In Korbeek-Dijle draaide de kerstavondviering, voorgegaan door Daniel Taillieu, rond de krachtige en tegelijk zoetgevooisde zang van de Sint-Stevensgilde en het zeer mooie kerstverhaal Hanna’s kerst.
Geniet mee hieronder van dit prachtige verhaal.
HANNA’S KERST
Het was een drukte van jewelste in het stadje Betlehem. Dat kwam door de vele reizigers die terugkwamen naar hun geboortestad. De Romeinse keizer Augustus had dat immers bevolen omdat hij het volk wilde tellen.
Hanna, de dochter van een herbergier, probeerde zich een weg te banen tussen de menigte. Ze droeg een mandje vol eten voor de hongerige gasten. Plots stond ze stil. Boven de herberg straalde een grote zilveren ster aan de hemel. Hij was zo mooi! Vol verwondering keek ze omhoog…
Ze zag het ezeltje niet, totdat ze een stevige trap tegen haar knie kreeg! Met een harde klap viel ze op de grond. Alle boodschappen vielen uit haar mandje, op de straat. Hanna voelde een zere plek op haar knie en ze kreeg tanen in haar ogen. Een stevige man trok haar overeind en legde de groenten terug in haar mandje.
Een zachte vrouwenstem vroeg: “Is alles OK met je?” “Het gaat wel”, antwoordde Hanna.
“Jozef, de baby komt! Wat moeten we nu doen?”, zei de jonge vrouw plots.
“Als u een baby krijgt, dan kan Susanna u helpen!”, zei Hanna en ze holde naar het huis van Susanna. “Susanna, kom snel!”
Susanna kwam naar buiten en de man vertelde haar dat zijn vrouw op het punt stond een baby te krijgen. Ze vonden echter geen slaapplaats. Hanna’s vader was inmiddels ook buiten gekomen. “Hier is ook geen plaats meer, maar ik heb nog een stal. Niets bijzonders, maar het is er droog en rustig”, riep hij.
Hanna glimlachte naar haar vader. Ze wist dat hij terugdacht aan de nacht toen zij geboren werd. Ze nam de teugels van het ezeltje en bracht de man en de vrouw naar de stal.
Buiten was het al aardig koud en donker, maar binnen in de stal was het warm en behaaglijk. Susanna begon meteen alles te regelen. Hanna rende heen en weer en hielp waar ze kon. Ineens bedacht ze dat er nog geen wiegje voor de baby was. Ze vulde de voederbak van de beesten met vers hooi en legde er een dekentje van zichzelf in. Toen alles klaar was, zette ze zich in een hoekje van de stal en wachtte geduldig op de komst van de baby. Susanna stelde Maria gerust: “Doe maar rustig aan. Het kan nog een hele tijd duren voor de baby er is.” Susanna had al vele moeders geholpen. Haar vader had haar verteld dat Susanna haar leven had gered, die nacht toen ze geboren werd… en haar moeder was gestorven.
Hanna staarde door een kiertje naar buiten. Daar kon ze de ster aan de hemel zien. Hij scheen heel helder, alsof hij de wacht hield boven de stal. Ze dacht aan haar moeder. Zou ze ergens ver daarboven over haar waken…? Hanna was moe van deze bewogen dag en al snel viel ze in slaap.
Plots werd Hanna wakker. Ze hoorde lachende stemmen en een baby huilde.
“Het kindje is geboren!”, riep ze.
“Kom maar snel dichterbij”, zei Susanna, “Hij heet Jezus.”
Vol verbazing keek Hanna naar de baby. Hij was zo klein, zo mooi en zo schattig, en hij lag zo lekker in de armen van zijn moeder.
Er werd zachtjes op de staldeur geklopt. Hanna’s vader kwam binnen: “Buiten staan enkele herders. Ze zeggen dat ze door engelen zijn gestuurd”, zei hij verward.
De herders kwamen voorzichtig de stal in. Ze vertelden:
“We waren in de heuvels op onze schapen aan het passen, toen we plots engelen uit de hemel zagen neerdalen. Ze vertelden ons dat Christus geboren was… de Messias, de koning waar we al zo lang op wachten. En dat we de ster moesten volgen om hem te vinden.”
Hanna staarde de herders vol ongeloof aan. Als Jezus echt de koning was, dan zou hij toch in een paleis geboren worden en niet in haar stal. Maar toen dacht ze aan wat haar vader haar had verteld: dat de grote koning David eens een herdersjongen was en net als de herders op het veld werkte.
“Is Jezus echt een koning?”, vroeg Hanna aan Maria.
“Elk kindje dat wordt geboren, is bijzonder. Maar ik denk dat Jezus door God zelf is uitgekozen. Ik weet niet wat dat zal betekenen, maar ik weet dat God zelf voor hem zal zorgen, zoals Hij ons ook hier naar deze stal heeft gebracht. En daar heeft Hij jou voor gebruikt.”, antwoordde ze.
“Mij?”, vroeg Hanna.
“God kiest eenvoudige mensen uit om grote dingen voor Hem te doen. Wil jij Jezus in zijn wiegje leggen?”
Maria legde de baby in Hanna’s armen. Hanna liep trots naar de kribbe en legde Jezus voorzichtig neer. Toen pakte hij met zijn handje haar vinger vast. Ze had het vreemde gevoel dat niet zij de baby vasthield, maar dat hij haar vasthield…
“Ik zal je nooit vergeten…”, fluisterde ze.