woensdag 28 november 2018

Viering 11 november in Korbeek-Dijle

Toespraak op het kerkplein:

Dames en Heren,

Op 11 november 1918 om 11 uur kwam er officieel een einde aan de Eerste Wereldoorlog. In een treinwagon in een bos bij het Franse stadje Compiègne, ongeveer tachtig kilometer ten noorden van Parijs, werd die dag om 5 uur ’s nachts het wapenstilstandsakkoord ondertekend. Voor de Fransen tekende maarschalk Foch, voor de Britten admiraal Wemyss en voor de Duitsers politicus Matthias Erzberger.

Bij Compiègne staat vandaag de dag een replica van de historische treinwagon. De originele wagon werd in de zomer van 1940 op bevel van Hitler naar Berlijn overgebracht. Kort voor het einde van de Tweede Wereldoorlog werd hij door SS’ers in brand gestoken.

Erzberger werd in augustus 1921 door leden van een extreem-rechtse groep vermoord. Zij beschouwden Erzberger als een landverrader omdat hij de wapenstilstand had ondertekend, maar ook omdat hij zich daarna als minister had ingezet voor de naleving van het Verdrag van Versailles (ondertekend op 22 juni 1919).

Wat gebeurde er in de laatste maanden voor de Duitse overgave?

Op 2 april 1917, nadat begin 1917 Duitse onderzeeërs onbeperkte aanvallen tegen Amerikaanse koopvaardijschepen hadden uitgevoerd, verklaarde het Amerikaanse Congres, op vraag van president Woodrow Wilson, de oorlog aan Duitsland. Maar Wilson wilde vooral een vredesakkoord, en zo kwam de Amerikaanse hulp slechts traag op gang.

Het definitieve keerpunt in de oorlog kwam er op 8 augustus 1918 toen maarschalk Foch bij Amiens een aanzienlijk deel heroverde van de “zak” die de Duitsers tijdens het maartoffensief hadden gevormd.

Ook deed zich de superioriteit van de westelijke mogendheden op het punt van oorlogsmateriaal gelden. De Duitsers hadden namelijk geen antwoord op de geallieerde tanks. Daarbij kwam, dat met het verstrijken van de tijd steeds talrijker troepen uit Amerika arriveerden. In juni 1918 stonden er reeds 1.200.000 Amerikaanse soldaten op Franse bodem.

Maar de voornaamste oorzaak van de Duitse ineenstorting was de binnenlandse toestand. Door de Britse blokkades op zee was de toevoer van levensmiddelen naar de Duitse havens afgesloten en de honger had geleidelijk de Duitse volksgezondheid ondermijnd. Allerwegen heersten ontberingsziekten, en tuberculose verspreidde zich onder brede lagen van de bevolking. De toestand werd nog slechter toen in de nazomer van 1918 de “Spaanse griep” uitbrak. En na de oktoberrevolutie van 1917 in Rusland begon de bolsjewistische propaganda door te werken onder de Duitse arbeidersbevolking.

Plotseling ontlaadde alle gistende onrust zich in een volksopstand naar Russisch voorbeeld. Toen op het allerlaatst van de oorlog het bevel de marinebasis in Kiel bereikte, dat de vloot moest uitvaren om een gevecht met de Engelsen uit te lokken, brak er oproer uit onder de matrozen. Enkele officieren werden vermoord. Een soldatenraad nam de macht in handen. De revolutionaire propaganda verspreidde zich snel.

Op 9 november 1918 werd keizer Wilhelm II ertoe gedwongen afstand te doen van de Duitse en de Pruisische troon voor zichzelf en zijn nakomelingen en werd de republiek uitgeroepen. De keizer vluchtte met zijn gevolg naar Nederland.

Inmiddels werden in het kamp van de westelijke mogendheden de voorwaarden voor de wapenstilstand besproken. Een Duitse commissie onder leiding van de reeds genoemde politicus Erzberger verkreeg midden onder de nog steeds voortgaande vijandelijkheden een vrijgeleide om op vijandelijk gebied het wapenstilstandsverdrag te sluiten in het bos van Compiègne. En hiermee zijn we terug bij het begin van ons verhaal.

