Het is pas mogelijk om in de naam van God tussen de mensen te staan als we vertrekken van een diepe eenheid met hem in de eucharistie. Die brengt ons aanwezig bij de mensen zonder aan onszelf te denken. Luisteren naar hun verhaal, hen begrijpen, leiden en begeleiden is wat we van Jezus leren. Het doel zal dan vlug duidelijk worden: gemeenschap vormen rond Jezus. We brengen armen en zoekenden, mensen zonder papieren en ontgoochelden samen rond de ene Herder die zijn schapen op zijn eigen schouders neemt om ze naar de ene schaapstal te brengen. Van dit grondbeginsel leidt de Kerk haar taak af, haar recht om te spreken en mensen te oriënteren naar een gelukkige samenleving.
Het is duidelijk dat de boodschap van het evangelie niet steeds begrepen zal worden, ook vandaag zijn er nog martelaren voor het geloof. Jaarlijks telt Missio een aantal missionarissen die gedood worden omdat ze opkomen voor de liefde voor de kleinen, omdat ze God ter sprake brengen bij de mensen. Het blijft een mysterie dat Liefde niet altijd begrepen wordt, dat men mensen doodt in de naam van God, dat God zijn eigen Zoon als slachtoffer moest geven.
Gelukkig heeft de verrijzenis het laatste woord. Dank zij deze geloofsovertuiging bezaten de eerste christenen alles gemeenschappelijk en was Stefanus niet bang de waarheid te spreken. De rust en overtuiging van martelaren verwonderen steeds opnieuw, precies omdat God hun hele leven beheerst.
Tenslotte blijft de boodschap dat gebed, eenheid met God, de enige bron is van ons missionair zijn. Een christen die niet bidt is een christen in gevaar, zegt de tekst van de Belgische bisschoppen in een brochure bij het Jaar van het Gebed. Dit is zeker zo voor een missionaris.
Uit het boek: In de naam van de Vader, 365 fragmenten uit homilieën en toespraken van MGR. LUC VAN LOOY (uitgegeven door Halewijn in 2018)