woensdag 14 januari 2009

Weerspreuk: Sint-Sebastiaan

20 januari: Met Sinte Bastiaan, Komen de harde koppen aan. (nl. de hagelbollen)
Hij is de ridderlijke martelaar bij uitstek, in zijn kracht en schoonheid het symbool van ’t jonge christendom. Al hebben legenden zijn levensloop glanzend gepolijst, de hoofdtrekken ervan komen toch in alle versies overeen. Hij was een militair bij de elitetroepen van Rome, waar keizer Diocletianus zijn plichtsbetrachting en goede humeur opmerkte, met als gevolg een benoeming tot kapitein bij de Pretoriaanse garde. Maar wat Diocletianus niet wist, was dat zijn officier het christelijk geloof met hart en ziel aanhing. Hij deelde zijn wedde met de armen en toen de vervolging begon sprak Sebastiaan zijn bange geloofsgenoten moed in.
Onvermijdelijk kwam de keizer ter ore dat de kapitein een volgeling van de Nazarener was. ‘Die handwerkers en slaven zijn geen gezelschap voor u,’ hield hij hem voor, ‘laat hen niet langer van u profiteren, kies voor uw carrière.’ In plaats van te buigen rechtte Sebastiaan de rug, want boven de beperkte macht van de keizer stond de onbeperkte heerlijkheid van God. Toen gaf Diocletianus, krijtwit weggetrokken, zijn boogschutters opdracht hem op eigen wijze om te brengen. Ze stroopten Sebastiaans uniform af, bonden hem aan een boom en schoten hun gescherpte pijlen op zijn lichaam af tot hij bloedend ineenzonk.
Bij donker kwam de christin Irene met andere vrouwen om zijn lichaam passend te begraven. Maar hij ademde nog en werd door hen naar een afgelegen woning gebracht waar hij na verloop van tijd herstelde. En op een dag dat Diocletianus in de tempel van Jupiter een offer wilde brengen - het was 20 januari 288 - riep Sebastiaan hem op de trappen toe dat hij zijn rijk moest opdragen aan Jezus, niet aan Jupiter. ‘Sla hem dood!’ was alles wat de geschrokken keizer kon uitbrengen. En terwijl het bloed der offerdieren vloeide sloegen beulen met knuppels op Sebastiaan in tot hij bezweek.
Een catacombe aan de Via Appia ontving zijn lichaam. Het rust er nog altijd. Als beschermheilige van boogschutters en soldaten werd hij later ontelbare keren uitgebeeld, met pijlen doorboord. En omdat hij in de christelijke kunst het enige mannelijke naaktmotief was, kozen in de twintigste eeuw ook de homo’s hem tot schutspatroon. Oorspronkelijk vervulden echter de heilige Sergius en Bacchus - zonder het minste succes - die taak.
(Uit Alle Heiligen van Wim Zaal)
C.L.