woensdag 25 april 2012

De Vlaamse Gemeentenamen – deel 10

Brussel:
Samengesteld uit broek en zele en betekent: woonplaats bij het moeras. Reeds vroeg werd in de Middelnederlandse benaming -ks- geassimileerd tot s.

Halle:
Te verklaren uit Germaanse halha = bocht in of van hoogland. Halle ligt beneden op een hoek hoogland aan de samenvloeiing van de Zenne met de Grobbegracht.

Vilvoorde:
Het eerste lid is de Germaans persoonsnaam Filo. Voorde betekent: doorwaadbare plaats. Dus: Vilvoorde = doorwaadbare plaats van Filo.

Dietrich Bonhoeffer

Cursiefje van Frans De Maeseneer

Wanneer je deze naam en deze mens niet kent, dan is dat alleen maar jammer. Jammer maar helaas. Dietrich Bonhoeffer is namelijk een grote theologische meneer. Een Duitser. Een lutherse protestant. Getekend door de tweede wereldoorlog. Geen kamergeleerde. Geen droge professor. Misschien was hij veroordeeld dat ooit eens te worden? Maar… de oorlog en het Hitlerregime hebben hem gekneed en omgesmeed tot een radicale, stoute denker. Hij heeft, letterlijk door de omstandigheden gedwongen, op vele barricades gestaan. Op den duur kon hij niet meer nazeggen wat hij op school had geleerd: het leven had hem opgevorderd om een andersdenkende te worden. Letterlijk een protesteerder, een protestant. Hij heeft voor deze keuze ook de duurste prijs betaald. Hij werd opgehangen, naakt. Op 9 april 1945.

Maar eerst dit: deze zoon uit een gegoede, burgerlijke familie, was een uiterst getalenteerd mens, een geboren chef, een primus die niet superieur was, een prins, een broeder die altijd eenzaam was omdat hij méér was. Een soort godenkind, voorbestemd om ooit eens een luthers bisschop te worden of een kerkleider. Hij was tot zoveel voorbestemd. Hij is echter niets van dat alles geworden. Hij is uiteindelijk enkel maar martelaar geworden. Enkel maar?

Hij heeft, me dunkt, één waarheid geleerd: christelijk geloven valt niet altijd samen met godsdienst. Indien u het me toestaat, wil ik daar even op doorgaan. Godsdienst is hoe dan ook organisatie, instituut, systeem. Godsdienst wil hoe dan ook het geloven van mensen in goede en juiste banen leiden. Godsdienst houdt gelovigen op het rechte pad. Dat is voor de overgrote meerderheid van de christelijke stervelingen een weldaad, een houvast.

Totdat de omstandigheden ons dwingen om aan dat systeem, aan dat instituut te gaan twijfelen. Op een gegeven ogenblik biedt de godsdienst niet langer het beloofde houvast: het leven is sterker. Nood breekt wet. Trouw aan het eigen geweten breekt brave volgzaamheid.

Dat is volgens mij de betekenis van Bonhoeffer: hij had plots in levenden lijve in Duitsland de farao uit Egypte ontmoet. En hij weigerde resoluut om een dienaar te worden van dit soort grove schijnmacht. Christelijk geloof kan immers lief zijn en meegaand. Het kan ook braaf zijn en compromissen sluiten, en vele mensen terwille zijn terwille van laagdrempelig mededogen. Maar…  misschien zullen we ook eens moeten leren nee te zeggen. Ergens zijn er grenzen aan de compromissen die wij voortdurend sluiten.

Misschien, dames en heren, word ik ooit nog eens stout? Dan heb ik de boeken van Bonhoeffer niet voor niets gelezen. Deze man werd gedood omdat hij zijn waarheid niet wilde inslikken. Het laatste compromis was er teveel aan. Een groot mens toch.

De compromisvraag is voor mij een levensvraag.

Een lied in de bomen

Van alle kanten komt het licht,
met een ontwapenende vrolijkheid.
Het heeft de aarde aangestoken.

Hoog en onzichtbaar in de bomen
wordt een lied gezongen dat de ziel geneest.
Over de hoop die onontvreemdbaar wordt.
Over de liefde die met zachte kracht
de dood kan overwinnen.

Als het onooglijke zaad het nieuwe
zo veelvuldig in zich draagt,
waarom dan jij niet, lieve mens?
Jij, al geboren met dat grenzeloze
in de ogen.

