Uit een artikel van Ludwig De Vocht
De tiende verjaardag van de heiligverklaring van pater Damiaan was de aanleiding voor de lancering in april van het Damiaanjaar onder het motto “Damiaan inspireert”. Meteen werd ook een nieuwe Damiaanbeweging boven de doopvont gehouden die focust op specifiek Hawaïaanse waarden waaronder het vooral als begroeting bekende aloha.
Pater Damiaan was de belichaming van de Hawïaanse waarden waarop de nieuwe Damiaanbeweging de nadruk legt: ohana (gemeenschap en verbondenheid), malama pono (aandacht, zorg en respect) en aloha, een welkomstwoord dat de waarden liefde, solidariteit, betrokkenheid en engagement uitdrukt.
Projectleider Ruben Boon* schetst in het geboortehuis van de man die in 2005 door Vlaanderen werd verkozen tot grootste Belg de stappen die de voorbije tien jaar werden gezet om Damiaan ook in de toekomst als bron van inspiratie levend te houden.
*Ruben Boon (1988) is historicus van opleiding. Sinds 2011 is hij projectleider van Damiaan Vandaag, het Damiaanproject van de congregatie van de Heilige Harten van Jezus en Maria.
We laten Ruben Boon aan het woord:
“Vier jaar hebben we deelgenomen aan de erfgoeddag. Daarna diende de vernieuwing van het museum in Tremelo zich aan als nieuw project. Bij het vertellen van het verhaal van Damiaan in het nieuwe museum moesten we Damiaan als mens naar voren schuiven om vandaag nog aan te spreken. Damiaan heeft trouwens nooit gezegd dat hij zich een held voelde, laat staan dat hij dacht dat hij een heilige was.”
Hoe is het beeld van Damiaan daardoor veranderd?
“We zijn bij een held en een heilige gestart om uit te komen bij de mens Damiaan. Door hem te bekijken door de bril ’Damiaan als mens’ blijkt uit wat we over hem lazen dat hij mens wilde zijn met de mensen op Hawaï en dat hij dingen met de mensen wilde delen. Uit die lectuur blijkt ook dat hij te kampen had met gevoelens van eenzaamheid en met het gevoel verlaten te zijn door de mensen. Hij werd ook geconfronteerd met het onbegrip van zijn oversten. Hij had op Molokai echt momenten dat hij het niet meer aankon. Hij had last van een burn-out. Daar kwam nog een depressie bij omdat hij geloofde – en zijn dokter heeft daar een verslag over nagelaten – dat hij zijn hemel niet verdiende omdat hij met sommige mensen overhoop lag. Hij had niemand om bij te biechten. Voor Damiaan was dat een gewetenskwestie. Dat vrat aan hem. Hij is door die duistere momenten heen gegaan, maar dat was niet vanzelfsprekend. Damiaan vond daarbij wel een houvast in zijn geloof en ging ervan uit dat God van hem niet het onmogelijke zou vragen.”
“Hij wou lijken op Jezus, zijn grote voorbeeld, en wist heel goed wat hij kon en wat zijn tekortkomingen waren. Hij besefte dat het zonde zou zijn zijn talenten weg te steken en niet in te zetten voor anderen. Al die elementen hebben we in het museum meegenomen en dat maakt van hem des te meer een figuur die ook nu nog aanspreekt. Vandaag is dat een heel krachtige boodschap: ga na hoe het geloof of een overtuiging je helpt, welke talenten je hebt en wat je ermee doet. Zo kunnen we het verhaal van Damiaan eerlijk en oprecht vertellen zonder mensen uit te sluiten.”
“En dat slaat blijkbaar aan want er is interesse uit binnen- en buitenland. Bezoekers van het museum kunnen zich inleven met behulp van een audioguide of een rondleiding in groep door een van onze gepassioneerde gidsen maar we zorgen er ook voor dat ze nadien even kunnen bekomen van wat ze hebben beleefd. We hebben rustpunten ingelast met aan het einde een videozaal in kampvuuropstelling. We vonden het belangrijk dat bezoekers het verhaal van Damiaan even kunnen laten doordringen want de essentie ervan is de bedenking: wat kan ik daar nu mee?”