Uw antwoord, Jezus,
is zo eenvoudig
en zo duidelijk.
Geef aan de keizer
wat van de keizer is
en geef aan God
wat van God is.
Ieder mens heeft recht
op wat hem toekomt,
om te beschikken over
dat wat leven mogelijk maakt.
Daarin zijt Gij ons voorgegaan.
Gij hebt uw leven
als brood voor anderen gebroken,
uw bezieling als wijn
aan ons geschonken.
En ook de Vader kreeg zijn deel
in lofzang en aanbidding,
in tijd en in aanwezigheid.
Zet ook ons op dat spoor, Jezus,
dat mensen van ons mogen ontvangen
wat hen leven geeft.
En dat God de tijd krijgt en de aandacht
die ons dankbaar maakt.
En mens.
Uit het boek Onderweg van Wies Merckx