dinsdag 24 november 2009

Herfst

Ze kunnen ons zo in bewondering doen staan, de kleuren van de herfst die geen enkel moment hetzelfde zijn, de bladeren - die ondanks hun sierlijkheid - waggelend naar beneden dwarrelen. Alsof ze twijfelen. Want het kan toch niet gemakkelijk zijn: in schoonheid moeten eindigen, alles wat je opgebouwd hebt los moeten laten en toch weten dat je op de grond terechtkomt. Maar zelfs daar behouden ze nog iets van hun charmes. Schoonheid is relatief en hangt onopvallend - zonder dat we het beseffen - samen met vergankelijkheid. Misschien is de herfst daarom het mooiste seizoen.
Het helpt ons wat stil te staan bij de dingen van het leven waar we normaal gezien geen tijd voor hebben. We zien de vreugde liever dan het verdriet, en het genot liever dan de pijn. En toch maken de herfstbladeren ons stilzwijgend duidelijk dat het één niet los kan gezien worden van het andere. Groeien en vergaan, vasthouden en loslaten kan niet afzonderlijk gebeuren. Het één heeft het ander nodig: zoals barensweeën en nieuw leven.
Ons leven is nu eenmaal niet eindeloos, op het einde niet en onderweg ook niet. Gelukkig beheersen sommigen de kunst om in de beperktheid de vrijheid te ontdekken. Misschien kan de gedachte van de wetenschapper Gerard Bodifée voor ons een hart onder de riem zijn: als de natuur volmaakt zou zijn, zou alles zwart zijn. Geef ons dan toch maar de kleuren.

dinsdag 17 november 2009

De Zusters Annonciaden In Korbeek-Dijle – Deel 9

Week 2009-47 - Schoolfoto Paula Swillen 2

Philomène Van Kildonck bezorgde mij bijgaande foto. Wij dachten eerst dat zuster Arthura op de foto stond tijdens haar laatste jaar als leerkracht in Korbeek-Dijle (1963-1964), maar dan klopte er iets niet met de leeftijd van de kinderen. Een mailtje naar zuster Arthura in Keyhof bracht uitsluitsel. De zuster belde mij onmiddellijk terug om te zeggen dat het niet zij maar zuster Harlindis is op de foto. Het gaat dus om de kinderen van het vierde tot het achtste leerjaar in het schooljaar 1964-1965. Zuster Harlindis woont momenteel in de Ark op de Tiensesteenweg in Heverlee. Zie ook mijn boek ‘Een Geschiedenis van Korbeek-Dijle’ blz. 244 en volgende.
Wie zijn de kinderen op de foto?
Steeds van links naar rechts en van voor naar achter:
Eerste rij:
-Maria Vleminckx
-Paula De Waele
-Liliane Paeps
-Mia Bulens
-Magda Binon
-Mia Vandermueren
-Paula Swillen
-Godelieve Ginis
Tweede rij:
-Greta Hoefkens
-Nadia Fagot
-Elza Letellier
Derde rij:
-Yvette Vleminckx
-Elvire Vanden Eynde
-Christiane Hoefkens
-Clementine Mees
-Magda Vanden Eynde
-Julia Dekelver
-Eliane Bruggemans

Cyriel Letellier

Kruisen Niet, Pompoenen Wel

(Gelezen In Tertio Van 11 November 2009)
De uitspraak van het Europees Hof in Straatsburg die staatsscholen in Italië verbood nog kruistekens op te hangen, blijft reacties uitlokken. Bisschop Shlemon Warduni uit Irak stelde dat de christenen in het Midden-Oosten nog weinig hulp moeten verwachten van Europa, dat zich toenemend distantieert van zijn geschiedenis en traditie. Ook Pierbattista Pizzaballa van de Custodie van het Heilig Land reageert met onbegrip. “In al onze klassen in katholieke scholen, waar een meerderheid van de leerlingen moslim is, hangen kruisbeelden. Geen enkele moslim heeft daarmee problemen. Onder het voorwendsel van de scheiding van kerk en staat is Italië van zijn geschiedenis, traditie en identiteit beroofd.”
Kardinaal Tarcisio Bertone, de staatssecretaris van het Vaticaan, betreurde de uitspraak al eerder. “Wij zullen bekijken hoe wij onze geloofssymbolen en die van anderen kunnen bewaren. Dit Europa van het derde millennium laat ons alleen nog de pompoenen van ingevoerde feesten”, waarmee hij doelde op het heidense feest Halloween. Toch is de Italiaanse regering niet van plan gehoor te geven aan de uitspraak. Vrijdag kondigde ze aan ertegen in beroep te gaan. De kruistekens blijven dus in de klassen. (Kerknet)

