woensdag 28 november 2012

Gelezen In Tertio Van 7 November 2012

1.‘Er was altijd onderhandelingsmarge met de Duitse bezetter’

Uit een artikel van Joris Delporte.

Het nieuwe Museum Kazerne Dossin zoomt in op het Belgische aandeel in de jodenvervolging. Maar ook de mogelijkheid en de noodzaak van verzet komen aan bod. Deze invulling van het ‘Memoriaal, Museum en Documentatiecentrum voor Holocaust en Mensenrechten’ is in grote mate het werk van Herman Van Goethem. Met zijn kenmerkende deskundigheid en gedrevenheid heeft deze Antwerpse historicus drie jaar gewroet om de herdenking van het verleden met een actuele boodschap te verzoenen.

Gewillig België

Van Goethem is scherp voor het toenmalige establishment van overheid, hof en kerk. Volgens hem staken ze te weinig hun nek uit om de Joden te verdedigen. “Dat gold ook voor de Franstalige overheden. Brusselaars weigerden weliswaar - in tegenstelling tot de Antwerpenaren - om mee te werken aan de uitreiking van de Davidsterren, maar tot dan had ‘gewillig België’ wel allerlei verordeningen tegen de Joden gesteund. Je ziet dat men maar in actie kwam voor de Belgen onder de Joden: maar dat bleek maar een heel klein percentage van een bevolkingsgroep die voor de overgrote meerderheid uit vreemdelingen bestond.” Hetzelfde gold voor het hof, dat volgens Van Goethem niet deed wat het kon doen.

Was het onder het Duitse bezettingsregime wel mogelijk om anders te handelen?

“Zeer zeker”, zegt Van Goethem stellig. “De Duitsers, en zeker de militairen onder hen die aan de macht waren in bezet België, bleken heel beducht voor tegenkanting en openbare stellingnames. Er was altijd een onderhandelingsmarge.” Waren de mogelijke represailles dan niet vreselijk? Van Goethem haalt de schouders op. “Je weet bij een verzetsdaad nooit welke reactie gaat volgen. Maar als je een bepaalde maatschappelijke verantwoordelijkheid hebt, neem ze dan ook. ”Hij verwijst daarbij naar Joseph Van de Meulebroeck, de toenmalige liberale burgemeester van Brussel. Die had herhaaldelijk geprotesteerd tegen bezettingsmaatregelen. Daarvoor kreeg hij na een korte periode van opsluiting ook een boete en een vaste verblijfplaats opgelegd. “Maar meer ook niet.”

En wat was de houding van de kerk?

Onder het voetvolk - zoals Van Goethem ze noemt - waren er heldhaftige christenen die joden hielpen en verstopten. Als meer dan de helft van de joden (55 procent) uiteindelijk de oorlog overleefde, is dat mee te danken aan het sterke katholieke netwerk van kloosters, internaten en andere instellingen.

Maar de officiële kerk - ‘Mechelen’ - bleef volgens hem schromelijk in gebreke. Na de oorlog publiceerde kanunnik Edmond Leclef een boek over de houding van kardinaal Ernest-Jozef Van Roey tijdens de oorlog. Over de joden werd daarin doodgemoedereerd gesteld dat men was tussenbeide gekomen voor de ‘interessante gevallen’. Lees: de joden die katholiek waren geworden, of de gemengde huwelijken. “Dat dit zo openlijk werd gezegd, illustreert goed de mentaliteit van toen. Het was een onvoldragen mensenrechtendiscours”. Volgens Van Goethem konden publieke stellingnames van bisschoppen wel degelijk een verschil maken. Je ziet dat in Frankrijk, met aartsbisschop Jules Saliège van Toulouse. Maar evenzeer in Luik waar bisschop Louis-Joseph Kerkhofs het expliciet opnam voor de joden. Daar werden velen gered. “Wat zou het effect geweest zijn als er in het destijds zo katholieke Vlaanderen één bisschop was geweest die hetzelfde had durven te doen? Zou hij gedeporteerd zijn geweest? Ik denk het niet. Misschien had hij niet meer kunnen doen dan de maatregelen vertragen. Maar iedere dag winst was voor de joden van levensbelang. Je ziet dat hoe later ze werden weggevoerd , hoe groter hun overlevingskansen waren.”

2.’Jood en christen vormen tweeling’

Uit een vraaggesprek van Frans Crols met Klaas Smelik.

Joden en vooral hun godsdienst blijven een mysterie voor veel Vlamingen. Klaas Smelik, Nederlander en protestants theoloog, ontraadselt voor hen het jodendom in zijn kakelverse boek Geschreven Leven. Hij is hoogleraar Hebreeuws en jodendom aan de Gentse Universiteit.

Wat is volgens u de essentie van het jodendom?

