(Gelezen In Tertio Van 15 September 2010)
Uit een interview van Peter Vande Vyvere met Peter Adriaenssens
U wou ook op het spoor komen welke mechanismen seksueel misbruik in de kerk mogelijk maken. Hebt u daar in die korte tijd inzicht in verworven?
“Er waren een aantal aanzetten. Een absolute minderheid van de daders die we om een verklaring van het misbruik vroegen, verwees naar een crisis in hun celibataire leven. Die groep reageerde het gezondst: vertelde en erkende vlot wat was gebeurd en slaagde er daardoor ook het best in recht te doen aan het slachtoffer, waardoor de verzoening makkelijker liep. De meerderheid zijn evenwel mensen met een pedofiele oriëntatie, een pathologische persoonlijkheid die dankbaar gebruik maakten van een profiel dat de kerk aanreikt. Aan een religieus celibatair wordt namelijk niet meer gevraagd of hij geen nood heeft aan een volwassen partnerrelatie en iedereen bewondert hem omdat hij met kinderen bezig is. In zekere zin is de kerk hier slachtoffer van een profiel dat ze uitbouwde. Maar niet alleen slachtoffer, want ze omkaderde dat profiel met een hiërarchische structuur die het moeilijk maakt misbruik op te sporen. Macht is in de kerk doorgaans te weinig transparant georganiseerd. Er heerst een verrassend grote individuele vrijheid, zolang je maar de grote hiërarchielijn respecteert. Priesters behoren tot een van de weinige beroepsgroepen die geen enkele verantwoording moeten afleggen, waardoor ze zelden over hun gedrag geïnterpelleerd worden. De ene bisschop - zelfs een aartsbisschop, een voorzitter van de bisschoppenconferentie of kardinaal - heeft bovendien hoegenaamd niets te zeggen over de andere. Het enorme respect voor die rigide machtslijnen, moedigt het zwijgen aan.”