dinsdag 28 april 2009

Karel Goossens

Vandaag richten we de schijnwerpers op Karel Goossens, in Korbeek-Dijle bekend als Sjarel van Mie Taune. Karel werd geboren te Loonbeek op 23.3.1926. Zijn ouders, Victor Goossens en Marie Dewit, woonden toen met hun te Korbeek-Dijle in 1925 geboren eerste kindje, Maurice, in de Leuvensche straat nr.2 in Loonbeek. Enkele maanden na de geboorte van Karel verhuisden zij naar de Nijvelsche straat nr.16 in Korbeek-Dijle. Later gingen zij in de Putstraat wonen. Karel trouwde in 1951 met Vitalie Winnepenninckx (°Korb.D.1926/ +Leuven 1996) en zij bouwden hun nestje op Ormendaal. Karel en Vitalie hebben één dochter, Martine.

Week 2009-18 - Karel Goossens foto

Volgen we nu de voorouders Goossens van Karel.
Tiende generatie vóór Karel (Gen.10)
In de eerste helft van de jaren 1600 leefden in Overijse Joannes Goossens en Elisabeth Vanwelle. Tussen 1626 en 1642 kregen zij vijf kinderen. Misschien hadden zij nog één of meer kinderen vóór 1626, maar dat is onbekend want de nog bestaande doopregisters van Overijse reiken maar tot 1626. Hun jongste spruit was Petrus.

Negende generatie vóór Karel (Gen.9)
Petrus Goossens (°Overijse 1642) trouwde met Catharina Taymans (°Overijse 1642). Tussen 1670 en 1675 kregen zij te Overijse drie kinderen. Hun oudste was Joannes.

Achtste generatie vóór Karel (Gen.8)
Joannes Goossens (°Overijse 1670/ +Overijse 1743) trouwde te Overijse in 1697 met Anna Vanpee (°Overijse 1675). Soms werd de familienaam van Anna “Vanpede” gespeld. Dit verklaart meteen de betekenis van de naam Vanpee, nl. “afkomstig van Pede” (b.v. van Sint-Anna-Pede = Schepdaal = Dilbeek). Joannes en Anna kregen te Overijse drie kinderen tussen 1698 en 1702. De jongste was Egidius.

Zevende generatie vóór Karel (Gen.7)
Egidius Goossens (°Overijse 1702) trouwde met Anna Nots (°Overijse 1696/ +Overijse 1741). Tussen 1731 en 1739 kregen zij te Overijse vier kinderen. De oudste was Simon.

Zesde generatie vóór Karel (Gen.6)
Simon Goossens (°Overijse 1731/ +Overijse 1805) trouwde te Overijse in 1760 met Catharina Cumps (+Overijse 1801). Tussen 1760 en 1770 kregen zij te Overijse zes kinderen. De vierde in de rij was Guilielmus.

Vijfde generatie vóór Karel (Gen.5)
Guilielmus Goossens (°Overijse 1764/ +Neerijse 1807) trouwde te Neerijse in 1796 met Magdalena Van Wayenbergh (°Neerijse 1766/ +Neerijse 1836). Guilielmus en Magdalena vestigden zich in Neerijse en kregen er waarschijnlijk vijf kinderen. Er is onzekerheid over het juiste aantal omdat er voor de periode van 1798 tot 1802 slechts onvolledige geboortegegevens voorhanden zijn. Guilielmus overleed op 42-jarige leeftijd. Hij was toen herbergier en zijn oudste kind was 9,5 jaar en zijn jongste 2 jaar. Zeven en een halve maand na zijn overlijden hertrouwde Magdalena met de zeven jaar jongere landbouwer uit Terlanen Franciscus Lahaye. Met Franciscus kreeg Magdalena in Neerijse nog twee kinderen Lahaye, respectievelijk in 1809 en in 1812.

Vierde generatie vóór Karel (Gen.4)
De oudste zoon van Guilielmus en Magdalena Judocus Goossens (°Neerijse 1797/ +Neerijse 1857) trouwde te Neerijse in 1823 met Catharina Van Pée (°Neerijse 1796/ +Neerijse 1870).

Derde generatie vóór Karel (Gen.3)
Een zoon van Judocus en Anna Catharina, Jan Baptist Goossens (°Neerijse 1826/ +Neerijse 1904), dagloner en landbouwer, trouwde te Neerijse in 1861 met Anna Catharina Cammaerts (°Neerijse 1836/ +Neerijse 1880). Jan Baptist en Anna Catharina kregen tussen 1863 en 1880 te Neerijse negen kinderen. Minstens drie van hen: Francis (°1863), Victor (°1867) en Louis (°1871) werden later “koopman in varkens”. De handel in varkens was een typische bezigheid, ook later nog, van het Goossens-geslacht. De laatste twee van de negen kinderen van Jan Baptist en Anna Catharina waren een tweeling geboren op 13 juni 1880. Zij overleden dezelfde dag, enkele uren na hun geboorte. Op 15 juli van hetzelfde jaar overleed Anna Catharina, slechts 43 jaar oud.
Anna Catharina Cammaerts was een 15 jaar oudere zus van mijn stiefgrootvader Henricus Cammaerts (Haëngke Cammoos). Haëngke heeft zijn zus 64 jaar overleefd.
In 1881 hertrouwde Jan Baptist Goossens met de 23 jaar jongere Maria Theresia De Volder. Met haar kreeg hij nog zeven kinderen.
De zesde in de rij van negen kinderen van Jan Baptist Goossens en Anna Catharina Cammaerts was Constant.

Tweede generatie vóór Karel (Gen.2)
Constant Goossens (Noikkes) (°Neerijse 1873/ +Neerijse 1962) trouwde te Neerijse in 1896 met Maria Ludovica Hurckmans (°Neerijse 1869/ +Neerijse 1965). Constant was landbouwer en dagloner. Constant en Maria Ludovica kregen zeven kinderen. De vierde in de rij was Victor.

Eerste generatie vóór Karel (Gen.1)
Victor Goossens (Torre of de Vele van Noikkes, in Neerijse, of Fik van Mie Taune, in Korbeek-Dijle) (°Neerijse 1904/ +Leuven 1983) trouwde te Korbeek-Dijle in 1924 met Marie Dewit (Mie Taune) (°Korb.D.1900/ +Leuven 1987). Victor was metser. Victor en Marie zijn de ouders van Karel.
(wordt vervolgd)
Cyriel Letellier

Op bedevaart naar Oostakker!

OKRA Bertem gaat op bedevaart naar Onze Lieve Vrouw van Oostakker.
Na het middagmaal (inbegrepen), is er een boottocht op de Leie voorzien.
Alle inwoners van Korbeek-Dijle zijn ook welkom.

Wanneer?     Donderdag 7 mei. Vertrek om 08.30 u.
Waar?     Vertrek en aankomst aan de vroegere tramstatie (aan de Aldi) van Bertem.
Kostprijs?     Ongeveer 40 euro.
Inschrijven?     Vooraf bij Mees Jozef, telefoon 016-48 11 90.

Ga jij ook mee?

Paasviering 2009 In Korbeek-Dijle

Het is hartverwarmend en hoopgevend dat de kerk nog kan vollopen met veel jonge gezinnen en zeer veel kinderen. Een lokkertje was het uiteraard dat de woord- en communiedienst was voorafgegaan door de traditionele eierenraap in “de weide van Blockx”. Maar toch. Veel jonge mensen hebben nog een binding met de kerk. In zo’n viering met vele randkerkelijken is een mooie verwoording van ons geloof helemaal op zijn plaats. Wij beleden ons geloof met de volgende woorden:

Ik geloof in God,
Zoals een blinde gelooft in de zon,
Niet omdat hij ze ziet,
Maar omdat hij ze voelt.
Ik geloof in Jezus,
Niet alleen omdat Hij hoopvolle woorden sprak,
Maar omdat Hij doorheen lijden en dood,
Weg, waarheid en leven is.
Ik geloof in zijn Geest van hoop en toekomst,
Voor elke mens die zijn weg gaat
En doorheen de negatieve dingen van het leven
Toch naar een hoopvolle toekomst blijft toeleven.
Ik geloof in de verrijzenis
Zoals ik geloof in de lente
Wanneer ik de bloesems zie bloeien.
Ik geloof dat echt mens-worden mogelijk is
Als wij een gemeenschap van liefde willen vormen.

Na de viering konden wij nog een beetje napraten bij een wandelend paasontbijt. Hier enkele sfeerbeelden:

Week 2009-18 - Pasen 2009 001 Week 2009-18 - Pasen 2009 005Week 2009-18 - Pasen 2009 008 Week 2009-18 - Pasen 2009 007

Koffiestop

Op 22 maart om 17u waren alle elementen voor een geslaagde Koffiestop aanwezig aan de chirolokalen van Korbeek-Dijle: lekkere koffie, warme chocolademelk, koekjes, enthousiaste leiding en leden, vrijgevige ouders en sympathisanten, leuke spelletjes en niet te vergeten, de zon! Jullie aanwezigheid leverde maar liefst 210 euro op voor het goede doel!
We willen iedereen die een kopje koffie kwam drinken voor Broederlijk Delen van harte bedanken en misschien tot volgend jaar…
De Leiding

dinsdag 21 april 2009

Gelezen In Campuskrant Van 25 Maart 2009

(Campuskrant is het tijdschrift van de K.U.Leuven)
Een tekst van Marie-Caroline Lenaerts:
‘Jeezes, da’s een goeie!’
“Waar zit de blijde boodschap van het christendom?” vroeg Hans Geybels zich af. Die vraag staat op 23 april centraal tijdens de studiedag ‘Jeezes, da’s een goeie! Humor in het christendom’.
“Geloof wordt vaak gekoppeld aan geweld of agressie. En wanneer er over religie gesproken wordt, doet men dat over het algemeen met een grote sérieux”, aldus Hans Geybels, deeltijds docent en wetenschappelijk onderzoeker aan de Faculteit Theologie. “Daardoor wordt een bepaald facet van religie constant in de schaduw gezet: vreugde en humor. In het christendom draait het om de blijde boodschap, maar waar zit die dan?”
“Vóór en tijdens de Middeleeuwen was de combinatie religie en humor absoluut not done. In die tijd stond de zondigheid van de mens centraal. ‘Als je ziet wat er met Jezus is gebeurd, hebben wij dan nog een reden om te lachen?’ Officieel speelde humor toen absoluut geen rol in het christendom, maar officieus wel. In de periode na de Middeleeuwen integreerden heiligen als Franciscus van Sales en Filippus Neri dan weer enorm veel humor en vreugde in hun spreken.”
“Het probleem vandaag is dat we de bijbel lezen in een plechtige context, waardoor we de fijne ironie van Jezus nog amper kunnen waarnemen. Ironie is geen vorm van humor die doet schaterlachen, maar ze ontlokt vaak een glimlach. In het Nieuwe Testament heb je ironie op twee niveaus, dat van de evangelist en dat van Jezus. Beide niveaus zijn sterk aanwezig in het verhaal van Johannes 8, het verhaal van de overspelige vrouw die gestenigd moest worden. Jezus zei: ‘Hij die zonder zonde is werpe de eerste steen.’ “De evangelist schreef dat ze allen afdropen, de oudsten eerst. Die hebben al vanalles geproefd (lacht). Vervolgens komt de ironie van Jezus. Hij keek naar de vrouw en zei: ‘Vrouw, heeft iemand u veroordeeld?’ Wat moest die vrouw daar op antwoorden? Dat is pure ironie, maar omdat we het op een ernstige manier lezen, ontgaat het ons. Het is de bedoeling van de studiedag de humor bloot te leggen, zowel in het Oude en het Nieuwe Testament als in de eigentijdse pastoraal.”
“Met humor kan men veel conflicten ontmijnen, maar het kan ook dingen erger maken. Denk maar aan de Deense cartoons over de profeet Mohammed. Iedereen moet voor zichzelf uitmaken hoe ver men kan gaan. De joden verdragen geen spot met de Holocaust maar maken zelf de ene grap na de andere.”
“In een doordeweekse eucharistie komen de mensen vaak gelukkig naar buiten omdat de viering eindelijk afgelopen is, niet vanwege de blijde boodschap ... Met de studiedag hopen we de vreugde opnieuw wat centraler te kunnen plaatsen in het christendom.”
C.L.

dinsdag 14 april 2009

Maria Schoolmeesters – Deel 2

Zie ook deel 1: http://korbeek-dijle.blogspot.com/2009/04/maria-schoolmeesters-deel-1.html

Weiden we nu even uit over twee broers en een zus van Ciske van den berg.

1.Felix Schoolmeesters (Feike van Ariones) (°Heverlee 1867/ +Heverlee 1944) trouwde te Heverlee in 1896 met Marie Catherine Debontridder (°Heverlee 1870/ +Heverlee 1952), de oudste dochter van Betsie in Egenhoven. In 1900 was Feike dagloner en woonde in Egenhoven in de Termunkstraat nr.7. Feike en Marie Catherine hadden vier kinderen.
Hun oudste zoon, Guillaume, trouwde met Maria Elisabeth Mees uit Bertem. Zij vestigden zich als landbouwers in de Dorpstraat in Bertem. Jeanne Schoolmeesters uit de Jozef Ginisstraat, getrouwd met Guillaume Hoogras, was een dochter van hen. Zij overleed in 2004.
Hun jongste dochter, Philomène, trouwde met Joannes Mees. Zij zijn de ouders van Cecile Mees, weduwe van haar achterkozijn Petrus Vanden Eynde (Pië van Tinne en de Prins).

2.Guilielmus Schoolmeesters (Mus) (°Heverlee 1872/ +Bertem 1941) trouwde in 1893 met de Bertemse Maria Virginia Pinnoy (°Bertem 1868/ +Bertem 1951). Zij waren landbouwers en woonden in de Egenhovenstraat rechtover de huidige fietsstalling van de Vrije Basisschool. Mus en Virginie (“Moe Mus” voor haar kleinkinderen) kregen zeven kinderen: Juul, Staf, Emma, Clovis, Clara, Frans en Albert. Hieronder een foto van Moe Mus ter gelegenheid van een uitgang van de processie. Het huis op de achtergrond is de vroegere directeurswoning.

Week 2009-16 - Virginie Pinnoy (Moe Mus)

Hierna enkele van de afstammelingen van Mus en Virginie met een Bertemse binding:
*Martha Schoolmeesters(+), een dochter van Staf Mus, trouwde met Louis Bruggemans(+), die actief was in het Boerenbondlandschap. Zij woonden in de Dottermansstraat.
*Martha Schoolmeesters, een dochter van Frans (Sus Mus), trouwde met Joseph Vandrepol(+), die werkzaam was bij de NMBS. Martha woont in hun gezinswoning in de Gerzenstraat. Hieronder een foto van Martha.
Week 2009-16 - Martha Schoolmeesters 001
*Rachel Schoolmeesters, een dochter van Albert (Bère Mus), trouwde met Willy Buekenhoudt, die actief was in het brouwerijleven. Zij wonen in de Dorpstraat. Hieronder een foto van Rachel.
-Week 2009-16 - Rachel Schoolmeesters 001


3.Anne Marie Schoolmeesters (°Heverlee 1876/ +Heverlee 1920) trouwde in 1901 met Charles Debontridder (Sjarel van Betsie) (°Heverlee 1872/ +Heverlee 1956). Charles was een broer van Marie Catherine Debontridder die trouwde met Felix Schoolmeesters, de broer van Anne Marie. Charles en Anne Marie zijn de grootouders van o.a. Gabrielle Debontridder (Gabriël van Kerlinke, getrouwd met Jef Desie), Etienne Debontridder (wonend op de Dorpstraat en getrouwd met Irma Poeckens) en Charel Vanden Eynde (zoon van Tinne Debontridder en de Prins, uit Egenhoven).
Samengevat: Maria Schoolmeesters uit Korbeek-Dijle is een achternicht van de nog in leven zijnde Cecile Mees, Martha Schoolmeesters, Rachel Schoolmeesters, Gabrielle Debontridder, Etienne Debontridder en Charel Vanden Eynde.
*
De handelaar in occasiewagens op de Tervuursesteenweg in het begin van Leefdaal komende van Bertem, Jean Paul Schoolmeesters, is ook een telg uit het Wezemaalse geslacht Schoolmeesters. Zijn vader, Victor, is geboren in Wezemaal.
*
Belastingadviseur en boekhouder Joannes Henricus Schoolmeesters, op de Halewijnlaan in Bertem, komt uit Maaseik. In Maaseik en omgeving leven nog veel Schoolmeesters met wortels tot in de jaren 1600. Het is niet uitgesloten dat de Wezemaalse stamvader, Andreas Schoolmeesters, zijn roots zou hebben in Maaseik of omgeving.
(wordt vervolgd)
Cyriel Letellier

