Cursiefje van Frans De Maeseneer
Twee mensen gingen naar de tempel. Ze zochten een hoge plaats. Voor een hoog gesprek. Ze wilden iets gewichtigs zeggen over het leven, over de stand en de gang van zaken, over de toekomst.
De eerste zei: ‘Alles gaat de verkeerde kant op’. Hij had daaromtrent veel beelden en voorbeelden. Mensen steken hun paradijs in brand. En niets of niemand die hen tegenhoudt. De tweede zei: ‘Het leven is nog nooit zo mooi geweest als nu. Wat mensen allemaal kunnen en allemaal doen. Zoveel communicatie, zoveel zorg voor vrede en milieu, zoveel vrijwilligers’. Ze hadden allebei gelijk. Zo dacht het de eerste, zo dacht het de tweede. En ze waren geen van beiden fanatiek. Ze wilden luisteren naar elkaar maar ze bleven bij hun standpunt.
Daarop verscheen de wijze van de tempel. Ze vroegen of hij even luisteren wilde. Dat wilde hij. Ze zegden alles wat ze al duizenden keren hadden gezegd. De wijze luisterde. Daarop werden ze zelf ook wijs: ze vroegen wat hij van hun woorden dacht. Hij had daar geen mening over. Ze kregen dus geen van beiden hun gelijk.
Daarop vertelde hij hun deze parabel. Er waren eens twee mensen die opgingen naar de tempel. Ze zochten een hoge plaats. Voor een gesprek op hoog niveau. Ze spraken tot elkaar met grote sterke woorden. Ze hadden allebei gelijk, groot gelijk. En toch waren ze geen broeders. Hun waarheid verdeelde hen. Daarop stelde de wijze een vraag: wie van u heeft de waarheid gezocht boven en buiten zichzelf? Wie van u heeft de waarheid gezocht in de diepte, in de diepte van zichzelf? Daarop was hun antwoord: wij hebben de waarheid gezocht buiten en boven onszelf. Maar hoe moet het dan als wij waarheid willen vinden in onszelf? Daarop zei de wijze: luister naar de waarheid van je hartslag. Misschien hebt u alleen maar uw eigen ziel overgeslagen? De eerste begreep nu dat hij de verdoemenis van de wereld nodig had omdat hij angst had rond te lopen in deze verdorven wereld. De tweede begreep dat hij de vele positieve argumenten etaleerde om zelfzeker te worden. Hij was namelijk ook een angstig mens.
Zo hadden ze begrepen dat mensen pas waarheid vinden als ze varen naar het diepe… waar ze niet meer bang zijn van zichzelf of van hun schaduw.
En de toehoorders die alles vanuit de tribune hadden gehoord, klapten in de handen: de wijze heeft opnieuw wijs gesproken, een profeet is onder ons opgestaan. Luister naar hem.
Dat zegden ze vanuit de zijlijn.
Tot zover Frans De Maeseneer.