woensdag 1 oktober 2014

Getuigenissen over Wereldoorlog I in Bertem–deel 7

Getuigenissen over Wereldoorlog I in Leefdaal

Leefdael (1914-1918)
(Vallis Vitae, Viva Vallis, Levedale; p.e. Lieve Dale, Liefdal
gelegen tussen Leuven en Tervueren, op de Voer)

Provincie Brabant – Arrondissement en (2°) kanton Leuven, dekenij Erps

Toelichting

Anders dan de Bertemse pastoor die de Nederlandstalige vragenlijst invulde, verkiest pastoor Massart van Leefdaal de Franse versie, al laat hij zijn fantasie wel de vrije Vlaamse loop bij zijn pogingen het toponiem Leefdaal etymologisch te verklaren. Hij maakt er zich ook wat makkelijker vanaf door de vragenlijst in een drafje af te handelen.

Het gedrukte enquêteformulier dat de pastoors toegezonden kregen bevatte veertien vragen, waarvan sommige waren onderverdeeld in een aantal deelvragen.

De vragenlijst was bedoeld om de informatie zo gestructureerd mogelijk aangeleverd te krijgen met het oog op de latere verwerking ervan. Na een inleidende vraag over de bestuurlijke en de geografische ligging (met het oog op de krijgsverrichtingen!) van de parochie waren de zes eerste vragen gewijd aan de Duitse inval in 1914. De volgende zeven vragen peilden naar verschillende aspecten van het bezettingsregime. Daarbij lag de klemtoon in eerste instantie op de weerslag van de Duitse bezetting op het religieuze leven. Aan bod kwamen onder meer: de evolutie van het aantal kerkgangers en het aantal communies, opeisingen van parochiekerken met het oog op lutherse kerkdiensten voor Duitse soldaten en – zeker niet te verwaarlozen – de ‘openbare zedelijkheid’.

Verder dienden de pastoors ook inlichtingen te verschaffen over de verplichte tewerkstelling, de wegvoering van arbeiders naar Duitsland en het lot van politieke gevangenen. Priesters en andere geestelijken die in het leger hadden gediend als aalmoezenier of brancardier, de onder de wapens geroepen soldaten uit de parochie en de namen van de gesneuvelden dienden eveneens te worden opgelijst.

Ten slotte moest ook worden bericht over het einde van de oorlog, de terugtrekking van het Duitse leger en de terugkeer van krijgsgevangenen en politieke gevangenen. In een aantal verslagen bevinden zich getuigenverslagen van parochianen die door de pastoors ter staving aan hun verslag werden toegevoegd. (G. Vanden Bosch. Parochieverslagen over de Eerste Wereldoorlog. In: Heemkunde Vlaanderen, Onderzoek 2014, p.17-25)

Zoals te Bertem vinden we na de behandeling van de vragenlijst eveneens een verslag van de oorlogsgebeurtenissen, zij het beknopter, maar dan wel in het Nederlands opgesteld.

Door de geografische ligging van de gemeente waren de gebeurtenissen die zich afspeelden tijdens de inval van het Duitse leger van relatief minder belang.
De eerste troepen die de 19de augustus 1914 op het grondgebied van onze parochie verschenen, kwamen van Berthem, waar schermutselingen hadden plaats gevonden tussen Belgische eenheden en vijandelijke patrouilles. In de loop van de namiddag begonnen de inwoners te vluchten in de richting van Vossem, Duisburg en IJzer, een gehucht van Overijse.
De exodus nam nog toe tegen de avond, wanneer de 5de Belgische divisie zich had verzameld tussen de Leuvense baan te Tervuren en de wijk Vrebosch, en enkele ‘schrapnels’ had afgeschoten op een detachement ‘Uhlanen’-

(Tijdens WO I : Duitse, lichtgewapende verkenners te paard. Het begrip ‘Ulaan’ kreeg echter ook een afschrikwekkende bijklank, en werd vaak als synoniem voor ‘Duitse soldaten’ in het algemeen gebruikt.)

-die de Belgische troepen bestookten die zich op Antwerpen terugtrokken.
’s Anderendaags waren nagenoeg alle parochianen teruggekeerd zonder dat er iets noemenswaardig was voorgevallen. Wij hebben vervolgens, en dit geldt voor de ganse bezettingsperiode, een relatieve rust gekend.
Er logeerden regelmatig vijandelijke troepen op het grondgebied van de gemeente, maar deze gedroegen zich doorgaans vrij behoorlijk. Dit was ook te wijten aan het feit dat de Duitsers geen weerstand meer ondervonden en ook doordat de troepen bestonden uit reserve-eenheden, munitiecolonnes of hulpdiensten.

Mijn parochie werd dus, God zij dank, gespaard door de omstandigheden, en ik kan me dus beperken tot een beknopt verslag.
Het kan evenwel nuttig zijn in de vlucht de paragrafen van de vragenlijst te overlopen.

