1 . Cardiosclerose
Uit het STANDPUNT van Geert De Kerpel
Het springt in het oog hoe velen onder ons zich blijven inzetten voor hun minderbedeelde medemensen. Belangeloos, ver weg van camera’s of andere aandacht, maken zij het verschil. Zij zijn de echte progressieven. Want zij gaan in tegen de heersende mantra’s over eigenbelang, eigen volk, materieel succes, dat wie niet meekan dat vooral aan zichzelf te wijten heeft en onze sociale zekerheid meer dan volstaat voor elke burger. Zij belichamen het echte advents- en kerstverhaal, dat zo afsteekt tegen de commercieel opgejaagde winterpret en opgeklopte holle kerststresssfeer die steeds vroeger op ons wordt afgevuurd. Zij zijn de echte hoop in de lange bange dagen van schrikbarend veel medeburgers. Zij zijn diegenen die Lode Aerts, de nieuwe bisschop van Brugge, ongetwijfeld op het oog had toen hij op zijn van enthousiasme zinderende wijding, afgelopen zondag, opriep dat we niemand zouden achterlaten. Ze zijn de vaandeldragers van “een revolutie van tederheid in deze wereld die lijdt aan cardiosclerose” waar paus Franciscus zozeer een lans voor breekt in het exclusieve interview met hem dat Tertio vandaag publiceert.
2 . “Revolutie van tederheid bezweert cardiosclerose”
Uit het interview van Emmanuel Van Lierde en Geert De Kerpel met paus Franciscus
Franciscus beklemtoonde in dat vraaggesprek weer opvallend sterk de grote nood aan tederheid in een wereld die lijdt aan hardvochtigheid, of in zijn woorden: aan “cardiosclerose”.
Midden augustus schreef Tertio een interviewverzoek naar paus Franciscus, vergezeld van een aanbevelingsbrief van Gents bisschop Luc Van Looy. Een maand later al liet aartsbisschop Angelo Becciu, substituut van het Staatssecretariaat, ons weten dat de paus het verzoek wel degelijk genegen was en er naar een datum werd gezocht. Na wat wachten kregen we het verlossende bericht : “of donderdag 16 november om 16.30 uur ons paste om naar Rome te komen, en of we het gesprek effectief in het Spaans, Franciscus’ moedertaal, konden voeren?” Er was een half uur in de agenda van de paus voorzien. Uiteindelijk zou het gesprek van de paus met Emmanuel Van Lierde, Geert De Kerpel en bisschop Luc Van Looy 40 minuten duren.
Belgische federale politici bestuderen in nasleep van de terroristische aanslagen in Parijs en Brussel een mogelijke aanpassing van de grondwet zodat er een striktere scheiding tussen kerk en staat kan komen. Hoe dient de kerk om te gaan met die neiging om religie achter de voordeur te bannen?
“Het is een erfenis van de vrijmetselarij die vindt dat elke religieuze uiting maar een subcultuur is. Dat brengt me bij het verschil tussen: een antigodsdienstig laïcisme en een neutrale laïciteit. Er bestaat een gezonde laïciteit: bijvoorbeeld de neutraliteit van een staat. Neutraliteit van de staat is één zaak, een andere is het laïcisme. Dat sluit de deuren voor de transcendentie: met name dat er meer is tussen hemel en aarde, en vooral de blik naar God toe. En die openheid op het transcendente maakt deel uit van de condition humaine. Het is deel van het mens-zijn. Ik heb het hier niet over godsdienst, maar over de algemene openheid op wat ons overstijgt. Een cultuur of een politiek systeem die die openheid niet respecteren, doen afbreuk aan de mens, snoeien in zijn bestaan. Bondig gezegd: ze respecteren de mens niet. Dat is ongeveer wat ik ervan denk. Dus, de dwang om uitingen van transcendentie terug te dringen in de sacristie, is een onterechte uitzuivering. Het strookt niet met de menselijke natuur want een goed deel van het leven wordt gekenmerkt door die openheid.”
Terrorisme en oorlogen teisteren onze wereld. Sommigen zoeken de oorzaak daarvan in de verschillen tussen de godsdiensten. Hoe kijkt u aan tegen dat religieus gekleurde geweld?
“Sommige opinieteksten vinden inderdaad dat godsdienst de oorzaak is van geweld. Maar geen enkele godsdienst als dusdanig kan oorlog aanmoedigen, want in dat geval zou die en god van vernietiging, een god van haat, verkondigen. Je kunt geen oorlog voeren in naam van God of in naam van een godsdienst. Oorlog voeren is altijd slecht. Zo denken alle godsdienster erover. En bijgevolg hebben terrorisme en oorlog niets met godsdienst te maken. Zulke geweldplegers vervormen hun godsdiensten om hun daden te rechtvaardigen. Zo is het.”
Tijdens de gezinssynode van 2015 gaf u uw kijk op de kerk van de toekomst, een meer synodale kerk. Tegelijk moedigt u iedereen in de kerk aan die weg van vernieuwing op te gaan. Daarmee lijkt u opnieuw aan te sluiten bij het Tweede Vaticaans Concilie en wenst u de inzichten van die kerkvergadering te realiseren. Wat beoogt u ten gronde?
“De ‘synodale kerk’… Als ik die uitdrukking in de mond neem, wat bedoel ik dan? De kerk wordt geboren uit vele gemeenschappen, ontluikt aan de basis, in de groep; wordt geboren uit het doopsel en vormt zich rond de bisschop die haar samenroept en versterkt. De bisschop is de opvolger van de apostelen. Dat is de kerk.”
