woensdag 28 januari 2009

Kleuterschool Bertem 1936


Ik kreeg deze foto van Kamiel Vandenplas. Kamiel kon 16 van de 35 kleuters identificeren.
Steeds van links naar rechts:
Bovenste rij: 2e Emilie Van Oppen, 3e Michel Vanderheyden, 5e Maria Mees, 6e Jozef Mees, 7e Gaston Creffier, 8e Pierre Geys, 9e Roger Carels en 10e Romaine Soetemans
Middenste rij: 4e Mariette Declerck, 7e Romaine Mees, 8e Yvonne De Bontridder, 9e Roza De Bontridder en 13e Maria Verstappen
Onderste rij: 4e Etienne Vranckx en 9e Kamiel Vandenplas.
De andere huidige, verhuisde of overleden Bertemnaren die ook op de foto staan heeft Kamiel niet herkend. Wie zichzelf of iemand anders herkent late het mij weten (016 47 78 99 of per e-mail). Dan publiceer ik een aanvulling in een van de volgende parochiebladen.
C.L.

De Bijbel Als Inspiratiebron Voor Moppentappers

Op zaterdag 4 oktober organiseerde de VILv (Vereniging van burgerlijk ingenieurs uit de Katholieke Universiteit Leuven) de Dag van de Ingenieur editie 2008. Op het feestbanket ter afsluiting van die dag trad Etienne Schouppe, federaal staatssecretaris voor Mobiliteit, op als gastspreker. Hij hield het ludiek en vertelde o.a. het volgende verhaal:
Een advocaat, een geneesheer, een ingenieur en een politicus zitten rond de tafel en discussiëren over het oudste beroep ter wereld. De advocaat grijpt naar het oude testament en zegt dat de advocatuur het oudste beroep ter wereld is want er moest zeker een advocaat optreden in het proces na de broedermoord van Kaïn op Abel. De geneesheer gaat niet akkoord en zegt dat God Eva vele jaren eerder geschapen heeft uit een rib van Adam. Het kan niet anders dan dat God een geneesheer was. Maar, zegt de ingenieur, vóór God Eva schiep had Hij, als een echte ingenieur, reeds de wereld geschapen uit de chaos. Waarop de politicus zegt: “En wie denk je dat de chaos geschapen heeft?”
(Uit Geniaal, tijdschrift van de Faculteit Ingenieurswetenschappen en VILv, van januari 2009)
ir C.L.

Weerspreuk: Sint-Vincentius

22 januari: Geeft Sint-Vincentius zonneschijn, Dan is er hoop op koren en wijn.
Dat de naam Vincent zo dikwijls voorkomt, ligt aan de vele patronaatschappen van de eerste Vincentius die vandaag wordt herdacht. Hij kwam uit Zaragóza, werd diaken (een trede beneden het priesterschap) en onderging in het jaar 304 een ruime selectie folteringen: geselen, uithongeren, huid wegscheuren, roosteren en alles daartussenin. Toen hij eindelijk bezweken was smeet men zijn lijk in een moeras, waar raven het bewaakten tot het door vrome mensen in veiligheid gebracht werd. Het bevindt zich nu in Lissabon. Vincentius is de beschermheilige van Portugal en waakte tevens over de dakdekkers, wijnboeren (Vincent = vin saint), wevers, houthakkers, azijnmakers en tegelbakkers. Dus werd zijn naam in die beroepen heel populair. Boven de Alpen is zijn verering echter overgegaan op een naamgenoot die zijn feest op 27 september heeft (Sint-Vincentius a Paulo).
Vincentius van Zaragóza deelt vandaag de eer met een andere naamgenoot, Vincenzo Palotti, in 1795 geboren als zoon van een Romeinse kruidenier. Priester geworden, probeerde hij de straatarme jeugd in zijn stad, waar industrie ontbrak, aan scholing en werk te helpen. Onder grote tegenwerking - de monsignori vonden ambachtsscholen en fabrieken in de pausenstad misplaatst - verenigde hij priesters, nonnen en leken in een congregatie die zich op beroepsonderwijs, sociaal werk en maatschappelijke rechtvaardigheid toelegde. De leden ervan staan nu bekend als pallottijnen.
In weerwil van zijn vooruitstrevende ideeën had pater Pallotti in zijn privéleven een hekel aan veranderingen. Rome verliet hij slechts eenmaal per jaar, met tegenzin, voor een retraite in Frascati op 25 kilometer afstand, wat hij zo’n geweldige tocht vond, dat hij vooraf bij de paus een reiszegen haalde. Gelukkig waren zijn medereizigers reislustiger. Bij zijn dood in 1850 werkten de pallottijnen al in de halve wereld.
(Uit Alle Heiligen van Wim Zaal)C.L.

