Here God.
Het feit dat de Hebreeuwse Bijbel het eerste deel vormt van de christelijke Bijbel geeft al aan dat het christendom veel gemeen heeft met het jodendom, ook al zijn de verschillen minstens even groot. Zo heeft het christendom het Hebreeuwse, Israëlitische idee van God de Schepper en de Heerser over het Heelal overgenomen. God is niet van deze wereld maar bemoeit zich wel met de gang van zaken. Hij is, menen de gelovigen, eeuwig, onveranderlijk, alwetend en almachtig.
Verder ziet de christelijke Bijbel God, Jahweh, als een God van wie geen tastbaar beeld bestaat. Hij is bij uitstek een God van rechtvaardigheid en genade en liefde. En daarop beoordeelt Hij ook Zijn Volk.
De God van het Nieuwe Testament van de christelijke Bijbel is dezelfde als die van het Oude Testament, de Hebreeuwse Bijbel. Het Nieuwe Testament vloeit logisch voort uit het Oude. Het gaat er bijvoorbeeld van uit dat Jezus de profeet is die al in het Oude Testament wordt aangekondigd. Als profeet voorspelde hij al de verwoesting van de joodse tempel, zijn eigen dood, zijn verheffing tot de status van Gods Zoon en zijn terugkomst als Messias, verlosser. Het Nieuwe Testament onderscheidt God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest.