woensdag 26 oktober 2011

Een Kreeftdicht

Op 16 februari 2011 las ik in de internetkrant DEWERELDMORGEN.BE:

In Nederland maken ze zich op voor de provinciale statenverkiezingen. SP hoopt de aandacht te trekken met een kreeftdicht. Een gedicht dat totaal van toon en inhoud verandert door het van onder naar boven te lezen.

De haat overwint

Daarom wil ik niet meer geloven dat

De wereld kan veranderen

Zo klinkt de sombere versie. Omgekeerd wordt dat:

De wereld kan veranderen

Daarom wil ik niet meer geloven dat

De haat overwint.

Brief aan God

(Gelezen In Tertio Van 12 Oktober 2011)

Oktober is de Maand van de Spiritualiteit. Bij die gelegenheid vroeg TERTIO aan vier bekende Vlamingen een brief aan God te schrijven. De derde in de rij is Patrick Develtere, algemeen voorzitter van het ACW. Hier volgt een ingekorte versie van zijn ‘Brief aan God’.

Beste God,

Binnen onze brede werknemersbeweging vormt kardinaal Jozef Cardijns motto en werkmethode ‘zien, oordelen, handelen’ de inspiratiebron voor vele leden, beroepskrachten en 250.000 vrijwilligers in hun dagelijkse inzet voor een warme samenleving. We mogen er best trots op zijn dat Cardijns inspiratie de inzet van velen blijft aanwakkeren en dat dit resulteert in een uitgebouwd middenveld en een sterk sociaal zekerheidssysteem. Vandaar vinden we het onze plicht ook het Zuiden te blijven ondersteunen in zijn strijd voor het bereiken van een menswaardig welvaartsniveau. Het is onaanvaardbaar dat niet alleen in het Zuiden, maar ook in België nog vele mensen uit de boot blijven vallen door nieuwe en te brede mazen in het vangnet.

De geïnspireerde inzet - eigen aan onze sociale beweging - brengt me tot het domein van Uw ‘core business’ (nvdr: =kernactiviteit). Met enige tegenzin zullen we toegeven dat het spreken over levensbeschouwelijke inspiratie moeilijk ligt. In onze tijdsgeest is een herdefiniëring van de christelijke identiteit aan de actualiteit voor het ACW een voortdurend zoekproces. Als we bijvoorbeeld de sociale realiteit vandaag bevragen op de herverdeling van de welvaart, vinden we inspiratie bij de evangelist Lucas voor wat wij het Lucas-effect kunnen noemen. Dat Lucas-effect houdt in dat diegenen met het hoogste inkomen, ook gevraagd wordt om de grootste lasten in de herverdeling van de welvaart te dragen.

Zoals U kan lezen God, blijft de strijd binnen onze sociale beweging letterlijk en figuurlijk ‘in beweging’. We geloven dat het bovenstaande net de kern van Uw boodschap is.

PATRICK DEVELTERE

Nabeschouwing

Het begrip ‘Lucas-effect’ dat Develtere hanteert heeft mij aangespoord eens uit te zoeken wat er zo eigen is aan het Lucas-evangelie. Uit het boek van Ronald Brownrigg ‘Wie is wie in het Nieuwe Testament’ citeer ik het volgende:

‘Vermoedelijk was Lucas een slaaf, opgevoed, grootgebracht en opgeleid tot arts in een Grieks-Romeins huishouden.

Lucas laat duidelijk de liefde van Jezus en zijn respect voor vreemdelingen zien in de parabel van de barmhartige Samaritaan en zijn bezorgdheid voor de verworpenen en de armen in de parabel van de rijke man en Lazarus, de genezing van de tien leprozen, het verhaal van Zacheüs, en de parabel van de farizeeër en de tollenaar.

Als Lucas een slaaf is geweest, dan zou dat een verklaring kunnen zijn voor de verrassend onbuigzame leer van Jezus over de gevaren van de rijkdom. Voor Lucas was armoede een deugd; waar Matteüs de woorden van Jezus aanhaalt “Gelukkig zijn de armen die op God hopen”, schrijft Lucas ondubbelzinnig: “Gelukkig jullie die arm zijn”. Waar Matteüs schrijft: “Gelukkig die ernaar hongeren en dorsten dat Gods wil gedaan wordt”, schrijft Lucas: “Gelukkig jullie die nu honger lijden.” Lucas schrijft zelfs dat Jezus eiste dat iemand totaal afstand deed van zijn familie om een volgeling van Jezus te worden.’

