woensdag 18 november 2015

De heerlijkheid Corbeek over Dijle - deel 7

In Vlaamse Stam nr.3 van mei-juni 2004 verscheen een “Genealogie Goubau” van de hand van Leo Lindemans. Ik heb de internetvondsten hiermee geconfronteerd en sporadisch aangevuld.

A. Jean-François Goubau, heer van Beveren. Geboren in Antwerpen op 24.5.1646.

Trouwde met Marguerite-Cécile-Catherine Gerardi.

Hij kocht het kasteel “Cortewalle” in Beveren-Waas in 1671, maar omstreeks het einde van de 18de eeuw, ruim honderd jaar later, ging het door huwelijk over op graaf Xavier van Brouckhoven de Bergeyck.

Uit het onderschrift van het wapenschild Goubau blijkt nog een andere band tussen de Goubau’s en de van Brouckhovens, via Bergeyck. Bergey(c)k is een Nederlandse grensgemeente tussen het Nederlandse Valkenswaard en het Belgische Lommel.

Week 2015-46 - Goubau Wapenschild

De jongste zoon van Jean-François Goubau en Marguerite-Cécile-Catherine Gerardi was:

B. Pierre-Ferdinand-Joseph Goubau, heer van Courtenwalle en van Zyssele, groot-baljuw van Beveren voor de hertog van Arenberg

° Beveren 10.11.1680

+ 23.8.1749

x te Mechelen met Marie-Lucrèce-Anne-Antoinette-Catherine Bernaerts

° Roermond en er gedoopt in de kathedraal op 31.12.1677

+ 12.4.1725

Langs de familie Bernaerts was de familie de Wapenaert (bestemmelinge van het overlijdensbericht) verwant met de familie Goubau.

Zij hadden zeven kinderen (vier dochters en drie zonen). Hun oudste zoon was:

C. Henri-Léopold Goubau, heer van Courtenwalle en van Zyssele, kapitein in het regiment van Arenberg sinds 1762, majoor-bevelhebber van de stad en de haven van Nieuwpoort, daarna intendant (beheerder van de financiën) van de hertog van Arenberg

° Beveren 16.11.1704

+ 4.5.1768

x Judith-Josephe de Fuhrmann de Kiaysau, afkomstig van Pommeren (landstreek langs de Oder, nu deels Duits en deels Pools)

Zij hadden zes kinderen: vijf zonen en een dochter. Hun oudste zoon: zie D.; hun jongste zoon: zie E.

D. Ambroïse-Léopold-Antoine Goubau de Corbeek-Dyle, heer van Courtenwalle, kapitein in het regiment van Murray, in dienst van Oostenrijk. Hij had de adellijke titel van “jonkheer”.

° stad Luxemburg 1748

+ 10.10.1828

x te Korbeek-Dijle op 25.7.1780 met Claire-Charlotte-Josephe Crabbeels-d’Ormendael, dochter van Urbain-François Crabbeels-d’Ormendael, drossaard van Aarschot (en voorlaatste heer van Corbeek-Dyle), en van Dorothée-Henriette Jacobs, dame van Corbeek en van Ormendael. Claire of Clara Crabbeels overleed in 1803, kinderloos.

Ambroïse was lid van de militaire loge L’Union Indissoluble (= Onverbreekbare Unie) van het regiment Murray.

In 1811 beviel de ongehuwde 29-jarige Judoca Cappuyns, een dochter van burgemeester en koster van Korbeek-Dijle Guilielmus Cappuyns, te Mechelen, van een dochter van wie de 63-jarige weduwnaar Ambrosius Goubau onmiddellijk het vaderschap erkende. Het kind in kwestie was Julia Goubau die later zou trouwen met Remy-Prosper Honnorez. De adellijke Ambrosius vertikte het te trouwen met het burgermeisje Judoca, maar zij bleef wel zijn levensgezellin tot aan zijn dood.

E. Benoît Goubau de Corbeek Dyle, majoor van Zijne Majesteit de Keizer van Oostenrijk. In het overlijdensbericht wordt hij “baron” genoemd (omdat hij met een barones trouwde? De andere Goubau’s waren jonkheer.)

Uitgerekend volgens het overlijdensbericht werd hij geboren op 20.3.1746 (maar dat kan niet want hij is een jongere broer van Ambroïse; elders staat °1755, wat geloofwaardiger is; de nabestaanden hebben zich waarschijnlijk vergist met de geboortedatum van een naamgenoot)

+ in zijn kasteel van Corbeek op 4.11.1835 *

x barones Adelaïde de Behm

Zij hadden twee kinderen:

Hun zoon Benoît werd eveneens legerofficier in Oostenrijkse dienst.

Hun dochter Wilhelmine-Gertrude trouwde met Ernest de Salomon de Friedberg, Keizerlijk en Koninklijk Raadgever en Vice-President te Lemberg.

Dezen hadden een zoon: Edouard de Salomon de Friedberg.

Benoît was, zoals zijn broer Ambroïse, lid van de militaire loge L’Union Indissoluble van het regiment Murray. Of dat verenigbaar is met de vermelding in zijn overlijdensbericht dat hij voorzien was van geestelijke bijstand, blijft een open vraag. Het is ook vreemd dat Ambroïse en Benoît logebroeders waren terwijl hun broer, Joseph-Ernest Goubau, kanunnik was in Leuven en hun zus Thérèse Goubau kloosterzuster in de ‘abbaye noble de Herckenrode’ in Kuringen (bij Hasselt).

· Het is onduidelijk hoe het komt dat Benoît Goubau eigenaar was van een kasteel in Korbeek-Dijle in 1835. Het kasteel van Korbeek-Dijle werd gebouwd tijdens het bewind van Urbanus Franciscus Crabbeels d’ Ormendael rond 1750, en normaal gesproken was deze de bouwheer. Het was broer Ambrosius Goubau die in 1780 trouwde met Clara Crabbeels, dochter van Urbanus Franciscus. Zo zou Ambrosius eventueel het kasteel kunnen geërfd hebben. Maar hoe werd zijn broer Benoît eigenaar na Ambrosius’ dood in 1828? Had de familie Goubau het kasteel misschien gekocht van de familie Crabbeels toen die in financiële nood was? Of had zijzelf het kasteel laten bouwen?

En was de titel “de Corbeek Dyle” van Ambrosius en Benoît Goubau te verklaren door hun eigendom van het kasteel en andere goederen in Corbeek Dyle?

Wat er ook van zij, later kwam het kasteel in elk geval in handen van Julia Goubau, de dochter van Ambrosius, en haar man Remi-Prosper Honnorez.

Cyriel Letellier

(Volgende week herneem ik deel 2 omdat de nummering bij de namen ontbrak)