woensdag 27 januari 2010

Don Bosco Vlaanderen

(Gelezen In Don Bosco Vlaanderen Van Jan.Febr.2010)
Johan Vanpée is een jonge salesiaan van Don Bosco, diensthoofd van de Universitaie Parochie in Leuven. Hij is de zoon van een vriend-jaargenoot van mij tijdens mijn studies aan de KU-Leuven.
Welke is de visie van Johan op onze tijd?
“Mensen zijn op zoek naar zingeving, maar vinden die niet in de Kerk. Velen zoeken er zelfs niet meer. Een teken aan de wand. Soms denk ik dat we, als Kerk, te veel de waarheid in pacht hebben, dat we het grote levensmysterie, dat we God noemen, te veel hebben gedefinieerd en ingeblikt in menselijke woorden en begrippen. Of dat we althans die indruk geven. ‘Geloven’ wordt dan ‘het onderschrijven van enkele religieuze beweringen’ en daar wordt je niet onmiddellijk warm van. Wij [salesianen] stellen ons graag op als een ‘collega-zoeker’, die leert, eerder dan als iemand die weet.”
Ter voorbereiding van zijn feest op 31 januari bidden de vereerders van Don Bosco volgend noveengebed:
Heer God, het is een wonder van uw goedheid
dat Gij mensen wilt nodig hebben
om uw heil voor deze wereld te voltooien.
Zo hebt Gij Jan Bosco geroepen
en hem begeleid op de weg die de Uwe was.
Levend vanuit zijn liefde voor de jeugd
werd hij een teken en aanreiker
van uw liefde voor elke mens.
Ook vandaag nog nodigt Gij ons uit
om in zijn spoor te treden.
Daarom durven wij U bidden, God:
vorm ons tot gezinnen en gemeenschappen
waarin jongeren tot oprecht bewogen burgers
en eerlijke, echte christenen kunnen opgroeien.
Maak onszelf tot dienstbare, gegeven mensen
die beschikbaar zijn voor wie in nood verkeren.
En moge Jan Bosco voor ons allen een aansporing en uitdaging blijven
om zijn evangelische levenswijze
tot de onze te maken
door Christus Jezus, onze Heer.

Spreekwoorden

Wie zich de moeite getroost om zich te bukken, staat niet met lege handen weer recht. (Afrikaans spreekwoord)

God kon niet overal zijn, daarom heeft Hij moeders gemaakt. (Anoniem)

Een vogel die stilzit, weet niet waar de fruitbomen staan. (Burundees spreekwoord)

Kleine riviertjes doen de grote stroom zwellen. (Congolees spreekwoord)

Klein Belgisch Woordenboek van G. D’Urnay

(Gelezen In Tertio Van 13 Januari 2010)
* Afscheid: Voorwaarde om een comeback te maken.
* Bodyscanner: Opgelet voor privacy! Bloot mag alleen op televisie.
* Kerstspel: Waar de Eurostar bleef stille staan.
* Kopenhagen: Naam voor een soort sauna: grote opwarming gevolgd door koude douche.
* Kerk en staat: Mogen samen wonen maar geen kinderen krijgen.
* Security: Vroeger een zeef, nu een passe-vite.
* Televisie: Vroeger venster op de wereld, tegenwoordig venster op de keuken.
* Enkele vragen voor interviewers:
- Bent u niet wat beledigd nu iedereen zo geestdriftig juichte bij uw vertrek uit de nationale    politiek?
- Denkt u dat het Mia Doornaert wordt of zal de nieuwe kardinaal weer een man zijn?
- Hoezo, Herman, bodyguards? Als katholiek hebt u toch een engelbewaarder.
- Is men bij Eurostar zeker dat poedersneeuw geen geheim wapen is van Osama Bin Laden?

Eeuwenoude argwaan smelt niet als sneeuw voor de zon

(Gelezen In Tertio Van 13 Januari 2010)
Jan De Volder meet de temperatuur van de joods-katholieke verhoudingen.
Het bezoek van paus Benedictus XVI aan de synagoge in Rome op zondag 17 januari kwam er na een bewogen jaar, waar de affaire-Williamson (Richard Williamson beweerde dat er geen gaskamers in de concentratiekampen waren) en de mogelijke zaligverklaring van Pius XII voor veel deining zorgden in de relaties tussen joden en katholieken. Wat zijn de vruchten van die dialoog en welke de obstakels?
“Het tafereel speelt zich af in een nazistrafkamp in Polen. Een Poolse gevangene springt over de prikkeldraad en zet het op een lopen. Een Duitse bewaker schoudert zijn geweer, maar op dat ogenblik klinkt er een donderende stem uit de hemel: ‘Stop, ongelukkige. Die man is mijn dienaar. Hij zal later nog paus worden’. De Duitse soldaat valt op de knieën en zegt: ‘Wee mij Heer. Wat moet er nu van mij geworden?’ Waarop de stem uit de hemel zegt: ‘Vrees niet mijn zoon, gij wordt zijn opvolger.”
Dit grimmige grapje, gehoord in joodse kringen kort na de verkiezing van Joseph Ratzinger tot paus, toont aan hoe hij bij zijn aantreden ook bij joden veel vooroordelen te overwinnen had. Weliswaar had ook Joannes Paulus II dat moeten doen door zijn Poolse achtergrond. En met de jarenlange discussie over de karmelkruisbeelden bij Auschwitz had ook hij zijn deel in het onbegrip en de verdachtmakingen. Maar met de tijd kon de Poolse paus, meer nog door zijn gebaren dan zijn woorden, de meeste joden van zijn oprechte bedoelingen overtuigen. Vooral zijn historische bezoek aan Israël in het voorjaar 2000, met dat ontroerende gebed aan de Klaagmuur, liet een onuitwisbare indruk in het geheugen van Israël. Onder zijn pontificaat werden bovendien diplomatieke relaties met de staat Israël aangeknoopt en begon er een proces van ‘zuivering van de herinnering’, waarin de kerk ook aan zelfkritiek deed voor tekortkomingen van katholieken, met name over hun houding tegenover de jodenvervolgingen tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Benedictus XVI, alias Joseph Ratzinger, geniet nog niet hetzelfde krediet als zijn voorganger. Dat heeft niet zozeer te maken met zijn afkomst uit het Beiers-Oostenrijkse hartland van het nazisme, en zelfs niet met de korte periode die hij als jongeling bij de Hitlerjeugd en bij de Wehrmacht werd ingelijfd. “Niemand verdenkt deze paus of de huidige kerkleiding van antisemitisme”, zegt Michael Freilich, hoofdredacteur van het maandblad Joods Actueel. “Wat ons wel zorgen baart, is dat deze paus een traditioneel katholicisme voorstaat. Dat is zijn goed recht, dat is een zaak die alleen katholieken aangaat. Maar het traditionele katholicisme had wel een duidelijke antisemitische component. Dat mag niet worden vergeten.”
Tot zover Jan De Volder.

Een Klavertje Vol Geluk

Week 2010-04 - Startviering 1e Communie 2010 005 Week 2010-04 - Startviering 1e Communie 2010 006 Week 2010-04 - Startviering 1e Communie 2010 007 Week 2010-04 - Startviering 1e Communie 2010 008 Week 2010-04 -Startviering 1e Communie 2010 023

Op zondag 10 januari 2010 was er in Korbeek-Dijle de startviering van de eerstecommunicantjes. Luka, Merel, Sam en Sophie vormden samen een klavertje-vier en ook elk apart een klavertje vol geluk. Op het einde van de viering sprak begeleidster Inge volgende wensen uit:
Ik wens je klavertjes 4 langs de weg.
Ik wens je aandacht en open ogen voor alles wat je zal bemerken.
Ik wens je zon en regen, een besneeuwde weg, een groene graskant en een wei vol klavertjse 4.
En in de bomen, vogels die een lied zingen voor jou.
Ik wens je lieve mensen op je weg die luisteren en praten en die, wie weet, met jou een eindje meewandelen.
Ik wens je vriendschap langs je weg en dat je hart zich opent voor ’t geschenk van elke dag.
Ik wens dat je handen naar de kansen van geluk en vreugde grijpen die naast je en rondom jou zo talrijk verspreid liggen.
Ik wens je een klavertje 4 vol geluk.
En ik wens dat je dat klavertje meedraagt en het vasthoudt om elke dag blij tegemoet te gaan.
C.L.

Wijsheid en geloof voor elke dag

Uit het boek: ‘Een jaar met kardinaal Godfried Danneels’. Vandaag zijn bijdrage voor 25 januari.
De crisis van de trouw
Naar trouwe mensen kijkt men vandaag nog amper met bewondering op. Hoogstens verwondert men zich erover. Of men heeft gewoon medelijden. In zo’n crisis van de trouw scheurt het weefsel van de samenleving: het is versleten. De stevigheid van de bindingen is weg. In de geschiedenis van de mensheid ging de trouw gepaard met diepmenselijke dramatiek - Jefta*, Antigone** - die proclameerde: een gegeven woord wordt nooit gebroken. Onze tijd kent deze dramatiek niet meer. Ontrouw maakt een samenleving grondig depressief, omdat ze de hoop heeft gedood. Bovendien zet ontrouw zich voort als een heksenkring op een herfstmorgen in het woud. Willen we uit dit dal komen, dan zullen we de natuurlijke deugd van de trouw terug moeten vinden. De christelijke trouw is immers Gods karaktertrek: Hij is een getrouwe God.
Tot zover kardinaal Danneels.
* Jefta was een rechter van Israël en aanvoerder bij de oorlog tegen de Ammonieten. Voor hij de beslissende slag aanging, beloofde hij plechtig dat, als hij zou winnen, hij aan de Heer zou offeren ‘wie of wat me ook maar uit mijn huis tegemoet komt’.
Na de Ammonieten verdreven te hebben, keerde Jefta triomferend terug. Tot zijn afschuw was de eerste die hem kwam begroeten zijn dochter, zijn enige kind, dansend op het geluid van de tamboerijn. Jefta scheurde zijn kleren en huilde van verdriet; maar zelfs zijn dochter erkende dat zijn heilige eed niet geschonden mocht worden. Op haar verzoek liet hij haar voor twee maanden gaan. Met haar vriendinnen ging zij de bergen in en treurde daar, omdat ze nooit iemands vrouw zou zijn. Na haar terugkeer werd het offer gebracht. Door deze tragische gebeurtenis ontstond de gewoonte dat de jonge vrouwen ieder jaar vier dagen weggaan om te rouwen om Jefta’s dochter.
** De Griekse tragediedichter Sophocles verhaalt dat Antigone, dochter van de in ballingschap overleden Thebaanse koning Oedipus, die zij in ballingschap was gevolgd, na diens dood naar Thebe terugkeerde en het verbod van de Thebaanse heerser Creon overtrad om haar gesneuvelde broeder Polynices te begraven. Zij was bereid zelfs ten koste van haar leven haar plicht te doen tegenover de dode en het gebod der goden te vervullen, dat zij hoger achtte dan de wetten der mensen. Op Creons bevel werd Antigone in een rotsgraf ingesloten, waar zij zich het leven benam.