Radio Maria België begint met kracht van de hoop

(Gelezen In Tertio Van 12 Oktober 2011)

Uit een artikel van Jan De Volder

De radio zendt uit van de gedeeltelijk omgebouwde Sint-Michiel en Reneldiskerk in Egenhoven bij Leuven. Hij valt te beluisteren op tachtig procent van het Vlaamse grondgebied.

Wat mogen luisteraars verwachten van de katholieke zender? “Een derde zijn gebedsmomenten, waar luisteraars de mogelijkheid hebben om samen de rozenkrans te bidden of de eucharistie te horen. Ze krijgen er ook de kans gebedsintenties te delen”, licht programmadirecteur Karlo Tyberghien toe. De priester van Antwerpse afkomst was eerder actief in Frankrijk, verbonden aan het heiligdom van de pastoor van Ars, maar kreeg onlangs een benoeming in ons land.

Een ander derde bestaat uit onderricht: daar worden actuele of traditionele standpunten van de katholieke kerk toegelicht. De bedoeling is uit te dragen waar het katholieke geloof voor staat. “In het laatste derde komen allerlei menselijke zaken aan bod, die niet noodzakelijk maar wel kunnen gerelateerd zijn aan het geloof”, zegt Tyberghien. “In het begin zal dat vooral een muziekprogramma zijn met verzoeknummers, maar op termijn denken we ook aan een kookprogramma of aan een recensierubriek voor films en boeken.” De zender mikt uitdrukkelijk op katholieke luisteraars die op zoek zijn naar spirituele inbreng op de radio. “Wij denken daarbij ook expliciet aan eenzamen, ouderen, zieken en gevangenen”, zegt Tyberghien. “Dat is deel van onze evangelische missie. En daarnaast hopen we ook toevallige luisteraars te bereiken, zoals mensen die met de auto onderweg zijn. Dat is het voordeel van op FM aanwezig te zijn.”

De frequentie waarop u Radio Maria kan beluisteren hangt af van uw regio. Voor Leuven is dat: 104,2 MHz.

Allerheiligen

(Een opkikkertje van Hedwig Van Peteghem)

Het zal je misschien verbazen: in het begin van de zevende eeuw werd Allerheiligen gevierd op 13 mei. Op die dag werden alle christenen herdacht die omwille van hun geloof werden gedood. Rond 730 werd die feestdag uitgebreid tot ‘alle heiligen’, gelovigen die door hun levensstijl hadden laten zien hoe je het leven kan helen. In de negende eeuw werd - vooral onder invloed van de Ierse kerk - de datum naar 1 november verplaatst. Op die manier wou de kerk de heidense praktijken van Samhain (de voorloper van Halloween) doen vergeten, of op z’n minst een nieuwe impuls geven. Want meer en meer was Samhain een feest geworden waarbij de doden herdacht werden. Lichtende uitgekerfde gezichten in rapen of pompoenen zouden de overledenen de weg wijzen. Maar ze dienden vooral om de boze geesten en angstwekkende krachten buiten te houden. Want hoe gemakkelijk verstoren zij de rust van ons leven niet? Zo werd Allerheiligen als het ware geënt op een oud heidens feest.

Vandaag merken we hoe het feest van Allerheiligen in de verdrukking komt door Halloween. Ik heb niets tegen lichtgevende pompoenen, integendeel: ze brengen wat sfeer in donkere dagen en veel mensen zien er naar uit, want het is weer een gelegenheid om te feesten.