Paaseieren Rapen 2012

Naar jaarlijkse traditie was het op paaszondag 8 april 2012 weer eierenraap in Korbeek-Dijle. Gevolgd door een woord- en communiedienst en een lekker paasmaaltijdje.

Week 2012-17 - Pasen 2012 02Week 2012-17 - Pasen 2012 03Week 2012-17 - Pasen 2012 04

woensdag 18 april 2012

Mijn platte land - Deel 2: Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan

(Een column van Pieter Bos uit LOKAAL, het halfmaandelijks magazine van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten van 1 mei 2009, maar nog steeds brandend actueel)

Je zou denken dat men dat het Gerustru zou noemen. Maar neen. Te veel logica mag men nu ook weer niet verwachten. Het ding wordt het Ge-Er-Es genoemd.
Elk Ge-Er-Es is natuurlijk anders, maar op een bepaalde ondoorgrondelijke manier toch ook altijd weer hetzelfde. Zo kan je er - bijvoorbeeld - een huis op bouwen dat voorziet in invulbebouwing, een techniek afgekeken van de tandheelkunde, die al eerder ervaring opdeed met kies-pijn. Invulbebouwing is er op gericht de overgebleven gaten op te vullen.
Eenmaal die klus geklaard, begint het echte werk. Het buitengebied is nu binnengebied geworden, want ingesloten door bebouwde randen. Wat vroeger uitbreiding zou zijn geweest, kan nu inbreiding worden genoemd. Of verdichting. Of allebei. Eigenlijk doet het er ook niet toe. Het belangrijkste is dat er gebouwd kan worden. Dat kan van zodra de kinderen van de landbouwer, intussen zelf tot mest weergekeerd, uit onverdeeldheid treden. Onverdeeldheid, nog zo’n woord. Een mens zou denken: als ze het eens zijn, zijn ze niet verdeeld, dus onverdeeld. Maar woorden bedriegen, ik zei het al. Eenmaal uit onverdeeldheid kan het stuk grond verkocht worden.
Daar heeft de projectontwikkelaar op gewacht. De projectontwikkelaar ontwikkelt projecten. Hij heeft zijn naam dus niet gestolen.
Al de rest wel, zeggen sommigen. Maar ik niet. Ik zit in de Gecoro. En daar zit ik samen met mensen die bovenste beste banden hebben met projectontwikkelaars: notarissen, architecten, landmeters, stedenbouwkundigen,… Laat die projectontwikkelaars maar doen, zeggen zij, die weten het zelf toch wel het best, anders waren ze al lang failliet.
Daar zit logica in, geef toe. Ik moet het ze trouwens nageven: ze gaan grondig te werk, die projectontwikkelaars. Eerst rijden ze alles plat, platter, platst. Tot er alleen nog platteland overblijft, inderdaad. En daarna slaan ze aan het ontwikkelen.
Dat heet dan plattelandsontwikkeling.
Zo zie je maar. Ruimtelijke ordening, het lijkt ingewikkelder dan het is.

‘Geloof is een verhaal van normen en waarden’

(Uit een vraaggesprek van Boudewijn Vanpeteghem met Wouter Beke)
(Gelezen In Tertio Van 4 April 2012)
De kerk moet een stem in het kapittel hebben bij de hedendaagse invulling van waarden die de politiek in dwingende normen omzet. Dat vindt CD&V-voorzitter Wouter Beke. Hij stelt dat de plaats die de kerk in de samenleving bekleedt, billijk is en dat ze die plaats moet benutten.

U citeert: “Geef aan de keizer wat aan de keizer toekomt, aan God wat aan God toekomt.” Wat bedoelt u daarmee?
“De vraag naar de verhouding tussen geloof en politiek is 2000 jaar geleden al beantwoord. Ieder heeft een eigen rol. Dat zit geworteld in onze christelijke cultuur en is een van de fundamenten van onze democratie; net zoals het principe van de subsidiariteit in de ordening van onze samenleving.”

Voor u moet elk zijn plaats kennen en hebben. Hoezo?
“Dat ‘hebben’ gaat over actief pluralisme. We zijn geen lekenstaat zoals Frankrijk. Wij erkennen verschillende godsdiensten en levensbeschouwingen, en we ondersteunen die actief omdat ze een maatschappelijke rol spelen.”

