woensdag 26 oktober 2011

Brief aan God

(Gelezen In Tertio Van 12 Oktober 2011)

Oktober is de Maand van de Spiritualiteit. Bij die gelegenheid vroeg TERTIO aan vier bekende Vlamingen een brief aan God te schrijven. De derde in de rij is Patrick Develtere, algemeen voorzitter van het ACW. Hier volgt een ingekorte versie van zijn ‘Brief aan God’.

Beste God,

Binnen onze brede werknemersbeweging vormt kardinaal Jozef Cardijns motto en werkmethode ‘zien, oordelen, handelen’ de inspiratiebron voor vele leden, beroepskrachten en 250.000 vrijwilligers in hun dagelijkse inzet voor een warme samenleving. We mogen er best trots op zijn dat Cardijns inspiratie de inzet van velen blijft aanwakkeren en dat dit resulteert in een uitgebouwd middenveld en een sterk sociaal zekerheidssysteem. Vandaar vinden we het onze plicht ook het Zuiden te blijven ondersteunen in zijn strijd voor het bereiken van een menswaardig welvaartsniveau. Het is onaanvaardbaar dat niet alleen in het Zuiden, maar ook in België nog vele mensen uit de boot blijven vallen door nieuwe en te brede mazen in het vangnet.

De geïnspireerde inzet - eigen aan onze sociale beweging - brengt me tot het domein van Uw ‘core business’ (nvdr: =kernactiviteit). Met enige tegenzin zullen we toegeven dat het spreken over levensbeschouwelijke inspiratie moeilijk ligt. In onze tijdsgeest is een herdefiniëring van de christelijke identiteit aan de actualiteit voor het ACW een voortdurend zoekproces. Als we bijvoorbeeld de sociale realiteit vandaag bevragen op de herverdeling van de welvaart, vinden we inspiratie bij de evangelist Lucas voor wat wij het Lucas-effect kunnen noemen. Dat Lucas-effect houdt in dat diegenen met het hoogste inkomen, ook gevraagd wordt om de grootste lasten in de herverdeling van de welvaart te dragen.

Zoals U kan lezen God, blijft de strijd binnen onze sociale beweging letterlijk en figuurlijk ‘in beweging’. We geloven dat het bovenstaande net de kern van Uw boodschap is.

PATRICK DEVELTERE

Nabeschouwing

Het begrip ‘Lucas-effect’ dat Develtere hanteert heeft mij aangespoord eens uit te zoeken wat er zo eigen is aan het Lucas-evangelie. Uit het boek van Ronald Brownrigg ‘Wie is wie in het Nieuwe Testament’ citeer ik het volgende:

‘Vermoedelijk was Lucas een slaaf, opgevoed, grootgebracht en opgeleid tot arts in een Grieks-Romeins huishouden.

Lucas laat duidelijk de liefde van Jezus en zijn respect voor vreemdelingen zien in de parabel van de barmhartige Samaritaan en zijn bezorgdheid voor de verworpenen en de armen in de parabel van de rijke man en Lazarus, de genezing van de tien leprozen, het verhaal van Zacheüs, en de parabel van de farizeeër en de tollenaar.

Als Lucas een slaaf is geweest, dan zou dat een verklaring kunnen zijn voor de verrassend onbuigzame leer van Jezus over de gevaren van de rijkdom. Voor Lucas was armoede een deugd; waar Matteüs de woorden van Jezus aanhaalt “Gelukkig zijn de armen die op God hopen”, schrijft Lucas ondubbelzinnig: “Gelukkig jullie die arm zijn”. Waar Matteüs schrijft: “Gelukkig die ernaar hongeren en dorsten dat Gods wil gedaan wordt”, schrijft Lucas: “Gelukkig jullie die nu honger lijden.” Lucas schrijft zelfs dat Jezus eiste dat iemand totaal afstand deed van zijn familie om een volgeling van Jezus te worden.’