woensdag 4 juni 2014

“Dehaene laat ons spirituele erfenis na”

(Gelezen In Tertio Van 21 Mei 2014)

Uit een opinieartikel van Johan Van der Vloet

Voor Dehaene was zijn politiek engagement verbonden met een belofte. Wat hij hier aan menselijkheid realiseerde, had voor hem eeuwigheidswaarde. Daarin was hij diep geworteld in de christelijke traditie. De media belichten dat minder. En toch is het essentieel. Je hoeft de christelijke overtuiging van Dehaene niet te delen om die vraag als maatschappij te stellen: wat brengt ons in beweging, wat maakt onze maatschappij tot een zinvol samenlevingsproject?

Voor de overledene was dit zonder meer gemeenschappelijkheid creëren die over de dood heen gaat. Ik vroeg hem in 2006 een getuigenis over hoe hij het leven na de dood zag. Ik ontving een haastig getypte tekst zonder leestekens, het moest bij hem vooruitgaan. Maar hij schreef zeer ontroerend hoe zijn politiek engagement verbonden was met zijn diepe levensovertuiging:

“De dood is geen eindpunt”

“Ik ben in mijn leven herhaaldelijk sterk met de dood geconfronteerd. Ik verloor mijn vader toen ik 21 jaar was. Hij stierf aan darmkanker , een vrij lang en pijnlijk proces. Later verloor mijn dochter twee kindjes, mijn kleinkinderen. Het ene kind na enkele maanden en het tweede als achtjarige, ten gevolge van hersenkanker. Toen mijn vader stierf, was ik zoals vele leeftijdsgenoten in de contramine. Bij vele vrienden heb ik gezien dat ze op latere leeftijd een sterke band met hun vader opbouwden. Dat heb ik niet meer kunnen doen. Bij mijn dochter maken de twee gestorven kindjes deel uit van het dagelijkse leven. Ze blijven verder deel uitmaken van het gezinsleven. Ik word steeds ter orde geroepen als ik zeg dat ik acht kleinkinderen heb – waarmee ik bedoel: in leven. Ik moet zeggen dat ik er tien heb. Ik heb steeds geleefd met de overtuiging dat de dood geen eindpunt is, veeleer een verplichte overgang naar een ander leven. Een ander leven dat evenwel niet gescheiden is van het leven voor de dood. Voor mij is de gemeenschap der heiligen een echte gemeenschap die vanuit dit leven al wordt opgebouwd. Vandaar dat samenleven in gemeenschap een essentieel deel is van het leven van iedere mens. Het individualisme is daar de tegenpool van. De mens is maar volwaardig als persoon, als individu in gemeenschap. In het hiernamaals gaat men volgens mij op in die gemeenschap. Ik kan derhalve maar zin geven aan mijn leven door hier en nu samen te leven in gemeenschap met anderen. Van daaruit is mijn politiek engagement essentieel. Die opname in de gemeenschap der heiligen – hier natuurlijk niet in de betekenis van ‘heilig verklaard’ – heb ik op ontroerende wijze meegemaakt bij het overlijden van mijn moeder in een dienst voor palliatieve zorg. Voor haar was die overgang natuurlijk en ze heeft die op zeer natuurlijke wijze kunnen beleven met haar kinderen en kleinkinderen.”

Tot zover Johan Van der Vloet en Jean-Luc Dehaene.