(Gelezen In Tertio Van 21 September 2011)
Hierna de integrale tekst van een vraaggesprek van Boudewijn Vanpeteghem met Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet nadat deze de Wereldjongerendagen in Madrid had bezocht.
Hoe bent u er als socialist toe gekomen naar een katholieke massamanifestatie te gaan?
“De Interdiocesane Jeugddienst nodigde me naar Madrid uit en vergeet niet dat ik minister van Jeugd ben - ook van de gelovige jeugd. Ik wou haar beter leren kennen. Waarom gaat ze naar Madrid? Hoe verloopt een massamanifestatie van een miljoen jongeren in een stad? Hoe gaan die jongeren om met het instituut kerk? Vrijzinnigen fronsten de wenkbrauwen dat ik naar Madrid ging, maar dat druist in tegen de verdraagzaamheid die de vrijzinnigheid voorstaat.”
Hoe is het u bevallen?
“Het was een heel bijzondere ervaring. Ik ben blij dat ik er in Madrid bij was. Zo veel jonge mensen, geen agressie, geen incidenten, al die ontmoetingen en zo veel hoop. Veel mensen kijken ten onrechte meewarig naar gelovigen. Ze zouden wereldvreemd zijn, seuten, pilaarbijters. Doorsnee gelovige jonge mannen en vrouwen die na de religieuze activiteiten even het park intrekken, doen daar wat andere jonge paartjes doen (lacht). Ik begrijp de cynische reacties niet van mensen die me vragen of ik mijn aflaat heb verdiend. Het belet niet dat ik stond te kijken van de adoratie van vooral zuiderse jongeren voor de paus of van de permanente aanbidding van het sacrament. Het uitschakelen van een kritische geest leidt tot excessen. Je hebt dat veel minder bij de Vlamingen en ik leerde ook dat de Vlaamse gelovigen - ook geestelijken - vragen stellen bij de ethische standpunten van het Vaticaan. Katholieken mag je niet over één kam scheren. Hoe dan ook, je kunt pas echt begrijpen wat de Wereldjongerendagen betekenen als je er zelf bent geweest.”
Bent u gelovig?
(denkt na)”Ik weet het niet. Niet in de klassieke betekenis. De christelijke waarden zitten in onze cultuur en we moeten ze koesteren. Ik ben katholiek opgevoed, ging naar een katholieke school en was zelfs een maand misdienaar. Ik ga niet naar de kerk tenzij bij doopsels, huwelijken, begrafenissen. Mijn respect voor gelovigen is groot. Met het instituut kerk heb ik het moeilijk. De seksuele moraal die het predikt zit me heel dwars.”
Heeft het feit dat u homoseksueel bent daarmee te maken?
“Neen. Er zijn niet meer of minder homo’s bij de katholieken dan in de samenleving als geheel. Je kiest er niet voor homo te zijn; je bent zo geboren. De seksuele moraal evolueert en gelovigen doen dat ook. Het kerkelijk instituut neemt standpunten in die tegen de christelijke leer ingaan. Ik begrijp niet dat het Vaticaan dat niet inziet. Pedofiele geestelijken hebben zijn geloofwaardigheid overigens een zware slag toegebracht. Ik heb dat tegen de kardinaal en de pauselijke nuntius gezegd. En ik veroordeel katholieken niet voor wat anderen in hun naam vertellen en waar velen niet mee akkoord gaan.”
Hebt u in Madrid deelgenomen aan religieuze activiteiten?
“Uiteraard. De voormiddag met catechese, misviering en gesprek is voorbijgevlogen. Het bracht me trouwens terug naar mijn eigen jeugd: het samenzijn, de gezangen. Ik heb er gezien hoe jonge katholieken respectvol met elkaar omgaan.”
Krijgen uw Madrileense ervaringen een vertaling in uw beleid?
“Ik ga allicht Vlaamse jongeren financieel helpen die naar de volgende Wereldjongerendagen willen in Brazilië en ik zie dat als een onderdeel van een breder samenwerkingsproject rond onderwijs. Brazilië is een groot katholiek land en een van de opkomende wereldmachten. Overigens is het belangrijk te weten wat het katholicisme is.”