Een vraag die ik bij het begin van het kerkelijk jaar wil stellen is: geloven we dat Christus zal komen, dat Hij zal wederkomen aan het einde van de menselijke geschiedenis? Dit geloof is de grond van de advent. We geloven dat Christus de Messias is die met Kerstmis gekomen is. Hij is gekomen in Betlehem nadat het volk van Jahwe lang gewacht had. We beluisteren de geschiedenis van het volk dat bevrijd is uit de slavernij in Egypte. God heeft hen weggeleid en een nieuw land toegewezen. Dat is niet eenvoudig gegaan. Wie onder ons gewoon is om de psalmen te bidden, vindt daarin kort samengevat de geschiedenis van het volk dat vaak weerstand biedt aan God en aan Mozes omdat de weg moeilijk is. Ze vinden dat er niet voldoende voedsel is, ze zijn moe, en dan komen er nog de oorlogen bij met de volkeren die ze onderweg tegenkomen. Telkens weer gaat het over een confrontatie met afgoden, met offers die gebracht worden, tot zelfs mensenoffers.
De profeten staan dan op om het volk te waarschuwen, maar vooral om hoop te geven. De profeet vertolkt wat leeft bij het volk, geeft een analyse van de realiteit: ‘Wij zijn allen als verwelkte bladeren, de wind van onze zonden blaast ons weg. U hebt uw gelaat voor ons verborgen’ (Jes 64,5-6). Zo klagen ze God aan en dan weer herinneren ze God eraan dat Hij verantwoordelijk is voor de mensen. ‘Wij zijn allen het werk van uw hand’ (Jes 64,7).
En weer zingt de psalm vol hoop:
‘God richt ons weer op,
laat uw aanschijn over ons lichten,
lach ons weer toe en wij zullen gered zijn’ (Psalm 80,4).
Uit het boek: In de naam van de Vader, 365 fragmenten uit homilieën en toespraken van MGR. LUC VAN LOOY (uitgegeven door Halewijn in 2018)