Ontdekkingsreis In De Sterren

Op zondag 11 januari 2009 was er in Korbeek-Dijle de Startviering van de Eerstecommunicantjes met als thema: ‘Ontdekkingsreis in de sterren’.
Bij de schuldbelijdenis bad de priester:

Miljarden sterretjes geven elk een beetje licht in de donkere nacht. Het is een plezier om er naar te kijken.
Jezus wil ook dat wij, zoals die sterretjes, kleine lichtjes zijn. Dat is niet gemakkelijk. Soms zijn we wel eens fout.

Als slotgebed baden de toekomstige communicantjes samen:

Goede Vader, Jezus is het licht op onze weg.
Laat ons als kleine sterretjes hem proberen te volgen.Laat ons een ster zijn in de nacht, een lichtje in ’t donker en een straaltje van hoop.Want we geloven allemaal in jouw droom.En daar willen we voor gaan. Elke dag opnieuw.

Hierbij enkele beelden van de viering.







woensdag 21 januari 2009

Weerspreuk: Sint-Agnes En Sint-Vincentius

21 en 22 januari: Als Agnes en Vincentius komen, Is er nieuw sap in de bomen.
Sint-Agnes
Van de beroemdste bloedgetuigen - Laurentius, Sebastiaan, Cecilia en Agnes - komt Agnes als laatste. Zij verbindt de tijd van het martelaarschap met die waarin de maagdelijkheid dat oude ideaal aflost en draagt daarom zowel een palmtak als een lam, het attribuut der maagden.
Voor onze begrippen was zij met haar dertien jaren nog een kind, maar volgens de Romeinse zede, begin vierde eeuw, naderde zij de huwbare leeftijd. Er daagden ook al kandidaten op, hoewel zij niets van hen wilde weten omdat zij haar jonge leven aan God had gewijd. In hun ijdelheid gekwetst gaven de vrijers haar aan, wat de rechter in verlegenheid bracht - een strafzaak tegen zo’n pril meisje was beschamend. Hij begon daarom met overreden, met vleien, met dreigen, en toen dat zonder uitwerking bleef verkoos hij een vernedering boven een vonnis. Onder de tribunes van een stadion lag een wirwar van bordelen, waar hij Agnes naakt op een kruising van gangen liet zetten. Na twee, drie klanten zou dat kalverachtige kuisheidsgedweep wel voorbij zijn. Maar in een oogwenk groeiden de lokken van Agnes tot op de grond, nog wel met zoveel ooggetuigen erbij, dat heel Rome het te weten zou komen. Dat moest de rechter voor zijn en terstond liet hij haar de brandstapel bestijgen waarvan het vuur echter keer op keer in flauwe vonkjes doofde, zodat zelfs de beulen onzeker werden. Ten einde raad gaf de rechter een teken en daar rende de verbetenste beul de houtmijt op, dolk in de vuist, om met moeite in dat tengere lichaam een plek voor het lemmet te vinden. Een steek in haar hals sneed Agnes’ leven af.
Ook doordat kort daarna de vervolging verflauwde, sprak haar gelofte van kuisheid de mensen sterk aan. Haar tombe, gedeeld met haar gestenigde vriendin Emerentia, trok miljoenen pelgrims en op haar feestdag staat het in de grafkerk nog zwart van de gelovigen. Dan wordt er een groepje pasgeboren lammetjes gewijd, de eerste van het jaar, en vervolgens mogen kloosterzusters de beestjes naar hartenlust verwennen tot het scheren van de eerste wol. Zij is bestemd voor de pallia, wollen stroken die patriarchen en aartsbisschoppen over de schouders worden gelegd als teken van hun waardigheid - en als gedachtenis aan de jonge jaren van de Kerk met Agnes als laatste heldin.
(Uit Alle Heiligen van Wim Zaal; volgende week komt Sint-Vincentius aan de beurt) C.L.