§ 1: [Bestuurlijke ligging] zie de titel.
§ 2: [Houding der krijgsoverheid ..] niets te melden.
§ 3: [Gesteltenis der soldaten.. ] niets te melden.
§ 4: Tijdens de eerste maanden van de oorlog stelden we een lichte toename vast van de godsdienstbeleving, maar de laatste oorlogsjaren nam het aantal toe bij wie de geloofsbeleving, de goede zeden, het kerkbezoek en het ontvangen van de Sacramenten aanzienlijk verzwakte.

jaar

Aantal communies

Aantal plechtige
communicanten

1913

9.880

47

1914

14.400

69

1915

15.705

57

1916

13.030

55

1917

?

69

1918

9.600

55

Niets bijzonders te vermelden voor §5 tot §8
[ §5: De inval van den vijand ]
[ §6: Houding der vijandelijke legers: plunderingen .. ]
[ §7: De dagen na de inval ..]
[ §8: Latere gewelddaden ..]

§ 9, c: Het voorlezen van de befaamde briefvan zijne Eminentie is gedurende de hoogmis onderbroken door twee Duitse soldaten, die deze brief ter plekke opeisten.

(Ook voor de toelichting omtrent de commotie rond deze herderlijke brief van kardinaal Mercier verwijzen we naar onze eerste bijdrage. )

De processies, behalve deze die zich beperkten rondom de kerk, werden door de bezettende overheid verboden.

§ 9, d: zie onder 4 – Eerste, plechtige communies zoals gewoonlijk.

§ 9, g: Ruim een dertigtal mannen van onze parochie werd aangehouden om gedeporteerd te worden. Ze werden naar de Sint-Maartenskazerne te Leuven geleid, van waar ze ’s anderendaags vrijelijk terugkeerden.

§ 10: Van onze parochie werden 60 miliciens onder de wapens geroepen. Er meldden zich zes vrijwilligers voor de duur van de oorlog. Onder hen willen we speciaal de drie zonen van Mevrouw de Gravin de Liedekerke vermelden. Hoewel de twee oudsten reeds gehuwd waren, hebben ze niet geaarzeld het bedreigde vaderland ter hulp te snellen.
Zijn eervol gesneuveld: K. Van Buekenhout en Guillaume Van Vlasselaer.
Daaraan willen we toevoegen: kapitein-commandant Léon Verheyden, zoon van luitenant-generaal Florent Verheyden, wiens vrouw, kind, ouders, zus en schoonmoeder, mevrouw Van Ertrijck, toen in Leefdaal woonden.
We tellen twee oorlogsverminkten: Henri Vandenplas en Hubert Huybrechts.

§ 11, b: Een Duitse officier is, onder brutale bedreiging, de sleutels van de kerk komen opeisen bij de onderpastoor. Na diens weigering heeft hij, gebruik makend van een ons onbekende tros sleutels, zich toegang verleend tot de kerk, het koor en de toren.

§ 10: [Vergelijkende tafel der geboorten en sterfgevallen bij de burgerlijke bevolking van 1913 tot 1918.]

Geboorten

Overlijdens

1913

41

41

1914

51

42

1915

47

25

1916

35

26

1917

31

27

1918

45

44

§ 12: [– Daden van vaderlandsliefde of offerbereidheid.]
De heer L. Van de Velde, onderpastoor, heeft op 19 augustus 1914, zijn leven riskerend, ’s nachts te paard twee maal het traject IJzer, Duisburg, Leefdaal afgelegd om de gevluchte parochianen in te lichten over de toestand en te overtuigen terug te keren.
De parochie betreurt de tekortkoming van de heer Jean François De Bondt, hoofdonderwijzer van de gemeenteschool, die zich aanhanger heeft betoond van het activisme, en gepoogd heeft – met weinig succes trouwens – de bevolking mee te tronen. Dit heerschap, lid geworden van de Raad van Vlaanderen, is momenteel aangehouden.

§ 14: Bij hun terugkeer in de parochie viel de geallieerden, de Belgische soldaten, evenals de bevrijde krijgsgevangenen een warm en sympathiek onthaal te beurt vanwege de bevolking.

De ondergetekenden, de heer Florent Verheyden, luitenant generaal op rust en de heer Firmin De Keyn , schepen te Leefdaal, betuigen hun medewerking aan het opstellen van huidig rapport en garanderen er de documentaire waarde van.

Leefdaal, de … 1919 Verheyden
(get.) F. De Keyn

1914 – 1915 Leefdael

Beknopt verslag

1914 Van den 2 den tot den 15 den augustus: tweemaal Belgische soldaten in Leefdaal.
Van den 20 ste augustus tot begin oktober viermaal Duitse soldaten.
Woensdag 19 augustus ’s avonds laat bij de aankomst der Duitsers in de gebuurte, is bijna gans de parochie gaan vluchten, voornamelijk naar Duisburg en IJzer.

