Het komt erop aan dat wij ‘verbonden met Jezus zoeken wat Hij zoekt, liefhebben wat Hij liefheeft. Uiteindelijk zoeken wij de glorie van de Vader, wij leven en werken ‘tot lof van de heerlijkheid van zijn genade’ (Ef 1,6). Als wij ons helemaal en altijd willen inzetten, dienen we iedere andere motivatie te overstijgen. Dit is het uiteindelijke motief, het diepste, het grootste, de hoofdreden en de ultieme zin van al de rest. Het is de glorie van de Vader die Jezus heeft nagestreefd zijn leven lang’ (Evangelii gaudium, nr.267).
Ik vraag mij af tijdens deze voorbereidingstijd naar Pasen in het bijzonder, welk gebed eigenlijk het onze zou moeten zijn: ‘Uw rijk kome, uw wil geschiede.’
In het Onzevader worden wij binnengeleid in de mentaliteit die Jezus bezielde. We leren zijn pastorale bewogenheid tot de onze te maken, namelijk om je alleen te laten leiden ‘door de wil van hem die Mij gezonden heeft’ (Joh 5,30). De toegankelijkheid van Jezus voor de mensen langs de weg vindt daar zijn oorsprong. Hij verwacht ook van ons dat wij ‘het menselijke leed aanraken en in contact treden met het concrete bestaan van de ander’ (Evangelii gaudium, nr.270), in het bijzonder van de arme en noodlijdende.
Uit het boek: In de naam van de Vader, 365 fragmenten uit homilieën en toespraken van MGR. LUC VAN LOOY (uitgegeven door Halewijn in 2018)