dinsdag 19 januari 2010

Vraaggesprek met Herman Van Rompuy

(Gelezen In Tertio Van 6 Januari 2010)
Uit een vraaggesprek van Jan De Volder en Peter Vande Vyvere met Herman Van Rompuy, voorzitter van de Europese Raad
Volgens het Verdrag van Lissabon gaat de Europese Unie een open en transparante dialoog met kerken en religies onderhouden. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
“Dat moeten we nog bekijken. Wellicht is dat een taak voor de Commissie, meer dan voor mijn diensten. Tegen die dialoog tekende ons land destijds als enige verzet aan. Dat was tekenend voor de paarse periode.”
En dat versterkte het imago van België als meest seculiere land van Europa …
“We waren dat misschien. Maar ik zie dat een ‘paars’ voorstel - zoals dat om de scheiding kerk en staat nog strikter te maken - vandaag geen kans meer maakt. Enkele jaren geleden zou dat nog ernstig zijn genomen. Als ik naar de feiten kijk, is de verhouding tussen kerk en staat de laatste jaren niet ingrijpend gewijzigd: erkende godsdiensten en hun personeel worden nog steeds door de staat betaald, kardinaal en nuntius staan nog altijd vooraan in het protocol. Niet dat ik dat laatste zo essentieel vind, een dienende kerk zou daar ook vrijwillig afstand van kunnen doen. Maar er is een zekere traditie , en tradities hebben waarde op zich.
Wel zijn de laatste jaren ethische wetten gestemd die indruisen tegen de moraal van de kerk. Maar mijn indruk is dat de meeste christenen het daar niet zo moeilijk mee hebben.”
De komst van enkele miljoenen moslims in Europa gaf het debat over de verhouding tussen kerk en staat een andere dimensie. Europa hinkt op twee gedachten: enerzijds die om elke religieuze uiting in de publieke ruimte te bannen, zoals het verbod op opzichtige religieuze tekenen in Frankrijk; en anderzijds die uitingen die vooral de islam aan banden willen leggen, zoals het recente minarettenverbod in Zwitserland. Wat is wijsheid?
“Die heb ik zeker niet in pacht. Er is in Europa een verlangen naar identiteit merkbaar. Positieve identiteit betekent: ik spreek een bepaalde taal, woon in een bepaalde streek, heb een bepaalde cultuur en ben daar trots op. Daar is niets mis mee. Dat behoort tot het mens-zijn. Je kunt je niet openstellen voor anderen als je zelf geen erkenning, respect en liefde krijgt.
Er is ook een negatieve identiteit: die heeft een vijand nodig, om zich beter te voelen. Dan zie je René Girards zondebokmechanisme in werking. Dat heeft in de Europese geschiedenis al voor onvoorstelbare tragiek gezorgd. Wat het Zwitserse referendum betreft: ik ben niet zeker dat het resultaat vooral werd ingegeven door een terecht respect voor de eigen christelijke traditie. Het kan ook om vijanddenken en verwerpelijke xenofobie en racisme gaan.”
Wat met het bannen van alle religieuze symbolen in de samenleving?
“Ik las destijds het rapport van Bernard Stasi dat aanleiding gaf tot dat verbod in Frankrijk. Een evenwichtige tekst, die de nadruk legt op de neutraliteit van wie een publieke functie uitoefent. Op zich kan ik daar achter staan, al moet je wel goed oppassen dat je in naam van de neutraliteit niet iets gaat aanwakkeren dat je eigenlijk bestrijdt. Dat er geen boerka’s mogen achter een loket, lijkt me evident. Maar ook geen hoofddoek? Er zijn argumenten voor beide, en zoals veel mensen weet ik het ook niet altijd zo goed. Maar een zekere neutraliteit op zijn Frans vind ik wel getuigen van gezond verstand.”
Uzelf kreeg de Turkse pers over u heen omdat u zou gezegd hebben dat “Europa christelijk is en dat er geen plaats is voor Turkije”. Hoe denkt u er nu over?
“Ik heb dat laten nakijken en schijn inderdaad iets dergelijks gezegd te hebben. De context daarvan weet ik niet meer zo goed. De Europese regeringsleiders hebben mij daar na mijn aanstelling over ondervraagd. Mijn standpunt is duidelijk: De Europese Unie heeft zich geëngageerd voor onderhandelingen met Turkije over toetreding. Dat is sowieso een langlopend proces, waarvan de uitkomst niet op voorhand vaststaat. Mijn persoonlijke mening doet er in deze niet toe. Ik zal het standpunt dat de Raad hierover inneemt, verdedigen. Zo simpel is dat.”
In Knack stelde uw zoon Peter dat in de christelijke levensovertuiging van zijn vader iets van het boeddhisme is geslopen. Wat is daarvan aan?
Misschien doelt hij op die ingebouwde eigenschap van relativering en overgave. Dat is gaandeweg een deel van mezelf geworden. Maar ik zou nooit een boeddhist kunnen zijn. Er is een fundamentele tegenstelling tussen het christendom en het boeddhisme. Die laatste religie verwacht alle heil van het doden van het ik met zijn verlangens en passies. Dat zit niet in het christendom, dat een grote waarde hecht aan het individu: ‘Bemin je naaste als jezelf’. Dat gevoel van eigenwaarde komt door het besef dat we allemaal kind van God zijn. Het boeddhisme streeft naar de oplossing van het ik in het niets. Dat is niet de voltooiing die het christendom zich voorstelt. Er zijn natuurlijk gelijkenissen, zoals het monnikendom. Maar in het christendom heeft het monnikendom een veel sacraler karakter. Er gaat niets boven het gregoriaans en de koorzang van trappisten of benedictijnen.”
C.L.

