Een Opkikkertje Van Hedwig Van Peteghem
Deze zoete, vlezige vrucht heeft zo zijn voor- en zijn tegenstanders. Je lust dat, of je lust dat niet. Tegenwoordig zijn ze natuurlijk overal te krijgen. Maar dat is niet altijd zo geweest.
Iedereen herinnert zich nog de tijd dat vasten zwaar op de maag lag, als je begrijpt wat ik bedoel. In het begin van de twintigste eeuw viel niet alleen vlees maar ook zuivel onder het vastengebod. De betere burgers vonden echter wel middeltjes om, zonder de voorschriften te overtreden, toch geen lekkere dingen te moeten missen. Uit Spanje en Portugal lieten zij vijgen, dadels en rozijnen aanvoeren. Dit vasten-eten was niet goedkoop, omdat het van ver moest komen en de aanvoer niet altijd zo zeker was. Als de schepen, door storm of tegenwind, vertraging opliepen, dan was dat voor de invoerder een ware ramp… want wie wilde nog “vijgen na Pasen”? Tot zover de verklaring van een zekere heer Lambin.
Dit opkikkertje lijkt zelf een vijg na Pasen te zijn. Want de vasten is toch al voorbij. Ik wil alleen dit duidelijk maken. Als we te weinig beseffen wat Pasen aan levensgevoel in ons verandert, dan is er weinig verschil tussen voor en na Pasen. Pasen in jezelf laten gebeuren is het werkwoord “opstaan” ook in je laten inwerken: niet indommelen, je niet laten naar beneden drukken, opstandig worden tegen onrecht, enz… Het is het leven, ondanks zijn tegenwicht, alle kansen geven. Had je deze kans nog niet gegrepen, dan verdien je zeker geen oorvijg, maar weet wel: zolang je vijgen eet, zit je nog vast. Maar neem dit maar niet te letterlijk.