“Kenmerkend voor het jodendom is de hechte band tussen God, de Thora, het volk en het land Israël. In 1948 bij de stichting van de staat Israël waren christenen ontsteld want ‘hun’ Heilig Land glipte hen door de vingers. Ze beseften toen te weinig hoe gelieerd land en volk bij de joden zijn. Arabieren zien evenmin het jodendom als een osmose van een godsdienst, mens en grondgebied. Zij begrijpen daarom de hardnekkige en eeuwenoude terugkeer naar Israël niet.

Met welke ogen kijken de Vlamingen volgens u naar deze gemeenschap?

“De niet-joden, de ‘gojim’ in Vlaanderen denken snel aan het Israëlisch-Palestijnse conflict. Over die kwestie heb ik trouwens een nieuw boek in voorbereiding. Anderen staren zich soms blind op een Antwerps verschijnsel: de chassidische joden. Die zijn heel streng in de leer en vallen op door hun kledij en haartooi. Bovendien hebben zij kroostrijke gezinnen, waardoor zij extra opvallen in het straatbeeld. Door de band genomen volgen tien à vijftien procent van de joden trouw de Thora en vijfentachtig procent schaart zich achter het judaisme omwille van de traditie. Voor de meerderheid van de joden telt de cultuur van het jodendom, wat zich mogelijk uit in het onderhouden van enkele ‘halachische’ voorschriften (volgens de - rabbijnse - joodse wet, nvdr). De ‘halacha’ vormt de praktische uitwerking van zowel de schriftelijke Thora met haar 613 geboden als van de mondelinge Yhora.

Het humanistische jodendom heeft synagogen maar staat los van het Godsgeloof. Het Centre Laïc Juif in Brussel is het Belgische centrum van het humanistische jodendom. Daarnaast kent Brussel twee liberale gemeenten. Dat liberale of ‘reform’ jodendom wil de joodse leefwijze moderniseren en aanpassen aan de hedendaagse maatschappij.”

Hoe verloopt de interreligieuze dialoog?

“In Antwerpen is onder meer een levendige joods-christelijke contactgroep actief. Maar ik heb de indruk dat de focus van de christelijke ‘Sinjoren’ wat verschuift naar de islam. Dat is jammer. Meer algemeen speelt het probleem dat wij elkaar niet genoeg kennen. De jood en de christen lijken tweelingbroers die evenwel wat van elkaar vervreemd zijn.”

Christus blijkt vast het centrale gespreksthema tijdens uitwisselingen tussen christenen en joden. Is de joodse afkomst van Jezus nog een strijdpunt?

“Uit het evangelie weten we dat Jezus op en top joods was. Daarnaast bleek zijn ‘doelgroep’ vooral de jood van de lagere klasse. Die kleine jood moest naar God worden gebracht. Tegelijk is het een simplificatie van onze tijd om in Jezus de eerste socialist te zien. Hij was humanitair en omarmde de verschoppelingen, zoals de tollenaars die collaboreerden met de ‘Romeinen’. Kortom, Jezus van Nazareth was op en top joods en geen protokatholiek (niet de eerste ‘katholiek’, nvdr).”

Hoe kijkt u naar ‘jews for Jesus’?

“Vele joden voelen zich nog ergens gekweld door het christendom. In de naam van Jezus zijn zoveel gruweldaden gepleegd tegen het joodse volk. ‘Jews for Jesus’ (joden voor Jezus) - die Jezus Christus erkennen als de Messias - wekken daarom de weerzin op van joodse mensen en zijn populairder bij de christenen. Deze organisatie heeft vertakkingen in Vlaanderen en Nederland, maar is ten diepste een sektarisch wereldverbond. Hun onderlinge verdeeldheid is groot. De beweging leunt overigens aan bij de ‘evangelicals’ (aanhangers van de Low Church in de Anglicaanse kerk die het protestantse in de leer accentueren terwijl de High Church meer naar het katholicisme neigende opvattingen heeft, nvdr). Historisch gezien maakt deze strekking geen kans. Hun pogingen om joden te bekeren tot het christendom gaan vast verwateren.”

670 mutsjes!

Beste KVLV-leden en enthousiaste breisters,

Enkele maanden geleden lanceerden we de oproep om deel te nemen aan de goedgemutste breicampagne ten voordele van Welzijnszorg. De afgelopen periode sijpelden langzaam maar zeker de piepkleine mutsjes bij ons binnen. Het was fantastisch om te zien hoe creatief er werd omgesprongen met wol en breinaalden.

Op zaterdag 17 november zijn we zo trots als een pauw naar Veritas gegaan met 670 mutsjes.

Een van harte dankjewel is hier zeker op zijn plaats!

Dit gigantisch succes hadden wij in de verste verte niet durven dromen!

Creatieve groetjes en heel hard bedankt!

