Een opkikkertje van Hedwig Van Peteghem
Ik was onlangs bij een vroegere kennis op bezoek. Genoeg gespreksstof dus om vervlogen herinneringen boven te halen. En zoals dat mestal gaat: na een verhaal over de meest vanzelfsprekende dingen, kwamen gebeurtenissen naar boven die niet zo vanzelf spraken. Hij had er moeite mee: een collega, die hem nauw aan het hart lag, was totaal onverwachts overleden. Oorzaak: een hartslagaderbreuk. Hijzelf was dan ook maar eens op controle geweest, maar geen probleem. Zijn motor draaide perfect, ook al voelde hij voortdurend die hartverscheurende pijn van een overleden vriend. Maar dat was een ander hart: de motor van het geluk. Bij sommigen is dit hart van goud, bij anderen van zilver; en men beweert zelfs dat er mensen zijn met een hart van steen. Maar laar ons daar ons hoofd niet op breken. Dat goud spreekt veel meer aan. Het gaat om edele gebaren van iemand die warmte geeft, liefde uitstraalt, zorg draagt, tijd maakt, enz. Het is zalig zo’n mensen tegen te komen. Zou het ook niet zalig zijn om zelf zo iemand te zijn of te worden, iemand waar men zich kan aan opkrikken? Ook dit heeft met helen en genezen te maken, maar het is wel van een totaal andere orde. Heil brengen waar mensen zich gebroken voelen of niet aanvaard: dat zijn heilige momenten. Wie zo leeft heeft zo’n groot hart, dat het aan de buitenkant zichtbaar wordt. Is het daarom dat het beeld van het Heilig Hart er zo uitzag?