Hoe ziet de toekomst van de kerk er uit?

(Conferentie van mgr. Jozef De Kesel in Boechout)
De Sint-Stefanuskapel van Boechout was eind september te klein voor de conferentie die mgr. De Kesel, hulpbisschop van Mechelen-Brussel hield over “Geloof, Kerk en moderne cultuur”. De bisschop probeerde een antwoord te bieden op de vraag “waarheen met het geloof, met de kerk én met Wereld-Missiehulp in onze geseculariseerde, ontwijde samenleving?”
“Wat de media ook uitbazuinen, de kerken lopen niet leeg”, aldus de bisschop. “Als ze zouden leeglopen, hadden ze al lang leeg moeten zijn. Het is wel zo dat kerk en samenleving in een fundamenteel veranderingsproces beland zijn, zoals in de loop van de geschiedenis vele veranderingsprocessen zijn gepasseerd. De kerk in de Oudheid was ook niet de kerk van de Middeleeuwen. Maar het huidige veranderingsproces is fundamenteler dan de vorige. Het is niet zo dat de kerk zich niet zou aangepast hebben aan de moderne cultuur. Het is de moderne cultuur die zich heeft losgerukt van God en religie. De hedendaagse cultuur is niet langer doordrongen van een godsbesef. Kunst en onderwijs bijvoorbeeld waren vroeger vanzelfsprekend religieuze kunst en onderwijs. In de moderne cultuur is de mens het enige referentiepunt.”
Zal in onze Westerse cultuur het christendom dan volledig verdwijnen, zoals er bijvoorbeeld niets meer overblijft van de bloeiende christelijke gemeenschappen in Noord-Afrika (Carthago), eens een bakermat van het christendom? “De huidige crisis mogen we niet minimaliseren”, zegt mgr. De Kesel. “Anderzijds moeten we evenmin dramatiseren. De mens is fundamenteel religieus. Atheïstische regimes noch de wetenschap hebben de vorige eeuw de godsdiensten kunnen uitroeien. Integendeel, hun project is totaal mislukt. Als een cultuur een ziel wil hebben, wat kan dit beter geven dan de religie? Wat de toekomst brengt, weet ik niet. Maar we hebben vertrouwen, want de geloofsschat die we meedragen, is te kostbaar voor de samenleving. Ofwel wordt het christendom weer een bredere beweging, ofwel wordt het een significante minderheid en ontstaan overal bloeiende en open christelijke gemeenschappen. Deze kan je vergelijken met de joodse gemeenschappen in de Oudheid. Overal, in alle steden in het Midden-Oosten, maar ook in Rome en andere steden van het Romeinse Rijk, trof men ze aan in en rond synagogen als significante minderheden die wat betekenden voor de hele samenleving. Christenen dienen daarom zichzelf te blijven - hun eigen identiteit bewaren! - maar tegelijkertijd wat bescheidener worden en mensen van buiten de eigen kring waarderen. Dat het goede gebeurt is belangrijker dan de vraag of iemand tot onze eigen kring behoort.”
(Uit LICHTER, het driemaandelijks tijdschrift van WERELD-MISSIEHULP, van okt.nov.dec.2009)
C.L.

