Een opkikkertje van Hedwig Van Peteghem
Er zijn weinig mensen die in de toekomst kunnen zien. Soms zou dat wel gemakkelijk zijn. We zouden een betere strategie uitbouwen om ons leven en dat van de mensen rondom ons sterker in de hand te hebben. Onze plannen en verwachtingen zouden uitkomen.
En toch: het zou ons niet gelukkiger maken. Ons leven zou zich niet kunnen ontvouwen in al zijn mogelijkheden omdat we enkel maar rekening houden met wat we kennen. Elk perspectief zou verengd worden tot het berekenbare. Onze horizon zou meer op een prikkeldraad lijken.
Toekomst moeten we niet maken. Het is een geschenk, iets dat ons toekomt. Toekomst is iets wat ons te beurt valt, we krijgen ze; ze overweldigt ons. We mogen zelfs zeggen dat we er recht op hebben. Want zonder toekomst verschraalt het leven tot verleden.
We kunnen alles in het werk zetten om onze toekomst veilig te stellen, afrasteringen spannen tussen wat we wel en wat we niet graag zouden hebben. En toch speelt de wet van de dichtgeknepen hand ons weer parten. Hoe krampachtiger je handen worden, des te minder houdt je over. Want je knijpt het eruit.
Toekomst is een prachtig geschenk, dat je met twee open handen moet koesteren. Ze heeft een voor- en een achterzijde. Het is niet aan ons om te sorteren wat we nodig hebben.
Als we binnenkort een kind horen zeggen dat vrede mogelijk is, zullen we het dan uitlachen?