Cursiefje van Frans De Maeseneer
Het doet mij iets als de dag zijn ogen sluit om vier uur in de namiddag: sober, koud, lange avonden. Ik kan daar niet goed tegen. Eerlijk gezegd: december is voor mij een maand om over te slaan. Een maand om van de kalender te schrappen. Het is niet zozeer de koude of de eventuele sneeuw. Nee. Het is de donkerte, het gebrek aan licht. Dat maakt me kort van adem en bezorgt me een opstoot van melancholie. Ik ben, daar ben ik nu zeker van, niet gemaakt voor grijs en zwart. In de iglo’s van Alaska zou ik geen halve dag kunnen leven. Ik ben geen frigomens. En ik ben er zeker van:de meeste mensen voelen ongeveer hetzelfde. December is een maand om zo snel mogelijk te vergeten.
Maar ja, we staan ervoor en we moeten erdoor. En het zal nog Kerstmis worden en nadien nog Nieuwjaar. Dan gaat ons hart weer open en krijgen we opnieuw goede zin. Gelukkig maar. Maar je gelooft het of je gelooft het niet: Kerstmis is niet helemaal mijn ding, het is niet helemaal mijn feest. Sorry. Het maakt me weemoedig en ik kan daar niet tegen. Geef mij maar de paaslelies en de paasklokken. Geef mij maar een lied in majeur, iets als alleluia driemaal en helemaal opnieuw. We werden al zolang en zoveel tot nederigheid opgevoed. Ik ben daar nooit gewend aan geraakt. Tot op vandaag. Ik vraag mij af hoe dat komt.
Wellicht komt dat omdat ik van nature weemoedig en nostalgisch ben en omdat ik daar niet te vaak aan herinnerd wil worden? Dat is zeker waar. Wellicht is het ook omdat wij, christenen, eigenlijk, op de keper beschouwd, maar één feest hebben. Wij hebben Pasen. Dat maakt ons tot christenen. Dat is het enige wat wij aan de wereld mogen aanbieden: de schande van goede vrijdag is het laatste niet. Het laatste is dat de laatste schande wordt beschaamd. Dat is Pasen. Dáár wil ik dan ook gaan staan, op die plek: waar de zon opgaat over het leven. Daarom uiteindelijk heb ik zoveel last met die sakkerse maand december. In december gaat de zon te vroeg onder. Voilà, dat is het
En nu doe ik even cryptisch. Pasen is er niet omdat Kerstmis er geweest is. Het is andersom. Kerstmis is er omdat Pasen er is geweest. Ooit - ergens in de buurt van 1966 - heb ik in een Brusselse kerk tijdens de nachtmis de mensen een zalig Pasen gewenst. Ze verstonden het niet. Ze dachten dat ik me versproken had? Of wellicht dat ik teveel gevierd had en dat het op mijn spraak geslagen was? Ze verstonden het niet. Ik heb dan die verspreking maar uitgelegd. Dat was dan maar een klein incident: jammer maar helaas. Pasen is ons feest!
Het valt gelukkig niet in december.