Humor - Tolerantie

Om over na te denken:
*Humor speelde steeds een belangrijke rol in alle religies. Humor in religies is niettemin dubbelzinnig. Humor kan religieuze conflicten helpen oplossen maar kan ook spanningen veroorzaken; denk maar aan de Mohammed-cartoons. Is vrije meningsuiting absoluut of beperkt door eerbied voor de meest diepe overtuigingen van de ander?
*Tegenwoordig is tolerantie een houding die zich verzet tegen het discrimineren van individuen of groepen ook al keurt men hun praktijken af. Kent tolerantie dan geen grenzen? Ook grote voorstanders erkennen dat tolerantie ophoudt wanneer ze schade berokkent aan anderen.C.L.

Succes In Het Nieuwe Jaar!

Succes bestaat in:
*het frequent en hartelijk lachen;
*het genieten van schoonheid;
*het ontdekken van het positieve in de anderen.
Succes heb je:
*als je waardering krijgt van je medemensen;
*als je opbouwende en eerlijke kritiek levert;
*als je recht blijft wanneer je door “vrienden” in de steek wordt gelaten;
*als je de wereld een beetje verbetert;
*als je een goed kind voortbrengt, of een verzorgde tuin nalaat;
*als je een arme hebt geholpen;
*als je beseft dat je leven niet waardeloos is geweest;
*als dank zij jou één persoon beter en rustiger heeft kunnen ademen.
(Uit LICHTER van okt-nov-dec 2008, tijdschrift van WERELD-MISSIEHULP, naar het DAGBOEK van Piet Declercq, missionaris in El Salvador)
C.L.

Een Klein Kaarsje

Voor elke keer dat ik vergat
wat Kerstmis mij te zeggen had
ontsteek ik met wat late spijt
een klein kaarsje van tederheid
en zet ze op de kandelaar
van elke dag, het hele jaar
opdat elkeen van wie ik hou
ze telkens weer zien branden zou.

Dit mooie gedichtje kregen wij thuis toegestuurd van mijn nicht Germaine Letellier, zuster Floriberta van de Zusters Annonciaden van Huldenberg. Voor alle lezers van Kerk en Leven wil ik die woorden graag tot de mijne maken.
Cyriel Letellier

woensdag 14 januari 2009

Weerspreuk: Sint-Sebastiaan

20 januari: Met Sinte Bastiaan, Komen de harde koppen aan. (nl. de hagelbollen)
Hij is de ridderlijke martelaar bij uitstek, in zijn kracht en schoonheid het symbool van ’t jonge christendom. Al hebben legenden zijn levensloop glanzend gepolijst, de hoofdtrekken ervan komen toch in alle versies overeen. Hij was een militair bij de elitetroepen van Rome, waar keizer Diocletianus zijn plichtsbetrachting en goede humeur opmerkte, met als gevolg een benoeming tot kapitein bij de Pretoriaanse garde. Maar wat Diocletianus niet wist, was dat zijn officier het christelijk geloof met hart en ziel aanhing. Hij deelde zijn wedde met de armen en toen de vervolging begon sprak Sebastiaan zijn bange geloofsgenoten moed in.
Onvermijdelijk kwam de keizer ter ore dat de kapitein een volgeling van de Nazarener was. ‘Die handwerkers en slaven zijn geen gezelschap voor u,’ hield hij hem voor, ‘laat hen niet langer van u profiteren, kies voor uw carrière.’ In plaats van te buigen rechtte Sebastiaan de rug, want boven de beperkte macht van de keizer stond de onbeperkte heerlijkheid van God. Toen gaf Diocletianus, krijtwit weggetrokken, zijn boogschutters opdracht hem op eigen wijze om te brengen. Ze stroopten Sebastiaans uniform af, bonden hem aan een boom en schoten hun gescherpte pijlen op zijn lichaam af tot hij bloedend ineenzonk.
Bij donker kwam de christin Irene met andere vrouwen om zijn lichaam passend te begraven. Maar hij ademde nog en werd door hen naar een afgelegen woning gebracht waar hij na verloop van tijd herstelde. En op een dag dat Diocletianus in de tempel van Jupiter een offer wilde brengen - het was 20 januari 288 - riep Sebastiaan hem op de trappen toe dat hij zijn rijk moest opdragen aan Jezus, niet aan Jupiter. ‘Sla hem dood!’ was alles wat de geschrokken keizer kon uitbrengen. En terwijl het bloed der offerdieren vloeide sloegen beulen met knuppels op Sebastiaan in tot hij bezweek.
Een catacombe aan de Via Appia ontving zijn lichaam. Het rust er nog altijd. Als beschermheilige van boogschutters en soldaten werd hij later ontelbare keren uitgebeeld, met pijlen doorboord. En omdat hij in de christelijke kunst het enige mannelijke naaktmotief was, kozen in de twintigste eeuw ook de homo’s hem tot schutspatroon. Oorspronkelijk vervulden echter de heilige Sergius en Bacchus - zonder het minste succes - die taak.
(Uit Alle Heiligen van Wim Zaal)
C.L.

