Vele landen hebben een lange lijst van heiligen en martelaren. Vaak is de Kerk gebouwd op hun bloed. Paolo Miki in Japan, Andreas Kim in Korea, de martelaren van China en van Vietnam. De martelaren van Brazilië, van Argentinië, vochten voor de rechten van de mensen tegen de goudzoekers die de dorpen vernielen, tegen de grootgrondbezitters die het levensnoodzakelijke land afnemen van de indigenas. Het Tucano-volk in het Amazonegebied lijstte zijn martelaren op en verspreidde foto’s van hen in de kerken. Voor de campesinos betekent land hun leven. Moeder aarde noemen ze het. De Aymara in Bolivië spreken van de Pacha Mama.
In bepaalde gebieden waren er dagelijks doden, niet omwille van het geloof, maar door sociale problemen. In een paar parochies in Colombia heb ik de overlijdensregisters overlopen met de pastoor: tachtig procent ervan waren moorden. In een dorp nam ik deel aan de uitvaart van een vrouw die vermoord was. Voor het oog van iedereen legde de moordenaar bloemen op de kist tijdens de eucharistieviering. Missionarissen leven vaak in zeer gespannen situaties. In India zijn vele religieuzen en priesters vermoord omwille van hun geloof. De nationale regering van ‘Hindustan’ duldt geen christenen die invloed hebben op sociaal gebied. De overheden in Vietnam en China hebben tijdens de voorbije eeuw een onnoembaar aantal leken, priesters en religieuzen gemarteld. De documentairereeks Nonkel Pater op VRT bracht indrukwekkende getuigenissen over martelaren in onze kolonie Belgisch-Congo. ‘Het bloed van de martelaren is het zaad van de Kerk’, schreef Tertullianus (ca 160-220) meer dan terecht.
Uit het boek: In de naam van de Vader, 365 fragmenten uit homilieën en toespraken van MGR. LUC VAN LOOY (uitgegeven door Halewijn in 2018)