*

* *

Van Korbeek-Dijle zijn er twee soldaten niet teruggekeerd na de oorlog: Clement Honnorez (°Korb.D. 1884) en Julius Mommaerts (°Korb.D. 1891).

Clement Honnorez was een van de 33.146 Belgische soldaten die na de val van Antwerpen op 10 oktober 1914 klem geraakt waren tussen het oprukkende Duitse leger en de Nederlandse grens en gevlucht waren naar het neutrale Nederland. De Belgen werden ontwapend in Nederland en ondergebracht in tentenkampen, o.a. in Harderwijk en in Zeist. Clement Honnorez was geïnterneerd in het kamp van Zeist.

De levensomstandigheden in Zeist waren zeer slecht. Ze hadden geen riolering, wat wel erg onhygiënische toestanden veroorzaakte, het eten was er ronduit slecht en in de kantine werden woekerprijzen gevraagd. Er was de kou in de niet verwarmde tenten, terwijl de Nederlandse bewakers wel over verwarmde slaapplaatsen konden beschikken.

De geïnterneerden werden in Zeist ook gedwongen – overigens tegen de internationale regels in – om te werken en het ongenoegen bij de Belgen groeide er uit tot opstandigheid. De bom barstte toen drie Belgische militairen gesnapt werden toen ze in burgerkleding het kamp hadden willen ontvluchten en door de Nederlandse bewakers opgesloten werden.

Hun kampgenoten eisten woedend hun vrijlating en plunderden de kantine toen ze hun zin niet kregen. De opstand escaleerde de volgende dagen en bereikte een hoogtepunt op 3 december 1914, toen het niet bij schelden bleef . Er werden stenen gegooid naar de Nederlandse bewakers, die inmiddels met geweren klaar stonden en dreigden te schieten.

De bevelvoerende luitenant gaf opdracht om met scherp te schieten op de opstandelingen. Achttien gewonden en acht doden, onder wie Clement Honnorez, vielen er bij de Belgen.

Julius Mommaerts

Werd krijgsgevangen genomen in de buurt van Namen op 23 augustus 1914 en door de Duitsers weggevoerd naar het Kriegsgefangenen Lager van Hameln in de provincie Hannover.

Op 20 december 1918 werd hij per boot gerepatrieerd. Omdat de Spaanse griep was uitgebroken op de boot moest deze een tijd in quarantaine blijven liggen voor de haven van Brest in Frankrijk. Uiteindelijk is Jules Mommaerts overleden aan de Spaanse griep in het militair hospitaal van Brest op 14 januari 1919.

Om te eindigen breng ik nog een eresaluut aan alle andere Korbeekse, Bertemse en Leefdaalse oud-strijders en slachtoffers van beide wereldoorlogen.

Week 2018-48 - 11.11.2018 Harmonie in kerkWeek 2018-48 - 11.11.2018 Op kerkpleinWeek 2018-48 - 11.11.2018 Toespraak

Diner WOS 2018

Op zondag 30 september richtte de WOS het jaarlijkse diner in ten voordele van ontwikkelings­werkers en missionarissen in de derde wereld.

Deze actie bracht de geweldige som op van 6658 €!

Deze som wordt verdeeld over zeven projecten in Congo, Kenia, Rwanda, Guatemala en Nicaragua.

De dank van de WOS-medewerkers en van de mensen in de derde wereld gaat dan ook uit

- naar u allen die mee kwamen genieten van de heerlijke maaltijd.

- naar u allen die financieel gesteund hebben door een storting.

- Naar u allen die een of meer schilderijtjes kochten.

- naar onze gastheren van Don Bosco Oud-Heverlee.

- naar de parochie van Korbeek-Dijle die materiaal uitleende.

- naar allen die hard mee gewerkt hebben.

- naar alle andere steunverleners.

