(Artikel van Emmanuel Van Lierde in TERTIO van 23 december 2009)
In zijn 57ste brochure neemt de herder Godfried Danneels afscheid van zijn kudde. Het kleine meisje ‘hoop’ laat zich lezen als een geestelijk testament en als de samenvatting van Danneels’ oeuvre.
In zijn beeldende taal en met zijn beproefde methode gaat de kardinaal in zijn kerstbrochure weer te werk als een geneesheer die de kwalen van onze tijd analyseert en de remedie - het christendom - als heilzaam geneesmiddel aanreikt. Toch noemt Godfried Danneels zichzelf geen arts, al heeft hij het ook nu over de typische kwalen van onze tijd: de spirituele ademnood en astma van de ziel. Wel vergelijkt hij zichzelf dit keer met een weerman die het weerbericht opmaakt van de voorbije dertig jaar - de tijd waarin hij aartsbisschop was, was een tijd van wolken en schaduwen, soms wat opklaringen en zon, geregeld buien en mist - en die zich waagt aan een stukje weersvoorspelling, op gevaar af ’s anderendaags met blozende kaken te staan omdat zijn voorspelling niet klopte. In de storm waarin de kerk zich bevindt, biedt zijn voorspelling hoop: de storm zal stillen.
“Er bestaat goede hoop dat de dooi intreedt na die ‘ijstijd’ van het leven zonder God. Het geestelijke klimaat warmt op. En dit zonder ecologisch bezwaar. Het mag. Ja, er is hoop op een lente. Waarom zouden de vogels, die wij christenen toch zijn, al niet mogen zingen?” , schrijft de kardinaal. Eén zwaluw maakt de lente niet, maar de verjongingskuur van de kerk is volgens Danneels onmiskenbaar ingezet. Van jaar tot jaar neemt het aantal volwassenen-dopen toe en zijn er steeds meer ‘recommençants’ of herbeginners in het geloof. Zij bezorgen de kerk paasvreugde en hoop. Er is de blijvende vraag naar spiritualiteit en de hunker naar waarheid, goedheid en schoonheid. Het volksgeloof en de bedevaartsoorden behouden hun kracht. De kerk zet in op volwassenencatechese en geloofsverdieping. Ze hervindt haar missionair elan en biedt het geloof aan vanuit haar gastvrije gemeenschappen.
Christenen mogen hun schaamte laten vallen. “Is er één godsdienst die zoveel met de mensen en de wereld bezig is geweest? vraagt de kardinaal. “Nergens zijn zoveel scholen, ziekenhuizen, cultuurcentra gebouwd en bewegingen ontstaan vanuit het Godsgeloof als in het christendom. Maar waarom dan zo schaars mogen omspringen met het vermelden van de herkomst van al dat goed: God? Moet die K of C nu perse weg uit de titel? Christenen zelf worden soms wel erg zuinig met bronvermelding, alsof God geen auteursrechten zou hebben.” De kerk is een ‘experte en humanité’ en daar mag ze gerust wat meer mee uitpakken. “Als het over God gaat, mag het wel een beetje onbescheidener. Christenen moeten meer laten blijken vanwaar ze ‘de mosterd halen’. Zonder complexen, maar ook zonder arrogantie.” De kardinaal is in deze krachtige kerstbrochure zonder twijfel op zijn best. Een perfecte afsluiter in de reeks, al zullen we dat weerkerend herderlijk schrijven bij Kerstmis en Pasen missen.
(Tot zover Emmanuel Van Lierde)
C.L.