Een opkikkertje van Hedwig Van Peteghem
Ik weet het. Eigenlijk is het alleen maar een woord dat we kennen van horen zeggen. Op enkele uitzonderingen na van mensen die de wrede oorlog meegemaakt hebben of omwille van een ziekte of tegenslag het met wat minder moeten doen. Ook al is het een woord dat moeilijk uit te leggen is, het is meer dan een knorrend gevoel of een niet gevulde maag.
Het probleem stelt zich eigenlijk bijna averechts. Het is vaak moeilijk om te kiezen wat we gaan eten. Want de keuze is groot en alles is verkrijgbaar. Bovendien willen we elke dag wel wat anders. We zijn als het ware oververzadigd. En raar maar waar: dat roept een nieuwe honger op… en vragen rond onze eetcultuur. Alhoewel: Het kan zoveel deugd doen, ik kan er zo van genieten.
Maar een mens moet eigenlijk tweemaal eten: een keer lichamelijk en een keer geestelijk. In tijden van welvaart lijkt de geestelijke honger groter te worden. En hoe voelen we ons dan? Nemen we geestelijk het eten aan dat de media ons voorschotelen? Laten we ons volproppen met het slechte nieuws dat ons dagelijks geserveerd wordt? Of durven wij onze eigen dagschotel samenstellen? Want ook geestelijke voeding moet aan bepaalde voorschriften voldoen, tenminste als we geestelijk gezond willen blijven! Laat ons alvast de dag beginnen met een positieve noot. Het is ook goed dat er niet te veel op onze maag of onze lever blijft liggen. Maar het allerbelangrijkste is misschien dit: dat we voor elkaar voedzaam kunnen zijn door begrip, geduld, een luisterend oor, kortom alles wat geest-krachtig is. Zo kunnen we gelukkige mensen maken… en worden.