Cursiefje van Frans De Maeseneer
Even over zeven stapte ik het parochiecafé binnen. Ik wilde de vergadering van acht uur voorbereiden en ik zocht een rustige plek om mij te concentreren op een lange tekst die ik al eerder vluchtig had gelezen. Het liep echter helemaal anders. Aan de tapkast, op vijf meter van mijn stoel, waren twee mannen luid en druk aan het discussiëren. Nee, zo was het niet. Het was eerder een monoloog van één man terwijl de ander zich steeds voorbereidde om, als het even kon, zijn invalbeurt niet te missen. Het ging over de moslims, over het wapen van de zelfmoord, enzovoort, enzovoort. Israël was ook niet goed maar toch een haartje beter dan de Islam. Het kwam er op neer dat alleen de christenen de goeie waren… maar het moesten dan wel echte zijn.
De man-aan-het-woord vergat geen enkele keer te zeggen dat hij geen racist was. We kennen dat. Intussen las ik een tekst over de zin van de sacramenten. Ik zag die zijn helemaal niet zitten. Ik verstond zelfs de woorden niet die ik las. Totdat de spreker van dienst ‘dringend’ weg moest en langs mijn tafeltje passeerde. Of ik ‘ook’ gelovig was? Ik antwoordde: misschien een beetje. Waarop hij heel zijn tirade herbegon. Zo ‘dringend’ was het dus niet. Om een einde te maken aan deze ‘ontmoeting’ zei ik nogal kordaat: ‘Meneer, ik ben pastoor en over tien minuten moet ik hiernaast een conferentie geven aan priesters’. Toen moest hij plots weer ‘dringend’. Ik riep hem nog na: ‘Weet goed dat ik alles anders zie dan gij’. Hij zei geen amen. Hij zei niets. Ik vond de zin van de sacramenten terug. Toch min of meer.
En nu is dat ‘gesprek’ al enkele weken voorbij. Ik denk er letterlijk over na. Wat is er toch aan de hand dat mensen zelfs aan de toog een betoog houden over christenen en joden en moslims? Terwijl pastoors deze ijver al lang hebben opgeborgen. De joden en de moslims. Het zit de mensen kennelijk zeer hoog. Hun mond loopt over omdat hun hart zo vol is. Zoiets liegt niet. Het is een veelzeggend teken. Toch stoort het mij. Het stoort mij omdat het niet ernstig is zo simplistisch over ernstige dingen te spreken. Ernstige predikanten doen dat niet. Ten eerste: ze bereiden zich goed voor. Ten tweede: ze stellen de echte vragen en zoeken naar degelijke argumenten. Ten derde: ze spreken bescheiden enkele antwoorden uit. Het besluit is in ieder geval dat we liefst niet teveel dogma’s verkondigen. En dat we er ons voor hoeden de mensen met slogans dom te houden. Daarin hebben wij volkomen gelijk. Maar wat helpt het gelijk te hebben als het echte evangelie - van de echte christenen - bij een Duvel en een Orval wordt afgekondigd? Door mensen die veel vaster geloven dan ik?
Door mensen die geen racisten zijn maar… Mag ik dan op dit stille blad zeggen dat ik dit erg vind?
Over multicultureel samenleven moet ‘dringend’ met veel nuchterheid worden gesproken. Daarom stoort mij dit soort cafépraat. Het is meer dan cafépraat. Het bevordert en propageert een soort psychose waar de volksmens zo weinig immuun voor is. Vroeger werd aan de kerk verweten de mensen dom te houden. Dat was niet fraai. Dat het volk nu zelf het volk dom houdt, is ook niet fraai.
Enkele weken geleden heeft deze meneer naast me gestaan in het stemhokje. Ik ben echter gerustgesteld: meneer zal voor de christenen gestemd hebben.
Hij is immers geen racist.