Het Gemeentelijk Onderwijs Te Korbeek-Dijle - Deel 8

zie ook delen 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7: http://korbeek-dijle.blogspot.com/2008/11/het-gemeentelijk-onderwijs-te-korbeek.html, http://korbeek-dijle.blogspot.com/2008/11/het-gemeentelijk-onderwijs-te-korbeek_12.html, http://korbeek-dijle.blogspot.com/2008/11/het-gemeentelijk-onderwijs-te-korbeek_26.html, http://korbeek-dijle.blogspot.com/2008/12/het-gemeentelijk-onderwijs-te-korbeek.html, http://korbeek-dijle.blogspot.com/2008/12/het-gemeentelijk-onderwijs-te-korbeek_10.html, http://korbeek-dijle.blogspot.com/2008/12/het-gemeentelijk-onderwijs-te-korbeek_31.html

8. Kortstondig aangetreden onderwijzers
Tussen de pensionering van Gustaaf Hoebrechts (1.9.1956) en de aanstelling van Roger Vanhoven (7.1.1963) is meester Paeps geconfronteerd geweest met onzekerheid over de betoelaging van de tweede klas wegens onvoldoende leerlingen – het aantal varieerde tussen 33 en 42 voor de zes studiejaren samen – en derhalve met waarnemende onderwijzers die zo vlug mogelijk een meer toekomstbiedende, vaste betrekking zochten.Schooljaar 1956-1957: Guillaume Nijs (°Haasrode 1935). Hij was op korte tijd goed ingeburgerd in Korbeek-Dijle, want hij was reeds muzikant in de fanfare Sint-Cecilia en was medestichter en speler van Voetbalclub Korbeek-Dijle Sport. Op onderstaande foto van de stichters van VC Korbeek-Dijle Sport is Guillaume Nijs de eerste links van degenen die neerzitten.
Hij was al opnieuw aangesteld als onderwijzer voor het schooljaar 1957-1958 toen hij op 31.8.1957 zijn ontslag indiende.
Schooljaar 1957-1958: François Van Autgaerden (°Heverlee 1938). Op onderstaande foto van het bezoek van de jongensschool aan Expo ’58 is de meester uiterst rechts François Van Autgaerden.
Schooljaar 1958-1959: André Van Doren (°Leuven 1938). Hij was in dienst getreden na voorafgaande aanstelling van twee andere onderwijzers die onmiddellijk afhaakten.
Schooljaar 1959-1960: André Van Doren bleef nog het ganse schooljaar, maar moest onder de wapens in de loop van de zomervakantie 1960.
Schooljaar 1960-1961: Guido Juchtmans (°Haasrode 1940). Trad in dienst na voorafgaande aanstelling van een andere onderwijzer die het onmiddellijk liet afweten. Hij bleef maar tot eind 1960. Toen moest hij onder de wapens. Vanaf 4.1.1961 kwam Octaaf Duerinckx (°Meensel-Kiezegem 1938) in functie. De vader van Octaaf was onderwijzer in Meensel-Kiezegem en werd bij de razzia’s door de SS in augustus 1944, samen met vele anderen, opgepakt en weggevoerd naar Duitse concentratiekampen van waaruit hij niet meer is teruggekeerd. Octaaf Duerinckx, later onderwijzer in zijn geboortedorp, maakte een film over de oorlogsgebeurtenissen in Meensel-Kiezegem.
Schooljaar 1961-1962: Octaaf Duerinckx bleef het ganse schooljaar maar werd enige tijd vervangen wegens ziekte door Willy Maswiens uit Leefdaal en door Roza Blondeel uit Heverlee.
Schooljaar 1962-1963: Tot eind 1962 deed Octaaf Duerinckx verder. Maar dan diende hij zijn ontslag in om onderwijzer te worden in het Sint-Pieterscollege te Leuven. Daarna kwam Roger Vanhoven.
(wordt vervolgd)