De Korbeekse KVLV-bestuursploeg

Internazionale

Cursiefje van Frans De Maeseneer

Of ik het hier vertellen mag? Zopas kom ik terug van een lange vergadering in Roeselare. We zaten rond een tafel met zeven mensen: een Italiaan, een Pool, een Nederlander en vier Vlamingen. Vijf heren en twee dames. Hoe zouden we elkaar vinden? Hoe, in welke taal, zouden we met elkaar communiceren?

We dachten dat het Engels zou worden, maar nee, het werd Italiaans met een Nederlandse tolk. En dat is gedurende meer dan drie uren vlot, vruchtbaar en hartelijk verlopen. We waren zelfs tot de hoge deugd van humor in staat. Toen ik huiswaarts reed en thuiskwam, was ik zalig van binnen. Onze Pool en onze Italiaan - zo had ik de indruk - verstonden zelfs Vlaams. Echt waar. Ze wisten intuïtief wat we zegden. Ze konden namelijk goed liplezen in ons hart: we waren om hetzelfde begaan! Nu heeft onze Nederlandse collega schitterend, trouw en eenvoudig vertaler gespeeld. Ik bewonderde de lieve taalvaardigheid van die man. Maar één keer liet hij het afweten. Voor het mooie Nederlandse woord ‘genegen’ vond hij niet meteen het Italiaanse alternatief. ‘Genegen’ bleef in zijn mond steken. De Italiaanse en de Poolse medebroeder hadden het begrepen zonder het te verstaan. Genegenheid is immers onvertaalbaar omdat het zo woordeloos authentiek is.

Van daaruit mijmer ik verder: het is toch gezond dat mensen meertalig zijn. Of moet het dan toch een toren van Babel worden? Die toren bleek uiteindelijk een ramp te zijn ‘omdat ze allen dezelfde taal spraken’. Dat is een uitdagend diep woord. Het wordt nog sterker wanneer we in het verhaal verder mogen horen dat God als het ware zijn hart vasthield: het is toch niet waar zeker, ze spreken allen dezelfde taal, ze verstaan elkaar? Maar dat vond onze Heer en God een vloek. Mensen zijn namelijk niet geroepen om als uit één mond hetzelfde te denken en te zeggen. De hele mensheid één grote onpersoonlijke kudde? Foei. Ze verstaan zogezegd elkaar omdat ze niets te zeggen hebben. Omdat ze hun eigenheid, hun eigen geweten, hun eigen fantasie hebben begraven ‘op het altaar van de uniformiteit’!

Goed overeenkomen, elkaar liefhebben, bestaat er niet in onszelf dood te zwijgen. Dat is zeker geen deugd. Genegenheid heeft te maken met mensen die vele talen, vele registers, vele variaties, vele melodieën, vele tongen en vele woorden en vele dialecten bespelen. Wees gerust, mensen die het goede ‘genegen’ zijn, vinden elkaar wel. Er bestaat iets als een spirituele internazionale. Er bestaat zoiets als globalisering van de genegenheid.

God is meertalig.

woensdag 21 november 2012

De Katholieke Kerk, Een Huis Met Vele Kamers

Deze oude wijsheid wordt nog maar eens bevestigd in het ‘Dossier Boekenbeurs’ in TERTIO van 31.10.2012. Van elk van twee theologen met Korbeekse bindingen wordt een boek besproken:

- van Valeer Neckebrouck: ‘Naar de hel met de hel?’

- van Johan Van der Vloet: ‘Iedereen Spiritueel!’

Valeer Neckebrouck, priester van het aartsbisdom Mechelen-Brussel, geboren en getogen en nog steeds wonende in Korbeek-Dijle, is antropoloog en katholiek theoloog, emeritus hoogleraar aan de KU Leuven en oud docent van de Universiteit Tilburg en de Universidad Intercontinental van Mexico City. Hij is ook de promotor van de Private Stichting vzw ‘PRO MINORIBUS MEIS’ (Voor de minsten der mijnen) die wil bijdragen in het lenigen van de noden van misdeelden uit niet-Westerse landen, o.a. van straatkinderen, doodarme zieken en daklozen in Nicaragua en van weeskinderen in Rwanda.

Johan Van der Vloet, permanent diaken van het aartsbisdom Mechelen-Brussel, woont met zijn gezin in Ottenburg. Toen Marcel Struyf nog pastoor was in Neerijse en Korbeek-Dijle (en later ook in Bertem en Leefdaal) was Johan Van der Vloet zijn medewerker die regelmatig mee de vieringen verzorgde in Korbeek-Dijle. Johan Van der Vloet is theoloog en psycholoog en professor aan de Theologische Faculteit van de Universiteit van Nijmegen (Nederland), momenteel ook professor voor godsdienstpedagogie aan het Grootseminarie Rolduc (voormalige abdij in Kerkrade, tegen de Duitse grens in Nederlands Limburg) in het bisdom Roermond, en hij bekleedt nog talrijke andere belangrijke functies vooral in de Nederlandse Kerkprovincie. Dichter bij ons is hij weekendpastor in Neerijse.

Naar de hel met de hel?

Dit is een Allerzielenboek. Verblijven de goede doden in de hemel en de slechte doden in de hel? Is God oneindig barmhartig of een wreker? Binnen de christelijke wereld circuleren ideeën, stellingen, dromen, verwachtingen die evolueren, verdwijnen of onwrikbaar zijn. De auteur exploreert in het boek een traditionele christelijke leerstelling: na de dood volgen de straf of de beloning. Hij/zij verovert de hemel of belandt in de hel. Gegiechel of geschater kenmerken de moderne visie op de hel en de hemel.

Neckebrouck is het daar grondig oneens over en verkent in een aangenaam Nederlands de katholieke leer over het hiernamaals. In de catechese van vandaag noch in de pastoraal krijgen de eeuwige veroordeling of lof de aandacht. Om te beginnen, de hel is geen typische christelijke geloofsvoorstelling maar komt, zoals haar tegenbeeld, de hemel, voor in alle godsdiensten. Wie dus zegt, weg met dat gekke geloofspunt, botst met een universele religieuze traditie. In de derde eeuw ontwikkelde Origenes, hét theologische genie van de vroegste christenheid, de theorie van de ‘apokatastase’ of de Alverzoening. Uiteindelijk zullen alle helleklanten worden verlost en tot de zaligheid van de hemel opklimmen. Deze zogenaamde ‘universalistische thesis’ piept door de geschiedenis van de christenheid als een minoritaire onderstroom en is na de Verlichting haast algemeen geworden. De Verlichting huldigt een uitermate positief beeld van de mens waarin voor het kwade weinig tot geen plaats is. Tel daarbij de vooruitgangsideologie van diezelfde culturele lawine - de wetenschappen zullen alles verduidelijken - en hemel en hel verdwijnen. Neckebrouck levert voor het verstand en het gevoel bevredigende ondersteuning voor een verwaarloosd dogma. (Frans Crols)

Iedereen Spiritueel!

“Patiënten in een wachtzaal pakken makkelijk iets vast wat interessant lijkt. Ik vind de Bewuste Leesmap dus een goed initiatief, want er is nood aan lectuur die mensen in een moeilijke levensfase kan helpen.” Dat zegt Johan Van der Vloet, bekend als initiatiefnemer van de baanbrekende reeks katholieke magazines rond levensmomenten. In zijn boek Iedereen Spiritueel! vind je werkmodellen om zelf je eigen spiritualiteit te ontwikkelen en zo tot een gelukkig en evenwichtig mens uit te groeien.

“De drempel naar onze magazines blijkt voor randkerkelijke zinzoekers toch nog te hoog, ondanks al onze inspanningen. Dat heeft te maken met de huidige aversie voor wat met de kerk of het instituut te maken heeft. Het binnenkerkelijke gekrakeel doet daar ook geen goed aan. Dat het boeddhisme wel opvallend scoort? Ja, maar het stukje boeddhisme dat ze overnemen, vind je net zo goed in de christelijke traditie. Net zoals meditatie.”

Volgens Van der Vloet willen mensen tegenwoordig zélf hun weg vinden. “Ze hebben geen behoefte aan antwoorden op vragen die ze niet eens stellen. Je kunt dat betreuren, maar beter lijkt me van deze realiteit te vertrekken. Dat heb ik geprobeerd met Iedereen Spiritueel!. Een brede uitnodigende aanpak aan de hand van de kern van de christelijke spiritualiteit, zonder iets op te dringen. En dat lijkt te lukken.” Het boek blijkt ook qua vormgeving geïnspireerd door de zelfhulp-magazines. “Ik wil lessen trekken uit hun succes in plaats van deze trends te verketteren met termen als spiritueel materialisme of feel-good-shopping. We moeten aandacht hebben voor de onderliggende vragen, zoals het verlangen naar geluk, naar lichamelijke en psychische integriteit. Een figuur als de nieuwe kerklerares Hildegard van Bingen kan een brug slaan, want zij beantwoordt aan hetzelfde levensgevoel.”

Van der Vloet ziet te veel cultuurpessimisme in de kerk. “Te weinig spiritualiteit die de mensen daadwerkelijk helpt in hun dagelijkse leven. Kort door de bocht gezegd: het is niet door catechismussen uit te delen of een tandje bij te steken in de catechese, dat we een ommekeer zullen verwezenlijken. Die moet komen vanuit existentiële ervaring, zoals bijvoorbeeld de Wereldjongerendagen laten zien. Of zoals na de busramp in Zwitserland, toen plots bleek dat mensen - als het er op aankomt - wel degelijk openstaan voor christelijke waarden en rituelen. We moeten de zinzoekers tegemoet komen in hun reële noden en meer in het grensgebied durven te staan!” (Jos Vranckx)

*

Het positief naar de wereld kijken en het tegemoet komen van zinzoekers in hun reële noden van Johan Van der Vloet staat in schril contrast met het beklemtonen van en het krampachtig vasthouden aan oude geloofswaarheden van Valeer Neckebrouck.