Wijsheid en geloof voor elke dag

Uit het boek: ‘Een jaar met kardinaal Godfried Danneels’. Vandaag zijn bijdrage voor 20 januari.
Ons netvlies is losgeraakt
Het lijkt erop dat het netvlies van ons oog is losgeraakt. Of er is een blind punt, waardoor we vele dingen niet meer zien. Wie niet verder kijkt dan naar wat onmiddellijk zichtbaar is, verminkt de werkelijkheid. Dat is een typische houding van de moderne tijd. Alleen het uiterlijke telt. Onze tijd is zo handig en competent in techniek, in wetenschap, in empirische benaderingen en in verificatie, maar vaak gebeurt dat ten nadele van het gevoel voor diepte en mystiek, van aandacht voor het mysterie van de dingen. We maken wel een terugkeer mee naar deze verloren dimensie, maar het is niet zozeer de christelijke openbaring die de geesten boeit, als wel astrologie, transcendentale technieken, alternatieve geneeskunde, parapsychologie. Het netvlies dat weer is losgeraakt, moeten we geleidelijk aan weer hechten en herstellen. We moeten het mysterie prediken, aandacht vragen voor het niet-empirische en voor het bovennatuurlijke. Dit werken met een laserstraal om het oog opnieuw te wennen aan het mysterie van God, bestaat niet in het houden van moraliserende en sociologiserende preken: het kan alleen als we de Openbaring, het goede nieuws, de Christus zelf, aanbrengen.
Tot zover kardinaal Danneels.

Afrikaanse Spreekwoorden

De zon verbrandt de ruggen, honger de buiken.

Dialoog leidt tot begrip: een gezin wordt sterker door met elkaar te praten.

dinsdag 12 januari 2010

Afrikaanse Spreekwoorden

Gelijkheid is niet aangenaam, superioriteit is nog lastiger.

Ik heb niets, maar ik kan toch springen, zei de kikker.

Het Paleis

Volgens de Handelingen van Thomas, een boek van rond 225 na Christus en ontstaan in het Syrische milieu, werd de apostel Thomas als slaaf naar India verkocht. Hij kwam in dienst van koning Gundaforus. Deze droeg aan Thomas, die timmerman en metselaar was, op voor hem een paleis te bouwen.
Thomas nam de opdracht aan en maakte een ontwerp waarmee de koning zeer ingenomen was. Hij stelde aan Thomas een grote som geld ter beschikking voor de bouw van het paleis. Wat deed Thomas? Hij deelde het geld dat hij ontvangen had uit aan de armen. Zo bouwde hij voor de koning een paleis, niet op aarde, maar in de hemel.
Toen de koning hoorde wat er gebeurd was, werd hij eerst razend en besloot hij Thomas te doden. Maar op wonderlijke wijze kreeg de koning een visioen en zag hij het paleis in de hemel. Gundaforus liet zich samen met zijn broer Gad dopen en begon het voorbeeld van Thomas na te volgen door zijn bezittingen aan hulpbehoevenden uit te delen.
Dit oude verhaal spreekt voor zich en ik hoef u de moraal ervan niet uit te leggen. Het India van de 21ste eeuw verschilt niet zo heel veel van het India van de 3de eeuw. Voor heel veel mensen is het nog steeds armoe troef. Het aantal mensen dat in de paleizen van de welvaart woont is klein. Broederlijk en zusterlijk delen is vaak ver te zoeken.
Ik wens u voor het nieuwe jaar iets van de geest van Thomas toe. Hij was een trouwe leerling van Jezus, die, hoewel Hij rijk was, voor ons arm is geworden.
(Dr. P.P.B. Al.o.praem., abt van Berne)(Uit LICHTER van okt.nov.dec.2009, het driemaandelijks tijdschrift van WERELDMISSIEHULP)
C.L.

Geloof

Uit het boek: “Hoop, geloof, liefde” van Godfried Danneels en andere Vlamingen. Enkele getuigenissen:

God kunnen we niet zien. De hemel en de engelen en de heiligen kunnen we niet zien. Wat doen we dan? We gaan op onze tenen staan, en we maken iets dat buiten proportie is, dat mooier is dan het dagelijkse leven. Kunst is het enige wat we hebben om boven onszelf uit te stijgen. En kunst verstaat iedereen. Als je God met de schoonheid bereikt, dan gaat het veel makkelijker.
(Godfried Danneels)

Het concept van een almachtige God leidt ook tot een totale impasse in het licht van het lijden en kwaad in de wereld dat God toelaat. Alle ellende wordt dagelijks op de televisie uitgesmeerd en daardoor wordt de paradox van lijden en kwaad wellicht de meest pijnlijke voor de traditionele gelovige. Hier ligt de diepste oorzaak van de geloofscrisis. Het is daarom belangrijk het concept van een almachtige God te vervangen door dat van een oneindig liefdevolle, herscheppende God die de mens aantrekt tot beterschap.
(Mark Eyskens)

Ik geloof dat onvoorwaardelijk geloven het leven van een mens rijker en zinvoller, maar ook aangenamer maakt. Geloof is de basis voor zingeving en zingeving is iets wat iedere mens op zijn of haar manier nestreeft.
(Karel Van Eetvelt)