Cyriel Letellier





woensdag 7 januari 2009

Oorlogsleed

Mei 1940: Robert Crabbé uit Bertem was soldaat bij het 11e Linieregiment, in een antitankeenheid gelegerd in Veldwezelt bij Maastricht. De eenheid maakte deel uit van de eerste Belgische verdedigingslinie langs de Belgisch-Nederlandse grens. Het was een vooruitgeschoven stelling t.o.v. de dekkingsstelling langs het Albertkanaal en de Maas. Robert Crabbé behoorde tot de bemanning van een door een trekker op rupsbanden getrokken antitankkanon. Zie foto met Robert zittend uiterst links vóór de trekker.
In de vroege ochtend van 10 mei 1940 landde een kleine Duitse eenheid (78 valschermspringers onder leiding van een onderofficier) met anonieme zweefvliegtuigen boven op het fort van Eben-Emael (dat groot genoeg was om er voetbal op te spelen). Dankzij hun geheime wapen, de ‘holle lading’, wisten de Duitsers op een paar uur tijd de volledige 750-koppige bemanning van ‘het sterkste fort van Europa’ uit te schakelen. Ongeveer tegelijkertijd bestookten Duitse gevechtsvliegtuigen de eerste Belgische verdedigingslinie. Toen zij in Eigenbilzen beschoten werden van uit de lucht, sprong Robert uit hun rupsvoertuig in de hoop zich in veiligheid te kunnen brengen. Maar hij werd neergemaaid door het Duitse mitrailleurvuur. Robert was een van de eerste Belgische slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.

Robert was geboren te Elsene op 17.2.1920 als zoon van Vital Crabbé (°Leefdaal 1889/ +Leuven 1956) en Catharina Nathalia Celis (°Bertem 1892/ +Bertem 1972). Vader Vital was een zwaar invalide van de oorlog 1914-1918, slachtoffer van de eerste Duitse gasaanval aan de IJzer. Samen met zijn vrouw hield hij café op de hoek van de Kerkstraat en de Smisstraat in Bertem.
Roberts grootmoeder langs moederskant was Marie Ronsmans (1868-1944), weduwe van Jozef Celis. Marie en Jozef waren ook de grootouders van Kamiel Vandenplas (Mille van Nieke Celis). Robert was dus een kozijn van Kamiel Vandenplas. Robert en Kamiel hadden ook nog een beroemde nicht, de operazangeres Eliane Celis.

Als een relikwie bewaart Kamiel de nieuwjaarsbrief die Robert Crabbé schreef op 27.12.1939 aan zijn grootmoeder en doopmeter Marie Ronsmans. Ziehier de tekst van de brief:

Veldweseld 27-12-1939


Zeer lieve Meter,


Ik kan niet nalaten U eenige woorden toe te sturen, om U te laten weten dat het met mij zeer goed gaat en ik hoop van U, Lieve Meter, en gansch de familie het allerbeste. Ik zie het mijne plichten U te schrijven, om U een zalig en gelukkig nieuwjaar te wenschen, en nog vele jaren in goede gezondheid door te brengen. Gij moet mij vergeven, dat ik zoo lang gewacht heb, om U te schrijven, Beste Meter. Nu heb ik wat nieuws weer. Ze zeggen dat wij den 4de Januari naar ’t kamp van Beverloo gaan voor 14 dagen. Dat zal een klein schietperiode zijn, zeker. Beste Meter, wensch wel een gelukkig nieuwjaar aan gansch mijn familie, als gij wilt. Veel nieuws heb ik niet meer en gaan dan ook stilaan sluiten met de pen maar niet met het hart.
Hopende, Lieve Meter, U kortelings weer te zien. Ontvang, Beste Meter, vele kussen van
uw kleinzoon
(get.) Robert

Roberts uitvaart vond plaats in Bertem op 29 juni 1940. Hij werd begraven op het kerkhof van Bertem. Zie hierbij zijn doodsprentje en de foto van zijn grafzerk.




