woensdag 26 oktober 2011

Allerheiligen

(Een opkikkertje van Hedwig Van Peteghem)

Het zal je misschien verbazen: in het begin van de zevende eeuw werd Allerheiligen gevierd op 13 mei. Op die dag werden alle christenen herdacht die omwille van hun geloof werden gedood. Rond 730 werd die feestdag uitgebreid tot ‘alle heiligen’, gelovigen die door hun levensstijl hadden laten zien hoe je het leven kan helen. In de negende eeuw werd - vooral onder invloed van de Ierse kerk - de datum naar 1 november verplaatst. Op die manier wou de kerk de heidense praktijken van Samhain (de voorloper van Halloween) doen vergeten, of op z’n minst een nieuwe impuls geven. Want meer en meer was Samhain een feest geworden waarbij de doden herdacht werden. Lichtende uitgekerfde gezichten in rapen of pompoenen zouden de overledenen de weg wijzen. Maar ze dienden vooral om de boze geesten en angstwekkende krachten buiten te houden. Want hoe gemakkelijk verstoren zij de rust van ons leven niet? Zo werd Allerheiligen als het ware geënt op een oud heidens feest.

Vandaag merken we hoe het feest van Allerheiligen in de verdrukking komt door Halloween. Ik heb niets tegen lichtgevende pompoenen, integendeel: ze brengen wat sfeer in donkere dagen en veel mensen zien er naar uit, want het is weer een gelegenheid om te feesten.

Allerheiligen en Halloween belichten eenzelfde gebeuren, maar vanuit een andere invalshoek. Alle rituelen en symbolen van Halloween laten onbewust zien hoe wij het kwade en de boze geesten uit onze huizen en ons leven willen buitenhouden. Betekent dit dat ik gerust mag binnenkomen als er een lichtende pompoen voor je deur ligt? Ik wil het wel riskeren, maar een ding is zeker: de angst voor alles wat ons bedreigt steekt meer en meer de kop op en overspoelt onze levenslust. Allerheiligen daarentegen laat ons zien hoe mensen met hun leven hebben bewezen dat het negatieve nooit het laatste woord heeft. Of beter: hoe je het (hallo)wenen kunt verleren. Liefde vangt de angst met verlichtende handen.