Quote Van De Week

(Gelezen In Tertio Van 4 November 2009)

“Die moeilijke periode heeft mij geleerd dat het huwelijk nu eenmaal hard is. Niemand vertelt je dat. Het enige wat wordt gevraagd, is: hou je van hem en hoe ziet je jurk eruit?”
Michelle Obama in The New York Times

’Schuldloze Echtscheiding Misleidend’

(Gelezen In Tertio Van 4 November 2009)

Uit een artikel van Jos Vranckx
Roger Pauly, algemeen voorzitter van de Gezinsbond, kan de wetgeving die echtscheiding zonder meer als schuldloos vooropstelt, niet onderschrijven. Hij bepleit meer aandacht voor relatieondersteunende initiatieven. “De aandacht gaat te uitsluitend naar opvoedingsondersteuning, terwijl die weinig fundament heeft als de relatie tussen de ouders niet stand houdt.”
“Er zijn genoeg scheidingen van koppels die zeker niet schuldloos zijn”, vindt Roger Pauly. “Een vader van drie kleine kinderen die zijn gezin plotseling in de steek laat om met een vrouwelijke collega te gaan samenwonen. De gevolgen kunnen desastreus zijn. Voor de samenleving die opdraait voor het verlies aan stabiliteit, de materiële nood van de moeder en de mogelijke ontsporing van de kinderen. Voor de moeder die veelal na de verkoop van het huis moet instaan voor een onderkomen, een inkomen, de zorg voor de kinderen en zichzelf overeind moet houden. In Brussel is een op de drie een eenoudergezin, waarvan 92 procent alleenstaande moeder is.”
“Niet zelden worden de kinderen van hier naar ginder gezeuld, ook emotioneel. Hun instemming wordt niet gevraagd. Ze staan weerloos aan de kant. Ze verliezen structuur en het klimaat om hun wereld te verbreden vanuit de geborgenheid van een warm nest, broodnodig om zelfvertrouwen te ontwikkelen. We geloven te graag dat kinderen de situatie kunnen begrijpen door hen uitleg te geven. Maar kennis en begrip gebeuren aan de buitenkant, terwijl de pijn vanbinnen zit.”
Volgens Pauly is het ‘schrikbarend’ met welk gemak we denken, praten en handelen over echtscheiding. “Straks doen we alsof het iets is wat ons overkomt als een ziekte waarvan we het slachtoffer zijn. Om een relatie duurzaam in stand te houden is er nood aan solidariteit, soberheid, offervaardigheid, verantwoordelijkheid, plichtsbesef, trouw en belangeloze inzet. Dat zijn waarden die inspanning en moreel besef vergen en dat ligt wellicht wat moeilijker.”
“De gangbare normen van onze wegwerp- en consumptiemaatschappij - de mentaliteit dat alles wat kan ook maar moet mogen - en het primaat van het individu op de gemeenschap vormen geen vruchtbare bodem voor stabiele relaties. Als we de natuur ziek maken, verliest die haar genezende invloed op de mens. Als we het gezin ziek maken, blijft ook de samenleving niet overeind.”
In een tweede artikel laat Jos Vranckx Roger Pauly zijn stelling ontwikkelen dat ‘duurzame relaties en zelfontplooiing helemaal niet tegenstrijdig zijn’.
Ook in Het Nieuwsblad van 5 november stond een paginagroot artikel van Willy De Buck over de noodkreet van Roger Pauly: ‘Een scheiding is geen griepje’ met als kernidee: ‘De individualisering van de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw was zeer positief, maar ze is haar doel voorbijgeschoten, naar egoïsme en egocentrisme’.
In De Bond, de veertiendaagse gezinskrant, van 6 november, tenslotte, wordt een colloquium aangekondigd:
Duurzame relaties en spiritualiteit
Zelfontplooiing en welbevinden scoren vandaag in onze cultuur hoger op de waardeschaal dan duurzaamheid en kwaliteit. Kunnen mensen nog voldoening en geluk vinden in een relatie waarin men zich zonder reserve aan elkaar toevertrouwt?
Over die thematiek organiseert het Tijdschrift voor Geestelijk Leven (TGL) op 28 november 2009 een colloquium . Vier sprekers zullen er hun visie op ‘duurzame relaties en spiritualiteit’ geven vanuit een verschillende invalshoek. Naast Roger Pauly, algemeen voorzitter van de Gezinsbond, zijn dat Alfons Vansteenwegen, relatietherapeut en auteur van bestseller ‘Liefde is een werkwoord’, Anne Dekeyzer, kinderpsychologe en gezinstherapeute en Mieke Kerckhof, pastor in het Jan Yperman Ziekenhuis in Ieper en voorzitter van de vzw Gezondheidszorg ‘Berm-hertigheid Jesu’. Na het panelgesprek is er tijd voor vragen uit het publiek.
Het colloquium vindt plaats op zaterdag 28 november , van 10.30 tot 13 uur in de Universiteit Antwerpen, Prinsstraat 13, 2000 Antwerpen (zaal T 105). Inschrijvingen en info: www.tgl.be, info@tgl.be of bij Liselotte Anckaert op tel. 02-509.96.05. Leden van de Gezinsbond betalen op vertoon van hun lidkaart 15 in plaats van 20 euro. Koffie en middaglunch inbegrepen. (A.C.)