En graag … tot volgend jaar op zondag 29 september 2019

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: De straat op

De liturgie is een machtig middel in de pastoraal: het werken met symbolen onder Christus’ garantie is en blijft bron en einddoel van alle kerkelijke activiteit. Maar vaak is liturgie onderwerp van heel veel klachten. Het moet toch mogelijk zijn om binnen een universeel herkenbare liturgie veel creativiteit en spontaneïteit aan de dag te leggen. Overigens, de warmte van de liturgie komt niet in de eerste plaats uit wat je doet, maar uit hoe je het doet. Klassieke teksten, liederen en gebaren gaan plotseling leven door het spreken en handelen van een diepgelovige en volksgevoelige celebrant en op de lippen van een gelovig enthousiaste gemeenschap. Liturgie moet ook ontvangen kunnen worden door de mensen en niet alleen maar goed bewaard. Daarvoor heb je wat kennis nodig van liturgie, Schrift, traditie, creativiteit en muziek. Daarnaast is er behoefte aan niet-eucharistische liturgie: waken, aanbidding, vesperdiensten, vrije bezinningen, bedevaarten, uitwisseling… Met prediking en gebed moeten we ten slotte hoognodig uit de traditionele ruimtes breken. Misschien wel de straat op? Onze prediking blijft vaak onder de maat: ze is zo weinig bijbels, horizontaal moraliserend, een late of verdwaalde echo van 1968. ‘Je hoort er zo weinig over God’, zeggen veel mensen. Een eerlijke getuigenis uit het leven van de predikant slaat altijd aan. Daarvoor moet er uiteraard eerst ervaring en religiositeit bij hem zijn, want niemand geeft wat hij niet bezit.

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)

woensdag 21 november 2018

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: De conflicten gaan ons te boven

Als we naar onszelf en om ons heen kijken, kunnen we niet anders dan vaststellen dat er overal conflicten zijn. Buiten de verzoening die ons door God wordt geschonken, zijn we totaal onverzoende wezens. Binnen in ons huisvesten we conflicten met onszelf, met God en met onze medemensen. Die conflicten hebben hun weerslag op alle niveaus van de samenleving. De wereld gaat gebukt onder sociale, politieke, ideologische en etnische conflicten. De mens zonder God (die van God niet wil weten) is onverzoenlijk. Door de oerbreuk met God is alles wat bestemd was om totaal harmonieus te zijn, totaal conflictueus geworden. De conflicten gaan ons te boven en verpletteren ons. Wij snakken ernaar ze te beheersen. Een koninklijke aspiratie. Maar de mens is van zijn troon gevallen van waarop hij over de schepping heerste. Voortaan voelt hij zich niet in staat het koningschap waartoe hij geroepen was, uit te oefenen. Het koningschap dat Christus is komen herstellen, is een koningschap bij volmacht. Het vindt zijn oorsprong in God. Er zit dus iets goddelijks in ons verlangen om als verzoende wezens door het leven te gaan. Het zou een vergissing zijn te geloven dat het allemaal uit onszelf kan komen. God brengt ons zijn koningschap binnen handbereik en laat ons erin delen.

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)

zondag 18 november 2018

Pastoor Tussen Ijse, Voer En Dijle

Inhaling

Op 22 maart 1986 overleed in zijn pastorij in Neerijse pastoor Pieter Palmaerts. In Korbeek-Dijle wou pastoor Marcel Lievens, toen 79 jaar, op rust gaan. Het aartsbisdom had in die tijd reeds problemen om alle lege plaatsen van parochiepriester op te vullen. Daarom trachtten zij de onderpastoors die er links en rechts nog waren als verantwoordelijke pastoor voor meerdere parochies tegelijk te benoemen. Marcel Struyf, 39 jaar, onderpastoor in Haacht, werd de uitverkoren man om pastoor te worden tegelijkertijd van Neerijse en van Korbeek-Dijle. Marcel kreeg onderdak in de pastorij van Neerijse en zou van daar uit ook Korbeek-Dijle bedienen.

