dinsdag 19 januari 2010

Hoe ziet de toekomst van de kerk er uit?

(Conferentie van mgr. Jozef De Kesel in Boechout)
De Sint-Stefanuskapel van Boechout was eind september te klein voor de conferentie die mgr. De Kesel, hulpbisschop van Mechelen-Brussel hield over “Geloof, Kerk en moderne cultuur”. De bisschop probeerde een antwoord te bieden op de vraag “waarheen met het geloof, met de kerk én met Wereld-Missiehulp in onze geseculariseerde, ontwijde samenleving?”
“Wat de media ook uitbazuinen, de kerken lopen niet leeg”, aldus de bisschop. “Als ze zouden leeglopen, hadden ze al lang leeg moeten zijn. Het is wel zo dat kerk en samenleving in een fundamenteel veranderingsproces beland zijn, zoals in de loop van de geschiedenis vele veranderingsprocessen zijn gepasseerd. De kerk in de Oudheid was ook niet de kerk van de Middeleeuwen. Maar het huidige veranderingsproces is fundamenteler dan de vorige. Het is niet zo dat de kerk zich niet zou aangepast hebben aan de moderne cultuur. Het is de moderne cultuur die zich heeft losgerukt van God en religie. De hedendaagse cultuur is niet langer doordrongen van een godsbesef. Kunst en onderwijs bijvoorbeeld waren vroeger vanzelfsprekend religieuze kunst en onderwijs. In de moderne cultuur is de mens het enige referentiepunt.”
Zal in onze Westerse cultuur het christendom dan volledig verdwijnen, zoals er bijvoorbeeld niets meer overblijft van de bloeiende christelijke gemeenschappen in Noord-Afrika (Carthago), eens een bakermat van het christendom? “De huidige crisis mogen we niet minimaliseren”, zegt mgr. De Kesel. “Anderzijds moeten we evenmin dramatiseren. De mens is fundamenteel religieus. Atheïstische regimes noch de wetenschap hebben de vorige eeuw de godsdiensten kunnen uitroeien. Integendeel, hun project is totaal mislukt. Als een cultuur een ziel wil hebben, wat kan dit beter geven dan de religie? Wat de toekomst brengt, weet ik niet. Maar we hebben vertrouwen, want de geloofsschat die we meedragen, is te kostbaar voor de samenleving. Ofwel wordt het christendom weer een bredere beweging, ofwel wordt het een significante minderheid en ontstaan overal bloeiende en open christelijke gemeenschappen. Deze kan je vergelijken met de joodse gemeenschappen in de Oudheid. Overal, in alle steden in het Midden-Oosten, maar ook in Rome en andere steden van het Romeinse Rijk, trof men ze aan in en rond synagogen als significante minderheden die wat betekenden voor de hele samenleving. Christenen dienen daarom zichzelf te blijven - hun eigen identiteit bewaren! - maar tegelijkertijd wat bescheidener worden en mensen van buiten de eigen kring waarderen. Dat het goede gebeurt is belangrijker dan de vraag of iemand tot onze eigen kring behoort.”
(Uit LICHTER, het driemaandelijks tijdschrift van WERELD-MISSIEHULP, van okt.nov.dec.2009)
C.L.