Wij hebben behoefte aan een eigentijdse definitie van God. Wellicht niet een God in de derde persoon, maar een God die we binnen onszelf vinden.
(André Bergen)

De vraag is: wil je een geloof dat God dient of zich van God ‘bedient’. Meer en meer gaat het de tweede richting uit: geloof als therapie.
(Michel D’Hooghe)

God heeft ons de vrije wil gegeven, dat wil zeggen ook de mogelijkheid om ons af te keren van Hem. En Hij heeft ons de rede gegeven, dat wil zeggen de twijfel, ook aan Hem.
(Mia Doornaert)

Ik ga soms naar de kerk, meestal wanneer er niemand is, om te verdrinken in de heilige stilte.
(Piet Swerts)

Van de 45 minuten kerkdienst zou de helft moeten gespendeerd worden aan interactiviteit en geloofsbelijdenis.
(Dixie Dansercoer)

Religie is een eerder poëtische manier van weten en ervaren.
(Caroline Gennez)

Je mag kerkelijkheid niet verwarren met gelovigheid.
(Marianne Thyssen)

Wijsheid en geloof voor elke dag

Uit het boek: ‘Een jaar met kardinaal Godfried Danneels’. Vandaag zijn bijdrage voor 13 januari.
Waarheid spreken
Merleau-Ponty, een Franse schrijver, zei eens: ‘Katholieken kun je niet vertrouwen. Het zijn slechte revolutionairen, want als je goed bezig bent met de revolutie, zeggen ze: “Iemand doodschieten, dat kan niet.” Maar het zijn al even slechte conservatieven, want op een bepaald ogenblik beweren ze toch: “Dit kan niet langer. Hier moet iets veranderen.”’ Inderdaad, zo zijn we, en dat mogen de mensen van ons weten: we zijn revolutionair, maar niet met alle middelen, en we houden van tradities en waarden, maar niet van bevriezing. Als christenen in een pluralistisch milieu moeten we in de eerste plaats de waarheid spreken. Uit respect voor anderen zijn we maar al te vlug bereid ons geloof in de doofpot te stoppen. Maar eigenlijk zijn niet- of anders gelovigen het meest verontwaardigd over katholieken die niet zéggen dat ze katholiek zijn, of die doen alsof ze het níet zijn. Er is niets zo onaanvaardbaar als het verbergen van je identiteit. Het getuigt van elementaire eerbied voor je gesprekspartner als je eerlijk zegt: ik ben gelovig. Het hangt wel af van de manier waarop je je uitdrukt. Door triomfantelijk te doen of door de indruk te wekken dat je door je geloof méér bent, verneder je de ander en is een authentieke relatie niet mogelijk.
Tot zover kardinaal Danneels.
C.L.

zondag 10 januari 2010

Op Weg Naar De Koning Met Kleine Beer

Op kerstavond om 21.00 u was er in Korbeek-Dijle een druk bijgewoonde gezinsviering met als rode draad een kerstverhaal waarin kleine beer naar de Koning trok en onderweg geschenken meekreeg van de slang, de ekster en de pauw. We baden ook samen een mooie geloofsbelijdenis:

Geloven is als een ster in de donkere nacht.
Een licht aan de hemel.
Gods liefde die bij Hem begint.
Het daalt neer vanuit die hemel naar ons.

Geloven is als een ster in ons hart.
Een licht dat we laten schijnen naar de mensen rondom ons.
Gods liefde die we uitdragen naar anderen.

Geloven is als een ster die schittert in onze ogen.
Een licht dat brandt om mensen uit de duisternis te halen.
Gods liefde waarmee we in deze kerstnacht de vrede uitdragen en de vreugde verkondigen zonder weerstand.

Daarna werden de pakjes geopend voor de Koning.
De poes, het lieveheerbeestje, de hond, de slang, het schaap en de beer sloten de viering af met de voorbeden.

Week 2010-01 - Kerstmis 2009 001 Week 2010-01 - Kerstmis 2009 004 Week 2010-01 - Kerstmis 2009 005

Landelijke Gilden - Seniorenwerking

LANDELIJKE GILDEN - SENIORENWERKING
GEWEST HULDENBERG
Donderdag 21 januari 2010 om 12.30 u
in de Gemeentezaal te Loonbeek
FEESTVERGADERING
Uitgebreide feestmaaltijd
(Aperitief - Soep - Hoofdgerecht - Dessert)
en gezellig en ontspannend optreden van Frans
Alle leden zijn van harte welkom, samen met hun partner,
en kunnen genieten van de voordeelprijs van 20 euro per persoon.
Inschrijven is mogelijk door storting op rekeningnummer 734-3390380-45
met vermelding van naam en ‘21-01-2010’ of via de plaatselijke verantwoordelijke.
De inschrijvingen worden definitief afgesloten op woensdag 13 januari 2010.

“Wat ergert u in deze kerstdagen?”

