woensdag 27 mei 2020

Gelezen in TERTIO van 13 mei 2020

1 . Wereldbijendag

Uit een artikel van Ludwig De Vocht

Sinds 2018 gaat telkens op 20 mei de internationale aandacht uit naar het belang van bijen en andere bestuivers. Wereldbijendag verdient in het huidige Internationale Jaar van de Plantengezondheid extra aandacht want bestuivers zorgen ervoor dat planten zaden krijgen en vruchten dragen. De Shakespeareaanse parafrase To bee or not to be vat het belang van bijen voor onze voedselzekerheid kernachtig samen.

Het Beloofde Land wordt in Exodus 3,8 en 3,17 “een land van melk en honing” genoemd. Het woord “honing” duikt in de Bijbel meer dan 60 maal op, maar over bijenteelt wordt met geen woord gerept. Archeologisch onderzoek heeft intussen aangetoond dat die teelt in Bijbelse tijden wel degelijk bestond en dat de bijen afkomstig waren uit het huidige Turkije.

De bloeiperiode van de bijenteelt in Vlaanderen en Brabant viel in de 16de en de 17de eeuw. Circa 30 tot 40 procent van de huishoudens in de Spaanse Nederlanden beschikte over enkele bijenkorven. Veel van onze voorvaders waren imkers in bijberoep. In de 18de eeuw kwam de bijenteelt evenwel in een crisis terecht, onder meer door de overschakeling van honing naar suiker als zoetstof.

Ambrosius (339-397) is de patroonheilige van de imkers. Een legende vertelt dat boven zijn wiegje een zwerm bijen vloog. Die druppelden honing in de mond van de baby waardoor de redevoeringen van de kerkvader “zoet als honing” zouden worden.

Bijen en hun honing waren symbolen voor welsprekendheid. Bij uitstek zijn Gods woorden en daden “zoeter dan honing” (Psalm 19,11).

2 . Terugkeer van de overheid

Uit een artikel van Frans Van Looveren, theoloog en gepensioneerd adviseur in de Kamer van Volksvertegenwoordigers

De samenleving wordt brutaal geconfronteerd met kwetsbaarheid en vergankelijkheid. We waren dat uit het oog verloren en die vergetelheid vertaalt zich nu in een harde landing.

In de coronacrisis zijn er een aantal onderhuidse verschuivingen aan de gang in onze cultuur. Er wacht ons een nieuw ”normaal”, dat noodgedwongen ernstige correcties zal aanbrengen aan onze manier van denken, leven en voelen.

Dienstmeisje van de markt

Wie trekt vandaag de grenzen? De overheid. Zij is terug. Zij is zichtbaar en voelbaar in het samenscholingsverbod, de hygiënische voorschriften, de gesloten landsgrenzen, de strenge handhaving. Als in de coronacrisis iets duidelijk is geworden, dan wel dat onze collectieve en individuele kwetsbaarheid meer bescherming vergt. Dat vraagt om een sterke(re) overheid. En dat vloekt met de ideologie die in de voorbije decennia mainstream is geworden. De overheid heeft zich “teruggetrokken”, zoals dat heet, en geeft ruimhartig vrij spel aan “de markt” om de maatschappelijke problemen op te lossen. Kortom, zij is zich gaan gedragen als het nederige dienstmeisje van de markt.

Wereldwijd werd in de voorbije jaren beknibbeld op de sociale bescherming, die steeds meer werd weggezet als een hinderlijke lastpost voor de ondernemingslust. De verzorgingsstaat was te duur en werd niet meer beschouwd als een vangnet, maar als een hangmat voor luiwammesen. En wat bleek bij de intocht van corona? Onze samenleving had nagelaten te voorzien in voldoende medisch materiaal om voorbereid te zijn op eventuele rampen. De woonzorgcentra waren niet uitgerust om crisissen aan te kunnen.

Het “marktisme” maakte al veel slachtoffers door stijgende ongelijkheid, burn-outs en depressies. Maar pas nu zien we welke gigantische puinhoop het neoliberale samenlevingsmodel heeft veroorzaakt. En het is moeilijk te geloven dat dat model de coronacrisis overleeft. Al bij de financiële crisis in 2008 beet de slang in haar eigen staart. In 2020 heeft zij zich gewurgd. En daar moeten we geen traan om laten.