Allerheiligen en Halloween belichten eenzelfde gebeuren, maar vanuit een andere invalshoek. Alle rituelen en symbolen van Halloween laten onbewust zien hoe wij het kwade en de boze geesten uit onze huizen en ons leven willen buitenhouden. Betekent dit dat ik gerust mag binnenkomen als er een lichtende pompoen voor je deur ligt? Ik wil het wel riskeren, maar een ding is zeker: de angst voor alles wat ons bedreigt steekt meer en meer de kop op en overspoelt onze levenslust. Allerheiligen daarentegen laat ons zien hoe mensen met hun leven hebben bewezen dat het negatieve nooit het laatste woord heeft. Of beter: hoe je het (hallo)wenen kunt verleren. Liefde vangt de angst met verlichtende handen.

woensdag 19 oktober 2011

Woordspelingen

(van Renilda)

-Sinds 1830 zijn de Vlamingen gebelgd.

-Mag je op zondag weekdieren eten?

-Na ettelijke glazen wijn werd de premier cru.

-Toen ik in Banneux mijn verloren klak aan het zoeken was, liepen de andere bedevaarders me maar klakkeloos voorbij.

Familie Bettens-Bolleyn-Putseys

Bij de foto van Ludovica Bolleyn met haar familie en buren die ik publiceerde in Kerk & leven van 21 september 2011 vroeg ik of iemand de man en het kind uiterst rechts op de foto kon identificeren. Voor de man is het gelukt. Op het diner van de WOS, op 25 september bij Don Bosco in Oud-Heverlee, kwam Jef Maginelle, de zoon van Marcel Maginelle en Yvonne Dekoning, mij goedendag zeggen - Jef is een oud-collega van mij bij Belgacom - en mij vertellen dat de onbekende man op de foto zijn grootvader is, Petrus Dekoning, Pië Kuining. Maar het kleine meisje kende hij ook niet. Weet iemand anders dat misschien?

Week 2011-42 - Familie Bettens Foto

Brief aan God

(Gelezen In Tertio Van 5 Oktober 2011)

Oktober is de Maand van de Spiritualiteit. Bij die gelegenheid vroeg TERTIO aan vier bekende Vlamingen een brief aan God te schrijven. De tweede in de rij is Mieke Van Hecke, directeur-generaal van het Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs. Hier volgt de bijna integrale tekst van haar ‘Brief aan God’.

Vader, Heer, God,

Iemand heeft U echt dicht bij ons gebracht en ons geleerd wie U bent, wat U voor ons betekent en hoe wij voor U kunnen leven. Uw zoon, Jezus van Nazareth, ging ons daarin voor in het evangelie. Omdat met U in gesprek treden de essentie is van bidden, heeft Hij ons zelfs geleerd hoe wij tot U moeten spreken.

Ik neem dus het ONZEVADER als gids of rode draad in deze brief. Zonder afbreuk te doen aan mijn dochterliefde voor mijn vader (die ik niet Vader, maar Pa of Paps noem) vind ik de aanspreektitel van Vader duidelijk, omdat ik geloof in de gegevenheid van het leven. Een overweldigend gevoel van dankbaarheid naar U omdat ik zonder enige verdienste, mocht geboren worden in een warm gezinsnest, in een welvarende leefgemeenschap, met talenten, die ik maximaal mocht ontwikkelen en een gezondheid, die mij werd toebedeeld. Vanuit de opdracht tot zorgvuldig rentmeesterschap voor dit geschonken leven besef ik ten volle dat ik bij U aan het einde verantwoording zal moeten afleggen over wat ik met dit leven voor anderen heb kunnen betekenen.

DIE IN DE HEMELEN ZIJT. Niet in de hemelen, maar in de zovele kleine en grote dingen kom ik U tegen en ervaar ik Uw aanwezigheid. Zeer dikwijls onverwacht - de broosheid van een pasgeborene, een prachtige weidse, helgekleurde wolkenhemel, een volmaakt uitgevoerd muziekwerk,… - soms ook gezocht bij het deelnemen aan vieringen, maar ook als het stormt in mijn hoofd en mijn wereld er heel chaotisch en beangstigend uitziet in slapeloze nachten, tracht ik UW NAAM TE HEILIGEN.

Meewerken aan HET REALISEREN VAN UW RIJK is een engagement dat ik graag opneem. Steeds opnieuw tracht ik getuigenis af te leggen van het feit dat mijn geloof in U echt zin geeft aan mijn spreken en handelen.