C.L.

[Valeer Neckebrouck Naar de hel met de hel? Uitgeverij Garant Antwerpen 178 blz. 21 euro]

[Johan Van der Vloet Iedereen Spiritueel! Uitgeverij Halewijn Antwerpen 152 blz. 24,50 euro

Bestellen van dit laatste boek kan via www.tertio.be]

Abraham Lincoln

Cursiefje van Frans De Maeseneer

Abraham Lincoln is de zestiende president geweest van de USA. Over die man heb ik onlangs een serieus artikel gelezen. Als dusdanig is die tekst niet geschikt voor deze publicatie. Ik wil echter stilstaan bij één woord van deze grote republikein. Hij heeft het over het onderscheid tussen een staatsman en een politicus. ‘Een staatsman denkt altijd aan het land, een politicus altijd aan… de volgende verkiezingen’. Dat woord geef ik meteen een ereplaats op mijn hitparade van geslaagde uitspraken. Iemand die kan kalligraferen, mag dit woord eens mooi versieren en het dan opsturen, op mijn kosten, naar onze vele parlementen. Het zou daar wonderen (kunnen) doen.

Geef toe: de uitspraak is raak. Ik moet er telkens aan denken wanneer ik zie en hoor hoe onze bestuurders zo weinig besturen, hoe onze coalities met wantrouwen worden gevormd en dus falen. Ik moet voortdurend aan dat woord denken wanneer ik hoor en zie hoe beloften worden gedaan en niet gehouden. Enkele jaren geleden was ik zelfs zo naïef te geloven in een nieuwe politieke cultuur, plechtig met hoofdletters NPC genoemd. Dat heeft bij mijn weten geen twee maanden geduurd. Daarna keerden de heren en de dames terug naar hun slechte gewoonten. Telkens en telkens opnieuw denken ze volgens de grillige golfslag van de opiniepeilingen. Iedereen zegt en herhaalt dat dit soort peilingen niet belangrijk zijn… behalve wanneer ze winst beloven bij de volgende verkiezingen. Die verkiezingen moeten dan maar liefst zoveel mogelijk worden vervroegd. Lincoln heeft al vaak zijn gelijk gekregen.

Dat alles is jammer maar helaas. U moet namelijk weten dat ik al heel mijn leven bewust positief ben geweest voor mensen die zich willen inzetten voor de opbouw van de gemeenschap. Wat precies de oorspronkelijke betekenis is van het Griekse woord politeia. Dat ik steeds - meestal tevergeefs - mensen heb willen overtuigen om zich voor politiek te interesseren.

Ik ben een vurig lezer geweest van de politieke theologie van de jaren tachtig. Ik ben vooral steeds op zoek geweest in de bijbel naar profeten en herders, naar mannen en vrouwen die passionario’s waren voor de zaak van de gerechtigheid. De bijbel is nergens en nooit ‘de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie’. Foei. De bijbel handelt altijd over de opbouw van een mensengemeenschap. Omdat onze God gedroomd heeft van een volk dat recht doet en gerechtigheid. Omdat de mensen die dit visioen hadden begrepen, er hun leven en hun sterven voor veil hadden. Sjaloom.

Welnu, ik mis iets van die gedrevenheid. Ik proef zo weinig visie, zo weinig taaie wijsheid. Veel te veel oplapwerk voor morgen en voor onmiddellijk, maar nooit eens een charter of een universeel manifest. Veel te veel instantoplossingen met dringende deadlines. Nooit een politiek credo. Lincoln is nog zeer actueel.

Intussen weet ik ‘vanuit de zijlijn’ hoe alle netelige dossiers moeten worden aangepakt: DHL, de nachtvluchten, BHV. Ik heb voor alles de enig juiste oplossing… volgens mijn alom gekende bescheiden mening. Dat is natuurlijk een joke.

Dat ze maar liever naar Lincoln luisteren.

Gelezen In Tertio Van 7 November 2012

De bisschop van Luik, Aloys Jousten, wordt 75 jaar en biedt zijn ontslag aan de paus aan. In het rapport dat hij voor de nuntius maakt over de toestand van het bisdom, geeft hij het gewenste profiel van zijn opvolger. De nuntius schrijft dan zijn verslag voor Rome met een aanbevelingslijst waarop drie kandidaten staan.

woensdag 14 november 2012

Gelezen In Tertio Van 31 Oktober 2012

Aangetrokken door grote menselijkheid

Uit een artikel van Paul Pas, theoloog en priester op rust. Voordien pastoor in Wilrijk.

