donderdag 13 oktober 2011

Ezel

Een opkikkertje van Hedwig Van Peteghem

Laat mij hem voor de gemakkelijkheid Zia noemen. Geen gebruikelijke naam, omdat hij verblijft in een land ver van hier.

Zoals gewoonlijk werd hij ook deze morgen ingespannen en beladen met alles wat mensen niet willen en kunnen dragen. En ik kan je verzekeren: het was niet weinig. Hij had - zoals de mensen vaak zeggen - koppig kunnen zijn en kunnen denken: als iedereen een beetje draagt wordt het voor mij ook aangenamer. Maar zo was hij niet. Hij wist dat het zijn taak en opdracht was, hij wist dat hij op die manier een hulp en toeverlaat was voor heel wat mensen. Hij maakte zich geen voorstellingen hoe het zou zijn als hij dit werk niet moest doen. Hij maakte zich geen zorgen, hij droeg ze. Want hij was ervan overtuigd dat je meer zorgen kan maken dan dragen. Zo dom was hij dus ook niet. Ik zou zelfs durven zeggen: er zijn mensen die daar iets van kunnen leren.

Als we al eens beginnen met te berekenen wat onze rug kan dragen, zullen we merken dat het minder is dan we dachten. Als we al eens leren zien wat anderen voor ons willen dragen, zullen we niet meer bezwijken onder het gewicht. Als we al eens leren ontdekken dat er een groot verschil is tussen “zorgen maken” en “zorgen dragen”, zou er al een heel pak van onze schouders vallen. Onze opslagplaatsen met lasten liggen barstensvol. Elke dag dragen we een beetje, maar niet alles tegelijk. Sommige dingen zullen blijven liggen, maar er zijn gelukkig ook nog de anderen. En voor de rest: in alle rust en stilte wachten tot de volgende dag. Zo dacht Zia er tenminste over.