Het UW WIL GESCHIEDE, vind ik voor mijzelf het moeilijkste te aanvaarden. De opstandigheid bij de pijn en het verdriet, bij het lijden van onschuldigen heel ver of heel nabij, is ook mij niet vreemd. De vraag naar het waarom en het niet kennen van het antwoord maakt het voor ons niet makkelijk om Uw plan daarin te aanvaarden, laat staan te erkennen.

De bede voor HET DAGELIJKS BROOD stelt mij wat gerust. U, die het diepste van onze gedachten kent, weet dat heel dikwijls een concrete vraag of een concreet probleem de drang om U aan te spreken naar boven haalt. De ‘smeekbede’ zal wel bij de top staan, mocht een enquête bevragen wanneer mensen bidden.

HET VERGIFFENIS SCHENKEN ligt mij wel. Alhoewel ons als kind zeer snel duidelijk werd gemaakt dar U alles ziet - zeker als we iets verkeerds deden (dat dit ook zo was als we iets goeds deden, vergat men ons wel te zeggen) - werd er toch telkens bij verteld dat we opnieuw met een propere lei mochten beginnen omdar U vergevensgezind bent. Vergeten mensen vandaag hoe ze zelf kunnen falen, hoe kwetsbaar ze zelf zijn? Uw clementie, mededogen kent onze samenleving steeds minder. Na schuld, straf en boete, opnieuw een kans mogen krijgen om deel te nemen aan onze samenleving is blijkbaar not done. We creëren opnieuw vergeetputten in de vorm van een morele en fysieke uitsluiting.

Wat ik zeker niet vraag, Vader, Heer, God, is dat U het reilen en zeilen in onze samenleving overneemt. De vrije wil om zelf te kiezen voor of tegen U is het hoogste geschenk en teken van vertrouwen dat U ons hebt gegeven. Af en toe wat support, gewoon door aanspreekbaar te zijn, wik ik U tot slot wel nog vragen.

EEN DANKBARE MIEKE VAN HECKE

Wolken

(Een opkikkertje van Hedwig Van Peteghem)

Niets is zo zalig als een heldere hemel. Het blauw is vlekkeloos en de zon kan ongeremd haar werk doen. Er gaat een rust van uit, die ons tevreden maakt. Maar ons land heeft weinig van die zuivere dagen. Meestal hangt er wel iets in de lucht: schapenwolkjes of donderwolken of van die uiteengewaaide slierten of gewoon grauw grijs. En als door een blikseminslag verandert ook ons humeur. Neerslag maakt vaak neerslachtig. De zon blijft natuurlijk schijnen en het blauw blijft even helder. Maar dit alles wordt aan onze blik onttrokken door een breed uitgesmeerd wolkendek.

Al bij al hebben we er niets aan te zeggen. We moeten het nemen zoals het komt. Buiten een paraplu en een onderdak is er geen enkel verweer tegen. Die grijze nevels waaien ook ons leven binnen, zonder dat wij het willen, maar in een andere vorm weliswaar. Niet alles loopt van een leien dakje en niet alles is rozengeur en maneschijn. Er zijn weinig momenten in ons leven dat er geen wolkje aan de lucht is. Zou het trouwens geen ijdele droom zijn? Het Belgisch weer laat ons leven zien zoals het is: hier en daar bewolkt, met af en toe wat neerslag en geregeld een opklaring. Alle elementen - hoe vervelend ze ook lijken - zijn nodig om de natuur ten volle tot leven te laten komen. Wat warmte en wat kilte, wat geluk en wat tegenslag… samen zorgen ze voor het nieuwe leven. Als we ons maar niet blindstaren op de duistere kant van de zaak. Ik geef toe: soms is er wat te veel ellende. Maar wat niemand kan ontkennen, en waar we moeten blijven in geloven is: achter de wolken schijnt altijd de zon. In elke situatie staan mensen met een hart, en in heel de schepping zit een Kracht die liefde is. Meestal verborgen achter het wel en wee van elke dag, maar toch aanwezig als een generator die neerslag en tegenslag vruchtbaar laat zijn.

donderdag 13 oktober 2011

Woordspelingen

(van Renilda)

-Ik kan niet meer zo vlug schrijven als vroeger. Ik word een beetje langzamerhand.

-Als twee honden vechten om een been is er een been tekort.

-Door die val haalde hij zich een gebroken been op de hals.

