Vandaag laten we Herman Frijlink verder aan het woord over God. In deze bijdrage spreekt hij over de Namen van God.
Joden, christenen en moslims geven God verschillenden namen. Jahweh, Adonaj, Jehova of El heet hij in de Hebreeuwse Bijbel. De christelijke Bijbel vertaalt deze namen in God, Heer of Here en voegt er enkele aan toe: Jezus, Christus en Heilige Geest. God heet Allah voor moslims, ook wel Al-Aziz, Al-Hakim, Al-Alim, Shahid om maar een paar namen te noemen.
De joden noemen God afwisselend El of Elohim of Jahweh. De joden vonden de naam Jahweh zo heilig dat ze hem sinds de 3de eeuw v.C. niet meer uitspraken bij het voorlezen, maar vervingen door Adonaj. Dat betekent Heer. Omdat het Hebreeuwse schrift geen klinkers kent wist na verloop van tijd niemand meer met zekerheid hoe je JHWH uitsprak. In de middeleeuwen echter begonnen de geleerden het Hebreeuwse schrift te voorzien van klinkers. Ze gebruikten voor JHWH de klinkers van Adonaj. Door deze vergissing ontstond de naam Jehova naast die van Jahweh.
De Griekse en Latijnse vertalingen van de Hebreeuwse Bijbel namen voor JHWH het woord Adonaj over. Daardoor kennen de christenen Jahweh vooral als Heer of Here.
Het woord God is afgeleid van het Indo-Europese Ghuto. Het Indo-Europees is de stamtaal van alle Europese talen in Europa en de Verenigde Staten, van vele talen in Azië, bijvoorbeeld Perzisch, en van in onbruik geraakte talen als Sanskriet en Latijn. Gods zoon is Jezus, die ook Christus heet. Christus is Grieks voor gezalfde. Hij vormt samen met Zijn Vader en met de Heilige Geest de drie-eenheid. God is drie personen maar in essentie één.
Het Arabisch woord voor God is Allah. Arabische christenen gebruiken het woord dus even goed als de moslims, al zien ze God verschillend. Het woord Allah is samengesteld uit het lidwoord ‘al’ en het zelfstandige naamwoord ‘ila’. Dit is verwant aan het Hebreeuwse woord voor God, ‘el’. In bijna alle Semitische talen, dus ook het Arabisch en het Hebreeuws, is ‘el’ het oudste woord voor God. De Koran en de Hadith eren Allah met het beschrijven van ‘de 99 mooiste namen’, die voor moslims aanleiding zijn tot vroom mediteren en reciteren. Dat laatste betekent luidop lezen, voordragen. Enkele ervan zijn: de Ene en Enige, de Echte Waarheid, de Wijze, de Ziener, de Almachtige, de Alwetende, de Weldoener.