(Gelezen In Tertio Van 23 December 2009)
“Wat ergert u in deze kerstdagen?”, vraag gesteld aan Mia Doornaert, oud-jounaliste en onafhankelijk expert op het kabinet van de premier. Haar antwoord:
“Wat mij ergert, is dat ik nog nauwelijks een kerstkaart krijg waarop iemand ‘zalig kerstfeest’ durft te wensen. Het gaat van ‘prettig eindejaar’ tot ‘happy holidays’. Ik begrijp niet waarom christenen zich zo schamen om het specifieke van het kerstfeest te onderlijnen. En ja, Kerstmis wordt ook heel erg commercieel, waarbij men niet eens naar de essentie durft te verwijzen.”
‘Zalig’ in de religieuze betekenis van het woord, wil zeggen: ‘het eeuwig heil deelachtig’, ‘zalig worden’ = ‘gered worden van het eeuwige verderf, zijn ziel redden’ (van Dale).
C.L.

‘Coole’ Kerstmijmering

Dit artikel is van de hand van Jan Laurys en werd overgenomen uit VISIE van 18 december 2009.
Men kan er niet onderuit. Macho blijft in. Wie niet sterk is of zich niet sterk toont, is een loser, een softie. Sterk, snel, stoer, knap, handig, hard, cool, dat zijn de adjectieven die men zich graag toe-eigent. En dat geldt voor alle domeinen van het maatschappelijk leven. Soms is het wat speels: kledij bijvoorbeeld, zeker in de jongerencultuur. Het wordt wat moeilijker als het gaat om het aanvaarden van gezag. Men laat zich zomaar niets meer zeggen: “wat denkt die wel?” Het loopt verkeerd als we de gevallen van burentwisten zien oplopen en zelfs intra-familiaal geweld. Het uit zich ook in het toenemend aantal gevallen van verkeersagressie. Het individu is ontvoogd en mondig geworden. Hoorde ik Freek De Jonghe enkel weken geleden niet zeggen: “men heeft de mensen ontvoogd en mondig gemaakt, maar het zijn diezelfde mensen die ons nu toeroepen dat we onze mond moeten houden.” Ik weet het, ’t is op het randje, maar toch.
Ook de politiek is een macho wereldje. Stoere uitspraken en harde standpunten staan goed en getuigen van een duidelijke visie en beginselvastheid. Toegeven is verliezen, een prijs betalen is verraad. Beloftes niet volledig waarmaken omwille van de gekende compromissen is bedriegen.
Probleem is wel dat wanneer iedereen die richting uitgaat, het uiteindelijk niet meer mogelijk zal zijn beslissingen te nemen. Men komt diametraal tegenover elkaar te staan, bruggen zijn niet meer mogelijk. En toch, beslissingen nemen is altijd wat toegeven, compromissen maken. Vertrekken met een mooi paard en eindigen met een kameel is dikwijls een noodzakelijk verhaal. En is dat zo erg?
Mildheid en barmhartigheid zijn oude christelijke deugden. Moesten we deze ook in de politiek wat meer toepassen zouden we ons heel wat tijd en energieverlies kunnen besparen en ons meer met de essentie kunnen bezighouden. Misschien wordt mild en barmhartig zijn ooit wel cool?
(Tot zover Jan Laurys)
C.L.

Nieuwe lente voor de kerk

(Artikel van Emmanuel Van Lierde in TERTIO van 23 december 2009)
In zijn 57ste brochure neemt de herder Godfried Danneels afscheid van zijn kudde. Het kleine meisje ‘hoop’ laat zich lezen als een geestelijk testament en als de samenvatting van Danneels’ oeuvre.
In zijn beeldende taal en met zijn beproefde methode gaat de kardinaal in zijn kerstbrochure weer te werk als een geneesheer die de kwalen van onze tijd analyseert en de remedie - het christendom - als heilzaam geneesmiddel aanreikt. Toch noemt Godfried Danneels zichzelf geen arts, al heeft hij het ook nu over de typische kwalen van onze tijd: de spirituele ademnood en astma van de ziel. Wel vergelijkt hij zichzelf dit keer met een weerman die het weerbericht opmaakt van de voorbije dertig jaar - de tijd waarin hij aartsbisschop was, was een tijd van wolken en schaduwen, soms wat opklaringen en zon, geregeld buien en mist - en die zich waagt aan een stukje weersvoorspelling, op gevaar af ’s anderendaags met blozende kaken te staan omdat zijn voorspelling niet klopte. In de storm waarin de kerk zich bevindt, biedt zijn voorspelling hoop: de storm zal stillen.
“Er bestaat goede hoop dat de dooi intreedt na die ‘ijstijd’ van het leven zonder God. Het geestelijke klimaat warmt op. En dit zonder ecologisch bezwaar. Het mag. Ja, er is hoop op een lente. Waarom zouden de vogels, die wij christenen toch zijn, al niet mogen zingen?” , schrijft de kardinaal. Eén zwaluw maakt de lente niet, maar de verjongingskuur van de kerk is volgens Danneels onmiskenbaar ingezet. Van jaar tot jaar neemt het aantal volwassenen-dopen toe en zijn er steeds meer ‘recommençants’ of herbeginners in het geloof. Zij bezorgen de kerk paasvreugde en hoop. Er is de blijvende vraag naar spiritualiteit en de hunker naar waarheid, goedheid en schoonheid. Het volksgeloof en de bedevaartsoorden behouden hun kracht. De kerk zet in op volwassenencatechese en geloofsverdieping. Ze hervindt haar missionair elan en biedt het geloof aan vanuit haar gastvrije gemeenschappen.
Christenen mogen hun schaamte laten vallen. “Is er één godsdienst die zoveel met de mensen en de wereld bezig is geweest? vraagt de kardinaal. “Nergens zijn zoveel scholen, ziekenhuizen, cultuurcentra gebouwd en bewegingen ontstaan vanuit het Godsgeloof als in het christendom. Maar waarom dan zo schaars mogen omspringen met het vermelden van de herkomst van al dat goed: God? Moet die K of C nu perse weg uit de titel? Christenen zelf worden soms wel erg zuinig met bronvermelding, alsof God geen auteursrechten zou hebben.” De kerk is een ‘experte en humanité’ en daar mag ze gerust wat meer mee uitpakken. “Als het over God gaat, mag het wel een beetje onbescheidener. Christenen moeten meer laten blijken vanwaar ze ‘de mosterd halen’. Zonder complexen, maar ook zonder arrogantie.” De kardinaal is in deze krachtige kerstbrochure zonder twijfel op zijn best. Een perfecte afsluiter in de reeks, al zullen we dat weerkerend herderlijk schrijven bij Kerstmis en Pasen missen.
(Tot zover Emmanuel Van Lierde)
C.L.

