is. Het is een genade die ik elke dag voor mezelf vraag en voor iedereen die God me als herder heeft toevertrouwd: nu en dan wakker worden en beseffen dat Jezus dáár is en met mij op weg gaat, dat hij midden in mijn meest profane bezigheden en mijn grootste moeilijkheden aanwezig is. En dat hij altijd daar is, nog voor ik er maar aan kan denken, of ik nu slaap of waak of verstrooid ben. We zijn zo vaak in beslag genomen door allerlei gebeurtenissen, dat we niet eens merken dat Jezus met ons op weg is. Hij en hij alleen heeft je aan elkaar gegeven, als vrienden, als man en vrouw, als ouder en kinderen. Je kunt zó bezig zijn met inspanningen leveren om je kinderen op te voeden en hun alles te geven, dat je vergeet dat je hen hebt ontvangen.
Tot zover kardinaal Danneels.