Na zwoegend klimmen in zoutig zweet
lijk ik hier wel te zweven.
Zowaar een gevoel van hemel,
hoofd in de wolken,
voeten nog slechts op een klein plekje aarde.
Mocht ik dat maar vasthouden,
hier blijven,
mijn tent opslaan,
voor altijd.
Zo anders,
de kleuren, de lucht,
mijn diepste gevoelen.
Weg
dagelijkse sleur,
eentonigheid,
zelfs niet meer alleen.
Gij die er altijd zijt,
weet ik hier nabij.
Licht,
zo puur,
slechts even te vatten.
Tot de wolk aan de hemel
mij terugplooit op de werkelijkheid.
Alles gelijk
maar nooit meer als eerder.
Mijn God,
Gij zijt er,
altijd.
Uit het boek Onderweg van Wies Merckx