woensdag 2 oktober 2013

‘Mijn geloof zegt me dat ik onvolmaakt mag zijn’

Uit de vertaling en bewerking door Emmanuel Van Lierde van het interview van Peter Seewald en Markus Günther met Angela Merkel, Duitse bondskanselier, in het Duitstalige magazine Credo.

U bent in een protestantse pastorie in Templin in de voormalige DDR groot geworden. Hoe ging het eraan toe?

“Mijn kinderjaren waren mooi. De DDR-staat domineerde de buitenwereld, maar in het ouderlijke huis en met vrienden bestond er een ander, niet volledig politiek gedomineerd leven. Ons huis behoorde toe aan een kerkelijke school voor voortgezette vorming. Die school voor de pastors van de evangelische kerk, die mijn vader leidde, was een open huis. Ik leerde er veel mensen kennen. Daarnaast was er een caritasinstelling voor mensen met een geestelijke handicap. Daar nam de kerk de zorg op zich voor al wie door de staat als vormingsonbekwaam werd geklasseerd. Die mensen met een beperking hebben mij eveneens verrijkt. Die jeugdjaren waren voor mij zeer inspirerend en tegelijk door de rust en de schoonheid van het landschap zeer idyllisch. Ons huis lag in een wondermooie omgeving met veel bossen en weiden, echt prachtig.”

Wat hebt u meegekregen van uw vader?

“Het belangrijkste dat kinderen van hun ouders meekrijgen, is liefde, genegenheid en aandacht. Ik heb het geluk dat zo beleefd te hebben. Wat specifiek mijn vader ons heeft voorgeleefd, was dat arbeid en vrije tijd, beroep en privé bij ons thuis niet strikt gescheiden waren. Het ene was ten stelligste met het andere vermengd.”

Werden jullie streng religieus opgevoed?

“Dat kun je zo niet zeggen. Mijn ouders hebben ons natuurlijk grondig in het geloof ingewijd. We gingen graag naar het geloofsonderricht. We mochten vragen stellen. We woonden met vader erediensten bij. Dat alles verliep in vrijheid, opgelegd hebben onze ouders nooit iets.”

Welke van uw beslissingen zou u graag herzien?

“Ik zou niets herzien, maar inzake embryo-onderzoek bijvoorbeeld had ik me een andere uitkomst van de debatten gewenst. Ikzelf had me tegen een verdere toelating gekant, omdat ik bekommerd ben, omdat de grenzen moeilijk te trekken zijn. Die houding heeft na zeer intensieve en voor dat thema passende discussies geen meerderheid gevonden.”

Hoe is religie in uw leven geïntegreerd?

“Kerkbezoeken zijn zeldzaam. Als bondskanselier zijn nu eenmaal al mijn optredens publiek en dat brengt overeenkomstige onrust met zich mee. Die wil ik op zondagmorgen niemand aandoen. Maar ik hou me telkens weer bezig met mijn geloof. Ik lees teksten, ik bid…”

Uw lievelingsgebed?

“Het Onzevader. Het trof mij enorm toen de nieuwe paus na zijn verkiezing op het balkon kwam en allen verzocht voor hem te bidden. Hoe mooi en verbindend is het dat er zo’n gebed bestaat dat allen kunnen meezeggen.”

U zei ooit dat christenen voor hun geloof moeten staan en erover moeten praten, alleen dan ontstaat een fundament in de samenleving. Klopt dat nog?

“Ja, ik ben ervan overtuigd dat je met een zekere blijheid van je geloof moet getuigen, maar zeker in de politiek niet elk uur en elke dag.”

Van een domineesdochter in een uithoek van Duitsland naar de machtigste vrouw ter wereld, stel je je dan niet de vraag: waarom ik? Is dat alles toeval? Of een lot dat in Gods handen ligt?

“Of ik nu vroeger fysicus aan de Academie voor de wetenschappen was, of nu kanselier van de Bondsrepubliek Duitsland, dat verandert mijn relatie met God niet. Mijn christelijke geloof helpt me, het bevrijdt me. Hoe belangrijk mijn ambt ook is, mezelf als persoon mag ik bij dat alles niet te belangrijk vinden. Mijn geloof zegt me dat ik zoals elke mens niet naar de volmaaktheid moet streven, maar dat ik onvolmaakt mag zijn.”

Wat betekent dat?

“Dat er iets groters in de wereld is dan ik en mijn bekommernissen. Natuurlijk moeten we ernaar streven goed te werken – “Bevolk de aarde en onderwerp haar”, luidt het in de Bijbel – om naar best vermogen verantwoordelijkheid voor onze medemensen te nemen. Maar ook een hoge politieke functie mag niet tot hoogmoed leiden. We blijven allen feilbaar.”

Uw partij is de CDU = Christlich Demokratische Union. Kan het zijn dat een meerderheid ooit die naam opgeeft omdat het niet meer bij de tijd is?

“Neen, de C behoort tot de CDU. Het drukt de kern uit die we niet zullen loslaten.”

Tot zover Angela Merkel en haar interviewers.