Hoe zit het met de plaats van de kerk?
“Die moet er zijn en is er ook. Het komt er voor de kerk op aan haar plaats voldoende te benutten.”

Betekent dit dat ze zich meer in het publieke debat moet moeien, bijvoorbeeld over het budget, de vluchtelingen, de armoede enzovoort?
“De kerk heeft in al die domeinen een rol te spelen omdat ze met waarden te maken hebben. Vertrekkend van die waarden kan de kerk duiding geven over de maatschappelijke betekenis en gevaren.”

De kerk als baken van waarden?
“De kerk heeft veel aan maatschappelijke invloed verloren door het pedofilieschandaal. Ze heeft vooral een rol te spelen in de macro-ethiek, bijvoorbeeld wanneer het gaat over solidariteit, zorg, het verbinden en versterken van mensen.”

U zegt: “Problematisch wordt het wanneer de politiek in de plaats van de kerk probeert te komen.” Doet de politiek dat? Zo ja, waar zit het probleem?
“Neen, ik heb niet het gevoel dat de politiek dat vandaag doet. Politiek vertaalt waarden in normen die bindend worden voor iedereen. Onze sociale zekerheid bijvoorbeeld maakt solidariteit en verantwoordelijkheid verplicht. Voor mij is het wel te eng wanneer alleen waarden tellen waarvoor normen zijn uitgewerkt. Heel wat waarden van wat al dan niet geoorloofd is, liggen niet vast in wetten en decreten. En maar goed ook. Normen volstaan niet; er is tevens een onderbouw nodig waardoor ze maatschappelijke inbedding krijgen. Overigens is het de vraag wat waarden zoals verantwoordelijkheid, solidariteit, personalisme en rentmeesterschap vandaag betekenen.”

Wat is uw antwoord op die vraag?
(denkt na) “Dat de kerk die invulling mee vorm moet kunnen geven. Onze in belangrijke mate christelijke traditie en cultuur spelen hierbij een rol en daarbij zijn parabels belangrijk zoals die van de talenten en de barmhartige Samaritaan. Waarden en normen zijn abstract; we moeten ze concreet beleven en uitdragen.”

Ik weet het niet

Ik weet het niet.
Maar het sneeuwt
kersenbloesemblaadjes in mijn tuin.
De zon gooit het
op een akkoordje met de regen.
En niets of niemand
houdt het leven tegen.

(woorden van Kris Gelaude)

Lachen

Cursiefje van Frans De Maeseneer

Op aarde is de mens het enige wezen dat lacht. Het is ons privilege. Mijn hond lacht niet. Mijn duif en mijn paard doen dat evenmin. Ze kunnen niet anders dan leven volgens hun schema. Ze gehoorzamen aan hun beperkt statuut.

Mensen zijn anders: ze kunnen lachen. Ze kunnen lachen met het onverwachte. Ze kunnen lachen met de komische wisselvalligheid der dingen. Ze kunnen lachen met zichzelf. Ze kunnen vooral lachen met hun eigen plechtigheid. Dankzij de lach zijn mensen plots groter dan hun imago, hun prestige, hun titels en hun statussymbool. Wanneer mensen lachen, geven ze eindelijk toe dat ze het kind in hun ziel nog niet hebben gedood en begraven. En dat ze zich niet schamen over hun kwetsbaarheid. De mens die lacht, geeft toe dat hij met zijn pronkerige grootspraak een verloren gevecht voert. Het gewaad en het diploma worden te hoog opgevoerd op het publieke forum. Zo sterft de mens aan zijn gewichtigheid.

Mensen die niet kunnen lachen, zijn daarom gevaarlijk. Ze eisen alle mogelijke aandacht op om verstijfd en dogmatisch de onaantastbare waarde van het leven te bepleiten. Ze weten veel maar ze genieten nooit. Ze zeggen veel maar ze luisteren nooit. Zij ex-isteren niet. Ze in-sisteren alleen maar… op hun overtuiging, op de enige ernst die volgens hun bescheiden mening de enig juiste is.

Ik heb dit soort mensen geregeld ontmoet. Ze voeren me steeds binnen in het land van de oorlog, want het zijn vechters voor ‘het grote gelijk’. Maar één vraag hebben ze nog nooit gesteld. Nooit hebben ze gevraagd hoe ik het maakte. Nooit hebben ze geluisterd naar mijn verhaal. Er is voor hen immers maar één verhaal: het strakke verhaal van hun strakke waarheid. Slaven zijn het van de ernst… die eindigt bij zichzelf.