Een God, Drie Religies - Deel 3

Dit is de titel van een boek van Herman Frijlink dat de drie monotheïstische godsdiensten: het jodendom, het christendom en de islam, met elkaar vergelijkt. Het is eigenlijk geschreven voor mensen van 12 jaar en ouder die weinig weten van godsdienst, door een agnosticus die er van overtuigd is dat religie vaak beslissende invloed heeft, niet alleen in de domeinen van politiek, maatschappij en cultuur, maar ook in het leven van alle dag.
Vandaag doet hij zijn verhaal over het kruis en de kruisiging.
Kruis en Kruisiging
Het kruis is het symbool van het christendom. Het herinnert aan de kruisiging van Jezus Christus. Met zijn lijden en sterven aan het kruis heeft hij geboet voor de zonden van de gelovigen.
Kruisiging is een vorm van executie die vanaf de 6de eeuw vóór Christus tot de 4de eeuw na Christus in zwang was bij de Perzen, de Carthagers en de Romeinen. Kruisiging werd meestal gebruikt voor het straffen van politieke of religieuze opstandelingen, piraten of personen die geen burgerrechten hadden, bijvoorbeeld slaven.
De veroordeelde moest na geseling zelf de dwarsbalk op zijn schouders naar de executieplaats dragen waar de staande balk al in de grond was bevestigd. Daar werden zijn gestrekte armen vastgebonden aan de dwarsbalk of aan de polsen vastgespijkerd. Daarna werd de dwarsbalk vastgemaakt aan de staande balk, ongeveer 3 meter van onderen. Vervolgens bonden de beulen de voeten van de veroordeelde vast of spijkerden ze vast. Halverwege de staande balk werd een richel bevestigd om het lichaam te steunen. Boven het hoofd van de veroordeelde kwam een bordje met zijn naam en het misdrijf waarvoor hij was veroordeeld. De dood werd meestal veroorzaakt door verstikking of uitputting, eventueel bespoedigd door het breken van de benen met een ijzeren staaf. De in 2004 uitgekomen film The passion of the Christ van de Australische regisseur Mel Gibson geeft een schokkend beeld van de gang van zaken bij deze vorm van executie.
De Romeinse legeraanvoerder Marcus Licinius Crassus kruisigde in 73 na Christus 6.000 slaven omdat ze in opstand waren gekomen. De Perzische koning Darius kruisigde in 519 vóór Christus 3.000 politieke tegenstanders. De Joodse koning en hogepriester Alexander Jannaeus kruisigde in 88 vóór Christus 800 Joodse geestelijken. En de Romeinse stadhouder Pontius Pilatus werd wereldberoemd omdat hij in 32 na Christus Jezus van Nazareth liet kruisigen wegens opruiing.
Jezus stierf naar alle waarschijnlijkheid aan een zogenaamd Latijns kruis. Dat is een kruis waarvan de staande balk langer is dan de dwarsbalk die de staande kruist boven het midden.
Hoewel dit Latijnse kruis bij uitstek het symbool is geworden van het christendom was het kruisteken al ver voor het ontstaan van het christendom bekend en in veel verschillende vormen. Er zijn maar liefst 18 kruistekens te onderscheiden. Het hakenkruis bijvoorbeeld, ook wel swastika genoemd, stamt uit India en is het symbool voor welzijn en geluk. In de Oudindische taal Sanskriet betekent svastika ‘goed voor het welzijn’. In het antieke Mesopotamië, grofweg het hedendaagse Irak en Iran, kwam het hakenkruis veel voor op munten. De Duitse nazi’s eigenden zich het teken toe als logo voor hun partij zodat het hakenkruis nu vooral het symbool is voor oorlog en ellende.
Ook het Egyptische hengselkruis, een kruis met een cirkel aan het boveneind, was al bekend vóór het christendom het kruisteken inlijfde. Het is nog steeds in gebruik bij de Koptische Kerk, een vroege aftakking van het christendom. Er zijn nog grote groepen Koptische christenen in Egypte, Soedan en Ethiopië, Syrië en Armenië.
Enkele andere kruisvormen zijn het Griekse kruis, in de vorm van het plusteken, het Andreaskruis, in de vorm van het vermenigvuldigingsteken, en een Antoniuskruis, in de vorm van de hoofdletter T.
Het is te danken aan de Romeinse keizer Constantijn de Grote dat het Latijnse kruis zich ontwikkelde van een barbaars, antiek martelwerktuig tot het belangrijkste symbool van het christendom. Voordat Constantijn zich bekeerde tot het christendom en de nieuwe christelijke godsdienst uitriep tot staatsgodsdienst ten koste van de oude heidense goden zagen de christenen weinig heil in de openlijke verering van het kruisteken. Dat veranderde toen de kersverse christelijke keizer Constantijn de doodstraf door kruisiging afschafte. Daarmee was de weg vrij voor popularisering van het kruisteken en van het chi-rho teken in afbeeldingen en beelden. De chi en de rho zijn de eerste Griekse letters van Christos.
Het kruisteken is tot op heden populair gebleven in de katholieke kerk, vooral het crucifix (beeld van de gekruisigde Christus; crucifixus is Latijn voor ‘aan het kruis gehecht’). Maar de meeste protestantse christenen moeten niet veel hebben van het kruisteken of het crucifix als deel van de liturgie of als versiering.
Tot zover Herman Frijlink.
Vermits humor in de kerk mag, moet ik altijd glimlachen wanneer Jos Geyskens bij de consecratie in de mis voordoet hoe Christus op het Laatste Avondmaal brood en wijn zegende met een kruistekengebaar. Niet echt geloofwaardig.
C.L.