Toekomstbeeld

De overheid mag niet langer de slaafse maîtresse zijn van de markt. Een sterkere overheid is nodig die ruimte laat voor de economie en ze waar nodig ook stimuleert. Tegelijkertijd moet zij evenwel de grenzen van diezelfde economie strenger bewaken in naam van het collectieve belang. Veel doortastender dan ze in de voorbije jaren deed, moet zij de sociale, medische en economische bescherming, alsook het bestrijden van de armoede ter harte nemen.

Dierenplezier



Onze grijze poes en haar drie rosse vriendinnen brengen leven in de brouwerij.

In de naam van de Vader, met Luc Van Looy: Jongeren en hun vragen

Jongeren zoeken een warm nest, vriendschap en gemeenschap.

In deze kring willen ze iets bijleren, zich spiegelen aan anderen, hun hart toevertrouwen aan het hart van mensen die hen vertrouwen. Intimiteit tegelijk met een onderdompeling in de grote samenleving, is wat ze zoeken. Ze zijn, zoals tijdens de Wereldjongerendagen, bereid om in de intimiteit van de aanbidding bij God te zitten, maar ook om mee te zingen en te dansen met de massa.

Voor volwassenen is het van belang te weten wat jongeren zoeken, elk moment opnieuw. Daarom moeten ze bij hen aanwezig zijn. Alleen wie ‘present’ is, met hart en ziel, kan het juiste woord op het juiste moment tegen de juiste persoon spreken.

Dat is een grote taak voor ouders, opvoeders, leerkrachten, schoolbestuurders en jeugdleiders.

Jongeren verlangen uitgedaagd te worden, ook op het vlak van geloof. Wie de lat te laag legt, bereikt maar kort succes. Om te stimuleren moet de lat juist iets hoger liggen dan wat een jonge mens zonder veel inspanning kan realiseren. Dit is het basisprincipe van onderwijs en wetenschappelijke opleiding, waarom zou dat dan ook niet gelden voor de geloofsverkondiging?

Jongeren zitten met vragen. Ze vinden dikwijls geen woorden om ze goed uit te drukken. Veel minder misschien nog hebben ze de vertrouwenspersonen bij wie ze zich stamelend kunnen uiten. Wie is hen nabij en stelt de juiste vragen zoals Jezus deed in zijn ontmoeting met de Samaritaanse vrouw aan de waterput? Hij werd voor haar bron van levend water.

Uit het boek: In de naam van de Vader, 365 fragmenten uit homilieën en toespraken van MGR. LUC VAN LOOY (uitgegeven door Halewijn in 2018)

woensdag 20 mei 2020

In de vrije natuur

Deze Korbeekse holle weg leidt van het Begijnhof naar het Kinderveld voorbij de Lange Wilg.

De lente straalt in de Korbeekse Ruwaal, die rechts verder leidt naar de Rooistraat onder Leefdaal en de Groebbe onder Korbeek-Dijle.


In de naam van de Vader, met Luc Van Looy: Inzet voor arm en klein

Solidariteit veronderstelt een mentaliteit die eigenbelang overstijgt. Een nabijheid bij zieken en armen, gevoeligheid voor de grote problemen van armoede en onderdrukking, leidt tot concrete bewogenheid tegenover noodlijdende mensen. Dat bevordert een geest van gelijkwaardigheid onder mensen. Solidariteit duikt ook op bij grootschalige problemen zoals rampen, onderontwikkeling, hongersnood, uitbuiting. Ze inspireert allerlei initiatieven, bevordert vrijwilligerswerk en bouwt aan een nieuwe relatie tussen persoon en maatschappij. Dat gebeurt zowel dichtbij als veraf, op grote en op kleine schaal.

Voor een christen betekent het ook bewust deelnemen aan het breken van het brood in de eucharistie. Het breken van het brood is een uitnodiging tot delen met de mens in nood. De geëngageerde christen vindt daarin de inspiratie om zich ten dienste te stellen van de mens in nood. Het lot van alle broeders en zusters wordt daarmee beschouwd als een gedeelde verantwoordelijkheid voor elke christen. Niemand wordt geroepen tot een leven van uitsluitend gebed of verkondiging, de dienst aan de evenmens in nood is een essentieel en integraal deel van het christelijk engagement.

Na een nacht van gebed, trok Jezus eropuit om de mens in zijn reële situatie te ontmoeten, te bemoedigen en te genezen. Zelfs de contemplatieve monnik en slotzuster beleeft de dienst aan de wereld op een heel intense, weliswaar eigen, manier. Spontaan dienstbetoon wordt zelfs beschouwd als een duidelijk teken van een authentieke roeping.