Twee weken geleden vierde de kerk het hoogfeest van Allerheiligen, maar hebben die heiligen nog een plaats in onze wereld? Paul Pas vraagt het zich af.

Stel u voor: een grote cirkel. Die stelt het Rijk Gods voor. Dat is geen grondgebied, maar alle mensen die leven in rechtvaardigheid en liefde, en zo bron van vrede zijn. Midden in die cirkel staat Jezus Christus, de mens bij uitstek, dé rechtvaardige en liefdevolle. Hoe beter mensen leven, hoe dichter ze staan rond Hem. Sommigen hoorden nooit zijn naam, maar staan toch dicht bij Hem. Een deel van die cirkel, een segment, is ingenomen door de volgelingen van Jezus. Maar er zijn er veel meer anderen, uit diverse godsdiensten en levensbeschouwingen. Wat ze denken is niet het voornaamste, wel hoe ze leven. En zo ze in hun leven rechtvaardigheid en liefde nastreven, behoren ze tot dat Rijk van God.

Binnen en buiten de kring

Buiten die cirkel staan drie anonieme grootmachten: genot-seks, bezit-geld en macht-eer. Zij trekken de mensen aan, kunnen ze steeds meer veroveren. Dat is mogelijk omdat die als begeerten leven in het hart van ieder mens. Als iemand vooral een van die dingen zoekt in het leven en daarbij zijn medemens vertrappelt of links laat liggen, dan staat hij buiten Gods Rijk, tot welke godsdienst of levensbeschouwing hij ook moge behoren. Niemand weet hoeveel mensen er buiten die grote kring van het Rijk Gods staan. Niemand weet ook hoe ver ze ervan afstaan. Wij moeten nooit oordelen over anderen. Alle mensen daarentegen die in hun leven een zekere spiritualiteit nastreven, die een voorname plaats geven aan menselijke waarden, die behoren tot die kring van Gods Rijk. Sommigen ijveren voor meer rechtvaardigheid, veraf of dichtbij; anderen hebben veel aandacht voor hun medemens in nood, zoals armen, zieken, gehandicapten en vluchtelingen; nog anderen zijn begaan met het dierenwelzijn, of ze zijn bekommerd om het behoud van deze aarde. Al die mensen leven met een spiritualiteit, hun leven is getekend door hun ijver voor die of die waarde; ze laten zich niet overmeesteren door een van die drie grootmachten.

Gelukkig leven

Natuurlijk, voor alle mensen geldt dat ze heen en weer gaan, dat ze zich toch soms laten aantrekken door een van die drie grootmachten. Dat geldt voor christenen, dat is ook waar voor bijvoorbeeld boeddhisten of humanisten. Maar als we vrij vlug op onze stappen terugkeren, dan behoren we tot het Rijk van God, de samenleving zoals God die wenst, niet voor zichzelf, maar voor ons. Alleen de mens die opkomt voor een echte humane waarde en daardoor anderen helpt in het leven, alleen die mens is gelukkig. Zo zijn we gemaakt door God. In ons wezen leeft het verlangen om humaan te leven ten bate van anderen. We worden heel ons leven door wel aangetrokken door die vernietigende grootmachten, maar we ervaren het: hoe beter we leven, hoe meer vreugde er aanwezig is in ons hart.

Allerheiligen

In het midden van de cirkel staat allereerst Jezus Christus, het voorbeeld voor alle mensen. In de loop van 20 eeuwen sinds zijn overlijden heeft Hij miljarden mensen geïnspireerd om te leven zoals Hij. En die beïnvloeding blijft doorgaan. Dat is de grote genade voor christenen dat ze die figuur vanaf hun kinderjaren hebben leren kennen. Elke dag weer opnieuw blijft Hij mensen oproepen tot een rechtvaardig en liefdevol leven. Sommigen volgden Hem op een heerlijke, ja heldhaftige wijze: dat zijn de heiligen. Ze blijven heel de mensengeschiedenis door de invloed van Jezus versterken voor wie hen kent. Denken we maar aan pater Damiaan, of Franciscus van Assisi, of Vincentius a Paulo, of Don Bosco.

Daarom is het goed dat er zowat van ieder volk mensen worden heilig verklaard. Ze helpen om te slagen in het leven en zij blijven oproepen edelmoedig te leven ten bate van anderen. Door hun heiligverklaring gaat hun naam niet verloren.