Aperitiefconcert Sint-Stevensgilde

Op zondag 29 maart 2009 hield het Korbeekse zangkoor, de Sint-Stevensgilde, haar langverwachte aperitiefconcert in de kerk. Met elf prachtige meerstemmige liederen, van Pueri concinnite (van Johan von Herbeck) tot Halleluiah (uit Messiah van G.F.Händel), met opvallende solopartijen, hebben zij de bijna volle kerk laten genieten van hemelse muziek.
Hierbij enkele sfeerbeelden.

Week 2009-16 - Aperitiefconcert 2009 010 Week 2009-16 - Aperitiefconcert 2009 003 Week 2009-16 - Aperitiefconcert 2009 004

Maria Schoolmeesters – Deel 3

Zie ook delen 1 & 2: http://korbeek-dijle.blogspot.com/2009/04/maria-schoolmeesters-deel-1.html en http://korbeek-dijle.blogspot.com/2009/04/maria-schoolmeesters-deel-2.html

Kijken we nu naar de voorouders Vanderwegen van Maria Schoolmeesters.
Het Vanderwegenverhaal begint in Bierbeek.

De vijfde generatie vóór Maria
Francis Vanderwegen (+Oud-Heverlee 1822) en Anna Maria Neus (+Bierbeek 1800) kregen in Bierbeek een zoon, Petrus.

De vierde generatie vóór Maria
Petrus Vanderwegen (°Bierbeek 1799/ +Korb.D.1881) trouwde in 1825 met de Korbeekse Petronella Nijs (°Korb.D.1805/ +Korb.D.1878). Zij vestigden zich op het Nijsdomein in de Putstraat. Hun huis stond waar later de hof was van Masoeur Lat. Petrus en Petronella kregen negen kinderen. De oudste was Franciscus.

De derde generatie vóór Maria
Franciscus Vanderwegen (°Korb.D.1825/ +Korb.D.1888) trouwde in 1854 met Maria Theresia Neefs (°Korb.D.1828/ +Korb.D.1910). Franciscus was knecht op het Hof van Ormendaal bij pachter Boogaerts. Franciscus en Maria Theresia vestigden zich op de plaats waar later Sylvie Creffier (Moesjke) haar café had. Zij kregen vier kinderen waarvan er twee als baby overleden. Van de twee overlevende jongens was Josephus de jongste.

De tweede generatie vóór Maria
Josephus Vanderwegen (Jefke Neef) (°Korb.D.1869/ +Korb.D.1942) trouwde in 1900 met Theresia Cammaerts (°Neerijse 1878/ +Oud-Heverlee 1958). Jefke Neef was een kozijn van Jan Baptist Vanderwegen (de Koe), van Rosalie Vanderwegen (Rauzelieke) en van Celine Vanderwegen (de 1ste vrouw van Fred van Paëkke). Josephus en Theresia kregen zeven kinderen waarvan één als baby overleed. Op onderstaande vrolijke foto met zijn vrouw Trees kijkt Jefke Neef gefascineerd naar zijn duiven.
Week 2009-17 - Jefke Neef en Trees
De eerste generatie vóór Maria
De oudste van de kinderen van Jefke Neef en Trees Marie Vanderwegen trouwde met Alfons Schoolmeesters. Zij zijn de ouders van Maria. Hieronder een foto van de familie Schoolmeesters met koeienspan vóór hun huis op Ormendaal.
Week 2009-17 - Schoolmeesters Koeienspan
Van links naar rechts: Theresia Cammaerts, Marie Vanderwegen, Alfons Schoolmeesters, Jozef en Felix Schoolmeesters en Maria Schoolmeesters. De foto dateert waarschijnlijk uit de beginjaren van de oorlog 1940-1945.
In Groot-Bertem heeft Maria Schoolmeesters talrijke nichten langs moederskant: Bertha en Florentine Vanvlasselaer en Magda en Odette Vanderwegen in Bertem, en Angèle Vanderwegen in Leefdaal.

Voor deze bijdrage kon ik veel informatie putten uit het
opzoekingswerk van Jef Vanderwegen, een broer van Magda die in
Leuven woont, en dus een kozijn van Maria Schoolmeesters. Ook de foto met koeienspan komt van hem.

Ikzelf heb een ingewikkelde familieband met Maria. Ik ben een achterkozijn van haar vader en een stiefkozijn van haar moeder, want Theresia Cammaerts was een stiefzus van mijn vader, Jozef Letellier (Jef Cammoos).

Maria, jij sukkelt al vele jaren met je gezondheid, vooral je mobiliteit is een probleem. Maar de moed en de wilskracht die jij aan de dag hebt gelegd om nog zeer lang huishoudelijk werk te doen zijn bewonderenswaardig. Dat je nog vele jaren veel liefde en toewijding mag krijgen van je kinderen en kleinkinderen.