Solidariteit

Ooit
was er een Vlaamse koppigaard
die naar niemand luisterde,
behalve naar verstoten mensen
die op een eiland
letterlijk zaten te wachten op hun dood.
Zijn naam is Damiaan.

Ook vandaag
zijn er nog veel
Vlaamse koppigaards.
Het zijn de mannen en vrouwen
die niet luisteren
naar de wetten van rijkdom en macht.
Vrijwillig
koken zij voor daklozen,
delen voedselpakketten uit
aan kansarme gezinnen,
of luisteren naar verhalen
van ziekte en gemiste kansen.
Hun namen zijn onbekend.

Damiaan
en deze vele mannen en vrouwen
die verdriet horen en onrecht en armoede zien,
maken van de hel een hemel,
zij geven mensen zin in het leven,
zij verleggen stenen in de rivier op aarde.

God,
Jouw liefde waarmaken,
het gebeurt ook vandaag.
Blijf ons uitnodigen
over de muren van ons eigen wereldje te kijken,
om te zien
waar mensen ons nodig hebben,
om te voelen
waar solidariteit handen en voeten moet krijgen.

Leen Vermeire

(Uit Bestuursblad KVLV okt.2009)

De Rode Vlinder – Deel 4

Dacca, zondag 13 april 2003
‘Feestdag voor de christenen!
Ik heb het je al verteld, zelf ben ik moslim, en ik begrijp dus die ceremonie niet. Maar zingen doen ze wel. Soms wordt er maar geneuried, soms kent iedereen het lied. Nu komt er een vrouw vooraan op het podium een tekst lezen. Een vrouw in het zondagsgebed!
Dan volgt er weer een lang verhaal over de profeet Jezus, die gevangen genomen werd en stierf op zo’n houten kruis. Hoe kan je zo iemand nu ernstig nemen? Hoe kan je zo iemand nu God noemen? Maar hier luisteren honderden mensen stil, aandachtig, gespannen. En zingen liederen over hem… Damiaan was ook christen en zelfs priester. Misschien toch…’

Bij de Vlaamse residerende arts, -zij woont schuin tegenover het hotel- is er die avond een ruim theater gemaakt voor de videovertoning.
‘Amar Bhundi-Mijn Vriend is een flitsend filmpje. Ayubdallah, de leprapatiënt, kwam uit het zuiden, uit de Sunderlands. Ik kom uit het noorden. Maar ik herken zijn vriend uit het verhaal zo goed! Want ik heb er ook een gevonden, een Vlaamse.’
Buiten zwelt het onweer aan tot het water over de straten en de daken plenst. Al is de ren naar het hotel maar dertig meter, iedereen komt kletsnat toe, aan het einde van deze dag van het water.
Het land, zoals de landkaart in de gang, zal vannacht verder rotten…

Dacca, maandag 14 april 2003
‘Achter mij schreeuwt iemand naar mijn Vlaamse maat: “Bush! Bush!” Is Bush groot? Heeft hij kortgeknipt donker haar? Op de TV zie ik hem soms, als ik ga kijken bij de haarkapper. Verder weet ik het niet. Ik weet niets. Lezen of schrijven heb ik nooit geleerd. Maar vertellen, vertellen kan ik wel. Van mijn vriendjes zijn er maar enkelen naar de dorps¬school geweest. Ik heb de Koran geleerd in de madrassa. Daar zei de leraar: “De christenen in het westen willen alle moslims onder¬drukken.” Misschien. Maar mij hebben ze genezen.
De drukte van de kleine straatjes in de stad is mij bekend. Maar enkele Vlamingen botsen voor het eerst op het rauwe leven van een paar miljard mensen. Zij schrikken en schuiven snel langs de muren heen. Zij vluchten over de schrijnende afgrond tussen de morsige modder hier en het kristalklare zwembad van hun hotel ginds. Daar luieren alleen schatrijke lijkbleke westerlingen.

