woensdag 21 oktober 2015

De heerlijkheid Corbeek over Dijle - deel 3

III.Bezitters der tweede heerlijke rente (dorp en omgeving) met lage

jurisdictie

1. Jan Pynnock, afwisselend: senator en schepen van Leuven en lid der dekenij, tussen 1420 en 1425.

Bewoonde te Corbeek het hof “Cabaret” genaamd, naast de kerk.

2. Machtildis Pynnock, kleindochter van 1.; kwam in het bezit van de heerlijke rente van Corbeek in 1431; trouwde met Niklaas de Keersmaker, afwisselend senator, schepen, lid der dekenij en burgemeester van Leuven, tussen 1430 en 1467. Niklaas overleed op 6.9.1467. Machtildis overleed op 5.3.1483, waarop het leen overging naar 3.

3. Nicolaus de Keersmaker, zoon van 2., afwisselend senator en schepen van Leuven en lid der dekenij tussen 1461 en 1498. Woonde te Leuven in het huis dat later aangekocht werd door Adrianus van Utrecht, de latere paus Adrianus VI, nu het Pauscollege.

Nicolaus had ook de visserij op de Dijle in leen.

Overleden op 10.7.1499, waarop het leen overging naar 4.

4. Oudenaert de Keersmaker, zoon van 3.

Overleden op 18.12.1507, waarop het leen overging naar 5.

5. Andries de Keersmaker, zoon van 4.

Overleden op 19.12.1510, waarop het leen overging naar 6.

6. Wouter van den Tympel, kozijn van 5.; zoon van Wouter van den Tympel (+1471) en Catharina de Keersmaker.

Afwisselend schepen, lid der dekenij en burgemeester van Leuven tussen 1491 en 1532.

Overleden op 2.10.1535, waarop het leen overging naar 7.

7. Ridder Jan van den Tympel, zoon van 6.; afwisselend senator, lid der dekenij, schepen en burgemeester van Leuven tussen 1533 en 1567.

Hij kocht op 8.6.1559 de hoge en middelbare heerlijkheid van Corbeek en nam ze in bezit op 15.6.1562.

Overleden op 1.1.1567. Het leen gaat over naar 8. op 5.2.1567.

8. Olivier van den Tympel, zoon van 7.

Om de gedragingen van Olivier van den Tympel beter te begrijpen zal ik de tijd waarin hij leefde even oproepen met een aantal fragmenten uit de “SESAM Encyclopedie van de wereldgeschiedenis”:

In november 1565 ondertekenden honderden edelen (het eedgenootschap) een document dat in de geschiedenis onder de naam van het ‘Compromis’ bekend is geworden. Later, in 1566, werd er gesproken over een naam voor het eedgenootschap. Brederode kreeg een idee. ‘Men noemt ons bedelaars’, riep hij uit. ‘Laten we die naam aanvaarden! Wij willen de Inquisitie bestrijden, maar trouw aan de koning (Philips II van Spanje) blijven, al brengt men ons tot de bedelstaf. Vivent les gueux!’ – Zo ontstond de naam geuzen.

Wie de tekenen des tijds verstond, besefte dat stormwolken zich samenpakten boven de Nederlanden. Calvinistische predikanten trokken het land door en spoorden het volk aan tot verzet tegen de papisten. De graanprijzen waren al sedert lang aan het stijgen. In verscheidene gebieden heerste zware hongersnood en velen stierven van gebrek. Het gistte onder de massa. In de industriegebieden brak de storm los en vandaar verspreidde hij zich naar de overige delen van het land. De kerken werden bestormd door woedende menigten, die vensters en altaren stuk sloegen en de sinds eeuwen vereerde heiligenbeelden ruw vernielden. De verwoesting was verschrikkelijk, vooral in Antwerpen, waar zich de mooiste kerken van het land bevonden, o.a. de prachtige Lieve-Vrouwekerk; in een paar uur werd het interieur letterlijk in gruizels geslagen.

De volkswoede was even onbeheerst als redeloos en de hoge heren distantieerden zich nadrukkelijk. Maar Philips zwoer een bloedige wraak.

In de nazomer van 1567 hield de hertog van Alva zijn intocht in Brussel. Nauwelijks een maand na zijn aankomst werden de graven van Egmond en Hoorne gevangen genomen op een feest, dat de zoon van de hertog ter ere van hen gaf. Willem van Oranje had zich reeds eerder op de Dillenburg in veiligheid gebracht.

Willem van Oranje

Willem van Oranje werd geboren in 1533 op het slot Dillenburg nabij Wiesbaden uit protestantse ouders. In 1545 werd hij als knaap, voor zijn opvoeding, opgenomen aan het keizerlijke hof van Karel V in Brussel. Hij moest daarvoor wel overgaan naar het katholieke geloof.

In 1554 werd hij benoemd tot opperbevelhebber van de keizerlijke troepen.

Omstreeks 1560: het calvinisme drong binnen en zette de gemoederen in vuur en vlam.

April 1566: het “compromis” werd voorgelegd aan de landvoogdes Margaretha van Parma om de decreten van Segovia te verzachten. Volgens deze decreten zou de Inquisitie haar werk in volle omvang tot de Nederlanden gaan uitstrekken.

Margaretha van Parma werd opzij geschoven als landvoogdes. Zij werd opgevolgd door de hertog van Alva.

In het najaar van 1567 beval Alva de instelling van een speciale rechtbank, die alle oproerkraaiers zou moeten berechten. Dit was de zogenaamde Raad van Beroerte, die van de bevolking weldra de naam ‘Bloedraad’ kreeg. Onder de slachtoffers bevonden zich ook de graven van Egmond en Hoorne, die op 5 juni 1568 naar het schavot werden geleid.

Na de vlucht van Willem van Oranje naar de Dillenburg en in de tijd dat hij er verbleef ging hij over tot het protestantisme.

Toen Den Briel door de Watergeuzen was ingenomen, in de lente van 1572, kwamen een hele reeks steden langs de Nederlandse kust in opstand en verklaarden zich openlijk voor Willem van Oranje. In de zomer van 1572 besloot Willem in te grijpen. Alva deed energieke pogingen om de opstandige Nederlandse provincies weer in bedwang te krijgen. Maar bij Alkmaar werd zijn opgang gestuit.

In het najaar van 1573 trok Alva zich vrijwillig van het Nederlandse toneel terug. Onder een van zijn opvolgers, Alexander Farnese van Parma, kwam op 6 januari 1579 de Unie van Atrecht tot stand, waarbij de zuidelijke provincies zich volledig aan het gezag van Philips II onderwierpen. Ruim twee weken later, op 23 januari, antwoordde Willen van Oranje met de Unie van Utrecht. De provincies Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland, Overijssel en Friesland beloofden elkaar bij te staan in de gemeenschappelijke strijd tegen de vreemde indringers.

Op 15 maart 1580 verklaarde Philips II de prins van Oranje vogelvrij. Bij de akte van Afzwering verklaarden de Staten-Generaal in 1581 Philips II vervallen van zijn status als heer der Nederlanden. Drie jaar later, op 10 juli 1584, viel Willem van Oranje na herhaalde mislukte aanslagen ten offer aan de kogels van een sluipmoordenaar.

(wordt vervolgd)