Er zijn mensen die wel kunnen lachen. Nee, ik bedoel niet de moppentappers. Dat zijn meestal melancholische mensen die iets of veel verbergen. Het zijn mensen die beseffen dat ze het leven niet naar hun hand kunnen zetten. Mensen kunnen geen ijzer breken. Wie lacht weet waar zijn vermogen eindigt. Hij dweept niet. Hij aanvaardt… en is daar dankbaar om. En zo wordt deze mens genietbaar. Hij kent de waarheid en de waarde der dingen. Hij wordt de filosoof van zijn eigen bestaan. Hij is uiteindelijk geen heerser. Hij wordt een trouwe bedienaar van de echte vreugde van anderen. Hij heeft het leven lief. Hij dient het… en zo beheerst hij het finaal toch. Het is de ernst van de mens die weet om te gaan met zijn begrenzingen.

Nu zegt een bepaalde christelijke traditie dat er zoiets bestaat als een verrijzenislach (een risus paschalis). Dat is wel een lied in majeur op de bodem van onze ziel: de zware steen van het noodlot en van de fatale veroordeling tot droefheid is weggerold. Daarom mag de gelovige van binnen zingen. En als hij dat lied niet zingen kan, dan mag hij het fluisteren.

Er is altijd iemand die het hoort.

woensdag 11 april 2012

Provinciale wandeling KVLV

Week 2012-15 - KVLV Gewest 15.4.2012

Mijn platte land – Deel 1

(Een column van Pieter Bos uit LOKAAL, het halfmaandelijks magazine van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten van 1 mei 2009, maar nog steeds brandend actueel)

Waar komt het woord platteland vandaan? Dat heb ik me altijd afgevraagd.

Iedereen kan toch zien dat het allesbehalve plat is? Het heuvelt. Het glooit. Het plooit. Heel soms is het eerder vlak, jawel. Maar wie beter kijkt, zal zien dat schijn bedriegt. In werkelijkheid strekt het landschap zich speels uit van terp naar donk. Het dartelt van beekvallei naar vijveroever. Plat? Laat me niet lachen. Waarom denk je dat er zoveel 4x4’s rijden in dit land?

Het woord platteland heeft dan ook een heel andere oorsprong. Het komt van de manier waarop het tot stand komt. Ik kan het weten, want ik zit in de Gecoro.

De Ge-co-ro. Gewone burgers denken nog altijd dat je ze voor de gek houdt als je die naam vernoemt. Voluit is het de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening. Maar dat klinkt dan weer zo gewichtig en dat appreciëren burgers ook maar matig.

Bovendien loop je door de naam voluit te gebruiken meer risico dat degenen die er in zitten zich hun opdracht herinneren.

Nee, dan liever Gecoro. Een beetje gek en veel gezelliger. Maar terug naar het platteland en zijn ontstaansgeschiedenis. Die gaat als volgt.

Eerst heb je een landbouwer die, je weet hoe landbouwers zijn, landbouw bedrijft op zijn land. Koeien, mest, maïs, de klassieke kringloop.

Gaandeweg deelt de landbouwer zijn land uit aan zijn zonen en dochters, volgens de formule landbouwgrond - land = bouwgrond. Daarna verkoopt hij af en toe een stukje extra, volgens het ritme waarop hij vroeger een koe of een varken slachtte.

Langzaam maar zeker geraken de randen volgebouwd. Met fermettes, uit respect voor de omgeving. Met villa’s, uit belangstelling voor de omgeving. Met Spaanse haciënda’s, om eens iets anders te hebben. Met bunkerachtige blokkendozen, uit respect voor niets of niemand. Kortom, randgevallen allemaal. Ieder kruisje verdient zijn huisje, zeg maar.

Na verloop van tijd wordt het lint van bebouwing officieel erkend als lintbebouwing. Dan is het moment gekomen voor het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan.

Gelezen In Tertio Van 28 Maart 2012

Van de negentig miljoen toeristen die Frankrijk jaarlijks aandoen, heeft een vijfde ook spirituele of religieuze redenen. Volgens Géraldine Ballot, coördinatrice van het netwerk van bedevaartsoorden, blijft Lourdes met zes miljoen bezoekers per jaar de populairste religieuze bestemming. Dan volgen de Mont Saint Michel, Chartres en Rocamadour. (Jan De Volder)

Paasbloemen

Paasbloemen, ingetogen en uitbundig tegelijk

spreken volmondig hun vertrouwen

in de lente uit.