Morgen, heel vroeg, vliegen zij terug naar hun thuis.
Ik zal er zijn, op de Zia-luchthaven.
Tot aan de poort.
Want dan word ik tegengehouden.
Achter de tralies zal ik moeten wachten.
Een kleine lepralijder komt niet verder
in mijn land.

Maar in mijn hart klinkt steeds de stem van Gard,
van allen die Damiaanactie steunen
om de klinieken van De Rode Vlinder
op gang te houden
voor tb-patiënten en lepralijders.
Gratis voor iedereen,
ook voor kinderen,
ook voor armen,
ook voor vrouwen.

Mijn hart draagt een beeld van hem…
Mijn leven dank ik immers aan hem…

Sayyed.

Uit het boek ‘De Rode Vlinder
Damiaanactie in Bangladesh’
door Gard Vermeulen.
Dit boek is uitsluitend te koop bij
www.unibook.com
Zoek naar ‘De Rode Vlinder’

dinsdag 10 november 2009

De Zusters Annonciaden In Korbeek-Dijle – Deel 8

Week 2009-46 - Schoolfoto Paula Swillen 1

Philomène Van Kildonck bezorgde mij bijgaande foto. Het is het eerste, tweede en derde leerjaar in het schooljaar 1961-1962. De leerkracht was Lena Andries uit Begijnendijk. Zie ook mijn boek ‘Een Geschiedenis van Korbeek-Dijle’ blz. 246.
Steeds van links naar rechts:
Bovenste rij:
-Christiane Hoefkens
-Liliane Paeps
-Paula De Waele
Tweede rij:
-Godelieve Ginis
-Maria Vleminckx
-Elvire Vanden Eynde
-Yvette Vleminckx
-Mia Vandermueren
-Paula Swillen
-Juffrouw Lena Andries
Zittend :
-Huguette Mommaerts
-Nadia Fagot
-Mia Bulens
-Magda Binon
-Greta Hoefkens
-Elza Letellier
-Linda Letellier

 

Cyriel Letellier

President Obama Rekent Op Religieuze Organisaties

(Gelezen In Tertio Van 28 Oktober 2009)

