Tijd
om aan te zitten:
de voeten onder tafel
twee handen in aanslag
een grommend maaggeluid
de neus op scherp
en het water in de mond …
Tijd
om samen te zitten:
een rustpunt midden in de dag
de deugd van een goeie babbel
of het gelach om een droge mop
de smaak van gedeelde vreugd
en dan samen aan de afwas …
Tijd
om dank te zeggen
zoveel lekkers dat ons wordt voorgezet
en God die altijd nabij is
die ons nodigt om te delen
en kracht geeft om te leven
zodat wij voedsel mogen zijn voor velen.
Uit het boek Onderweg van Wies Merckx