-De vervuiler betaalt niet, die poetst de plaat.

Oorlogsslachtoffers In Mei 1940 (Aanvulling 2)

In Kerk & leven van 31 augustus 2011 schreef ik over oorlogsslachtoffers in Bertem in mei 1940. Ik kreeg daarop een telefoontje van Victor Bertels die mij vertelde dat er in Bertem buiten Ludovicus Van Pee misschien nog een man doodgeschoten werd door de Engelsen, gewoon omdat hij niet was gaan vluchten. Het ging om Jan Baptist Vanderbist (de Witten Boem), landbouwer, wonende Oude Baan nr.34. Jan Baptist was geboren te Everberg op 7.3.1866. Hij was een eerste maal weduwnaar van Philomena Mees en sinds 31.3.1940 ook van Dymphna Josephina Gheudens, die weduwe was uit een eerste huwelijk met Jozef Van Thielen, boswachter van prins de Merode in Everberg en overleden in 1916. Marcel Van Thielen uit Veltem, een kleinzoon van boswachter Jozef Van Thielen, wist mij te vertellen dat zijn stiefgrootvader Jan Baptist Vanderbist bij het evacuatiebevel van de Engelsen in mei 1940 zwaar ziek te bed lag en niet meer kon vluchten. Hij stierf een natuurlijke dood op 14.5.1940 om 8 u ’s morgens en werd door de Engelsen voorlopig begraven met - volgens Victor Bertels - een schoen uitstekend boven het graf. De aangifte van overlijden van Jan Baptist Vanderbist werd gedaan door zijn ongehuwde 30-jarige stiefzoon Jules Van Thielen die bij hem woonde in Bertem.

Deze Julius Petrus Van Thielen was geboren te Everberg en sneuvelde als oostfrontstrijder in Rusland. Zijn zus, Anna Maria Catharina Van Thielen, getrouwd met Clovis Peeters en wonende in Bertem, ontving langs het Duitse leger, vermoedelijk van een lid van het Legioen Vlaanderen volgend briefje: “Wij ontvingen zooeven het treurig nieuws dat uw broeder Van Thielen, Julius, geb. 16-12-1909 in den strijd tegen het wereldbolchevisme op 12-10-1943 bij Puschkinsky-Gori door een kopschot om het leven kwam. Uw broeder werd op 15-10-1943 op het heldenkerkhof in Ostrow met nog eenige kameraden begraven.”

’Ik geef de multiculturele dialoog niet op’

(Gelezen In Tertio Van 28 September 2011)

Uit een vraaggesprek van Jan De Volder met Meyrem Almaci, ‘stormram en steunbeer van Groen’.

Almaci doet niet mee aan het tegenwoordige politiek correcte doemdenken over een falend integratiebeleid. Ze heeft haar schooljeugd in het katholiek onderwijs nooit als problematisch ervaren.

Was het gezin waarin u opgroeide religieus? En wat betekent de islam voor u vandaag?

“Ons gezin was heel gelovig. Mijn ouders baden vijf keer per dag. Mijn vader was geen ‘hoca’ (imam of leraar, nvdr) maar omdat hij de Koran kende, stond hij bij de Turkse gemeenschap wel hoog aangeschreven. Ikzelf legde me ook met veel ijver toe op de studie van de Koran en het Arabisch. Jammer genoeg ben ik veel vergeten. Maar gelovig ben ik nog altijd. Ik houd me aan het vasten tijdens de ramadan, zij het niet meer zo fanatiek als vroeger. Ik vind de waarden van het geloof heel belangrijk: een groot gevoel voor rechtvaardigheid, het respect voor het leven, de solidariteit met wie het minder goed heeft, het idee dat geld niet de ultieme waarde is. Dat heeft me ook aangezet me politiek te engageren.

Op mijn zestiende besliste ik evenwel mijn hoofddoek niet langer te dragen. Uit de Koran had ik begrepen dat de hoofddoek dient om minder aandacht te trekken. Maar door die hoofddoek te dragen - ik was de enige moslima in de klas - viel ik net meer op. Mijn ouders begrepen de beslissing niet, maar mijn vader was wel zo tolerant ze te respecteren. Ik heb vaak mijn Turkse milieu moeten uitleggen aan mijn omgeving en de Vlaamse manier van denken aan mijn ouders.”

U liep school in het katholiek onderwijs. Hoe kijkt u naar het christelijke geloof?

“Als kind was het soms verwarrend, maar nooit problematisch. Op Aswoensdag kregen we een assenkruis op het voorhoofd; als we thuiskwamen moest dat eraf en later op school moest dat er weer op. Ik was vaak de enige moslima in de klas. Ik werd wel eens aangemaand om te communie te gaan, maar dat was meer onwetendheid dan bekeringsdrang. En wanneer ik op school moest leren dat de kruisvaarders Jeruzalem bevrijdden van de barbaren, stapte ik wel eens kwaad buiten. Uiteindelijk ben ik dankbaar voor veel van wat ik er heb gekregen en geleerd. Jezus is ook voor moslims een profeet en ik ben genoemd naar Maria; moslims vereren eveneens de moeder van Jezus. Zo groot zijn de verschillen uiteindelijk niet. De uitgangspunten over wat een goed en deugdzaam leven is, zijn dezelfde.”

Brief aan God

(Gelezen In Tertio Van 28 September 2011)

Oktober is de Maand van de Spiritualiteit. Bij die gelegenheid vroeg TERTIO aan vier bekende Vlamingen een brief aan God te schrijven. Aftredend minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere (CD&V) bijt de spits af.

Uit Vanackeres voorafgaande bespiegelingen:

“Een van de paradoxen van de moderne politiek is dat er zoveel tijd wordt verloren omdat er te snel wordt gesproken. Tijd om bij elkaar te rade te gaan verdwijnt. Ruimte om te overleggen krimpt. Kansen om te twijfelen en om op een eerste mening terug te komen, verkruimelen in het licht van de haastige deadline van het journaal of, erger nog, de twitterzucht.

Daarom deze weeklacht, in de aloude traditie van sommige psalmen:”

Vanackeres brief aan God:

“God, wat is er gebeurd met de stilte?

Waarom stormt het in ons hoofd?

De tijd haalt ons genadeloos in.

Talrijk zijn de vragen en er is geen respijt

Onze macht is niets, vergeleken met wat er wordt verwacht.

Hoe meer we weten, hoe onbereikbaarder de wijsheid.

En weinigen gunnen elkaar de mildheid, die ze voor zichzelf vragen.”

Kamerplanten

(Een opkikkertje van Hedwig Van Peteghem)

We hebben graag wat groen in huis. Planten en bloemen doen op hun manier onze woning wat tot leven komen, zij het in alle rust en sereniteit. Hopelijk zijn zij het niet alleen. We kunnen ons moeilijk een leefruimte voorstellen, waar geen teken van leven aanwezig is. Zelfs als wij niet thuis zijn houden zij de wacht. Ze zijn als stille waakvlammetjes die de huiselijke warmte vasthouden.

Natuurlijk vergt alles wat leeft de nodige zorg en aandacht En uit ervaring weten we dat de ene plant de andere niet is. Sommigen hebben veel licht nodig, anderen moeten maar eens om de veertien dagen water hebben. Houden we geen rekening met hun eigen karakter, dan zullen ze het vlug laten zien. Niet alle planten zijn dezelfde, gelukkig maar. Het zou nogal saai zijn. Hun verscheidenheid siert ons huis, maar vraagt ook bijzondere attentie. Sommigen zijn vlug tevreden, anderen hebben speciale zorg nodig. En weer anderen laten direct hun kopje hangen. Het lijken wel mensen te zijn.

Hoe logisch het ook lijkt, regelmatig hebben ze wat water nodig. Bloemen en planten water geven mag geen plicht zijn. Het is een zorgzaam omgaan met de eenvoudige dingen van het leven. Vaak zijn ze ook als een geschenk binnen gekomen. Dergelijke stil-levens in huis hebben gaat verder dan het noodzakelijke of het functionele. Alsof het een ritueel was, gaan we het huis rond en geven elkeen wat nodig is. Zo gaat het ook met mensen. We geven wat ze nodig hebben - de een wat minder dan de andere - zodat ze ten volle tot bloei kunnen komen. Ook zij zijn als een geschenk ons leven binnen gekomen. Bloemen leren ons met mensen om te gaan… en de Schepper van het leven daadwerkelijk te eren.