Uit een vraaggesprek van Jan De Volder met Joshua DuBois, een zwarte predikant en spiritueel raadgever van president Barack Obama.
Obama’s voorganger, George W.Bush, legde veel nadruk op de steun aan ‘faith based initiatives’ (= op het geloof gebaseerde initiatieven), organisaties die maatschappelijk actief waren op basis van hun geloof. Hoe denkt president Obama daarover?
“President Obama is een geëngageerde christen. Tegelijk gelooft hij dat mensen van alle gelovige en filosofische overtuigingen hun plaats hebben in het openbare leven. Hij rekent op hen om de nationale en globale uitdagingen aan te pakken. De president weet dat je dat niet alleen kunt als regering, dat je dat maar kunt doen door te werken met echte ‘change agents’ (= veranderingsagenten), die mensen en verenigingen die werken op het terrein. Zij slaan de hand aan de ploeg, vaak op die plaatsen waar de maatschappelijke problemen zich het hardst laten voelen. Heel dikwijls zijn dat religieuze organisaties. Het is dus normaal dat ook de regering streeft naar partnerschap en samenwerkingsverbanden met dat soort ‘faith based initiatives’. Natuurlijk moet hij daarbij rekening houden met de grondwettelijke parameters en de belangrijke notie van scheiding tussen kerk en staat. Die is bedoeld voor alle religieuze groepen, niet alleen voor een bepaald segment. Maar het is duidelijk dat de president sterk rekent op de religieuze organisaties en hen steunt. Dat zal heel zijn presidentschap zo zijn.”
Obama kreeg al veel lof van het Vaticaan, terwijl heel wat Amerikaanse bisschoppen veel kritiek op hem uiten. Hoe gaat hij bruggen bouwen met de katholieke critici?
“De president heeft het diepste respect voor de katholieke kerk. Hij weet hoeveel ze in de Amerikaanse geschiedenis heeft bijgedragen aan de armenzorg en aan de versterking van het onderwijs, en hoezeer ze dat nog altijd doet. Hij heeft veel respect voor kardinaal Francis George van Chicago en heeft goede relaties met enkele leden van de Amerikaanse bisschoppenconferentie. Het is ons doel samen te werken met de Amerikaanse bisschoppenconferentie op die punten die ons beiden ter harte gaan. Natuurlijk zijn we het niet over alles eens, maar toch zijn er veel meer punten van overeenkomst dan van meningsverschil. De president streeft naar goede persoonlijke verhoudingen en hij doet dat in alle bewondering en respect voor de katholieke kerk.”
Het grootste pijnpunt in de relaties met de katholieken is de abortuspolitiek. Toen de Notre Dame University hem eredoctot maakte, was er veel kritiek van katholieke kant, vooral om pro-lifeargumenten.
“De president beseft dat er domeinen zijn waar de meningen sterk uit elkaar lopen. Kun je tussen de pooleinden een compromis maken? In alle nederigheid is de president er toch van overtuigd dat er heel wat deeldomeinen zijn waarover je eensgezindheid kunt bereiken. Ik denk bijvoorbeeld aan een versterking van het adoptiesysteem in Amerika, betere gezondheidszorg voor zwangere vrouwen en het voorkomen van tienerzwangerschappen. Op die punten probeert hij overeenstemming te krijgen en partnerschappen uit te bouwen.”
Hoe zou u het geloof van de president beschrijven?
“Ik heb het plezier gehad om heel wat tijd met hem door te brengen en ook samen naar de kerk te gaan. Ik kan getuigen dat hij een geëngageerd christen is. Tegelijk gelooft hij dat alle mensen, welke geloofsovertuiging ze ook hebben en ook als ze er geen hebben, hun bijdrage moeten leveren aan de samenleving. Iedereen is drager van bepaalde waarden. Maar dat de president een authentieke gelovige is, staat buiten kijf. Zijn geloof is voor hem elke dag zijn steunende kracht.”

Quote Van De Week

(Gelezen In Tertio Van 28 Oktober 2009)

“Het zijn doffe tijden voor seculieren. De stelligheid waarmee Voltaire, Marx, Nietzsche, Freud en zoveel anderen de triomf van de ratio en het einde van de godsdienst voorspelden, bleek een grandioze vergissing. God is weer helemaal terug. Niet alleen in de Verenigde Staten, maar evengoed in postcommunistisch Rusland, China en Europa.”
Paul Goossens in De Standaard van 24-25 oktober.

De Rode Vlinder – Deel 3

Jalchatra, vrijdag 11 april 2003
“Op naar de jongen met de koe”, dwingt de reisleider.
‘Die jongen is een bofkont midden zijn lepra-ellende. Uitzonderlijk kreeg Damiaanactie eens enkele koeien. Eentje ervan is hem toebedeeld. Met de melk wint hij het loon van een dag. Met het geld van haar kalf heeft hij geitjes gekocht. Zo kan hij verder leven. Zijn dorpsgenoten gunnen het hem. Ik ook.
Toen ik genezen was, kwam er geen geschenk uit de hemel geregend. Evenmin voor mijn duizend lot-genoten van dat jaar. In het dorp werd ik angstig aangekeken. Soms met de nek, soms uitgejouwd. Al waren mijn handen ge¬kromd, ik kon bij mijn ouders verder boeren. Maar anderen…
‘Door bossen en tussen de velden, komen we bij een oude man. Ook hij kreeg ooit een koe van Damiaanactie. Maar verder heeft ongeluk hem het zicht ont¬nomen. Later ook zijn vrouw. Zo intriest kan een mensenleven zijn.
Voorbij het avondeten trekt een stilzwijgend onweer over de hemel. Gewikkeld in een mat van gevlochten palmbladeren, ligt het lichaam van een overleden tb-lijdster in de laadbak van de jeep. Alleen een oud vrouwtje, weggekrompen en verschrikt in een hoekje, treurt naast haar.
In het kabinet voor spoedgevallen ruisen in een rustig duo de monotoon-nasale klank van een Vlaamse jonge vrouw en de sonore gorgel van een Bengaalse arts.
Liefde en dood, alleen bewaard in de vluchtige herin¬nering van een wandelaar, die zal zwijgen alsof hij nooit heeft gedwaald door die nacht. image