Cyriel Letellier

maandag 13 april 2009

Maria Schoolmeesters – Deel 1

 

Week 2009-15 - Maria SchoolmeestersVandaag richten we de schijnwerpers op Maria Schoolmeesters. Maria is in Korbeek-Dijle bekend als “Merja van Fons” (vóór haar huwelijk) of “Merja van de Pet” (na haar huwelijk). Zij werd geboren te Korbeek-Dijle op 12.11.1928 als dochter van Alfons Schoolmeesters (Fons van Ciske) (°Heverlee 1901/ +Leuven 1989) en Marie Vanderwegen (°Korb.D.1901/ +Korb.D.1976).

Maria trouwde te Korbeek-Dijle met Herman Vandermueren (de Pet) (°Korb.D.1926/ +Leuven 2000). Merja en de Pet hebben drie zonen en twee kleinkinderen.

Speuren we nu naar de voorouders Schoolmeesters van Maria.
Het Schoolmeestersverhaal begint in Wezemaal.
Andreas Schoolmeesters (°ca 1710/ +Wezemaal 1791) trouwde met de Wezemaalse Maria Reniers (°Wezemaal 1720/ +Wezemaal 1769).
Zij zijn de zesde generatie vóór Maria Schoolmeesters.
Andreas en zijn vrouw Maria kregen tien kinderen. De vierde in de rij was Adrianus.

Vijfde generatie vóór Maria
Adrianus Schoolmeesters (Arioon) (°Wezemaal 1749/ +Heverlee 1830) trouwde te Heverlee in 1786 met Joanna Maria Ronsmans (°Bertem 1761/ +Heverlee 1796). Zij waren landbouwers. Adrianus en Joanna Maria kregen een dochter, Anna Catharina, en een zoon, Guillaume.

Vierde generatie vóór Maria
Guillaume Schoolmeesters (Jom van Ariones) (°Heverlee 1793/ +Heverlee 1855) trouwde met Anna Maria Van Ermen uit Neerijse (°Neerijse 1796/ +Heverlee 1872). Zij kregen zeven kinderen.
                        *
Een kozijn van Guillaume, een Adrianus zoals Guillaumes vader, trouwde in 1798 met de Bertemse Jeanne Marie Elseviers. Zij vestigden zich in Bertem. Jeanne Marie beviel er zesmaal tussen 1801 en 1815. Na 1815 zijn zij met vier overlevende kinderen uit Bertem verdwenen.
                        *
Derde generatie vóór Maria
De tweede in de rij van de zeven kinderen van Guillaume en Anna Maria was Engelbert.
Engelbert Schoolmeesters (Bère van Ariones) (°Heverlee 1827/ +Heverlee 1903) trouwde te Heverlee in 1863 met Barbara Vanderbiest (°Heverlee 1837/ +Heverlee-Egenhoven 1911). Zij waren landbouwers. Engelbert en Barbara kregen elf kinderen. De tweede was Franciscus (Ciske van den berg), de derde Felix (Feike van Ariones), de zesde Guilielmus (Mus) en de achtste Anne Marie. Eerst gaan we verder met Franciscus. Over de laatste drie weiden we nadien uit.

Tweede generatie vóór Maria
Franciscus Schoolmeesters (Ciske van den berg) (°Heverlee 1866/ +Heverlee 1937) trouwde te Heverlee in 1897 met Marie Sophie Letellier (°Korb.D.1869/ +Heverlee 1923). Zij waren landbouwers op Heverlee-Dries, op de plaats, “den berg”, waar later hun dochter Julie winkel hield. Marie Sophie was een nicht van mijn vader, maar ruim 21 jaar ouder dan hij. Ciske en Marie Sophie kregen zeven kinderen: Engelbert (Bère van Ciske), Alfons (Fons van Ciske), Gustaaf (Staf van Ciske), Charles (de Kiek van Ciske), Hector (Hectoor van Ciske), Marie Julie Rosalie (Jelieke) en Jozef (Jef van Ciske). Julie trouwde met haar achterkozijn Rik Letellier. Hun zoon Jean Letellier in Bertem is een kozijn van Maria Schoolmeesters.