“Maar in de hele wereld zijn er vele bisschoppen en kerkgemeenschappen, en er is Petrus. Dan zijn er twee opties: of er is een piramidale kerk waar wat Petrus zegt wat wet is. Of je hebt een synodale kerk, waar Petrus nog altijd Petrus is, maar waarbij hij de kerkgemeenschappen begeleidt en helpt groeien, naar hen luistert en zelfs van hen leert. Hij brengt harmonie en onderscheiding in wat vanuit de basis van de kerk komt en koppelt ook naar hen terug.”
“De meest verrijkende ervaring die we van zo’n kerk opdeden, was tijdens de twee jongste synoden. Daar werd geluisterd naar alle bisschoppen uit de hele wereld en door de enquêtes en de voorbereidingen naar de hele wereldkerk: in alle bisdommen werd daar stevig aan gewerkt. Al dat materiaal kwam tot ons en werd bediscussieerd. Dat proces herhaalde zich bij de tweede synode, om de arbeid van de eerste te vervolledigen.”
“De rijkdom aan nuances is opmerkelijk. Dat is eigen aan de kerk. Het is eenheid in verscheidenheid. Dat is synodaliteit. Het komt niet van boven naar beneden, het is echt luisteren naar de kerkgemeenschappen, daar een harmonie in zoeken, onderscheiden.”
Hoe kijkt u aan tegen de media?
“De media dragen een grote verantwoordelijkheid. Vandaag hebben ze de mogelijkheid om meningen te vormen. Ze kunnen goede en slechte opinies de wereld in sturen. De media bouwen de samenleving op. Het is hun opdracht opbouwend te zijn, om informatie uit te wisselen, om te verbroederen, om te doen nadenken, om op te voeden. Dat alles is positief. Natuurlijk is het zo, omdat we allemaal zondaars zijn, dat de media laag kunnen vallen en schade aanrichten. Ook de media kennen verleidingen. Ze kunnen zich laten gebruiken voor kwaadsprekerij en zwartmakerij, vooral wat betreft de politieke wereld. Eenieder heeft recht op een goede naam, maar de media willen problemen met justitie of familiale problemen uit het verleden aan het licht brengen en dat kan mensen schaden. Misschien heeft iemand er al voor betaald door in de gevangenis te zitten of een boete te betalen voor het misdrijf. Dan heeft men het recht niet meer iemand op zijn verleden te blijven vastpinnen.”
“En iets wat eigenlijk veel schade kan berokkenen in de media is desinformatie. Dat wil zeggen, in een of andere situatie slechts een deel van de waarheid vertellen. Neen, dat is desinformatie! Want jullie, televisiekijkers, krijgen maar halve waarheden te zien en zo kun je geen correct oordeel vormen over de hele waarheid. Desinformatie is waarschijnlijk de grootste schade die de media kunnen aanrichten want zo sturen ze de meningen in een bepaalde richting door een deel van de waarheid te verbergen.”
Twee groepen gaan u bijzonder ter harte: de jongeren en de priesters.
“Mijn boodschap aan de jongeren is: wees niet bang, wees niet beschaamd over uw geloof, kom ervoor uit, en wees ook niet bang nieuwe wegen op te zoeken. Maak u geen zorgen: zoek de zin van het leven. Aan de jongeren geef ik twee adviezen mee: zoek nieuwe horizonten op en verspeel uw leven als twintiger niet aan oppervlakkigheden. Kijk vooruit en werk aan uw menselijke roeping.”
“En voor de priesters, een wat salesiaans antwoord (lacht en knipoogt naar bisschop en salesiaan Luc Van Looy). Wat nu zo meteen vanuit mijn hart opborrelt: herinner je dat je een moeder hebt die van je houdt. Hou niet op je moeder lief te hebben… de maagd Maria. Ten tweede: laat je bekijken door Jezus. Ten derde: zoek in je broeders het lijdende lichaam van Jezus. Het is daar dat je Jezus ontmoet. Wees niet beschaamd als priester om lief en mild te zijn. Heb het vergoten bloed van Jezus lief. We hebben nood aan een revolutie van tederheid in deze wereld die lijdt aan cardiosclerose.”
3 . “Liever godvrezende echtgenoot dan immorele priester”
Uit een tekst van Joris Delporte
De jurist, geleerde, staatsman en polemist Thomas More was in tegenstelling tot zijn vriend Desiderius Erasmus geen priester. Die Nederlander gaf daarvoor de volgende verklaring in een narratieve miniatuur: “Hij was liever een godvrezende echtgenoot dan een immorele priester.” “Een oordeel waarin Christus’ woorden doorklinken: ‘het is beter te trouwen dan te branden’ (1 Korintiërs 7, 9, nvdr)”, verduidelijkt Jan Papy (classicus en hoogleraar aan de KU Leuven). “Tegelijk koestert More een veeleer hooggestemd huwelijksideaal. De echtgemeenschap vormt voor hem een ontmoeting van zowel harten als geesten. Conform zijn zedelijke en intellectuele opvoedingsprincipes voor meisjes meent hij dat ideale echtelieden eveneens interessante gesprekspartners blijken.”
Huwelijk is heilig
“Dergelijke denkbeelden tekenen vanzelfsprekend vooreerst de mens achter het literaire fenomeen”, besluit de classicus. “Wel blijkt zijn geloof in de heiligheid van het huwelijk uit de doodstraf voor overspelige ‘Utopianen’. De partnerkeuze verloopt vooraf in alle vrijheid waarna ze evenwel een definitief karakter krijgt.”