De Heer brengt licht in de duisternis. De vergelijking met Johannes is boeiend. Die kwam om de mensen op te roepen, om ze te dopen, om aan te kondigen dat het licht zou dagen en dat het lang verwachte nieuwe verbond op til was. Maar zelf was hij het licht niet. Wanneer dan het licht kwam, wekte het weerstand. Het is zo dat het licht pijn kan doen. Alles komt dan aan het licht. Alles wat mooi is, maar ook wat niet mooi is.
Wanneer we spreken over vrede, in het bijzonder in deze kersttijd, dan worden we ons ervan bewust dat er nog veel weg af te leggen is. De Vredevorst kwam in de wereld, maar de wereld nam hem niet aan. Ook wanneer ieder mens verlangt naar vrede en hunkert naar liefde, laten we toch nog zoveel onvrede toe! Om tot vrede te komen moeten we ons eerst en vooral verzoenen, toegeven dat we fout geweest zijn, om aan de ander toe te laten ons te vergeven en ons een nieuwe kans te geven.
Wanneer we kijken naar het wereldtoneel en horen dat Jezus gekomen is voor alle volkeren, dan moeten we denken aan al die oorlogshaarden die er zijn. Ze worden uitgevochten met wapens, met cybertussenkomsten en hackers, met oorlogstaal tussen tegengestelde standpunten. Wanneer we nadenken over de sociale onlusten in eigen land wordt het duidelijk dat vrede-zoeken en vrede-stichten op een andere manier moet gebeuren. Om vrede te stichten moeten we eerst en vooral alle duisternis uit onszelf verwijderen om met lichtende ogen naar de ander te gaan.
Vrede vraagt tijd, vooral de tijd om standpunten te verduidelijken en om te luisteren naar wat de anderen ons te vertellen hebben en wat ze eigenlijk bedoelen. Het Woord is vlees geworden, bereikbaar, heel dicht bij ons. Wij mogen het beluisteren. Het gaat over het Woord dat God van oudsher tegen de mensen gesproken heeft. Maar de mensen nemen het niet graag aan omdat het pijn kan doen. Toch is dat de enige weg naar het licht.
Uit het boek: In de naam van de Vader, 365 fragmenten uit homilieën en toespraken van MGR. LUC VAN LOOY (uitgegeven door Halewijn in 2018)