Een vriendelijke Kerk, een warme Kerk, is een plek waar iedereen thuis mag komen. Meer nog: wij zijn ervan overtuigd dat ieder mens het recht heeft Christus te ontmoeten, te erkennen en te aanvaarden. De open deur is het teken dat wij naar de ‘periferie’ wensen te gaan en dat mensen uit de periferie welkom zijn.
Wie zijn die mensen? Migranten, armen, mensen die werkloos zijn, jongeren die geen job vinden of dolen, diegenen (gelovigen, gedoopten) die geruisloos van de Kerk weggegleden zijn… Ook al heeft de samenleving het vaak moeilijk met bepaalde categorieën van mensen, als christenen zijn wij broeders en zusters van elke mens. Ook daarover zegt paus Franciscus iets opmerkelijks: ‘Iedereen kan op de een of andere manier een bijdrage leveren aan het kerkelijke leven, iedereen kan deel uitmaken van de gemeenschap, zelfs de toegang tot de sacramenten zou niet om een of andere reden afgesloten mogen zijn. Dit geldt vooral voor het sacrament dat zelf de ‘deur’ is: het doopsel. De eucharistie, ook al betekent ze de volheid van het sacramentele leven, is geen prijs voor de volmaakten, maar een deugddoende remedie en voedsel voor de zwakken. De Kerk is geen douane, ze is het vaderhuis waar plaats is voor ieder mens die het moeilijk heeft’ (Evangelii gaudium, nr.47). Dit alles zal maar mogelijk zijn als wij naar de mensen kijken met de ogen van God.
Uit het boek: In de naam van de Vader, 365 fragmenten uit homilieën en toespraken van MGR. LUC VAN LOOY (uitgegeven door Halewijn in 2018)