Uit het boek: In de naam van de Vader, 365 fragmenten uit homilieën en toespraken van MGR. LUC VAN LOOY (uitgegeven door Halewijn in 2018)

woensdag 13 mei 2020

In de naam van de Vader, met Luc Van Looy: Maria door Vlaanderen gedragen

De Kerk heeft Maria steeds veel eer bewezen. Het gelovige volk vond in haar een grote toegankelijkheid tot het diepste mysterie dat in elke mens verborgen zit. De relatie met God wordt inderdaad door Maria bemiddeld. Johannes getuigt dat zij het was die de aanzet gaf voor het eerste wonderlijke teken in Kana. De wijn die uit de waterkannen geschonken werd, was de allerbeste.

Doorheen de geschiedenis van het Vlaamse volk, en niet alleen bij ons, heeft Maria in de huiskamer haar plaats gekregen. Op de schouw staat het beeldje van Maria. Maar ook in het openbaar wilde de gelovige gemeenschap getuigenis afleggen. Maria werd in processie door de door de straten van dorpen en steden gedragen. Kapelletjes, groot en klein, werden gebouwd en aan de gevel van woningen hing men Mariabeelden in een kleine nis.

De volksdevotie rond de processies heeft heel wat kunst- en ambachtsontwikkeling meegebracht. Er werden muziekstukken voor de fanfare en Marialiederen gecomponeerd, er werden uniformen voor de groeperingen gemaakt, zonder te spreken over de prachtige gewaden voor het Mariabeeld zelf. Overal werden grotten van Lourdes gebouwd, families kwamen samen in het huis waar de processie voorbij trok en vierden het Mariafeest aan tafel. Deze traditie mag niet verloren gaan en dient, waar mogelijk, op een of andere wijze voortgezet te worden. Op Moederdag mag de ‘grote moeder’ niet in de schaduw komen te staan.

Uit het boek: In de naam van de Vader, 365 fragmenten uit homilieën en toespraken van MGR. LUC VAN LOOY (uitgegeven door Halewijn in 2018)

Bloemenweelde

Bloemen kennen geen ophokplicht of “blijf in je kot”. Dat bewijzen deze aangeplante scheefkelkjes en natuurlijke madeliefjes.


woensdag 6 mei 2020

Genieten van de natuur

Stef Van Wambeke ging wandelen in de Dode Bemde en laat ons mee genieten van de mooie Dijlevallei.



In de naam van de Vader, met Luc Van Looy: De eerste gemeenschap start rond Maria

In haar aanwezigheid in het Cenakel, wellicht ook bij het avondmaal – alhoewel het nergens gezegd wordt – maar zeker toen de leerlingen samen waren na de verrijzenis, zien we de vorming van de eerste christengemeenschap rond Maria. Waarom? Zij verwees als moeder steeds weer naar haar zoon. De leerlingen beschouwden, contempleerden, Jezus in haar.

Diezelfde leerlingen, behalve Johannes, waren allemaal weggelopen of ze hadden afstand gehouden. Maria integendeel was de weg van het kruis gegaan. Zij had veel intenser meegeleefd met wat Jezus overkomen was dan de leerlingen. Zij had ook een diepere beleving van het gebeuren van de verrijzenis. Dit alles was voorspeld bij de opdracht in de tempel en het woord van Simeon: ‘Ook door uw ziel zal een zwaard gaan’ (Lc 2,35), en was een gevolg van de gebeurtenis in Kana en haar meestappen heel de tijd met hem. Op twaalfjarige leeftijd was Jezus zoek, de ouders ondergingen lijdzaam dat Hij hun ontglipte. Onder het kruis leed ook zij onder de zweep van de Romeinse soldaten.

Na de kruisiging en de dood nam zij Jezus op in haar armen (piëta). Zij is erbij bij het bezoek van de Verrezene aan de leerlingen. Zij heeft constant deel aan het luisteren naar zijn Woord en aan het ‘delen van zijn brood’. Gevraagd over zijn moeder zegt Jezus: ‘Mijn moeder en broers zijn diegenen die het Woord horen en het beleven.’ Maria heeft heel haar leven geluisterd en ernaar geleefd.

Uit het boek: In de naam van de Vader, 365 fragmenten uit homilieën en toespraken van MGR. LUC VAN LOOY (uitgegeven door Halewijn in 2018)