Jalchatra, zaterdag 12 april 2003
“Naar het noorden”, zeiden de gasten, “Naar de grens met India.”
‘Hier komen zo zelden blanke reuzen! Iedereen staart hen nieuwsgierig aan. Soms verschijnt er een glimlach op hun gezicht. Maar wij, Bengaalse muzelmannen, zijn niet echt vrolijk.’
De Garo echter [zij noemen zichzelf ‘Mandi’!] verwelkomen de bezoekers weer waardig in het dorp. Zij komen wel veel te laat toe, maar dat drukt de pret niet. Mét hen zijn de poppen¬kastspelers van De Rode Vlinder meegekomen. Een paar zeiltjes zijn vlug gespannen tussen twee palen. Enige palmmatten liggen snel op het zand gespreid. Enkele honderden leerlingen vallen erop… Zij twijfelen of zij naar het poppenspel vooraan of naar de eregasten achteraan zullen kijken.
Vooraan leert een vriendelijke heer een mantra aan.    
“Lepra kan genezen”, zingt hij.   
“Lepra kan genezen”, antwoorden alle keeltjes op de matten.
‘Nu begint een spel in drie bedrijven. De geschiedenis van een jonge man die vlekken vindt op zijn lichaam. Daarom ziet hij zijn huwelijk afgewezen. Door zijn vriend wordt hij naar een vlinderkliniek gestuurd. Onderweg ontmoet hij nog tb-patiënten op zoek naar genezing. Hij komt zelf ook weer gezond in het dorp terug. Dan kan hij toch trouwen. En zij leefden lang en hadden gelukkige kinderen… of iets in die aard. “Lepra kan genezen”, zingt het dorp.
Zo ben ik ook ooit na een voorstelling opgepikt. Zo ben ik ook ooit genezen. Zo heb ik Damiaanactie en hun donatoren leren kennen.

image

Uit het boek ‘De Rode Vlinder
Damiaanactie in Bangladesh’
door Gard Vermeulen.
Dit boek is uitsluitend te koop bij
www.unibook.com
Zoek naar ‘De Rode Vlinder’

De appel

Ik groei me rot
dat is mijn lot
zo sprak een rooie appel
ik ben de heer
zo sprak de peer
ik maak mij niet te sappel (= te druk)

Acteur, schrijver en schilder
Toon Hermans (1916-2000)

De Nieuwe Parochie-Assistente

Op zondag 25 oktober 2009 werd Hilde Marcelis aangesteld tot halftijdse parochie-assistente in de O.L.Vrouwparochie van Herent. Op de foto overhandigt Theo Borghermans, federatiepastoor van Herent, haar het evangelieboek tijdens de plechtige eucharistieviering van 11.00 u in de O.L.Vrouwkerk.
Van harte gefeliciteerd, Hilde!

Week 2009-46 - Hilde Marcelis

dinsdag 3 november 2009

Kinderviering 8 november 2009

Week 2009-45 - Affiche Kinderonthaal 8.11.2009

Missing you

Week 2009-45 - Affiche Missing you 1

De Zusters Annonciaden In Korbeek-Dijle – Deel 7

Christiane De Bontridder bezorgde mij bijgaande foto. Het is de klas van zuster Armella, het vijfde tot het achtste leerjaar in het schooljaar 1944-1945.
Steeds van links naar rechts:
Bovenste rij:
-Frieda Letellier
-Angèle Smets
-Rosalie Harlophe
-Irma Poeckens
-Roza Darche
Tweede rij:
-Maria Gauthier
-Bertha Kriegels
-Margriet De Bontridder
-Simonne De Reymaeker
-Rachel Dottermans
-Liza Kriegels
-Camilia Beersaerts
Derde rij:
-Lucienne Vandermueren
-Christiane De Bontridder
-Jacqueline Van Brusselen
-Maria Dewit
-Josée Ruelens
Zittend :
-Lydia Letellier
-Elvire Mommaerts
-Maria Vandermueren
-Paula Vandezande
-Godelieve De Clerck

Week 2009-45 - Schoolfoto Frieda Letellier 1

 

Cyriel Letellier

Sam Dillemans

(Gelezen In Tertio Van 21 Oktober 2009)

