dinsdag 3 november 2009

Bruto Nationaal Geluk als standaard

(Gelezen In Tertio Van 21 Oktober 2009)

Uit een artikel van Koenraad De Wolf
“De huidige financiële crisis illustreert het bankroet van het neoliberalisme”, vindt de Wereldraad van kerken. “Het Bruto Nationaal Geluk moet uitgroeien tot de nieuwe standaard.”
De christelijk-oecumenische Wereldraad van kerken vertegenwoordigt 550 miljoen christenen van 340 kerken in 110 landen. De rooms-katholieke kerk is geen lid, maar werkt daar nauw mee samen. Op zijn bijeenkomst begin vorige maand hekelde het Centraal Comité van de Wereldraad de toegenomen tegenstellingen tussen arm en rijk, de aftakeling van ons ecosysteem, de diep gewortelde hebzucht, de verheerlijking van het geld en het eenzijdig hameren op het aambeeld van het individualisme. “De wereldwijde financiële crisis toont het bankroet van het neoliberalisme, dat de internationale financiële instellingen promoten. De kerken die deel uitmaken van het systeem worden uitgedaagd een profetische rol te vervullen. De crisis biedt immers de gelegenheid ons engagement en onze inzet te onderzoeken. Economie is immers ook een zaak van geloof door haar impact op het menselijk leven en de schepping.”
“Er is een nieuwe manier van denken nodig”, meent het slotcomuniqué van de Wereldraad. “We moeten niet langer uitgaan van het Bruto Nationaal Product, maar van het Bruto Nationaal Geluk.”
Op de slotbijeenkomst van de Wereldraad van kerken werd volgend gebed voorgelezen:
O God,
U die drie-eenheid bent,
in U vinden we de perfecte relatie van liefde en gerechtigheid.
We belijden:
dat onze relatie te vaak wordt gekenmerkt
door hebzucht en eigenbelang,
dat we de weelde en veiligheid hebben gezocht voor onszelf
met te weinig aandacht voor de schepping,
dat ons verlangen naar meer betekende
dat er minder was voor anderen,
dat we de arrogantie van de farizeeën aan de dag leggen
en niet de ingetogenheid van de weduwe in haar geefgedrag.
Inspireer ons met uw visioen van oecumene,
gekenmerkt door liefde en hartstocht:
waar allen genoeg te eten hebben,
waar werk rechtvaardig wordt gewaardeerd,
waar zorg voor de minste ons grootste verlangen is,
waar we het leven vieren,
en we U de gever van leven prijzen.