zondag 18 september 2011

‘De Bijbel is geen journalistiek en geen geschiedenisboek’

(Gelezen In Tertio Van 14 September 2011)

Uit een vraaggesprek van Frans Crols met Bénédicte Lemmelijn, hoogleraar Oud Testament aan de K.U.Leuven.

Heeft de nieuwe Bijbelwetenschap een theologische relevantie?

“De Bijbel is in de eerste plaats klassieke literatuur, geschreven van uit theologisch perspectief. Even klassiek als Homerus en de Oude Grieken. De Bijbel verhaalt niet hoe het geweest is, wel hoe het zou moeten zijn. De observaties en de conclusies leiden tot de vaststelling dat elk fundamentalisme dat aan een tekst of tekstpassage absoluut gezag en woordelijke onfeilbaarheid toeschrijft, geen voeten in de aarde heeft. Er is niet zoiets als ‘dé Bijbel zegt’. De christenen hebben een zich actualiserende traditie; vele visies op een gegroeide tekst.”

Gelooft u nog na twintig jaar Bijbelstudie?

“Die vraag hoor ik vaak en er wordt al eens spottend over gedaan. Er is een evolutie. Ik ben mijn geloof niet kwijt door de studie van de theologie, maar als je geloof vast hangt aan het letterlijk voor waar aannemen van de Bijbel, dan heb je een probleem. Je moet de weg van het demythologiseren bewandelen.

Grijpt God in de geschiedenis in?

“De kern van de Bijbel is dat God ingrijpt in de geschiedenis, in die zin dat hij met mensen begaan is, dat hun lot hem niet koud laat. De vraag is dan wie die God is. Is hij de gewelddadige God van sommige verhalen in de Bijbel? De Bijbelse parabels en teksten zijn mensenverhalen, van mensen voor mensen over een God die niemand ‘vatten’ kan. Wat we weten is een behoedzaam vermoeden. Niemand weet zeker wie of wat God is. Het is de gelovige overtuiging van christenen dat God in liefde betrokken is bij de mensen. En daarom komt hij in sommige Bijbelse verhalen soms ook gewelddadig op voor zijn volk. Vergelijk het met een weekendfilm, met een patroon van goed en kwaad. Als de slechte man die zijn weerloze vrouw slaat, aan het einde verongelukt, zijn we opgelucht omdat we ons in de plaats van het slachtoffer stellen. De Bijbelse verhalen over plagen en uittocht zijn geschreven voor onderdrukte mensen die in Babylon in ballingschap leefden. Ze waren blij en opgelucht te horen dat God gewelddadig was tegen de verdrukkende farao. Vanuit ons perspectief - wij ontwaken elke ochtend voor een lekker ontbijt - is dit bloeddorstig en onsympathiek, maar dit is alleen maar zo omdat wij in die ‘luxepositie’ afstand kunnen nemen. Daardoor zijn we in staat ook het andere perspectief te bekijken. De Bijbel is literatuur geschreven vanuit een theologisch perspectief. Geloven is een keuze.”