Op zondag 12 oktober 1986 werd hij als pastoor ingehaald in Neerijse. Deken Verdée van Heverlee was er bij, evenals burgemeester Verheyden van Huldenberg en zijn schepenen en, als bezige bijen, uiteraard ook de zusters Philomena en Antonia. De mensen van Neerijse waren blij, na zoveel maanden zonder herder, opnieuw een pastoor in hun midden te hebben. De kerk was te klein om alle opgekomen parochianen en vrienden een plaatsje te bieden voor de eucharistieviering, waarin Marcel Struyf officieel tot pastoor van Neerijse werd aangesteld. Te klein was ook de gemeentelijke feestzaal in Neerijse waar door het gemeentebestuur van Huldenberg een receptie werd aangeboden.

Veertien dagen later, op zondag 26 oktober 1986, werd Marcel Struyf als pastoor ingehaald in Korbeek-Dijle. Om 15u werd de pastoor opgewacht aan de Kleinebroekstraat, aan de grens met Neerijse. In stoet ging het dan naar de kerk waar de aanstellingsmis plaats vond om 16u. Nadien was er een receptie, aangeboden door het gemeentebestuur van Bertem, in de Parochiale Gebouwen. De mensen van Korbeek-Dijle waren in uitbundige feeststemming. ’s Zondags voordien was het afscheid gevierd van pastoor Lievens en de smaak van het vieren had hen helemaal te pakken. Er werd veel gedronken en gedanst. Zelfs de nieuwe pastoor werd verleid tot een dansje met zijn moeder.

clip_image002

Raf De Coster, gemeentesecretaris, heeft toen herhaaldelijk bijkomende drank moeten laten aanrukken. Marcel Struyf, eenvoudig van aard, geboren en opgegroeid in het landelijke Willebringen, kon blijkbaar goed overweg met het gewone volk en genoot onmiddellijk de sympathie van de Korbekenaren.

De kerk van Korbeek-Dijle

Wat hem in Korbeek-Dijle bij zijn eerste kennismaking was opgevallen, was de lamentabele toestand van de kerk. Hij moet toen gedacht hebben: wat een erfenis! Maar, vermits hij van aanpakken weet heeft hij met grote vastberadenheid zijn schouders gezet onder het project, dat reeds lopende was, om de kerk te herstellen. Onder zijn stuwende kracht kwam alles in een stroomversnelling. Er werd een akkoord gesloten met het gemeentebestuur van Bertem: de gemeente zou de restauratie van de buitenkant van de kerk bekostigen en de parochie moest zorgen voor de binnenrestauratie. Honderden mensen hebben ertoe bijgedragen dat de binnenherstelling tot een goed einde kwam. Het is ongelooflijk hoe de bezieling van een pastoor die, in overall, zelf de leiding van de werken nam, talloze Korbekenaren – ook sommigen die zeker niet de dorpel van de kerk plat liepen – ertoe bracht lijfelijk mee te werken of een geldelijke bijdrage te storten of ze te inspireren om de nodige fondsen hier en elders bij mekaar te zoeken. Er was weinig of geen geld bij de start en, al liepen de kosten hoog op, bij de voltooiing van de binnenwerken – en hier waren de nieuwe glasramen inbegrepen - konden alle rekeningen worden betaald. De parochie heeft geen frank moeten lenen. Deze stunt van de pastoor heeft een speciale en blijvende band gecreëerd tussen hem en zijn Korbeekse parochianen. Zie foto van de pastoor in overall met lasbril en gasbrander, toen werkend aan de nieuwe centrale verwarming van de Korbeekse kerk.

clip_image004

Tijdens de werken aan de kerk hadden de misvieringen plaats in de Parochiale Gebouwen. Op paaszaterdag 25 maart 1989 werd voor de eerste maal opnieuw de mis opgedragen in de vernieuwde kerk. Wij kwamen samen om 21u in de Parochiale Gebouwen. Daar werd het vuur gewijd en in stoet werd het H.Sacrament, door fakkels begeleid, overgebracht naar de kerk, waar de plechtige paasviering werd verder gezet.