Zij hebben het gehoord,

het scheppingswoord

dat door geen grafschrift

overstemd wordt:

‘Sta op, zo kwetsbaar als je bent.

En bloei, geestdriftig en met overgave’.

(woorden van Kris Gelaude)

Gebed Bij Het Graf

Cursiefje van Frans De Maeseneer

Heer God, hier heeft een rechtvaardig mens gelegen, iemand naar Uw en ons hart. Wij weten niet alles van U maar hij heeft ons genoeg getoond hoe Gij voelt, hoe Gij denkt. Hij was Uw stille luidspreker, Uw grootste aanbod aan mensen.

Ik dank U voor deze mens die op aarde heeft geleefd als een dichter met het rechte woord, als een profeet met een ‘heilspellende’ boodschap. Hij heeft voor ons alle letters van het heil, van het geluk gespeld. Ik dank U omdat hij zijn kleine waarheid met de duurste prijs heeft willen betalen.

Ik begrijp dat zovelen na hem niet meer geaarzeld hebben, en op aarde trouwe getuigen zijn geworden van zijn strijd om de vrede.

Ik vraag U maar één ding: laat me een mens worden met een groot hart. Leg mijn leugen en mijn zwakheid neer in zijn graf, en leer me te leven als een man die eigen wonden vergeet, en zich neerbuigt over de vele mensen, overal ter wereld, die veel te vroeg in het graf worden neergelegd.

Geef mij handen om op te richten. Genees hun verdorde hand. Richt op hun gekromde rug. Open hun mond, dat zij, liever vandaag dan morgen, ook eens alleluia kunnen zingen. Dat lied hebt Gij ons toch gegeven om het te zingen in koor.

Laat het Pasen zijn voor velen!

woensdag 4 april 2012

Gelezen In Tertio Van 21 Maart 2012

1.Quote van de week

Wij zeggen hier tegen elkaar, als er iets ergs gebeurt: ‘Ik zal aan je denken.’ In andere landen zeggen ze: ‘I’ll pray for you.’ (‘Ik zal voor je bidden.’)

(Veerle Beel in De Standaard van 17 maart)

2.Tijd geneest geen wonden, verzorging wel

(Uit een artikel van Manu Keirse; Manu Keirse is klinisch psycholoog en expert in rouwverwerking; hij woont in Leefdaal)

Ik weet niet wat zeggen

Je durft niet naar mensen in verdriet te gaan omdat je niet weet wat te zeggen. Het kan helpen als je die vraag, “wat moet ik zeggen”, vervangt door een andere: “wat zou die mens vanuit zijn of haar verdriet te zeggen hebben?” Iemand die aanwezig kan zijn en blijven, in de sfeer van verdriet en onmacht, kan een grote steun zijn. Je moet geen antwoorden op waaromvragen hebben. Door attente aanwezigheid en verwarmende aandacht kun je helpen het leven met waaromvragen waarop geen antwoorden zijn uit te houden. Beschikbaarheid wordt belangrijk als het rouwrumoer stilvalt. Aanwezig zijn in volledige aanvaarding is belangrijk. Duidelijk maken dat ze zich mogen voelen zoals ze zich voelen en hun reacties aanvaarden als reacties van evenwichtige mensen, zonder oordelen te laten voelen of uit te spreken, kan meer helpen dan veel woorden. Geduld is wezenlijk. Je kunt het verwerken niet forceren.

Tot zover Manu Keirse.

3.Het Vaticaan vindt het antwoord van het traditionalistische priesterbroederschap Sint-Pius X op zijn verzoeningsvoorstel van 14 september 2011 ontoereikend. Kardinaal William Levada, prefect van de Congregatie van de Geloofsleer, gaf de volgelingen van wijlen aartsbisschop Marcel Lefebvre op 15 maart nog een maand de tijd om hun standpunt te verduidelijken. De traditionalisten weigeren belangrijke delen van het Tweede Vaticaans Concilie te aanvaarden, wat voor de rooms-katholieke kerk een conditio sine qua non is om tot een definitief herstel van de breuk te komen. (Jan De Volder)

4.Op 16 maart maakte Rowan Williams bekend dat hij eind dit jaar aftreedt als aartsbisschop van Canterbury. Hij aanvaardde een functie aan de Universiteit van Cambridge. Als leider van de anglicaanse kerken werd Williams geconfronteerd met een diepe verdeeldheid over kwesties als homoseksualiteit en vrouwenwijdingen. (Jan De Volder)

5.Op 18 maart stapten in Brussel meer dan tweeduizend moslims, sjiieten en soennieten samen op in een witte mars tegen extremisme. De manifestatie protesteerde tegen de brandstichting in een sjiietische moskee op maandag 12 maart, waarbij de imam omkwam.