Woordspelingen

(van Renilda)

-Mannen die naar vrouwen fluiten, kunnen naar vrouwen fluiten.

-Wij nemen als twaalfuurtje een halfeendje. (gezegd door eend)

-Pas op het droge voelde de vis nattigheid.

-Door het fluitconcert raakte de violist helemaal van streek.

Oorlogsslachtoffers In Mei 1940 (Aanvulling)

In Kerk & leven van 7 september 2011 schreef ik over een aantal oorlogsslachtoffers in Leefdaal tijdens de meidagen van 1940. Willy Brumagne maakte mij erop attent dat ik er enkelen vergeten was. Hier volgen de toevoegingen van Willy:

-Alberic Huyberechts (smid), geboren te Neerijse op 8.6.1889, echtgenoot van Celestina Dierickx en wonende in Leefdaal. Hij stierf op 14 mei 1940 in Leefdaal als slachtoffer van het Duitse bombardement.

-Soldaat Willem (Guillaume) Vander Elst, geboren te Leefdaal op 6.7.1916. Bij de oproeping voor het leger woonde hij, om beroepsredenen, nog ongehuwd, bij zijn oudere broer in Sint-Lambrechts-Woluwe. Hij sneuvelde in Sint-Andries-Brugge op 28 mei 1940 tengevolge van een buikwandperforatie. Zijn stoffelijk overschot is op 3.7.1940 overgebracht naar Leefdaal.

-Rijkswachter Jozef Geets, geboren te Wezemaal op 2.11.1909 en getrouwd met Wivina Goovaerts. Hij was wachtmeester met als standplaats Leefdaal. Hij raakte gekwetst in Sint-Joris-ten-Distel (Beernem) en stierf aan zijn kwetsuren op 1.10.1940 in de Leuvense Sint-Rafaëlskliniek.

-Buiten de Belgische slachtoffers sneuvelden nog Britse soldaten op het grondgebied van het huidige Bertem in mei 1940.

’Gelovigen verdienen respect’

(Gelezen In Tertio Van 21 September 2011)

Hierna de integrale tekst van een vraaggesprek van Boudewijn Vanpeteghem met Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet nadat deze de Wereldjongerendagen in Madrid had bezocht.

Hoe bent u er als socialist toe gekomen naar een katholieke massamanifestatie te gaan?

“De Interdiocesane Jeugddienst nodigde me naar Madrid uit en vergeet niet dat ik minister van Jeugd ben - ook van de gelovige jeugd. Ik wou haar beter leren kennen. Waarom gaat ze naar Madrid? Hoe verloopt een massamanifestatie van een miljoen jongeren in een stad? Hoe gaan die jongeren om met het instituut kerk? Vrijzinnigen fronsten de wenkbrauwen dat ik naar Madrid ging, maar dat druist in tegen de verdraagzaamheid die de vrijzinnigheid voorstaat.”

Hoe is het u bevallen?

“Het was een heel bijzondere ervaring. Ik ben blij dat ik er in Madrid bij was. Zo veel jonge mensen, geen agressie, geen incidenten, al die ontmoetingen en zo veel hoop. Veel mensen kijken ten onrechte meewarig naar gelovigen. Ze zouden wereldvreemd zijn, seuten, pilaarbijters. Doorsnee gelovige jonge mannen en vrouwen die na de religieuze activiteiten even het park intrekken, doen daar wat andere jonge paartjes doen (lacht). Ik begrijp de cynische reacties niet van mensen die me vragen of ik mijn aflaat heb verdiend. Het belet niet dat ik stond te kijken van de adoratie van vooral zuiderse jongeren voor de paus of van de permanente aanbidding van het sacrament. Het uitschakelen van een kritische geest leidt tot excessen. Je hebt dat veel minder bij de Vlamingen en ik leerde ook dat de Vlaamse gelovigen - ook geestelijken - vragen stellen bij de ethische standpunten van het Vaticaan. Katholieken mag je niet over één kam scheren. Hoe dan ook, je kunt pas echt begrijpen wat de Wereldjongerendagen betekenen als je er zelf bent geweest.”