Tocht naar het Beloofde Land

De pastoor houdt van innovaties. Nadat de schilderwerken van de ondertussen gedroogde kerkmuren waren uitgevoerd – weer met parochiale mankracht – werd op zondag 30 augustus 1992, feest van Sint-Bartholomeus en Korbeekkermis, om 9.30u een openluchtmis opgedragen in het Broek, helemaal op het einde van Ormendaal. Het afgelegen Ormendaal was voordien een beetje verwaarloosd op kerkelijk gebied en kwam nu in het middelpunt van de belangstelling. Na de openluchtmis trok een vernieuwde H.Sacramentsprocessie, met alle attributen eigen aan de tocht naar het Beloofde Land, naar de gerestaureerde kerk. Er van uitgaande dat de Israëlieten toch niet helemaal zonder natte kleren door de Rode Zee zijn getrokken, mogen wij zeggen dat het realiteitsgehalte van onze processie bijzonder hoog was. Bij het vertrek van de processie vielen er een paar druppels, maar geleidelijk aan druppelde het meer en meer en tenslotte regende het pijpenstelen. Maar zonder verpinken werd de geplande tocht, met al haar haltes onderweg, volledig afgewerkt. In de namiddag was er een groot volksfeest voorzien, dat dan wel figuurlijk en letterlijk in het water is gevallen. ’s Zondags daarna, op 6 september 1992, werd de viering van de voltooiing van de restauratiewerken nog eens overgedaan in de kerk, met de gemeentelijke mandatarissen als officiële genodigden, gevolgd door een receptie in de Parochiale Gebouwen.

O.L.Vrouw-ten-Puy-kapel

Ondertussen was de pastoor ook aan ’t werk geschoten in Neerijse. Neerijse bezit naast haar tweetorige neoromaanse kerk nog een zeer mooi gebedshuis in rococostijl, de O.L.Vrouw-ten-Puy-kapel. Bij de vernieuwingswerken van de toren van deze kapel in 1992 stond pastoor Marcel Struyf weer in de frontlinie. Hij stond op een stelling om het koperwerk te solderen als plots zijn gassoldeerbout ontplofte. Dat had een ramp kunnen zijn. Maar O.L.Vrouw moet hem zeker beschermd hebben. Hij kwam er gelukkiglijk met een licht gekwetst oog van af. ’s Anderendaags stond Marcel met een lapje voor zijn geblesseerd oog weeral op de stelling. Het werk moest vooruitgaan. En als permanente mei plaatste Marcel terug een haan bovenop het kruis van de nieuwe toren.

Tien jaar pastoor

Toen Marcel Struyf tien jaar pastoor was in Neerijse en Korbeek-Dijle wilden wij dit niet onopgemerkt laten voorbijgaan. In Neerijse werd hij gevierd in de loop van oktober 1996. In Korbeek-Dijle gebeurde de herdenking op zondag 10 november: een eucharistieviering in het teken van onze dankbaarheid om 9.30 u, gevolgd door een receptie in de kerk. Op die receptie ging het er nogal vrolijk aan toe. In de mis hadden wij als evangelie het verhaal van de bruiloft van Kana gekozen, en bij het begin van de receptie hebben wij met een ingenieus apparaat uitgetest of ook de pastoor water in wijn kon veranderen. Het lukte perfect, tot groot jolijt van alle aanwezigen. Daarmee was de toon van het verdere verloop van de receptie gezet. Nog enkele grappige en lichtvoetige toespraakjes van Maria Maginelle, Steven Poels, Gilbert Vandezande en mijzelf, met de pastoor als (lijdend) voorwerp, hielden de stemming constant op peil. Een geschenk en een etentje rondden deze viering af.

Vijfentwintig jaar priester

Twee jaar later was Marcel Struyf 25 jaar priester. In Korbeek-Dijle werd dit gevierd op zondag 21 juni 1998 met een dankmis in de kerk om 10.30 u, gevolgd door een receptie. De pastoor kreeg twee mooie kazuifels cadeau en werd nog getrakteerd op een etentje.