Pasen

en de kwetsbaarheid aanvaarden

om met blinde ogen te geloven

dat omwille van de liefde

niets vergeefs is, niets verloren,

niets ten dode zal bestaan.

(woorden van Kris Gelaude)

Hoe Goed Is Deze Week?

Cursiefje van Frans De Maeseneer

Wil je weten wat het Christendom is, verwijs dan naar de ‘goede’ week. Daarin staat alles samengebald waar christenen van leven. Het is een zwaar dramatisch gebeuren, omdat hier een man ten onrechte terechtstaat. Op zich is dat evenwel gewoon krantennieuws. Elke dag staan mensen terecht en geregeld is dat onterecht. Aan Jezus is dat ook gebeurd.

Dat is evenwel te licht gezegd. Jezus staat in een geladen joodse traditie. Op Hem stonden vele ogen gericht. Wat gebeurt er met het zicht op God indien Jezus van het toneel wordt verdreven? Wat heeft Jahweh God nog te zeggen als Jezus zwijgen moet? Wordt hier enkel een mens gedood of wordt de oude belofte hier tot stilstand gebracht? Zal het oude trouwe geloof hier zijn einde ondertekenen, of zal de kruisiging van deze mens de ware inzet van Gods trouw ter discussie stellen? Dood je Martin Luther King, dan dood je niet zomaar een individu. Dan dood je een droom. Als je een profeet doodt, dan dood je zijn visioen. Als je een martelaar martelt, dan martel je ook zijn programma, zijn beweging, zijn belofte, zijn testament. Dat alles is in het geding wanneer je over de ‘goede’ week spreken wil.

Jezus was niet zomaar een toevallige verschijning in het joodse landschap. Hij was een geïnspireerde mens, een lang verwachte rabbi, een ontroerd profeet naar Gods hart. Eindelijk geen partijman, maar iemand die puur was en vrij. Hij was in een gevestigde orde de man van het vrije woord. Hij was een rebel, wat hij allerminst bedoelde. Hij was een revolutionair, wat hij evenmin bedoelde. Maar… hij ging rechtdoor. Het was zijn enige fout. En die fout werd hem fataal. Hij kon omtrent het wezenlijke geen compromissen sluiten. Hij was te puur. Te echt.

Deze mislukking kunnen wij niet vieren. Daar kan geen zinnig mens zinnig over zingen. Om zoiets kan je alleen maar treuren. Goede Vrijdag is een ergernis. Deze dag is niet goed. Waarom noemen we deze dag niet onze zwarte vrijdag? Dat zou veel juister zijn. Dit had nooit mogen gebeuren. Om zo gekleineerd te worden, was Jezus veel te groot. Veel te zuiver. Veel te helder. Ten onrechte is er duisternis gevallen over dit heldere bestaan.

Daarop zal het eindelijk Pasen zijn en dat maakt alles goed. Dat zorgt voor een happy end. Toch even noteren dat niemand van ons daarvoor heeft gezorgd... Alle mensen waren te klein en te laf. Dat was Gods werk. Hij alleen had de diepe trouw van Jezus met aandacht gevolgd. Daaraan heeft Hij gevolg gegeven. Dat is Pasen. Mensen lieten alles eindigen op een chaotische dissonant. God zorgde voor een volwaardig slotakkoord. Pasen maakt van deze week toch nog een goede week.

Voor zovele mensen op aarde is Goede Vrijdag intussen hun hoogdag. Zij ervaren meer de pijn van het leven dan de vreugde van de overwinning. Voor hen is de gekruisigde Jezus een teken van hun ‘gekruisigd’ bestaan. Mocht ooit eens de paasdag hun hoogdag worden. Kan dat niet onze definitie worden en onze opdracht: dat wij aan alle mensen een zalige Pasen wensen?

Wij wuiven alvast met de palmen!