Wanneer in de tijd van de bijbel een nieuwe koning wilde tonen dat hij een krijgshaftig koninkrijk wilde vestigen, zadelde hij een paard, en reed de ronde van de stad. Wanneer hij een vredelievend rijk wilde stichten, liet hij dat blijken door die tocht op een ezel aan te vatten. De zeloten en verzetsstrijders in Jeruzalem verwachtten reeds lang een teken.. Ze hielden nauwgezet in de gaten wanneer de Meester triomfantelijk Jeruzalem zou binnentreden: welke keuze zou Hij maken? Zou Hij de man worden, die met zijn charisma het volk op sleeptouw zou nemen voor een revolutie die de Romeinse bezetter zou verjagen? Meer dan anderen lette Judas, de huurmoordenaar, op een signaal. Groot was zijn ontgoocheling toen de Meester zich aanbood, gezeten ‘op een ezel, op een veulen, het jong van een ezelin’. Jezus zou dus geen revolutionaire leider worden, maar een vredelievende Messias, die nooit een wapen ter hand zou nemen. Het lot was geworpen, de sanctie zou nu spoedig volgen. Die dag zelf tekende Jezus zijn doodvonnis.
(Uit ‘Op Weg naar Pasen’ Jaar C [2010] van Robert Riber in samenwerking met Don Bosco Centrale VZW)