In Neerijse werd zijn zilveren priesterjubileum gevierd op zondag 11 oktober 1998. Totaal onwetend over wat hem te wachten stond kwam de pastoor tegen 10.30 u naar de kerk om de mis op te dragen. Hij zag en voelde dat er wat gaande was: een bomvolle kerk, heel veel kinderen. Dat was hij niet gewoon. Alvorens de eucharistie te beginnen wou hij toch wat meer weten. Men heeft dan wel een tipje van de sluier moeten lichten. Het werd een viering waarin de schoolkinderen een zeer actieve rol speelden. Na de mis trok iedereen naar de gemeentezaal waar een fotocollage over het leven van de pastoor werd tentoongesteld. Enkele erkenbare attributen werden er bij geplaatst, zoals een man in overall, en, voor de verstokte roker, sigaretten en aanstekers. Maar eerst moest de tentoonstelling plechtig worden geopend. Niet met het klassieke lintjesknippen, nee, voor hun technisch aangelegde pastoor hadden de Neerijsenaren een ijzeren draad gespannen, en een kind bood hem een kniptang aan op een kussen. Hij begreep natuurlijk de zinspeling, maar gekscheerde dat de kniptang toch niet van de beste kwaliteit was. Er werd ook getoast en de pastoor werd met geschenken overladen.

Aannemer-priester

Marcel Struyf heeft zijn technische kennis en vaardige handen ook ter beschikking gesteld om verbeteringswerken uit te voeren aan de Parochiale Gebouwen in Korbeek-Dijle. En in Neerijse heeft hij ook enorm veel energie gestoken in de heraanleg van de speelplaats van de Vrije Basisschool en in de bouw van bijkomende klaslokalen.

De aannemer Marcel Struyf is echter ook een toegewijd priester die zijn missen met waardigheid en devotie opdraagt.

clip_image002[1]

Zijn indringende preken weet hij tegelijk ook eenvoudig te houden. In Neerijse heeft hij er voor gezorgd dat de processie nog jaarlijks met veel luister uitgaat op het feest van Sint-Pieter en Pauwel, met Neerijsekermis, op 29 juni of de zondag erna.

Bertem komt erbij

Op zaterdag 1 september 2001 nam pastoor Jan François met een dankmis officieel afscheid van Bertem. Marcel Struyf kreeg dan als federatiepastoor naast Neerijse en Korbeek-Dijle ook de verantwoordelijkheid over Bertem en Leefdaal. In Bertem liet hij zich onmiddellijk kennen als de pastoor-technicus. Hij verbeterde de warmwatervoorziening in de kerk en herstelde de verwarmingsinstallatie in de pastorie. Hij liet ook een hoogtewerker aanrukken om de losgekomen plafondplanken van de middenbeuk van de kerk weer veilig te kunnen bevestigen. Samen met een moedige Bertemnaar knapte hij dat werk uiteraard zelf op, want in zo’n waggelende liftbak voelt hij zich echt in zijn sas. Uiteindelijk was het grootste probleem het weer op de begane grond geraken. Maar ook dát lukte. De grote uitdaging voor Bertem blijft nu de verwezenlijking van de plannen van de parochielokalen zonder de technische bijstand van Marcel.

Leefdaal komt erbij

In Leefdaal kwamen de activiteiten van Marcel Struyf maar echt op gang na het vertrek van pastoor Michel Verbeek op 1 november 2003. Met zijn gerenommeerde capaciteiten heeft hij er, met de hulp van bereidwillige Leefdalenaren, de centrale verwarming in de kerk volledig vernieuwd. Hij heeft er ook de basis gelegd voor een Parochieploeg en voor een vernieuwde Kerkfabriek. De parochiegemeenschap van Leefdaal is Marcel dankbaar voor zijn voorbeeld van moed, nederigheid en werklust.

Met z’n allen

En met z’n allen in Neerijse, Korbeek-Dijle, Bertem en Leefdaal zeggen wij hem: Bedankt Marcel, bedankt voor alles, duizendmaal bedankt! Wij zullen je steeds blijven herinneren als een volkse priester, een veelzijdig technicus en een doordrijver die geen enkele uitdaging uit de weg ging. Wij wensen je het allerbeste.