Bent u gelovig?

(denkt na)”Ik weet het niet. Niet in de klassieke betekenis. De christelijke waarden zitten in onze cultuur en we moeten ze koesteren. Ik ben katholiek opgevoed, ging naar een katholieke school en was zelfs een maand misdienaar. Ik ga niet naar de kerk tenzij bij doopsels, huwelijken, begrafenissen. Mijn respect voor gelovigen is groot. Met het instituut kerk heb ik het moeilijk. De seksuele moraal die het predikt zit me heel dwars.”

Heeft het feit dat u homoseksueel bent daarmee te maken?

“Neen. Er zijn niet meer of minder homo’s bij de katholieken dan in de samenleving als geheel. Je kiest er niet voor homo te zijn; je bent zo geboren. De seksuele moraal evolueert en gelovigen doen dat ook. Het kerkelijk instituut neemt standpunten in die tegen de christelijke leer ingaan. Ik begrijp niet dat het Vaticaan dat niet inziet. Pedofiele geestelijken hebben zijn geloofwaardigheid overigens een zware slag toegebracht. Ik heb dat tegen de kardinaal en de pauselijke nuntius gezegd. En ik veroordeel katholieken niet voor wat anderen in hun naam vertellen en waar velen niet mee akkoord gaan.”

Hebt u in Madrid deelgenomen aan religieuze activiteiten?

“Uiteraard. De voormiddag met catechese, misviering en gesprek is voorbijgevlogen. Het bracht me trouwens terug naar mijn eigen jeugd: het samenzijn, de gezangen. Ik heb er gezien hoe jonge katholieken respectvol met elkaar omgaan.”

Krijgen uw Madrileense ervaringen een vertaling in uw beleid?

“Ik ga allicht Vlaamse jongeren financieel helpen die naar de volgende Wereldjongerendagen willen in Brazilië en ik zie dat als een onderdeel van een breder samenwerkingsproject rond onderwijs. Brazilië is een groot katholiek land en een van de opkomende wereldmachten. Overigens is het belangrijk te weten wat het katholicisme is.”

Negentien nieuwe seminaristen

(Gelezen In Tertio Van 21 September 2011)

Hieronder de samenvatting in tabelvorm van een artikel van Emmanuel Van Lierde.

Week 2011-40 - Tabel seminaristen 2011

Ezel

Een opkikkertje van Hedwig Van Peteghem

Laat mij hem voor de gemakkelijkheid Zia noemen. Geen gebruikelijke naam, omdat hij verblijft in een land ver van hier.

Zoals gewoonlijk werd hij ook deze morgen ingespannen en beladen met alles wat mensen niet willen en kunnen dragen. En ik kan je verzekeren: het was niet weinig. Hij had - zoals de mensen vaak zeggen - koppig kunnen zijn en kunnen denken: als iedereen een beetje draagt wordt het voor mij ook aangenamer. Maar zo was hij niet. Hij wist dat het zijn taak en opdracht was, hij wist dat hij op die manier een hulp en toeverlaat was voor heel wat mensen. Hij maakte zich geen voorstellingen hoe het zou zijn als hij dit werk niet moest doen. Hij maakte zich geen zorgen, hij droeg ze. Want hij was ervan overtuigd dat je meer zorgen kan maken dan dragen. Zo dom was hij dus ook niet. Ik zou zelfs durven zeggen: er zijn mensen die daar iets van kunnen leren.

Als we al eens beginnen met te berekenen wat onze rug kan dragen, zullen we merken dat het minder is dan we dachten. Als we al eens leren zien wat anderen voor ons willen dragen, zullen we niet meer bezwijken onder het gewicht. Als we al eens leren ontdekken dat er een groot verschil is tussen “zorgen maken” en “zorgen dragen”, zou er al een heel pak van onze schouders vallen. Onze opslagplaatsen met lasten liggen barstensvol. Elke dag dragen we een beetje, maar niet alles tegelijk. Sommige dingen zullen blijven liggen, maar er zijn gelukkig ook nog de anderen. En voor de rest: in alle rust en stilte wachten tot de volgende dag. Zo dacht Zia er tenminste over.