Jezus maakt duidelijk dat we zullen beoordeeld worden naar de mate waarin we op de hoogte zijn van zijn wil. ‘Wie veel gekregen heeft, zal veel gevraagd worden’, klinkt het. Zijn parabel van de waakzame dienaar en de onvoorzichtige die een dubbel leven leidt, maakt dit duidelijk. De boodschap luidt dat we de verantwoordelijkheid die we krijgen gewetensvol dienen te behartigen.
Wat betekent dan ‘vertrouwen op God’? We bidden in het Onzevader dat ‘Hij ons voldoende brood zou geven om te leven, zodat zijn rijk kan komen’. Is het dan God die ons brood moet geven? Het is een verwijzing naar wat de natuur ons geeft, een gebed ook om zon en regen opdat de aarde vruchtbaar moge worden. Tegelijk stelt Jezus ons gerust door de vergelijking met de vogels en de bloemen die zo mooi zijn, terwijl wij voor God veel belangrijker zijn. Zou dit een spoor zijn: ons bewust worden dat wij belangrijk zijn voor God? Jezus maakt ons telkens weer duidelijk dat God de eerste was die ons liefhad. ‘Hij heeft ons uitgekozen, niet wij hem.’ Bij hem ligt onze schat, vandaar dat Hij ons uitnodigt ook ons hart op hem te richten. Vertrouwen op God wil zeggen de juiste orde van onze bekommernissen bepalen. Eerst komt God, dan de zwakke of arme medemens, pas dan volgen wij. Wees niet bang, zegt Hij, als je die orde respecteert, zal je klaar zijn wanneer de Messias wederkomt.
Wanneer Petrus de vraag stelt of dit geldt voor iedere mens of alleen maar voor mensen die dicht bij Christus staan, is het antwoord: wie er zo maar op los leeft zal zijn loon niet ontvangen.
Uit het boek: In de naam van de Vader, 365 fragmenten uit homilieën en toespraken van MGR. LUC VAN LOOY (uitgegeven door Halewijn in 2018)