Cyriel Letellier, met medewerking van Sien Fagot, Robert Dewals en Mieke Meeuwis namens de ganse geloofsgemeenschap van de ex-federatie Bertem

Iedereen die Marcel een warm hart toedraagt wordt vriendelijk uitgenodigd op zijn afscheidsviering op zondag 5 juni 2005:

* in de eucharistieviering, opgeluisterd door de vier

parochiale koren, om 15 u in de kerk van Korbeek-Dijle

* op de receptie, aangeboden door de gemeentebesturen van

Bertem en Huldenberg, om 16.30 u in het Parochiaal Centrum

van Leefdaal.

ENKELE SFEERBEELDEN VAN HET AFSCHEID OP 5 JUNI 2005

clip_image004[1] clip_image006

clip_image008 clip_image010

clip_image012 clip_image014

woensdag 14 november 2018

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: Hoezeer je hebt bemind

Vaak lijkt het alsof voor ons maar één zaak geldt: nog meer werken en nog meer verdienen. De productiviteit en de efficiency opvoeren. De mens en zijn inspanning, zijn kennis en vaardigheid: dat staat centraal. Maar de kerk nodigt ons uit ook eens de andere kant op te kijken. Als je lang genoeg naar een icoon van Maria en haar kind kijkt, verander je vanzelf. Dan kijk je niet hoeveel je met eigen inspanningen hebt verdiend, maar hoeveel je uit Gods hand – onverdiend – hebt gekregen. Niet hoeveel je koortsig zelf gaat presteren, maar hoeveel God ons gratis schenkt. Niet hoeveel ik volgend jaar zal doen, maar hoezeer ik zal beminnen. Op de liefde zullen we worden geoordeeld, en alleen die blijft over de dood heen. en die liefde voed je meer door met je ogen te kijken dan met je handen te bewerken. Meer door stille beschouwing dan door erop los te beuken. Daarom is het goed om lang en rustig naar Maria te kijken, de wegwijzende.

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)

woensdag 7 november 2018

Chiro Korbeek-Dijle 75 jaar

Week 2018-45 - Chiro 75 jaar0001

Wijsheid en geloof van Godfried Danneels: Kruis of dierenriem?

Paulus zegt niet dat wetenschap en techniek, het zoeken naar de geheimen van de natuur en van de mens, de geneeskunde, de communicatie uit den boze zijn. Wel dat dáár het uiteindelijke geluk van de mens niet is gelegen en dat daar de laatste raadsels over zijn wezen niet worden opgelost. Het meester worden over alles leidt tot niets als het niet gedragen wordt door een fundamentele luisterbereidheid naar wijsheid die van veel verder komt. Wat baat het ons heer te zijn over alles, als we daarbij ons kindschap Gods verliezen? Gods pedagogie om ons te verlossen verliep nu eenmaal niet in de vorm van ‘de zegetocht van de rede’ door de geschiedenis van deze wereld, maar over de dwaasheid van het kruis van zijn Zoon. Dit vraagt een hele omwenteling in ons denken, een langzaam aan leren geloven in de verborgen vruchtbaarheid van het kruis. Geloven wij in de ‘arme middelen’ waardoor God vaak het sterkst werkt? Veertig jaar lang heeft de kerk uit Midden- en Oost-Europa niets anders gehad: geen seminaries, geen boeken, geen catechese, geen organisaties en structuren, bijna geen priesters en geen geëngageerde leken. Alleen een intens geloof ‘dat bloed heeft gekost’ heeft de kerk levend gehouden. Ook bij ons is er geen andere weg: niet de macht van de kerk, haar prestige, haar middelen in geld of personeel, haar public relations of haar aanzien kunnen haar redden, alleen een diepe bekering tot meer geloof in de Gekruisigde.

Uit het boek: Een jaar met kardinaal Godfried Danneels (uitgegeven in 2009)