De Orgelpijpjes

De Orgelpijpjes zijn een kinderkoor verbonden aan de parochie van O.L.Vrouw van Troost van Heverlee. Ze gingen van start op woensdag 31 oktober in de kerk van Korbeek-Dijle: een moedig groepje zangertjes onder leiding van Katrien Konings, gedecimeerd door de herfstvakantie. Na de kerk van Korbeek-Dijle gevuld te hebben met hun hemelse klanken begon hun trektocht naar de kerk van Bertem, de kapel van Sint-Verone en de kerk van Leefdaal.

Wij Vieren Maar

Cursiefje van Frans De Maeseneer

Woorden verslijten indien ze te vaak worden gebruikt. Indien ze telkens opnieuw kritiekloos en onnadenkend worden opgevoerd. Het moge je niet verwonderen dat ik - precies ter wille van de waarde van het vieren - een paar afwijkingen wil opruimen. Boeteviering, biechtviering en begrafenisviering zijn ijdel gebruik van woorden. Voor deze dingen schrappen we best het woord viering. Het leven van mensen is gewoon niet altijd feestelijk. Ce n’est pas tous les jours dimanche.

Ik herinner me een overste die ons in een open brief schreef dat we geen enkele gelegenheid tot feesten voorbij mochten laten gaan. We hoorden dat graag. Zes jaar later vroeg zijn opvolger zich openlijk af of het wel zo gezond was almaar alles te willen vieren? Hij vond dat overbeklemtonen van het voortdurende vieren ongepast. Als gehoorzame knaap ben ik het met beide oversten eens. Wat dacht je anders? Ik zeg het dan maar op mijn manier: er zijn dagen om een boterham te eten en er zijn dagen om taart te eten. Ce n’est pas tous les jours dimanche.

Daarmee is eigenlijk gezegd wat ik zeggen wil: éénmaal per week is het wél zondag. Laat dat dan een vier-dag zijn! Daarvoor komen christenen samen op hun dag. Daarom komen christenen samen voor liturgie. Liturgie nu is letterlijk mysteriespel. Mysterie en spel: dat zijn de twee essentiële polen die elkaar nodig hebben en ook elkaar bevruchten. Zonder erkenning van het mysterie ontaardt het spel tot show. Zonder erkenning van het spel wordt elk mysterie dor en saai en vreemd.

Een mysteriespel is dus een evenwichtsoefening. Een mysterie wordt gespeeld omdat mensen met hun zintuigen binnen willen treden in het onzegbare aanwezige geheim. Het spel wordt gespeeld omdat God vreugde schept in mensen, omdat Hij ons hart wil verwarmen, en omdat Hij ons vermogen om elkaar nabij te zijn wil activeren. Uiteindelijk omdat Hij zijn mensen tot leven wil wekken. Zelfs tot leven in overvloed. Une fois par semaine il est dimanche.

Om juist begrepen te worden voeg ik eraan toe dat vieren niet enkel handgeklap is en dansen en wuiven en zingen en springen. Bij gelegenheid van een jubileum - dat is toch echt een viering - is er ook stilte, ontroerende stilte zelfs voor de toespraak. Er is ook een herdenking van de mensen die er jammer genoeg niet bij kunnen zijn… wij bidden voor hen zonder op tafel te springen. In dit soort levensechte vieringen buigen wij het hoofd voor de zegening van de tafel. Met eerbied steken wij de kaarsen aan en plaatsen we bloemen op de tafel, allemaal liefst zonder decibels. Stille eerbied is stille ernst. Maar daar begint precies het geheim: stilte dient om uitgesproken te worden. De uit-bundigheid volgt op de in-getogenheid. En andersom.

Dat de voorganger bij het hele gebeuren belangrijk is, spreekt voor zichzelf. Hij zou eigenlijk een dubbele mond moeten hebben: een mondstand, een intonatie en een stemgebruik voor de dienst van het woord en daarnaast een mondstand, een intonatie en een stemgebruik voor de dienst van de tafel. Een voorganger zou in zekere zin tweestemmig moeten zijn.

Medevierders zijn bezig het ons goed te leren. Dank u.

woensdag 7 november 2012

Concert Sint-Stevensgilde

Week 2012-45 - concert

Ondanks terugval blijft bevolking van VS erg religieus

(Gelezen In Tertio Van 24 Oktober 2012)

Uit een artikel van Jan De Volder

Hoewel religie in Amerika een eersterangs rol blijft spelen, is ook daar het toebehoren aan een kerk of religie lang niet meer vanzelfsprekend. De laatste vijf jaar is het aantal volwassenen in Amerika dat zich niet formeel tot een religie bekent, gegroeid van ongeveer vijftien tot bijna twintig procent. Dat blijkt uit een nieuwe studie van het Pew Research Centre, gebaseerd op een ondervraging van 2.973 mensen. De trend speelt zich vooral af onder blanke Amerikanen en is sterker bij de jongere generaties dan bij de oudere. Een derde van de ondervraagden onder de dertig jaar noemt zich niet religieus geaffilieerd.