Kerst in Oekraïne op 7 januari

Kerstmis is terug het belangrijkste kerkelijke feest geworden in Oekraïne. In de sovjetperiode was de officiële kerstviering afgeschaft. In 1991 keerde het tij, en de bevolking keerde ogenblikkelijk terug naar de eeuwenoude kersttradities en naar aloude, niet-christelijke rituelen. Het Kerstfeest werd in zijn totaliteit zelfs uitgebreid met Sinterklaas!
Na de instorting van het sovjetcommunisme is er heel wat veranderd, zowel in positieve als in negatieve zin, vertellen de Grieks-katholieke pastor Yaroslav Tsarik, bezieler van Caritas-Brody, en zijn rechterhand Igor Datsko ons tijdens een projectbezoek in West-Oekraïne. (Ter verduidelijking: de Grieks-katholieke kerk volgt de byzantijnse ritus, maar staat wel onder het gezag van de paus. Het is een zogenaamde ‘uniaten-kerk’.) De vlucht van vooral mannen, vaders, naar het buitenland om er te gaan werken en geld te verdienen, veroorzaakt vaak een ontwrichting van het sociale en gezinsleven op het platteland. In heel het sociale gebeuren is kerstavond, “Sviaty Vechir” het belangrijkste moment. De kinderen speuren dan bij valavond het firmament af om de eerste ster die verschijnt, te ontdekken: de Bethlehemster. Dan kan begonnen worden met de feestelijke avond. Onder de kerstboom vinden de kinderen dan geschenken van Sinterklaas. Trouwens, Kerstmis zelf wordt in de Grieks-orthdoxe én de Grieks-katholieke kerk gevierd op 7 januari, volgens de Gregoriaanse kalender.(NvdR: 7 januari volgens de Gregoriaanse kalender = 25 december volgens de Juliaanse kalender; zie mijn boek “Een Geschiedenis van Korbeek-Dijle” blz.236)
Op kerstdag zelf wordt er in de kerken uitbundig gevierd tijdens lange rituelen, met onder meer een nachtmis. De misgangers, ook de kinderen, krijgen brood met wijn vermengd, met een gouden lepeltje door de celebrant toegediend.
Tijdens de “Heilige vooravond van Kerstmis” en op kerstdag zelf, verkleden de kinderen zich en dragen (veelal zelfgemaakte) maskers. Ze beelden daarmee bijbelse figuren uit en doen de ronde in de parochie, zingen kerstliederen en krijgen lekkers toegestopt. Ondertussen strooien ze graankorrels en gekleurde zaden rond.
Traditioneel is de Oekraïense kersttafel rijk gedekt, met 12 gangen, verwijzend naar de apostelen. De kutia ontbreekt nooit: het is een mengsel van gekookte tarwe, vermengd met honing, rozijnen en noten. Op de tafel worden didukhi (“grootvadertjes”) gezet, kleine graanschoven en toefjes hooi die de komende goede oogsten symboliseren. Onder de kerstboom liggen beschilderde kerstmis-eieren, of pysanki.
Op tweede kerstdag neemt de folklore echt de bovenhand. Dan worden voornamelijk op het platteland aloude gebruiken in ere gehouden. Volwassenen vermommen zich dan, dragen pelsen en vachten, zetten horens op, worden monsters. In schijngevechten gaan ze daarna de strijd aan met de overige dorpelingen, maar worden uiteindelijk verslagen. Na de overwinning van de goeden over de slechten, worden de vermommingen ritueel verbrand.
(Uit LICHTER, het driemaandelijks tijdschrift van WERELDMISSIEHULP van okt.nov.dec. 2009)
C.L.