(Gelezen In Tertio Van 4 Augustus 2010)
Uit een artikel van Jan De Volder
De Venezolaanse president, Hugo Chavez, en de katholieke kerk waren nooit echte vrienden. Maar hoe langer hoe meer liggen ze op ramkoers.
“Holbewoners”, zo noemde de Venezolaanse president Hugo Chavez de bisschoppen van zijn land. En de primaat, kardinaal Jorge Urosa Savino, is een “Neanderthaler”. Zelfs naar Chavez’ normen is dat weinig zachtzinnig taalgebruik. Chavez heeft zijn ambassadeur bij de Heilige Stoel, Ivan Rincon, teruggeroepen voor overleg. Hij dringt aan op een herziening van de ‘conventie’ tussen zijn land en het Vaticaan. Volgens hem bevoordeelt het huidige akkoord - dat dateert van 1964 - de katholieke kerk te veel tegenover de andere kerken. Hij herinnert eraan dat Venezuela een lekenstaat is.
De kerk is verdeeld, want de meerderheid van het arme volk staat nog altijd achter Chavez. De hiĆ«rarchie daarentegen, die traditioneel nauwe banden heeft met de burgerij en ervan afhankelijk is, steekt haar kritiek op bepaalde aspecten van Chavez’ politiek - met een communistisch tintje - niet onder stoelen of banken.