Met zijn verfkwast wroet Sam Dillemans (1965) zich een weg naar de waarheid achter de schijn. De blik van zijn vrouwen loopt over van trieste geheimen. Midden in de boksmatch vallen de maskers en toont hij de ambitie, de pijn en de teleurstelling. Zijn schilderijen bouwt hij op uit klonters en vegen, maar alles valt op zijn plaats en de diepste werkelijkheid dringt door de verflagen heen naar de oppervlakte. Tot 6 december te zien in de Napelsstraat 32-34, Antwerpen (donderdag tot zondag 14-18 uur, www.sam-dillemans.com). (SA)

Bruto Nationaal Geluk als standaard

(Gelezen In Tertio Van 21 Oktober 2009)

Uit een artikel van Koenraad De Wolf
“De huidige financiële crisis illustreert het bankroet van het neoliberalisme”, vindt de Wereldraad van kerken. “Het Bruto Nationaal Geluk moet uitgroeien tot de nieuwe standaard.”
De christelijk-oecumenische Wereldraad van kerken vertegenwoordigt 550 miljoen christenen van 340 kerken in 110 landen. De rooms-katholieke kerk is geen lid, maar werkt daar nauw mee samen. Op zijn bijeenkomst begin vorige maand hekelde het Centraal Comité van de Wereldraad de toegenomen tegenstellingen tussen arm en rijk, de aftakeling van ons ecosysteem, de diep gewortelde hebzucht, de verheerlijking van het geld en het eenzijdig hameren op het aambeeld van het individualisme. “De wereldwijde financiële crisis toont het bankroet van het neoliberalisme, dat de internationale financiële instellingen promoten. De kerken die deel uitmaken van het systeem worden uitgedaagd een profetische rol te vervullen. De crisis biedt immers de gelegenheid ons engagement en onze inzet te onderzoeken. Economie is immers ook een zaak van geloof door haar impact op het menselijk leven en de schepping.”
“Er is een nieuwe manier van denken nodig”, meent het slotcomuniqué van de Wereldraad. “We moeten niet langer uitgaan van het Bruto Nationaal Product, maar van het Bruto Nationaal Geluk.”
Op de slotbijeenkomst van de Wereldraad van kerken werd volgend gebed voorgelezen:
O God,
U die drie-eenheid bent,
in U vinden we de perfecte relatie van liefde en gerechtigheid.
We belijden:
dat onze relatie te vaak wordt gekenmerkt
door hebzucht en eigenbelang,
dat we de weelde en veiligheid hebben gezocht voor onszelf
met te weinig aandacht voor de schepping,
dat ons verlangen naar meer betekende
dat er minder was voor anderen,
dat we de arrogantie van de farizeeën aan de dag leggen
en niet de ingetogenheid van de weduwe in haar geefgedrag.
Inspireer ons met uw visioen van oecumene,
gekenmerkt door liefde en hartstocht:
waar allen genoeg te eten hebben,
waar werk rechtvaardig wordt gewaardeerd,
waar zorg voor de minste ons grootste verlangen is,
waar we het leven vieren,
en we U de gever van leven prijzen.

Verliefd

Was ze verliefd op Joop of Jan,
op Otto of Emiel,
dan zei ze: ‘O … mijn lieve man,
I fall in love’, en viel.

Nu heeft ze geleerd
om niet te vroeg te juichen
want als ze zegt: ‘I fall in love’
valt steeds de boel in duigen.

Acteur, schrijver en schilder
Toon Hermans (1916-2000)

De Rode Vlinder – Deel 2

Jalchatra, woensdag 9 april 2003
‘Toen ik lang geleden in het hospitaal toekwam, was ik heel bang. Zij waren er wel heel vrien¬delijk, maar ik miste mijn vrienden. Mijn ouders konden niet bij mij blijven. Zij moesten het veld bewerken, rijst planten en later oogsten. Mijn klein broertje moest de geit hoeden. Mijn twee zussen moes¬ten hout verzamelen en er koeienmest op strijken om het vuur te stoken. Vaak heb ik geweend. Soms kwam dan een verpleger praten.
Vier maand later zei de dokter: “Jij bent genezen. Alleen je hand moet nog geopereerd worden. Ook dat kost je niets.” Ik mocht helemáál stoppen met pillen nemen!
Lepra doet verschrikkelijke dingen. Zij kan de huid gevoelloos maken. Dat kan men eenvoudig testen. Maar zo loopt men ook in een doorn of een scherf en verzorgt zich niet. Zo is een stukje van mijn duim weggezworen. Of zij verlamt de spieren van de enkel of van het ooglid. De ene mankt, de andere kijkt star en krijgt een oogontsteking. Weer anderen krijgen gekromde vingers of tenen.
Ik heb in de vlinderkliniek ook vele anderen leren kennen, tb-lijders. Voor elke leprapatiënt waren er vijftien van hen. Zij hoestten de ganse nacht. Ik heb wel eens in dat rare toestel met twee gaatjes gekeken. Daar zag ik de blauwe staafjes. “Dat zijn de bacillen”, zei de dame. “Een zieke hoest die uit en daarvan worden anderen ziek.”

Na de koffie trekt de stoet bezoekers naar de mannenafdeling. Vóór de deur van de verzorgingskamer baden enige zieken hun voeten en hun wonden. Want lepra vreet het huidsmeer weg zodat hun vel openbarst; weer volgen er zweren. Een enkele patiënt krijgt een gezicht als een leeuwenkop. Nu zitten ze hier allen op een rijtje met teenloze voet¬klompen, geblokkeerde enkels, ver¬krampte handen, onbeweeglijke oogleden. Afschuwelijk om zien, maar met zuivere wonden!
Sommige tb-lijders hebben het nog moeilijker met bij¬komende hartproblemen. Finoz’ stem is steeds schor. “Zijn strottenhoofd is ook aangetast”, legt de dokter uit. Bij een ander is de long al driekwart volgelopen met etter. Die moet regelmatig met een naald weggezogen worden. En Shariz, verslaafd aan heroïne, was vroeger een rijke boer. Hij heeft vrouw en kinderen verwaarloosd en verstoten. Nu is hij straatarm, want elke dosis kost hem vijfhonderd taka. Tien euro per dag. “Dat is meer dan ik zelf verdien”, flapt de dokter eruit. Hij geeft de man terstond een verbale behandeling. “Een zedenpreek”, lacht mijn maat. “Ik zal proberen te stoppen”, belooft Shariz. Maar zal hij echt zijn verslaving overwinnen met een uitbrander en een belofte? Naast hem ligt een ander levend geraamte. Al voor de derde keer weer. Telkens hij ontslagen wordt, weigert hij verder pilletjes te slikken. “Nu is hij resistent”, verklaart de arts.’
Het middageten is klaar voor de patiënten. Verblijf, genees¬middelen, verzorging en eten voor hen, het is hier allemaal gratis. De familie die bij de zieke blijft, betaalt voor zichzelf de helft van de kosten.

‘Plots weet ik het niet meer. Wat moeten deze mensen straks? Alleen de minst verminkten zullen nog kunnen werken. Zij worden nog opgenomen in hun familie en hun dorp. En de anderen? In slechts enkele gevallen zet de kliniek hen weer op weg. Met een koe of een naaimachine komt een familie er bovenop!

Gehuld in de nacht, zo tastbaar dichtbij, huilt de jakhals. Een bijna menselijke schreeuw van pijn, zo onvoorstelbaar luid. Een beest bonkt in het donker over het dak. Mensen blijven in het licht. En niemand ziet de angst in hun ogen...

Jalchatra, donderdag 10 april 2003
In het polikliniekje van Damiaanactie, één kamertje klein in dit grote ziekenhuis, trappen de tien bezoekers op mekaars tenen en staan onverwacht op elkaars foto’s. Rond twee tafeltjes rommelt het van patiënten die willen gewogen worden of onderzocht, onder bewaking pilletjes slikken en waarbij een nietig vrouwtje ook nog een prik moet krijgen in haar onzichtbaar achterwerk.
‘In zo’n zaaltje in mijn upazilla, heb ik ooit elke morgen een dosis pillen geslikt. Tot ik het opgegeven heb. Enkele maanden later was ik er weer veel slechter aan toe. Dat is nu gelukkig voorbij.’
Ondertussen lummelt een oude man met grote baard wat rond en draait een doosje spuug om en om in zijn hand. In de hoek staart een nette dame vlijtig in zo’n ding met misschien blauwe bacterie¬staafjes. In de andere hoek wast ze dan weer rustig glasplaatjes bij al dat gekakel.

Uit het boek ‘De Rode Vlinder
Damiaanactie in Bangladesh’
door Gard Vermeulen.
Dit boek is uitsluitend te koop bij
www.unibook.com
Zoek naar ‘De Rode Vlinder’

Week 2009-45 - K L uittreksels foto's