Eerste generatie vóór Maria, de ouders van Maria:
Alfons Schoolmeesters en Marie Vanderwegen. Buiten Maria hebben Fons en Marie nog twee zonen: Jozef en Felix. Jozef is getrouwd met Yvonne Berthels. Zij wonen in Bertem op de Bosstraat. Felix is getrouwd met Mariette Vanden Eynde en zij wonen in Oud-Heverlee.
(wordt vervolgd)
Cyriel Letellier

Een God, Drie Religies - Deel 2

Dit is de titel van een boek van Herman Frijlink dat de drie monotheïstische godsdiensten: het jodendom, het christendom en de islam, met elkaar vergelijkt. Het is eigenlijk geschreven voor mensen van 12 jaar en ouder die weinig weten van godsdienst, door een agnosticus die er van overtuigd is dat religie vaak beslissende invloed heeft, niet alleen in de domeinen van politiek, maatschappij en cultuur, maar ook in het leven van alle dag.
Vandaag laten wij hem zijn verhaal doen over Pasen.
Paasfeest of Pasen
Het belangrijkste christelijke feest dat twee dagen duurt. Dan herdenken de christenen de opstanding van Jezus Christus die gestorven is aan het kruis om te boeten voor de zonden van de mensen. Ook voor de joden is Pasen een belangrijk feest. Het christelijke paasfeest heeft wel enkele elementen gemeen met het joodse maar de verschillen zijn aanzienlijk.
Dat blijkt wel uit de geschiedenis van het woord Pasen. Het is afgeleid van het Hebreeuwse Pesach en het Aramese ‘pesha’. Dat betekent overslaan, voorbijgaan. Dat woord is de kern van het verhaal van het vertrek van de oude Israëlieten uit Egypte, verhaald in het bijbelboek Exodus, Grieks voor uittocht. Het verhaal gaat dat Mozes, de leider van de Israëlieten, de farao van Egypte al negen keer gevraagd had zijn volk te laten gaan. Deze weigerde dat keer op keer en werd daarvoor gestraft door ramp op ramp, in de Bijbel bekend als de plagen van Egypte. De tiende keer liet Mozes de farao weten dat God Zijn Engel des Doods ’s nachts door Egypte zou laten trekken en dat deze iedere eerstgeboren zoon in het land zou laten sterven, inclusief het eerstgeboren vee. De oudste zonen van de joden zouden gespaard worden. Maar dan moesten hun vaders een lam slachten en met het bloed van het lam de deurposten bestrijken. Dan zou de Doodsengel de betreffende huizen overslaan, voorbijgaan.
Daarop liet de farao de Israëlieten vrij. De joden herdachten die verlossing met het feest dat Pesach ging heten. Het bloed van het lam beschermde hen tegen het kwaad. Dit is overgedragen op Jezus Christus, want zijn lijden, sterven en opstanding vonden volgens de Bijbel plaats tijdens de viering van het joodse Pesach. Het Grieks en het Latijn hebben het woord bijna letterlijk overgenomen als ‘pascha’. In het Frans werd het ‘Paques’ en in het Nederlands ‘Pasen’.
In het Duits daarentegen heet Pasen ‘Oster’ en in het Engels ‘Easter’. Dit woordgebruik wijst op niet-bijbelse, heidense invloeden op het belangrijkste christelijke feest, met name het oosten waar de zon opkomt. In die zin is Pasen ook een lentefeest. Het is ook mogelijk dat het Duitse en Engelse woordgebruik verwijst naar de Angelsaksische godin van de lente en de vruchtbaarheid, Eostre. Verschijnselen als de paashaas en het beschilderen van eieren laten zien hoe een door en door christelijk feest toch ook duidelijke voorchristelijke, heidense elementen bevat, evenals bijvoorbeeld het kerstfeest. Waarschijnlijk geldt dat ook voor een begrip als opstaan uit de doden. Net als bij het kerstfeest is de commerciële betekenis van het paasfeest gegroeid ten koste van de religieuze.
Het paasfeest is een feest van blijdschap en verlossing, dat volgt op de Goede Week waarmee de christenen de laatste dagen van Jezus herdenken. De vrijdag voorafgaand aan het paasfeest heet Goede Vrijdag, de dag waarop Jezus volgens het bijbelverhaal is gestorven aan het kruis.
C.L.

Gelezen In Tertio Van 25 Maart 2009

“We treden stilaan binnen in een nieuw tijdperk van het humanisme, dat niets meer te maken heeft met het achttiende-eeuwse humanisme van de Rede, het Recht en de Wetenschap, maar paradoxaal een humanisme is dat dichter ligt bij de christelijke waarden dan ooit voorheen: een humanisme van het Hart en de Transcendentie, de relatie met de andere.”
(De Franse filosoof-journalist Luc Ferry, in een dubbelinterview met premier Herman Van Rompuy (CD&V) in De Morgen van 21 maart)
C.L.