Coyge en Vrebosch * (in marge toegevoegd: In deze gehuchten hebben de Duitsers dien avond geweldig gevuurd, zonder groot erg. Enkel een jongeling van de Coyge, genaamd De Kelver, is daar ernstig gekwetst geraakt. De E.H. Karel Bruffaerts van Vossem, die den gekwetste kwam bezoeken, is daar gevonden geweest door de Duitsers en een nacht gevangen gehouden.)
’s Anderendaags langzame terugkomst. Enige huizen, in ’t bijzonder deze die gesloten waren, zijn geplunderd.
’s Avonds van den 20sten nieuw alarm: men verstopt zich waar men kan. Pastorij met ettelijke parochianen in de kelder van ’t klooster: nacht in aanbidding voor het H. Sacrament; op den steenweg, dien avond, hevig geschut der Duitsers. Buiten verschillende huizen van Bertem rond de statie, in de wijk Sinte Verona, en een huis van Leefdaal afgebrand.
Het verblijf der Duitsers in Leefdaal is tamelijk rustig geweest. In september is de zogezegde “garde-civique” eens naar Leuven geleid geweest; ’s anderendaags ’s morgens was zij al terug.

Zoals elders, vele opeisingen van dieren, wagens, voedsel enz. Den 28STE september hebben enige soldaten onbeschoft de tomaten der pastorij komen aanslaan. Den 2den december op beleefde wijze een aantal flessen wijn: beide tegen bon.

Den zondag dat de 1ste lezing plaats had van den brief van Zijne Excellentie, onder de lezing in de Hoogmis, zijn er twee Duitse soldaten langs de zijdeuren der kerk binnengekomen, hebben de lezing doen staken en de brieven van Z. E. aangeslagen.
Viermaal op acht dagen tijd zijn er telkens twee verschillende Duitsers naar Leefdaal en de pastorij gekomen, ’t zij om den brief van Z.E. op te vragen, ’t zij om te verbieden hem af te lezen.
Nadien aanhoudend geloop van Duitsers plakkaarten, berichten, verwittigingen, verordeningen, bedreigingen, enz. in groot aantal.
Voor het overige, tot hiertoe is Leefdaal tamelijk gespaard geweest.

Den 20 sten augustus is Theophiel Weygantt-Van Herck van Leefdaal op den Grooten Steenweg tegen Tervuren aangehouden door Duitsers die hem, de handen achter de rug vastgebonden, naar Brussel gestoten en gestompt hebben en vandaar tot Halle, waar hij, door de tussenkomst van een ontvanger, losgeraakt is, na zeer veel afgezien te hebben.

Het luiden der klokken, verboden sedert augustus 1914, werd wederom toegelaten op 6 Meert 1915.

Den 19 de augustus heeft E.H. onderpastoor Louis Van de Velde een bewonderenswaardige moed aan den dag gelegd. Hij heeft gewacht totdat de parochie zo goed als ledig was. Om 10 u. ’s avonds steeg hij te paard met het H. Sacrament naar Duisburg, vooreerst om daar het H. Sacrament in veiligheid te brengen; dan naar IJzer. Dan terug naar Leefdaal, waar hij aankwam om middernacht. Dan terug te paard naar Duisburg waar hij zich verfrist en uitrust tot 4 u.
Alweer naar Leefdaal om te zien wat er gaande was. Opnieuw naar Duisburg te paard, achtervolgd door vijf ‘Uhlanen’, waaraan hij ontsnapt. Volgens zijne waarnemingen in Leefdaal, raadt hij de parochianen aan naar huis terug te trekken, en de Duitsers met voorzichtigheid te behandelen. Lang op voorhand werd het volk van op den predikstoel in dien zin aangemaand; en het volk heeft op zeer voldoende wijze daaraan beantwoord.
Massart, pastoor.

Leefdaal
Klokken van de Kerktoren

Groote Klok : Mi bémol

1874 – Severinus Van Aerschot, Leuven; gewijd 3 aug. 1874, door Mgr. Anthonis;
wegende meer dan 2000 kilogram; voortkomende uit een gebarsten klok die omtrent 1533 kilogram woog.

Zij draagt als opschrift (vertaald uit het latijn):
“ Toegewijd aan de H. Jozef werd ik gewijd in het jaar onzes Heren MDCCCLXXIIII (1874)
Peter: Justus Tielemans raadslid en Barbara Vandermaelen,
Pastoor van de parochie: E.H. Petrus Franciscus Silvercruys.
Ik werd gegoten door Severinus Van Aerschodt uit Leuven”
Op de klok: groep der 12 apostelen in 12 nissen

Klein klok: sol

1829. Andreas Van den Gheyn, klokgieter Leuven
grootvader van Sever[inus] Van Aerschoot

Gewicht: 1038 kilogr.: in Lovensch oud gewicht: 2212 ponden

Sinte Veronakapel

Klok van rond de 20 kilogram, zonder inscriptie. Toon ??

Raf van der Donckt