Cyriel Letellier

Weerspreuk: Sint-Antonius

17 januari: Sint-Antonius schoon en helder, Vult het vat en ook de kelder.

Sint-Antonius-abt
Hij is uit de kunsten welbekend, de grijsaard in lompen die overweldigd wordt door visioenen van demonen, monsters, naakte vrouwen en spookgestalten. Hij hield aan die onreine verzoekingen zijn attribuut over, een varken, en daarmee het beschermheerschap van veefokkers en schilders. Penselen zijn immers van varkenshaar. Nu, de schilders hebben zich duchtig op hem uitgeleefd. De fantasie vervormde deze duivelbevechter tot een fabelwezen, helaas, want hij heeft beter verdiend en we zijn door zijn vriend Athanasius ook heel betrouwbaar over hem ingelicht. Zijn levensbeschrijving werd al meteen na de dood van Antonius, in 356, te boek gesteld.
Twintig jaar oud trok hij de Egyptische woestijn in, waar hij aanvankelijk in een graftombe verblijf hield. De eerste jaren vielen hem het zwaarst. Je neemt jezelf overal mee, luidt een zegswijze, en Antonius had grote moeite om zich van de oude mens te ontdoen en zich te ontledigen van zijn eigen wil en wensen. Ook al leefde hij ascetisch, steeds drong alles wat hij wilde onderdrukken zich aan hem op. Zijn hoofd tolde van wilde visioenen van seks en dampend eten, en vlak daarop kwamen gedrochtelijke duivels hem honen: ‘Kijk hem kwijlen van genot! En die vieze vent verbeeldt zich een heilige te zijn!’
Ondanks zijn angst en afkeer dacht Antonius diep over die bekoringen na. Dat leidde tot twee inzichten. Hij begreep ten eerste dat ze uit hemzelf voortkwamen (ze waren projecties, zouden we nu zeggen), ten tweede dat ze net zolang zouden aanhouden als hij zijn driften bleef onderdrukken en ontvluchten. Wilde hij echter dichter bij God komen, dan moest hij ze onder ogen zien en overwinnen, ontstijgen. Hij ging dus verder dan de hedendaagse psychologie die zegt dat je met je driftleven ‘moet leren omgaan’.
Zijn leven behoort niet aan de psychologie, maar aan de mythologie. Door vasten, eenzaamheid, gebed en gestrengheid bond hij de strijd aan met wat aan zijn visioenen ten grondslag lag. Het was een geduldig gevecht om zuivering. En met de jaren maakten de duivels die hijzelf had opgeroepen, plaats voor werkelijke duivels, uit de hel ontketend, omdat hier het bedreigendste gebeurde wat Satan overkomen kon: de overwinning van een mens op zichzelf. Maar mét de duivels stroomden de genaden toe, die de woestijnbewoner (na veertig jaar? na vijftig?) geheel konden vullen, omdat hij een zuiver vat geworden was.
Antonius kreeg leerlingen en één van zijn instructies, een preek over demonen waarin hij zijn eigen ervaringen verwerkte, is bewaard gebleven. Samen met zijn zuster stichtte hij een dubbele gemeenschap van mannen en vrouwen die zich aan God toewijdden. En toen zijn taak voltooid was nam hij afscheid van de wereld, naar men zegt op een leeftijd van 105 jaar.
(Uit Alle Heiligen van Wim Zaal)
C.L.

Kerstviering 2008 Sfeerbeelden

Op Kerstavond was er in Korbeek-Dijle een mooie kerstviering, voorgegaan door pater Daniël Taillieu, waarin de kinderen ‘het verhaal van de vierde koning’ mochten uitbeelden. De verenigingen brachten de vergevingsgebeden en de voorbeden, en het koor, de Sint-Stevensgilde, zorgde voor de vocaal-muzikale omlijsting. Het koor trad ook ’s anderendaags op in de woord- en communiedienst op Kerstmis zelf.