Merkwaardig is dat de Amerikanen die zich niet tot een bepaalde godsdienst bekennen, toch in meerderheid niet antireligieus blijken. De grote meerderheid staat niet vijandig tegenover de georganiseerde godsdienst, al vindt zeventig procent wel dat ze ‘te veel bezig zijn met macht en geld’ en ‘te veel op regels focussen’. Maar dat staat niet in de weg dat meer dan drie vierde vindt dat kerken en andere religieuze instellingen een goede bijdrage leveren aan de maatschappij door ‘gemeenschapsbanden te versterken’ en ‘de armen te helpen’.

Tegenover de Europese landen blijft Amerika zo erg religieus. In Amerika neemt het kerkbezoek weliswaar ook af, zij het erg lichtjes. In de laatste tien jaar is het aandeel van de Amerikaanse bevolking dat iedere week naar de kerk gaat, gedaald van 39 procent tot 37 procent. Het aandeel van hen die zelden of nooit een kerk bezoeken klom dan weer van 25 tot 29 procent.

Racisme

Cursiefje van Frans De Maeseneer

Even over zeven stapte ik het parochiecafé binnen. Ik wilde de vergadering van acht uur voorbereiden en ik zocht een rustige plek om mij te concentreren op een lange tekst die ik al eerder vluchtig had gelezen. Het liep echter helemaal anders. Aan de tapkast, op vijf meter van mijn stoel, waren twee mannen luid en druk aan het discussiëren. Nee, zo was het niet. Het was eerder een monoloog van één man terwijl de ander zich steeds voorbereidde om, als het even kon, zijn invalbeurt niet te missen. Het ging over de moslims, over het wapen van de zelfmoord, enzovoort, enzovoort. Israël was ook niet goed maar toch een haartje beter dan de Islam. Het kwam er op neer dat alleen de christenen de goeie waren… maar het moesten dan wel echte zijn.

De man-aan-het-woord vergat geen enkele keer te zeggen dat hij geen racist was. We kennen dat. Intussen las ik een tekst over de zin van de sacramenten. Ik zag die zijn helemaal niet zitten. Ik verstond zelfs de woorden niet die ik las. Totdat de spreker van dienst ‘dringend’ weg moest en langs mijn tafeltje passeerde. Of ik ‘ook’ gelovig was? Ik antwoordde: misschien een beetje. Waarop hij heel zijn tirade herbegon. Zo ‘dringend’ was het dus niet. Om een einde te maken aan deze ‘ontmoeting’ zei ik nogal kordaat: ‘Meneer, ik ben pastoor en over tien minuten moet ik hiernaast een conferentie geven aan priesters’. Toen moest hij plots weer ‘dringend’. Ik riep hem nog na: ‘Weet goed dat ik alles anders zie dan gij’. Hij zei geen amen. Hij zei niets. Ik vond de zin van de sacramenten terug. Toch min of meer.

En nu is dat ‘gesprek’ al enkele weken voorbij. Ik denk er letterlijk over na. Wat is er toch aan de hand dat mensen zelfs aan de toog een betoog houden over christenen en joden en moslims? Terwijl pastoors deze ijver al lang hebben opgeborgen. De joden en de moslims. Het zit de mensen kennelijk zeer hoog. Hun mond loopt over omdat hun hart zo vol is. Zoiets liegt niet. Het is een veelzeggend teken. Toch stoort het mij. Het stoort mij omdat het niet ernstig is zo simplistisch over ernstige dingen te spreken. Ernstige predikanten doen dat niet. Ten eerste: ze bereiden zich goed voor. Ten tweede: ze stellen de echte vragen en zoeken naar degelijke argumenten. Ten derde: ze spreken bescheiden enkele antwoorden uit. Het besluit is in ieder geval dat we liefst niet teveel dogma’s verkondigen. En dat we er ons voor hoeden de mensen met slogans dom te houden. Daarin hebben wij volkomen gelijk. Maar wat helpt het gelijk te hebben als het echte evangelie - van de echte christenen - bij een Duvel en een Orval wordt afgekondigd? Door mensen die veel vaster geloven dan ik?

Door mensen die geen racisten zijn maar… Mag ik dan op dit stille blad zeggen dat ik dit erg vind?

Over multicultureel samenleven moet ‘dringend’ met veel nuchterheid worden gesproken. Daarom stoort mij dit soort cafépraat. Het is meer dan cafépraat. Het bevordert en propageert een soort psychose waar de volksmens zo weinig immuun voor is. Vroeger werd aan de kerk verweten de mensen dom te houden. Dat was niet fraai. Dat het volk nu zelf het volk dom houdt, is ook niet fraai.

Enkele weken geleden heeft deze meneer naast me gestaan in het stemhokje. Ik ben echter gerustgesteld: meneer zal voor de christenen gestemd hebben.

Hij is immers geen racist.